TT. Bridge-rubriek. Najaarsregen. jDAMBfflEI XL. In ons artikel aangaande de nieuwe telling is een fout ingeslopen, veroor zaakt door de onduidelijke redactie eer nieuwe regels, welke uit buitenlandsche bladen werd overgenomen. Bii drie Sans is men wel uit, want het telt per saldo toch 100 en de bedoeling van de oneven aanslagen op 30 en de even op 40 te stellen is hierom gedaan om de 5 in de drie slagen a 35 dus 105 te eli- niineeren en daardoor de optelling van de score te vereenvoudigen, zoodat men alleen nullen in de rubriek der een heden krijgt. Wii komen in elk geval op de nieuwe telling en regels terug, zoodra zii officieel zijn ingevoerd, wat wel met 1 December zal geschieden. Het spel is telkens aan wijzigingen onderhevig en sommigen vragen zich af of dit niet een teeken is, dat men langzamerhand naar een ander soort Bridge toegaat. Ruim dertig jaar speelt men nu het Bridge, waarvan het prin- cipieele verschil met Whist oorspron kelijk slechts was, dat men met een blinde speelde. Er is een zekere stroo ming. die Bridge wil behouden, maai den Blinde af wil schaffen en het spel dus wil laten zooals het thans volgens contract-regels wordt gespeeld, maar het openleggen van den blinde wil af schaffen en het nieuwe spel zou dan Contract Whist heeten. In een vlot boekje, uitgegeven door Faber en Fa- ber te Londen ("prijs 6 sh.) heeft Hubert Phillips een uiteenzetting gegeven van de evolutie van Bridge nadat het in de plaats van Whist kwam. Als dat boekje niet veel meer bevatte, zouden wij er geen aparte bijdrage aan wijden, maar een hoofdstuk daarin is van de hand van Culbertson en geeft, op logische wijze uiteengezet, een goede les waaruit men kan zien hoe men door analyse van de biedingen van partner en tegenpartij de honneurs in de diverse kleuren met vrij groote zekerheid kan gissen, wat natuurlijk van groot voordeel is bii op maken van zijn speltechniek, tactiek en vooral bij voorgenomen snijden. Het op te lossen biedmysterie is als volgt: Geboden werd: Z 1 K 1, W 1 Ru, N 2 Ha, O pas, Z 2 Sans, W pas, N 3 Schop pen, O pas, Z 4 Sch, W pas, N 5 Ruiten, O pas, Z zes Schoppen, W pas, N Groot Slem Klaveren. Men ziet hieruit hoe Noord omdat hij 5 Ruiten bood (volgens „Loop-Biddaing") renonce in de Ruiten moet hebben, want waar W een bod in de Ruiten deed en Z- later daarop Sans bood, moet hii (Z) in Ruiten minstens Vrouw derde hebben, dus N kan alleen 5 Ruiten bieden als hij renonce heeft of het Aas en dat laatste is niet waar schijnlijk. Wij hebben geen ruimte om het probleem in al zijn finesses te be spreken maar geven de vermoedelijke kaarten, welke uit het bieden gegist kunnen worden: Na eerste biedronde verwacht men bij: Noord in Sch: Aas of H,V,10X, in Harten A,H vijfde. Zuid: Schoppen Heer of Aas, Klave ren A,H of A,V vijfde. Van de Ruiten en Klaveren bij N en de Harten of Ruiten bij Z weet men niets. Na de tweede biedronde komt men op het volgende: Noord heeft in Schoppen b.v. A,V vierde of H,V,10 X en in Harten wat in de eerste ronde vrij zeker was. Van Zuid is in de tweede biedronde bekend geworden, dat hij in Schoppen een hoogen honneur moet hebben (was al bekend), Klaveren vrijwel als in ron de 1, maar in Ruiten moet hii of Vrouw derde dan wel Boer vierde hebben (af te leiden uit zijn Sansbod na 1 Ruiten van W. Na de derde biedronde vermoedt men dat N wel 6 Harten zal hebben met A,H in top, Schoppen als voorheen, Ruiten vermoedelijk renonce en in Klaveren moet hü er minstens 3 hebben. Uit het bieden van Z maakt men op dat deze in Schoppen A of H moet heb ben en bovendien nog wel 3 lagere, in Harten 1 of 2 kleintjes, in verband daarmee in Klaveren 5 of 4 en Ruiten als voorheen. Na sluiten van bieden heeft N ver moedelijk: Sch: H, V, B, 10 of x, Ha: A, H, x, x, x, Ru KI: H, B, x, x en Z ver moedelijk: Sch: A, x, x, x, Ha: x, Ru: V, x, x, KI: A, V, x, x, x. Hoe hooger het ideaal is, dat een mensch zich gesteld heeft, des te ze kerder gaat hij te gronde, indien men hem het eelenf aan rat i'eaai ent- neemt, z inder er hem iets anders voor in de plaats te geven. Met stralen plast de regen neer, En kletter-spattert telkens weer Op daken en op straten. De heele wereld wordt kletsnat, Ze krijgt haar Zaterdagsche bad, Niets wordt er droog gelaten. De stad wordt ééne parapluie, Een ieder loopt er mede nu, Ter wering van het water. De natte regenwind fluit: „Huuuu!" En roept: ,„Ik blaas nu tegen u.... Ik ben een menschenhater!" Een kleine, .fijne juffershond, Die onder 'n kar 'n schuilplaats vond, Staart peinzend naar de plassen. „Wat vreemd!" denkt-ie en kijkt eens rond Z'n tong hangt links half uit z'n mond, „Ik ben toch pas gewasschen". De schoorsteenrook verheft zch niet, Op 't dak geen enk'le kat men ziet. Het water houdt hem tegen. 't Asphalt glimt, is glibber-nat, Vooral de fietsers weten dat, 't Komt alles door de regen! Wim Wemerman. Een goede buur is beter dan „Hebt u al mijn nieuw tooneelstuk gelezen, van het echtpaar, dat altijd ruzie had?" „Neen. mijnheer van Bommel, maar ik heb wel gehoord, hoe u het met uw vrouw instudeerde!" („Schweizer Illustrirte"). UITSLAG WEDSTRIJD HELDERSCHE DAMCLUB. Groep I. gesp. gew. rem. verl. pnt J. Stoll 6 5 1 0 11 A. J. José rr 1 5 0 2 10 D. Dissel 5 3 1 0 7 S. Slort 6 2 1 3 5 J. C. Kossen 7 1 3 3 5 L. Simonse 7 2 1 4 5 D. C. W. Rab 2 2 0 0 4 A. A. Bremer 4 2 0 2 4 Joh. Bremer 6 0 2 4 2 P. H. C. Groene- meijer 4 0 1 3 1 Groep II. P. J.Smolenaars 5 4 0 1 8 Jn. Bremer 4 3 1 1 7 A. J. Bezemer 6 2 2 2 6 J. Jagel 4 2 1 1 5 B. de Best 5 2 1 2 5 P. Slort 5 2 1 2 5 P. J. Arends 6 2 1 3 5 H. G. Fonteijn 5 2 0 3 4 W. Wieren 3 1 1 1 3 A. Bosman 5 1 1 3 3 O. Ottervanger 5 1 1 3 3 Groep III. J. Elzas 6 5 1 0 11 G. v. Roekei 7 4 1 2 9 O. G. Lokkers 5 3 2 0 8 R. Dol 6 3 2 1 8 C. Thomas 6 3 2 1 8 J. A. v. Vliet 7 3 2 2 8 H. Thijssen 9 4 0 5 8 W. v. Brederode 6 2 3 1 7 W. Dienaar 6 2 0 4 4 M. v. Kalken 7 2 0 5 4 F. Leijtenaar 7 2 0 5 4 W. Volkers 5 1 1 3 3 W. Slort 5 I 0 4 2 De wedstrijd wordt gehouden iederen Donderdagavond van half 8 tot 11 uur, in de bovenzaal van het Evangelisatie- gebouw, Palmstraat. De wedstrijden zijn ook toegankelijk voor niet-leden. Wel spreken is een deugd; wel zwij gen ook een kunst; wie hier de mate treft, verkrijgt een groote gunst. SCHAKEN. De oplossing van de driezet van Paikoska zal ik de volgende maal geven. Hier volgt een probleem met fraaie interferentie's. R. Buchner. Ie prijs II Problema 1932. Wit begint en geeft mat in twee zetten. Wit: Kb6, Dd6, Th7, Lh5 en h4, Pdl en f8. Zwart: Ke8, Dg6, Tel en h6, La4 en b2, Pd4, pi b3, c2, f5 en f3. Ter vergelijking met de vorige party geven we hier de bekende partij Lasker Tarrasch uit het groote tournooi te Petersburg. Lasker Tarrasch 1 e4 e5 2 Pf3 Pf6 3 Lb5 a6 4 La4 Pf6 5 0-0 Pe4 6 d4 bö 7 Lb3 d5 8 de5 Le6 9 c3 Ke7 T. houdt dit voor sterker dan Lc5. Het paard moet naar c5. 10 Pbd2 0-0 Na Tel, wil T. vervolgen met 0-0, Pd4, Pe5f3, Dd6, 11 Tel Pc5 12 Lc2 d4 Oplossen van het centrum. 13 cd4Pd4 14 Pd4: Dd4: 15 Pb3 Pb3 Wit speelt op afruil, dit geeft echter een dubbelpion. 16 17 18 19 20 21 22 ab3: Tdl Ld2 La5 Tdl: Lc3 Le5 Ddl c5 Tfd8 Tdl: f f6 fe5: Td8 Zwart's damevleugel moet in het eind spel winnnen. 23 Td8f LdS: 24 f4 K-f'7 25 Kf2 Lf6 26 Ld6 Ld4 f 27 Kf3 Ld4 28 Kg4 Ke6 29 Lf8 Kf7 30 Ld6 Lg2 31 Lh7 Ke6 32 Lf8 Kd5 33 Kg5 Lf6 f Zwart moet nu zitten. 34 Kg6 35 f5 36 Lg7 37 Kf7 Beter was Le6f, remise. eerst de f pion na- Ke4 f Keö Lf5f Lg7 nu bereikt wit nog 38 Lf5: Kf5 39 KgT aó 40 h4 Kg4 41 Kg6! Kh4 42 Kf5 Kg3 43 Ke4 Kf2 44 Kd5 Ke3 45 Kc5 Kd3 46 Kb5 Kc2 47 Ka5 Kb3 remise. Dr. P. FEENSTRA KUfPER. Probleem van Paul Scouppe te Parijs. Zw.: 3, 8/12, 14, 17/25, 29, 35 Wit: 21, 31/33, 37/40, 43, 46, 48 50 Zw.: 3, 5, 7/10, 13, 20, 21, 23/26 Wit: 18, 22, 29, 31/35, 37, 47, 48 Wit speelt en wint. Probleem van Paul Scouppe te Parijs. 1P W IP Wt\ 9,wvmmm mm* 'W ■fotr 'MÏ m- Wit speelt en wint. Oplossingen der problemen van vorige week. Zw.: 6/14, 16/20, 23/26 Wit: 27/9, 32/9, 41/4, 46, 48, 50 27-22 18X27 29X18 13X22 32X21 16X27 28—23 19X28 37—31 26X37 41X21 17X26 38-32 28X37 42X31 26X37 48-42 37X48 33—29 24X33 39X17 48X30 35X2 en 2X13 Zw.: 2, 6/10, 12/20, 23, 24, 26 Wit: 25, 27/9, 32/4, 36/9, 41/4,47,48,50 27-22 18X27 29X18 13X22 32X21 16X27 37X31 26X46 28-23 19X28 42—37 46X32 36—31 27X36 38X18 12X23 33X13 9X18 34-29 ad.lib. 39X19 14X23 25X5 Buitengewoon moei-lij'k te zien uit den aanvangsstand.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1932 | | pagina 20