AMSTER
BRIEVEN
Huis- of Kantoorjapon.
(No. 7713).
Geruite of effen stof leenen zich
beide voor dit eenvoudige japonnetje
met vierbaansrokje.
De halsuitsnijding is aan de voor
zijde recht, terwijl niet alleen het
kraagje, maar ook een klein deel van
het bovenstuk van afstekende stof is
gemaakt, die vóór met twee puntjes bij
de knoopgarneering en achter rond
geknipt is. Hiervoor leent zich bij
effen stof heel goed de moderne glad
de garneering van geplette pluche in
wit, gekleurd of zwart.
Het rokje is glad en sluit tot on
kniehoogte aan; vandaar af hebben
vóór- en achterbaan aan beide zijden
groepen waaierplooien, die de noodige
onderwijdte geven. Prijs 0.58.
Huishoudschor
(No. 7718).
Op veelvuldig verzoek plaatsen wij
nogmaals een eenvoudig schort, dat
zoowel van satinet als cretonne als
van gewoon geruit of gestreept katoe
nen weefsel gemaakt kan worden. Het
patroon bestaat uit vóór- en zijstukken,
zakken en reepje voo de sluiting.
De vóór- en zijkanten worden met
Engelsche naden aan elkander ver
bonden en de ronde reep, die aan het
voorstuk geknipt is, wordt midden
achter op dezelfde wijze aan elkander
gezet; de buitenomtrek en halsuitsnij
ding worden met schuine biezen op
den rechten kant genaaid, die naar
den verkeerden kant worden omgesla
gen en op 1 cm breedte worden ge
stikt; ook kan de buitenkant met een
afstekende kleur worden omgebiesd,
hetgeen echter een precies werkje is,
de onderkant wordt gezoomd.
Aan de zijbaantjes worden aan de
rugzijde kleine vierkante stukjes op
gestikt,waarop de knoopen gezet wor
den; het losse reepje wordt dubbel
genomen; hierin worden aan beide
kanten knoopsgaten gemaakt voor de
sluiting der beide zijstukken.
Patronen verkrijgbaar tot en met
maat 52. Prijs 0.58.
Meisjesjurk.
(No. 7726).
Meisjesjurk met raglan mouwen,
waarvan de ruimte verdeeld wordt
tusschen een smalle dubbele manchet;
het lijfje is een weinig ruim aan het
weinig klokkend rokje gezet en wordt
met een smal ceintuurtje afgewerkt
De garneering aan de voorzijde van
het lijfje is zeer origineel; deze be
staat uit twee pattes, waarvan de een
uit de linker-, de ander uit de rech
ter naad van de raglan komt; de slui
ting der pattes op de jurk heeft met
knoopen en knoopsgaten plaats.
De onderzijde van beide pattes wordt
gegarneerd door drie of vier onder
elkander vallende rijen in de steel- of
kettingsteek; ook een smal randje in
kruissteken is hier op zijn plaats. De
combinatie der kleuren moet leven ge
ven aan het overigens eenvoudig
jurkje, waarvan patronen beschikbaar
zijn voor meisjes van 8—12 jaar. Prijs
f 0.58.
Hnisjurkje voor kleine meisjes.
(No. 7730).
..Vj-ella, flanel of wollen stof leenen
7726
zich tot het maken van dit zeer een
voudige meisjesjurkje, waarvan de
eenige garneering bestaat uit een op
gestikt bovenstukje, dat aan de rug
zijde rond is en daar tevens de sluiting
heeft, terwijl de voorzijde met een
ovaal aangeknipt deel op het jurkje
gestikt is, als afwerking drie parel
moeren knoopjes; eenvoudig lange
mouwen met kleine manchet; opge
stikte zakjes op het jurkje, dat vóór
en achter glad is, doch de noodige
ruimte verkrijgt, door plooien opzij.
Patronen 25 jaar. Prijs 0.58.
Kerstmis.
Weer een Kerstmis! Dat beteekent ook
een vieren van den terugkeer naar het licht,
van het bereiken van het keerpunt. Het
allerdonkerste ligt dan alweer achter ons. De
dagen gaan lengen; de zon gaat weer win
nen. Zal het dezen keer dan toch waarlijk ook
symbool zijn voor een terugkeer van de
zonniger, lichtere dagen van een beter eco
nomisch tij Zullen we na dezen Kerst
mis voorgoed de stijgende lijn gaan beleven
in het uiterlijk b'estaan en de duisternis van
malaise en crisis voorgoed achter ons heb
ben gelaten? Zijn we nu dan toch waar
lijk, ook in het leven van handel en bedrijf,
het diepste punt gepasseerd? Er zijn er
die het ons nu dan toch, met behulp van
allerlei berekeningen omtrent conjunctuur
golven en op grond van vergelijkingen met
het verloop van vroegere omslagen van
baise naar hausse, voor zeker voorspellen.
Maar dat is het vorige jaar en zelfs het jaar
daarvoor ook al met haast even groote zeker
heid geschiedt. We zijn ten dezen reeds zoo
dikwijls in onzen hoop bedrogen geworden,
dat we niet meer durven gelooven, dat
we ons niet meer direct tenvolle laten over
tuigen, hoe schijnbaar goed gefundeerd en
optimistisch de voorspellingen ook mogen
zijn. We zijn schuw geworden, wankel
moedig, twijfelmoedig.... We laten ons niet
meer zoo gauw overhalen tot een uiterlijk
vreugdevolle viering van het Kerstfeest,
een viering die we zeker vol materieel joljjt-
vol vertoon zouden gemaakt hebben indien
we waarlijk overtuigd waren dat dit nu .de
laatste Kerstmis zou zijn in den nacht der
malaise.
Voor een dieper beleven van het wezen
dezer dagen is dat misschien een goed ding.
De wezenlijke beteekenis dezer dagen ligt,
in welke termen en woorden men zich die
ook denkt en welke geloofswaarden men er
ook aan verbindt, op het gebied van den
geestEn de geest spreekt in de stilte van
het innerlijk leven van een ieder, hoe ook
gericht, hoe ook geloovig of niet-geloovig,
in alle geval deze twee woorden: „En toch!"..
Wie deze woorden op de juiste wijze weet
te beluisteren, heeft aan Kerstmis, in den
wezenlijken zin, deel. Zulk een deel hebben
zal in minder uitbundig „naar buiten" ge-
viede Kerstdagen voor velen eerder open
staan dan in een Kerstfeest dat men nu met
een ook maar had kunnen maken tot een
soort vreugdekreet over de kennelijke inge
treden economischen keer. Dan, in dat laatste
geval, ware de kans inderdaad groot ge
weest, dat deze dagen gemaakt zouden zijn tot
„vette Baals-buijck-dagen", met welke
kernachtige uitdrukking onze puriteinsche
voorouders de eet- en drinkexcessen op
Kerstmis en andere feestdagen reeds criti-
seerden.
Ik wil hiermede niet zeggen dat Amster
dam zich dezen keer uitsluitend opmaakte tot
vieren van Kerstmis op de wijze van een vol-
ledigen en stillen inkeer. Dat de hoofdstad het
bijkomend uiterlijk vertoon en den „buijck"
dit keer geheel en al zou voorbijgaan. Voor
al de étalages van slagers, banket- en brood
bakkers en andere levensmiddelen distribu-
anten, kwistig met sparrengroen, hulst en wat
dies meer zij versierd en overgoten met veel
rood licht, evenals de speciale Kerst
reclame die onze groote restaurants maken
met het publiceeren van allerlei super-menu's
en het aanbrengen van slingers groen en zelfs
heele Kerstboomen aan hun gevels, zijn
wel bewijzen voor het tegendeel. Ook de
Kerstboommarkt aan den Singel tusschen
Koningsplein en Munt is de laatste week
weer druk aan den gang geweest, terwijl op
pleinen en straathoeken' tot ver in de buiten
wijken toe filiaal-inrichtingen van deze cen
trale markt verrezen waar de buurtbewoners
hun boomen en boompjes konden bemachti
gen en ook de tallooze venters met hulst-met
roode-besjes, mandjes met roode tulpen en
wat groen, enz. enz. waren er weer. Het uiter
lijk beeld dezer dagen ontbrak dus ook nu
niet. Maar men kreeg toch den indruk, dat
het dit jaar niet zóó nadrukkelijk onder
streept werd, dat het niet zoo volgeschon
ken met rood en groene kleur, met plant en
boomvormen was als men vroeger wel te zien
kreeg.... Zooals gezegd: voor een werkelijke
viering van het Kerstfeest misschien geen
slecht teeken
Burgemeester De Vlugt 6o jaar.
Het uiterlijk beeld van burgemeester De
Vlugt, onze 6o-jarige jubilaris van deze
week, zou men wel volledig „volgeschon
ken" van kleur en vorm kunnen noemen, van
typisch Amsterdamschen vorm en kleur.
Waarmede alleen maar gezegd wil zijn, dat
hij in zijn schilderachtige gestalte, die wel
zoo uit een der oude regentenstukken, die de
wanden der oude Raadszaal sierden, schijnt
wég-gewandeld teneinde, verkleed in de
dracht onzer dagen, onder ons te verkeeren.
Gevulde figuur, stevig geplant op de beenen,
een rond gelaat met gezonden kleur, snor
en puntbaardje, symboliseert hij aanstonds
de goedrondheid, het vol-levende en het zelf
verzekerd gemoedelijke vande stad Am
sterdam. Dat hier, nu ook wij even, te
zamen met vrijwel de geheele burgerij van
allerlei rang en stand, verschillende politieke
en kerkelijke richting, ons in dit jubileum
willen verheugen en enkele goed-gezinde ge
dachten en woorden het bereiken van den
zestigsten mijlpaal in het leven van onzen
eersten burger willen gedenken, allereerst
de aandacht zich bepaalt bij de decoratieve en
representatieve uiterlijke verschijning en het
uiterlijk optreden van den jubilaris, heeft zijn
goede reden. Het is toch een feit. dat het
burgemeesters ambt van de hoofdstad de
laatste jaren al meer en meer het aanzien
kreeg van dat van een constitutioneel regee-
rend, boven de partijen staand „plaatselijk
vorst", die het grootste deel van zijn tijd
heeft te besteden aan ontvangsten, openings
speechen, verkeer met vertegenwoordigers van
buitenlandsche (hier dus: buitensteedsche)
mogendheden en wat dies meer zij. Het deco
ratieve, het naar buiten uit te dragen sym
bolische, het representatieve, is dan ook
voor burgemeester De Vlugt in zijn thans
welhaast elf-en-een-half-jarige ambts-'periode
meer en meer op den voorgrond getreden. Dat
hij zich. ten deele in de omgeving van het
patricische fraaie 17e eeuwsche Heerengracht-
huis, dat enkele jaren geleden door dr. van
Aalst van de Ned. Handelsmaatschappij als
burgemesterlijke ambts-woning aan de stad
ten geschenke werd gegeven, voortreffelijk
van dit belangrijk deel van zijn taak kwijt, zal
niemand ontkennen. Tijdens zijn regeering
zijn er in de hoofdstad ontelbare internatio
nale congressen, enz. bijeen geweest en dat de
deelnemers aan dergelijke bijeenkomsten steeds
de aHerbeste indrukken van de stad aan Am-
stel en IJ mee naar huis droegen, is zeker
ook te danken aan de wijze waarop onze bur
gemeester de gasten -ontving en tegemoet
kwam. Daarnaast werden door wederzijdsche
bezoeken van de gemeenschappelijke „Over
sten de banden met een aantal groote bui
tenlandsche steden, noemen wij alleen
Londen, Birmingham, Hamburg, Kopen
hagen, nauwer aangehaald dan ooit onder
een vroegeren burgemeester het geval is ge
weest.
Toch zou het niet juist zijn burgemeester
De Vlugt ook geen hulde te brengen voorde
wijze waarop hij in de binnenkamer van zijn
gemeente,— vooral ook in den Raad, de
orde, den goeden toon en een behoorlijk werk
tempo weet te bewaren en ook door het nog
al eens dichte struikgewas van allerlei wetten
en bepalingen cordaat en toch met een zekere
elegance weet heen te breken. Daarvoor, voor
dat goede werk in de binnenkamer verricht
met en benevens hetgeen hij als president
curator voor onze Gemeentelijke Universiteit
deed, werd hem trouwens ook het vorige jaar
het eere-doctoraat in de rechten toegekend.
Boen, nu bijna twaalf jaar geleden, de benoe
ming van den heer De Vlugt tot Opperbe
stuurder van de hoofdstad afkwam werd dit
lang niet allerwege toegejuicht. Integendeel
verschillende kringen ontvingen den succes
rijken aannemer van eenvoudigen, anti-revo
lutionairen huize met een zeker wantrouwen,
of althans met grooten twijfel aan de wijs
heid van dit besluit van den Kroon. Van dat
wantrouwen, van dien twijfel is nu niets meer
over. Iedereen in de stad, van hoog tot laag,
van rood tot zwart, is er thans tenvolle van
overtuigd, die er moeilijk een betere benoe
ming had kunnen plaats hebben. Is er thans
ook van overtuigd, dat het voor,„ons allen te
hopen valt, dat deze inderdaad p^jïulaire bur
gervader straks in den komenden zomer op
nieuw voor zes jaar benoemd zal worden en
hij er in zal toestemmen op den commando
brug van het Koggeschip te blijven. Niemand
liever dan dr. Willem de Vlugt ziet men daar
met zijn licht en blijmoedig gedragen zes
kruisjes onder den hoog in den top ge_
heschen rood-zwarte vlag met de drie witte
kruisjes als kapitein staan!
Kerst potten-jubilea.
Het Kerst-aanzicht der straten en „jubilee-
ren saamgebracht" doet ons als vanzelf nog
met een enkel woord het 25-jarig jubileum
herdenken van de z.g. Kerstpotten van het
Leger des Heils die reeds een kwart-eeuw
lang overal in de stad in deze dagen van het
jaar aan hun houten, met groen versierde
drievoeten \plegen te hangen, wachtend op de
goede Kerstgaven der voorbijgangers. Zij ver
konden dit keer door middel van een plak
kaat op bescheiden wijzen hun eigen jubi
leum. Moge men dit zilveren feest door mid
del van het inwerpen van extra veel zilver
geld op de juiste wijze mede vieren!
Komende somerfeesten.
Van vieren gesprokenEr wordt nu al
weer gewerkt aan de voorbereiding van de
zomerfeesten van den komenden zomer. De
eigenlijk gezegde officieele zomerfeesten,
die welke men een herhaling in anderen vorm
zou kunnen noemen van degeen die we dit
jaar kregen te genieten, zullen, naar men
weet, waarschijnlijk gegroepeerd worden om
de jubileum-feesten van den A.N.W.B. Hier
over is op het oogenblik eclitcr nog niet veel
verder bekend. Alleen dit: dat men die fees
ten zal trachten te maken tot iets waar de
groote massa meer deel aan kan hebben dan
aan de feesten 1932. Verder is reeds de voor
bereiding van een, in zekeren zin bijkomend
zomerfeest dat in Juni zal plaats hebben ter
eere van het hier samenkomen van de Inter
nationaal Society for Contempory (Int. Ver-
eeniging voor Moderne Muziek). Het ge
meentebestuur zal aan dit feest grooten steun
verleenen en het wil, naar wethouder Boek
man dezer dagen in een bijeenkomst met de
besturen van onderscheiden zangersbonden,
oratoriumvereenigingen, enz. liet uitkomen
den vreemden bezoekers een denkbeeld bie
den van „de hooge Kuituur yan den Nedcr-
landschen koorzang". Mpn wil daartoe een-,
groote openluchtuitvoering van gemengd en
mannenkoor op den Dam doen geven, v. aar
bij dan ook het carillon van het Paleis zijn
goede diensten zal bewijzen. Onder meer
zullen daar een aantal oud-Nederlandsche
volksliederen ten gehoore worden gebracht
Intusschen is het Initiatief Comité Amster
dam door middel van zijn voorzitter, dr. de
Hartogh reeds in den Raad bezig geweest
belangstelling te vragen voor feestelijke plan
nen nog verder vooruit dan den komenden
zomer tot stand te brengen. Het wil een com
missie doen instellen die de mogelijkheden zou
hebben te onderzoeken voor het houden an
een groote internationale tentoonstellin;: ccn
soort wereld-tentoonstelling, hier ter sted
Aan zang en muziek, aan. feestelijke ge
beurtenissen zal het in de komende jaren tij
dens de zomermaanden in Amsterdam niet
ontbreken, crisis of geen crisis! Wat een
bekijks is voor het feit dat de oude Amstel-
stad onder geen beding het hoofd zal laten
hangen
40-jarig jubileum van den post
directeur.
Tot slot de vermelding van nog een jubi
leum in deze donkere dagen voor Kerstmis
onder veel belangstelling gevierd. Dat n.I. van
den Amsterdamschen Postdirecteur van Beers
doe een veertigtal jaren P.T.T.-dienst achter
den rug heeft en sedert 1927 het hoofdstede
lijk kantoor, waar niet minder dan een
tiende gedeelte van het geheele landelijke post-
personeel werkzaam is en dat een vijfde van
den geheelen postalen omzet voor zijn reke
ning heeft, beheert. De post is nu eenmaal
iets waar talloos velen, ook in handel en
bedrijf hun eigen tekortkomingen nogal eens
op trachten af te schuiven en als men die
post, in den vorm van een persoon, zooals
hier dan in dien van dezen jubilaris, vanuit
alle kringen spontaan en kennelijk gemeend
huldigt, dan is dat een bewijs dat die post
daar waar dit geschiedt, wel extra goed in
orde is, wat dan ook van Amsterdam ge
zegd kan worden en waarvoor de oorzaak
ook voor een goed deel ligt in de voortreffe.
lijke leiding van dezen jubilaris.
Ledigheid en verveling maken den
mensch vermoeider en nerveuzer dan
harde arbeid.
Vrij zijn is een is een wensch van cN
meesten, een kunst voor allen, een
ramp voor sommigen.