Esom-BOOTDIENST
Philips-Radio
Wooïbtomm
TWEEDE BLAD
HELDERSCHE COURANT VAN DINSDAG 20 DECEMBER 1932.
VAN BAAREN
Essna-EXPRESS
'Wat wUt
I
Visscherij.
Drie gulden of twee dagen
Levensspel.
PRETTIG KERSTFEEST met
TECHNISCH BUREAU
BREEWATERSTRAAT 5
Voor spoedxendingen
met KERSTMIS
en NIEUWJAAR is
het adres
(2 uur en 44 minuten in het Huis
van Bewaring te AHtmaar.)
Licht op
voor alle voertuigen:
Wintertijd.
Dinsdag 20 Dec16.18 uur
Woensdag 21 16.18
•sivvnaiuspejs
Onze stadgenooten, de heeren
Thomas en Riesling, hebben op de ge
houden pluimvee-tentoonstelling te Br.
in Waterland, met 9 nummers konijnen
vijf 1ste, drie 2de, een 3e en drie eere-
prijzen behaald.
Onze vroegere stadgenoot, de heer
C. Scheurkogel Jr„ is benoemd tot haven
controleur te Zaandam.
VIJF-EN-VEERTIG-JARIG
JUBILEUM VAN HET
HELDERSCHE
REDDINGFONDS.
Ter gelegenheid van dit jubileum zijn in
de uitstalkast van het Modepaleis Her
schel, Koningstraat, alhier, eenige schil
derijen tentoongesteld, die betrekking
hebben op het Reddingfonds en op het
Reddingwezen in het algemeen.
Ben dier schilderijen „De stranding van
het Duitsche Barkschip „Renown" op 9
December, 1887" is vervaardigd door den
heer Jaarsma, terwijl een ander „De Dorus
Rijkers in volle zee" vervaardigd is door
den heer Joh. Bakker, alhier.
Deze schilderijen, geflankeerd door een
viertal eerelijsten met de medailles en
diploma's van Heldersche redders, vormen
een bezienswaardig geheel.
Het bestuur van het Reddingfonds deel
de ons mede, dat het Fonds is opgericht
eenige weken na de stranding van de
„Renown", n.1. op 25 December 1887.
AANKOMST INDISCHE MAIL.
De trein met passagiers en mail van het
m.s. „Indrapoera", dat heden te Marseille
aankomt, arriveert morgen (Woensdag)
om 9.25 u. te Den Haag.
HR. M. „JACOB VAN HEEMSKERCK".
Hr. M. pantserschip „Jacob v. Heems-
kerck" keert a.s. Donderdag van haar
oefeningsreis naar de Middellandsche Zee,
welke reis anderhalve maand heeft ge
duurd, in de haven van Nieuwediep terug.
Het schip arriveert om ongeveer half
tien op de reede en zal daar ankeren. De
vlag van den vice-admiraal, welke op het
Wachtschip wappert, zal door het schip
met kanonschoten worden begroet, welk
saluut door de Marinekazerne zal worden
beantwoord.
Met stil water komt het schip vervol
gens in de haven, hetgeen om ongeveer
twaalf uur zal plaats vinden.
BENOEMING SCHOOLARTS.
Dr. Grunwald.
Dinsdag j.1. is door de betrokken com
missie, bestaande uit 3 leden van het Col
lege van B. en W. van Den Helder en één
lid van B. W., elk van Texel, Anna
Paulowna, Wieringen en Callantsoog, tot
schoolarts benoemd in het nieuwe district,
omvattende bovengenoemde gemeenten,
Dr. Grunwald.
Deze neemt nu afscheid als schoolarts
der gemeente Den Helder, om als zoo
danig bij het district, gevormd door bo
venstaande gemeenten, in dienst te treden.
Waarschijnlijk treedt hij met 1 Januari
a.s. in zijn nieuwen dienst.
SLUITING POSTBRUG.
In verband met den bouw van de nieuwe
postbrug, is de oude brug voor het verkeer
afgesloten.
De houten hulpbrug is vanaf gisteren
voor de passage opengesteld, echter alleen
voor voetgangers, terwijl wielrijders af
stappen geboden wordt.
NATIONALE AVOND.
Uitgaande van de ulgemeene en
christelijke Oranjeverenigingen
en „Katholiek Den Helder".
Gisteren was in Casino een Nationale
a\ ond belegd, uitgaande van de hier
boven genoemde plaatselijke oranjever-
eenigingen en met medewerking van de
Harmoniekapel »Winnub$t«, waar door
de heeren pastoor Th. J. van Noord, Ds
Is. Voorsteegh en mr. W. C. Wendelaar
het woord werd gevoerd. Er was tamelijk
veel belangstelling. Verschillende ge
meentelijke, militaire en kerkelijke auto
riteiten merkten wij op; zoo o.a. de
burgemeesters van Den Helder en Anna
Paulowna, Kolonel van der Linden namens
den vice-admiraal, die persoonlijk was
verhinderd, de vloot-geestelijken Alink
en Vaandrager, enz.
De heer de Jongh, als voorzitter van
het comité heette deze allen welkom.
Het doel der vergadering is, het nationaal
bewustzijn te versterken, wat in deze
dagen zeer noodig is. Het comité uit de
bestaande plaatselijke oranjeverenigin
gen en katholiek Den Helder heeft het
genoegen de beschikking te hebben ge
kregen over drie eminente sprekers, die
spr. het welkom toeroept.
Spr. drukt de hoop uit, dat deze avond
moge dienen tot versterking van den
band tusschen oranje en Nederland. Onder
applaus werd een telegram van die strek
king aan H.M. de Koningin gezonden.
I Eerste spreker was de heer Th. J. van
Noord, pastoor te Broek op Langendijk,
met het onderwerp: »Kent broederschap
geen vaderland?*
Op wijsgeerig-theologische gronden
toont spr. met tal van uitspraken aan,
dat voor den cultuurmensch naast broeder
schap ook het vaderland bestaat.
dag. v.m. 10 uur van A'dam
i dag. v.m. 7.30 uur van Den Helder
Telef. 461
PHILIPS - HOOFD VERTEGENWOORDIGING N.S.F.
Gultuurdrang en cultuurgebod leiden
tot statenvonning en krachtens God's
wet rust op den mensch de plicht dit
verband te versterken. Het cultuurge
bod wortelt in den mensch wien het
overigens vrij staat een ander vaderland
te kiezen. "Vaderlandsliefde is meer dan
onderdanentrouw: het is verwant aan
kinderliefde. „Naast God is de mensch
het meest aan zijn vaderland verschul
digd", zegt Thomas Aquinas. De religie
doet de vaderlandsliefde groeien. Met
tal van voorbeelden uit de Schrift toont
i spr. dit aan, zoowel uit het Oude als
het Nieuwe Testament. Het christendom
j eischt voor den burger het vrije burger
dom op. De christelijke gedachte reikt
hooger dan de heidensche en de natio-
naal-positivistische.
Ook verschillende wijsgeerige defini
ties van het begrip „Vaderlandsliefde"
behandelt de spr.
De katholieken willen geen eng chau
vinisme, hetgeen in strijd zou zijn met
het begrip katholicisme. De katholieke
gezichtskring is wijder: vóór het vader
land gaat onze liefde voor Christus.
„Le Christ avant tout" is de ons uit
het hart gegrepen spreuk van een der
Oranje's. Er is maar één hemel, waar
plaats is voor allen, de zalige eeuwig
heid heeft nationaal en internationaal
vereenigd.
Geloof en Hoop en Liefde, deze drie,
maar de Liefde is de meeste.
Tweede spr. is ds. I. Voorsteegh
van den Haag met het onderwerp: »'t
'Blijft Oranje Boven*. We hebben, zegt
spr., het uitstekend-wetenschappelijke be
toog gehoord over het begrip Vaderlands
liefde. Het doet spr. goed weder eens te
ademen in vaderlandslievende sfeer. Spr.
staat stil bij de gebeurtenissen op 20 Sept.
in den Haag; kort daarna werden de
handen ineengeslagen en men kwam tot
Wie onzer kent de Yo-Yo niet
Het speeltuig dat men overal ziet.
Dit kan ons veel te leeren geven!
Het gaat als in een menschenleven.
Veel onzer zijn nu neergedaald.
Komt! laat ze daar nu niet beneê!
Eén ruk ze rijzen weer omhoog.
Het koordis t crisis-comité.
de conclusie, dat het zóó toch niet mocht,
dat het zóó niet voort mocht gaanzoo
spontaan was deze actie, dat in het West-
land de malaise er door op den achter
grond geraakte, toen men aldus oranje
in gevaar zag, en overal over het geheele
land is een enthousiasme ontstaan dat
zich heeft voortgeplant.
Spr. herinnert aan de vele historische
data die onze kalender kent, aan de'ver
gissing* van Troelstra, aan de geweldige
demonstratie van 18 November, die daarop
volgde, waaruit opklonk »'t Blijft Oranje
Boven*.
Er zit tegenwoordig iets wonderlijks in
de lucht wat betreft die oranjeliefde, die
nooit is uit te roeien.
Spr. herinnert aan de gebeurtenissen
van November 1830 door Heye in dit
versje bezongen, en vergelijkt die met
het gebeurde van thans. Ook nu weer zit
er Oranje in de lucht; wij moeten er voor
zorgen dat het zoo blijft. Toen echter
waren ons de kozakken welkomthans is,
wat uit Rusland komt, niet welkom.
Spr. wijst er op, dat we er evenwel met
oranjeleuzen alleen niet komenhet woord
moet omslaan tot een gebed. Het volgend
jaar zullen wij den 400en geboortedag
herdenken van Willem van Oranje. België
heeft zijn 100-jarige souvereiniteit her
dacht en daarbij wezen de kranten er op,
dat men zijn vorstenhuis „al" 100 jaar
bezat. Wat zijn wij dan gezegend, zegt
spr., dat wij die 1 in een 4 kunnen ver
anderen. En wij mogen dankbaar zijn ook
als wij rondom ons zien in andere landen.
De revolutie heeft, volgens de uitspraak
van een collega van spr. uit Duitschland,
daar slechts onheil gebracht. Er is geen
vorstenhuis te vinden, waarin percents
gewijze zooveel hoogstaande mannen en
vrouwen zi,n vertegenwoordigd als in het
onzeis dat niet eervol voor ons land
In dit verband moeten wij het ook als een
plicht zien dat land te verdedigen.
Het Nederlandsche volk moest eens
weten, zegt spr., hoe de Koningin met
het geheele volk meeleeft, hoe zij al vroeg
In den morgen aan de schrijftafel zit,
dag. n.m. 5 uur van A'dam
dag. n.m. 7 uur van Den Heider
Zaterdags Z uur van beide richtingen
hoe zij zich geheel op de hoogte houdt
van het wel en wee van het volk. Ver
schillende staaltjes daarvan deelt spr. mee.
Spr. rede werd met herhaald applaus
onderbroken.
De Vereeniging Winnubst*, die een
tweetal nationale liederen had laten
hooren voor de rede van ds. Voorsteegh,
speelde na afloop daarvan het bekende
Wij leven vrij* en «Limburgs Volkslied«.
Daarna kwam als derde spreker Alk-
maar's burgemeester, mr. W. C. W e n-
d e 1 a a r, op het podium met als rede
'Nationaal zelfbewustzijn*.
Spr. bedoelt allerminst een lofzang te
houden in den vorm van een pralerij of
snoeverij, chauvinisme enz., maar uit onze
vaderlandsche geschiedenis blijkt, dat
steeds onze allergrootsten dat nationale
zelfbewustzijn hadden. Men denke aan
M. A. de Ruijter, die een eenvoudig,
vroom man bleef onder alle omstandig
heden, aan Jan de Wit, die in zijn tijd
de grootste staatsman was, Johan van
Oldenbarneveldt en bovenal den Vader
des Vaderlands, die wel was onze eerste
vorst, maar met zijn volk leed en streed.
Spr. bedoelt met zelfbewustzijn dat wij,
ook in onzen tijd waardeering moeten
hebben voor het vele goede en schoone,
dat er ook thans nog in ons volk is.
Spr. wijst op den 80-jarigen oorlog, den
zin voor heroïsme en vrijheid. Steeds
j kenmerkten de Nederlanders edelmoedig
heid, grootheid van karakter en hij haalt
daarvan staaltjes aan.
Dan: Rembrandt, die in elke eere-zaal
van welk museum is vertegenwoordigd.
Vondel, Hugo de Groot, uit den tegen-
woordigen tijd onze architecten (Berlage,
de Bazel), schilders (Toorop, van Gogh),
geleerden (Hugo de Vries, Lorenz, Asser),
ook de prestaties van onzen geest en
handen: onze scheepsbouw die in den
totalen wereldscheepsbouw de 3e plaats
inneemt, de zeescheepvaart, ook onze
marine maakt daarbij door de wijze van
afwerking enz. der schepen zoo'n goed
figuur. Onze zeesleepdiensteen En-
gelsch dok werd door Nederlanders ge
sleept, omdat de Engelsche assuradeurs
het anders niet wilden verzekeren.
De vliegdienst die geregelde diensten
op Indië onderhoudt. Ook op radio-gebied
staat Nederland aan de spits door zijn
verbinding met Indië.
Onze kolonisatie-methoden zijn een voor
beeld voor andere landen. Er is geen
mogendheid die beter is op dit gebied
dan de onze.
Im- en export: er is geen land dat eên I
zóó groote omzet heeft als Nederland.'
Tuinbouw, bollen- en bloementeelt, de
laatste jaren. Ook onze industrie, onze
mijnen, zij mogen worden genoemd.
De sluis in IJmuiden is grooter dan
die van Panama.
Het mooiste wat in den laatsten tijd
tot stand is gebracht, is de afsluitdijk
van onzen Zuiderzeepolder.
Laat men toch alle minderwaardigheids
complexen afschaffen en ons niet meer
zoo bescheiden voordoen bij den buiten
lander. Wij behoeven in geen enkel op
zicht onder te doen. Maar geen imitaties
alsjeblieft; de dwaze pettenmode, die
een imitatie is van Duitscbland, het
vreemde talen gebruiken, het Nederland
sche fabrikaat met buitenlandsch etiket
enz.
Spr. bedoelt dus met zijn «nationaal
zelfbewustzijn* iels van ethische strekking.
We moeten den zedelijken moed hebben
ons zelf te zijn, Nederlander, waar dat
noodig is. In het orkest der volkeren
kan Nederland alleen dan een rol spelen
als het een eigen geluid laat hooren.
Tot het nationale behoort ook de liefde
voor het vorstenhuis en met een opwek
king die aan te kweeken, eindigt spr.
Te half elf sprak, nadat nogmaals
Winnubst zich had laten hooren met
eenige oud-Hollandsche liederen, die op
zeer verdienstelijke wijze werden vertolkt,
de heer de Jongh een slotwoord, dank
brengend aan de verschillende mede
werkers.
VEREENIGING PENSIOENBELANG
TE DEN HELDER.
Den 12en December werd aan een depu
tatie dier Vereeniging audiëntie verleend
door den Minister van Defensie.
Nadat de belangen der oud-gepension-
neerden waren bepleit, in verband met
hetgeen Z.Exc. daarover had gezegd in de
Tweede Kamer bij de behandeling der be
grooting van Defensie, werd door Z.Exc.
het volgende geantwoord:
„Ik ben volkomen van den toestand
op de hoogte; voor m ij is de zaak in
geen geval afgedaan. Vertrouw op mij,
ik zal mijn uiterste best doen voor jelui
en trachten zooveel in m ij n vermogen
is, de zaak tot een bevredigende oplos
sing te brengen".
hieronder met beknopte verklaring:
Ter inleiding: koraal: „Hoe zal ik U ont
vangen" wordt gewoon voluit gespeeld.
1. Concerto in F-dur van G. F. Handel.
Dit Concerto is het 4e van de 12 concerten
die Handel schreef voor orgel met bege
leiding van orkest en is wel een der be
langrijkste en meestgespeelde Handel
stukken, bestaande uit 4, eigenlijk 3 op
elkander volgende gedeelten.
2. Andante uit Sonate 4 van J. S.
Bach. Dit teere Andante is wel een der
schoonste Bach-stukken. Het is, zooals
iemand het eens uitdrukte: alsof twee
stemmen tot elkander spreken, de eene
klagend, de ander troostgevend.
3a. Variations over het Kerstlied: „O
hoe heerlijk, hoe begeerlijk", van den'
Engelschen componist G. Th. Chipp. Na
het lied-thema volgen een 3-tal variaties,
waarvan o.i. de laatste wel het best ge
slaagd is.
b. Toccata van L. Boëllmann, den jong
gestorven Franschen orgelist der Nótre-
Dame, te Parijs, is uit diens bekende
„Suite Gothique". Het karakteristieke
thema is voor het pedaal (voetklavier) ge
schreven, terwijl bovenuit snelle noten
figuren klinken, afgewisseld door een
„neventhema" welke tezamen aan het slot
tot een geweldige climax komen.
c. Pastorale van C. Franck. Het eerste
deel bevat een zangerig Pastoraal-thema,
afgewisseld door een koraalmotief. Daarna
volgt een schertsend „Allegretto", waarna
het le deel weer wordt herhaald, terwijl
nu het koraalmotief contrapunctisch is
Buitenlandsch Overzicht
Feuilleton
Radio-programma
Van links en rechts
Een inval te Rotterdam in een
winkel met gestolen waar
De oorzaak van het Spoorweg
ongeluk bij Perpignan
Weer een spoorwegongeluk.
Drie dooden en 19 gewonden
Meer dan 1 millioen werkloozen
zwerven Amerika door om werk
te zoeken
pag.
1
in
Algemeene spoorwegstaking
Spanje?
Vijf dooden bij een brand in een
petroleum-tankschip
Een samenzwering in Argentinië
bijtijds ontdekt
Een motorjacht, met leden eener
filmmaatschappij vermist
Achttien paarden en drie koeien
bij boerderijbrand omgekomen
Een landbouwer en zijn zoontje
1
3
f 3
verwerkt tegen het eigenlijke thema. Een
staaltje van Franck's contrapunctiek!
4. Paraphrase over Chr. Melodieën van bij autobotsing ernstig gewond
ondergeteekende is een bewerking van be
kende zangwijzen in vrije volgorde.
5. Pastorale en Allegro uit Symph. I
van den nog in leven zijnden blinden
Franschen orgelspeler Louis Vierne. De
werken van Vierne behooren tot de moei
lijkste orgelstukken die tegenwoordig uit
komen, doch zijn verrassend door hun
moderne harmonieën en zeldzame har
monische wendingen en muzikale vormen.
Vierne toont in zijn werken ongetwijfeld
de grootste componist van onzen tijd voor
zijn instrument te zijn.
6. Kerstliederen (voor orgel bewerkt
door o.q.) behoeven geen nadere verkla
ring Weer roept de „dood de verstrooide
7a.' Andantino van C. Franck. Een schare tezamen en gehoorzaam wordt
kort, zangerig, weemoedig „sololied" voor j hem met zijne eigen klanken geantwoord,
orgel. [Eindelijk wordt het een wild gewar. waar
in Toccata van Th. Dubois. Een echtin het eerste walsthema en de melodie van
stuk om eens te demonstreeren wat „Toe-kien „dood" tegelijkertijd zich doen hoo-
cata" beteekent: „Het snel aanslaan van ren. Al woester wordt de dans, doller en
Een geheimzinnige epidemie in
Peru
Een bende cocaïnesmokkelaars
te Eindhoven gearresteerd
Sportnieuws
Omtrek nieuws
Marineberichten
Marktberichten
8
8
ORGELCONCERT
FEIKE ASMA.
Feike Asma schrijft ons:
Vrijdagavond 23 December kwart over
acht zal een orgel-voordracht worden ge
geven door den heer Feike Asma, op het
orgel in de Geref. Kerk (Julianapark),
zulks ter inleiding van het Kerstfeest.
Het programma van», dien avond volgt
i-
Ld
W
N
O
%MW§6ih. k%
Telefoon 216
Op Zondag 25 dezer kan
worden bezorgd.
toetsen",
8a. Meditatie over „Uren, dagen, maan
den, jaren".
b. Finale: „Zijn naam moet eeuwig eer
ontvangen", beiden van F. A. Het eerste
is een voorspel met meditatief karakter,
dat contrapunctisch tegen de Gezangmelo-
die van dit O" 5 aarsavondlied, is ver
werkt.
Het tweede is een „Fuga" in Bach-stijl,
op de eerste regel van dit koraal.
MARINE-CONCERT VAN
WOENSDAG.
Omtrent het door de „Stafmuziek" op
het concert van morgenavond uit te voe
ren „Danse macabre" van Saint-Saens,
geeft de heer L. ons de volgende verkla
ring:
Hoort, de klok slaat twaalf uur midder
nacht en als door toovermacht uit den
grond verrezen, staat daar de „dood" voor
ons en stemt zijn viool zóó (G.D.A. Es in-
plaats van E) dat dit feit, reeds alleen een
eigenaardige kleur aan het stuk geeft. En
op zijn bevel verrijzen dan de schimmen
der afgestorvenen uit hunne graven en
wiegen zich spoedig in een matig wals-
tempo. Hoe geheimzinnig klinkt de melo
die der fluit, hoe spookachtig droef klinkt
ze zelf, die wijze, welke de „dood" op zijn
viool speelt!
Blijkbaar groeit de schare aan, de wind
streelt'de harpsnaren, die in de muur
gaten van den toren zijn opgehangen en
daarbij klappert de xylophone alsof dorre
beenderen tegen elkaar slaan. De melodie
van den „dood" wordt intusschen in een
solo-kwartet-scène verwerkt tot dat einde
lijk allen weer door den dans worden mee
gesleept, terwijl eentonig de wind (triolen
der strijkinstrumenten) suist. Sterker ge
ïnstrumenteerd herhaalt zich dit spel;
hoorns en eerste violen geven de accoor-
den, terwijl de eerste fagot en de hobo,
dan klarinetten en fluiten daartusschen
hun zuchtende klanken doen hooren.
doller het spookachtig tafereelI^aal-
kraait de haan!
En vlug verdwijnen de schimmen, de
een na den ander in hun enge verblijven.
Alleen de „dood" blijft over en zendt hun
een klagende reciteerende pbrase na, die
tenslotte ook (op den triller D-Es der
viool, die zich dan in de doffe klanken der
fluit oplost) zacht wegsterft. L.
EEN PAKKENDE RECLAME.
Aan verschillende hoofdverkeerswegen
heeft de „Shell"-maatschappij z.g. „Laad-
stations" geplaatst, dat zijn stations waar
men alles voor zijn wagen kan krijgen,
[olie, benzine, water, lucht. Ieder gebrek is
I daar te verhelpen. Om nu verdere bekend
heid aan deze stations te geven is de recla-
me-afdeeling van deze wereldmaatschap
pij op het idee gekomen bouwplaten uit te
geven. En deze bouwplaat geeft als resul-
taat natuurlijk een... laadstation, en wel
dat bij Delft. De plaat is in frissche kleu-
j ren uitgevoerd en wordt op aanvraag
I gratis beschikbaar gesteld bij de pomp-
houders en verkoopers van de „Shell"-
producten.
Volgens verklaring van den heer ge
nius, directeur van de Vereenigde s-
fabrieken te IJmuiden, staat het met et
Noorsche natuurijs en het kunstijs
IJmuiden wel even anders dan de eor-
spronkelijke berichten luidden.
Volgens hem toch zou de zaak juist om
gekeerd zijn en zou het Noorsche natuurijs
na smelting meer vuil nalaten dan het
kunstijs.
Het komt ons noodig voor dit te ver
melden, omdat ook wü de eerste berichten
over dezen ijsinvoer vermeldden.
Het pufverbod is door den Minister
Verschuur ook ter sprake gebracht en
hoewel voor invoering van het verbod.
door
YVEL DLAWNURG.
5 (Auteursrecht voorbehouden).
o
Hoofdstuk V.
Wat hei-je uitgespookt? vroeg de oude,
met de blauwe trui.
Ik heb mijn fiets zonder bekwaam be
waker laten staan, zei ik driftig in amb-
tenaarsstijl.
Wat hei je gedaan? herhaalde de oude,
er niets van begrijpend. Spreek niet zoo
idioot geleerd je lijkt wel affekaat.
Nou dan, ik most een boodschap
voor me wijf doen, en zie jetoen
kwam d'r meziek van die hoempa's en
toen heb ik mijn fiets, die ik meegenomen
had, tegen een muur laten staan en ver-
gete mee te nemen en nou wille ze een
knaak en twee heitjes van me hebbe
maar lou loene niks hoor de ape-
kliere kenne ze in den Haag krijge....
(ik was verrukt over mijn kennis van de
cel-taal).
Juist gezeid. percies, dat motte ze
hebb, apeklieren. Wille ze jou.... een
poot uittrekkemet drie kostelijke
guldes! Drie kostelijke guldes de oude
slaat uit protest op de houten tafel, dat
de postkaarten dansen. Verdraaid! (de
man in de bruine trui zei niet verdraaid,
lezer, maar verr.) je zou wel bedonderd
zijn! Weet je wat ze doene in de Haag
als jjj zoo gek, stapelgek zou zijn om t(
betale nou dan gaat daar de baas van
de 2e Kamer een paar flesschen fijne
rooie wijn, lekkere belege port, koope,
en dan schinkt ie aan al zijn maats een
glasie en dat moet jij arme sbe
talen. Ik zag ze liever. Me neus uit
met hun wijn te late drinke van mijn
kostelijke knaak, hun te late jajeme
omdat je voor je wijf een boodschap doet
kindermeid speult.
Hoe was de eisch, vraagt de jongen in
gevangeniskleeren belangstellend.
Drie gulden of 2 dagen, zeg ik.
Da's lillijker zie jeas je 2 dagen
heitwant -iedereen, of ie lang of kort
veroordeeld is, krijgt de eerste twee
dagen alleenig brood, droog brood met
water, licht hij deskundig in.
Meewarig kijkt de oude mij aan.
Wij kregen vanmiddag bruine boo-
nen met spek, zegt-ie. dat weten wij al
van te voren., altijd vast kossie. lekker
kossie goeie bullenmaar iedereen
krijgt hier de eerste twee dagen alleenig
droog brood.of je nou zit voor een
moord een kraak of je bezopen bent
geweestof dat je iemand een
tegen zijn oog geeft, de eerste twee dagen
is 't sukkelen met water en brood.
Toch wel een beetje erg, as je voor
je wijf een boodschap doet en je vergeet
je fiets mee te nemen, dat je daarvoor
twee dagen water en brood krijgtje
wijf zal gerust geen water en brood eten
vandaag, die vreet knijn en aarpele met
uitgebraje kaantjesdie denkt ook: zie
zoo da's opgeruimd, me man zit in de lik
voor twee dagen, nou gaan ik de blomme
tjes buiten zettenMan, vertel me
niks, zoo binne de vrouwe allemaal!
Ik zeg maar: je mot niet te goed voor
dat vrouwevolk zijn, zegt een andere ge
vangene, maar je mot me niet kwalijk
neme, 't is ook alled. stom om je
eigen fiets te vergete maar misschien
ken je wel uit mijn bikkie van middag
een paar bruine boonen meepikkeWe
zitte hier met zijn alle in de liken jij
heb wel geen tabak meegebracht, maar
zoo bed. zijn-we niet voor elkaar.
Ja, 't is wel stom dat ik in de lik zit,
omdat ik voor mijn wijf boodschappen
doe. Zou de directeur niet kenne make,
dat ik ook bruine boonen met spek krijg,
zeg ik hegeerig. Bruine boonen met spek
da's altijd m'n kossie, lieg ik, (ik heb n.1.
nog nooit een stukje spek geproefd!)
De directeur, da's een beste kerel,
met een hart in z'nJe hebt
niks geen last van 'm. Een goeie man,
een bovenste-beste kerel. Ze binne hier
allemaal voor ons goed, zegt de man in
de bruine trui en de jongen in de gevan-
geniskleeren beaamt het met een zwij
genden knik.
De directeur is een beste man, maar
hij mot doen, watte ze in Den Haag zeg
gen. Hij mot de voorschrifte opvolge
en of ie 't nou zelf rot vindt of niet,
hij móthij mót je water en brood geve
en hij mót ons opsluitedat is onze
straf dat weet je en daar hebbe me niks
op teugedaarover make we ons niet
dik, zegt hij wijsgeerig. Nee, het zijne
hier beste mensche allemaal, de cipier en
de werkmeester ok: 't Rottigste is, dat je
de vrijheid kwijt bent en dat we geen
tabak hebben. Thuis hebbe ze tenminste
nog steun, al is 't bed weinig.
Nee, dan zijn de lui, die in voor
arrest zitten, beter af, zegt de jongen, in
gestichtskleeren. Die magge tenminste
rooke, asse ze luchte ganeIk hoop
maar, dat ik straks geen „dooie" kooi
krijg.
Een dooie kooi, zeg ik. Wat is dat?
De jongen in de gevangeniskleeren
lacht mij uit.
Nou, jij bent ook een groene. Zeg,
weet jü niet wat een dooie kooi is?
Vol schaamte over mijn onwetendheid,
herhaal ik, dat ik het niet weet.
«j Nou dan, een dooie kooi is een hok
waarin we iedere morgen luchten gane
en dan kijke me of er een pruiinpie tabak
of een endje cigaret, zoo'n peukie van een
kerel, die in voorarrest zit, is blijve ligge.
Op zoo'n peukie en zoo'n pruimpie, daarop
zijne we gek.datte we ook geen tabak
krijge.... dat is voor ons 't ergste....
't rotste.
Wat hebben jullie eigenlijk uitge
voerd, vraag ik, terwijl ik op de ruw hou
ten bank aan tafel plaats neem.
De knijne jo! We zitten hier biina
allemaal voor de haze en de knijne. Stroo
pen!. Verrek, ik zeg maar, je mot om-
mers toch hikkenHü zit al een paar
maande en as je niet te vrete heb
en je mot leve van steun van een
dooie tien gulden in de week en
daarbuiten in de duine loopen de
knijne en hazeIk zeg maar: van wie
benne die knijne, van wie benne die
haze?nou dan, ik gong achter die
knijne en haze derlui achterwerk (hij
noemde het een beetje ondeftiger) aan
Maar nou is d'r een weg en daar mag je
niet loopeen daar heb de veldwachter
me gesnaptverboje jachtterrein
Nou zeit de officier, jij hebt op die weg
van een ander zijn terrein niks te make.
Met wat daar is, hei jij je niet te bemoeie,
daar hei jij je kokkert van een neus niet
in te stekeNou je snapt de rest, hè?
In de lik voor stroope. Dat zit in ons
bloed. Asse me vare konne, met de traw
lers, docht je dan datte me stroope gon-
gen; as de tije niet zoo bed.... waren,
dan zat ik nou op de Noordzee te vis-
sche
'Een oogenblik zwijgt de oude strooper,
zijn oogen turen star door de celhet
is alsof zij door de wanden heenkijken,
naar de vrijheid. De zee waarop hij met
de trawler vaart, is van allen, daarop is
het hem niet verboden te visschen. Netten
vol haalt hij uit het waterDe visch is
van iedereen en de hazen en konijnen
nietdat kan de oude strooper zich
maar niet voorstellen
Hij heeft niet veel op met de Tweede
Kamer in Den Haag.... want opnieuw
mompelt hij: 3 kostelijke guldens om ze
daar in de Kamer te laten jajeme....
't Zou zonde weze.
Plots beginnen ze mét hun drieën te
fluisteren, de koppen geheimzinnig dicht
bii elkaar.
Ik zeg je, 't is geen zuivere koffie met
die goochelaar, die marskramer, vanmid
dag zou-ie ontsla ge worre en nu ineene,
even voor die snurker (dat ben ik) komt,
hale ze 'm weg, mot ie naar een andere
cel.... das geen zuivere koffie, die pildce
ze landie mot vast voor de rechter-
oomn i komme. die is de lik neg
lang n.uit.... die goochelaar.
Wat is er met die goochelaar, sturen de
Regenten van de gevangenis ons gooche
laars, vraag ik verwonderd.
Nee, die sture je alleen maar dominees
en rabbies en pastoors.... en van de
reklasseering op je dak en die lui komme
dan bij je zitte en zemele er over, dat je
braaf mot zijn en geen knijne doodsclii, te
of datte we niet dronke magge zijn en niet
iemand, die d'r niet om vraagt, een pit
voor zijn postzegel magge geve't zijn
bij ons in 't dorp geen kwaje mensclieu,
maar ze zijne nou eenmaal niet allemaal
van de blauwe knoop. Wat hei je an al dat
geleuter me neus uit met dat ge
smoes ik zeg maar, as je niet te vrete
heb, dan zeg je tegen een knün: pik ik
heb je maar die goochelaar, o ja, mot
je wete, die was nog zooeven hier bij ors
in de cel opgesloten en effe voor dat .iij
kwam haalde de cipier 'm weg das nooit
zuivere koffie dat weet ik dondc s
goed.... ik ben hfer bekend.... 't Is niet
voor de eerste maal, dat ik gestroopt
heb.... dat ik hier ben.... en wil ik je
wat zegge? 't Is nou winter, maar as
't straks tegen Kerstmis loopt, zit 't hi -r
vol met stroopers uit de duinstreek
dan is d'r geen knijn en geen haas zijn
leven zeker en dan komme hier hoopies
dorpslui van ons.
(Met opiet vertel ik noch uit welke
duinstreek, noch uit welk dorp mijn nier'3-
celgenooten komen, want ik weet niet, of
ze liet willen weten en ik wil de woon
plaats dezer menschen. die mij hun ver
trouwen schonken, niet zonder hun toe
stemming bekend maken).
(Wordt vervolgd).