C
y
"L
m
WA*
Bridge-rubriek.
s CH A K E
DAM
ËAm 1§ 'H'
1 P! IP '8 iü
XLIII.
De nieuwe regels.
IETS OVER ZENUWEN.
Menschen die bezigheid hebben,
Hebben geen last van zenuwen.
Neurasthenie is een woord, dat in
onzen tijd dikwijls gehoord wordt. Het
is een soort verzamelnaam voor de vele
nerveuze aandoeningen, waarvoor de
doctoren geen lichaamsstoornis als
reden kunnen vinden.
V at is neurasthenie? Meestal in de
eerste plaats een toestand van overver-
moeiheid, die voorkomt uit uitputting
van de zenuwcellen.
Geest noch lichaam hebben genoeg
levenskrachten, en er ontstaat een
soort vicieuze cirkel.
De geest werkt verkeerd op .iet
lichaam in en het lichaam reageert op
die ongunstige prikkel. Wat is he,.
werkelijke wezen van neurasthenie?
De instinctieve neiging van elk levend
wezen is gericht op zelfbehoud. Het
uit zich op verschillende manieren,
sommigen streven naar macht, ande
ren naar roem of weelde, maar allen
met hetzelfde doel; zelfbehoud en weer
stand.
Iedereen is begiftigd met een zekere
dosis energie, en die energie zoekt een
uitweg. De reden waarom sommigen
van ons last van hun zenuwen krijgen
is dikwijls, dat wij geen uitweg voor
onze energie nebben.
Iedereen is verschillend, heeft zijn
eigen omgeving en zijn eigen levens
kansen. De meeste menschen bereiken
lang niet, wat ze graag zouden willer
jereiken. Iedereen heeft wel eens te
leurstellingen maar niet allen reagee-
ren er op dezelfde manier op. Als we
ons door teleurstellingen uit het veld
laten slaan, werkt dit verlammend op
onze energie. Zoolang als we maar voor
Lai?. e ''cvoe^en- hetzij voor werk,
liefdadigheid, publieke aangelegenhe
id'. da'Oan °ok. hebben we een
veiligheidsklep. Maar als we niets meer
nebben, waarin we onze energie tot
uiting kunnen brengen, worden wii
zenuwachtig.
Hoe komt dat?
Omdat nietsdoen met de natuurwet
ten in botsing komt. Omdat de bezig-
ste menschen het gelukkigst zijn. Als
ons levensdoel ons hopeloos is tegen
gevallen, moeten we een ander zoeken.
Maar hoe dan ook; interesseer U er
gens voor, waarvoor, dat hindert niet.
.■Natuurlijk komt zenuwlijden ook wel
eens voort uit lichamelijke oorzaken.
Het kan veroorzaakt worden door het
leven m een bedorven atmosfeer, con
stipatie, een te zware of wel onvol
doende voeding, of doordat het gestel
vergiftigd is door het gebruik van te
veel sterke koffie of thee, te veel alco
hol en nicotine.
Maar zonder deze gevallen, die uit
min of meer ernstige ziektetoestanden
van het weefsel voortkomen, mede te
rekenen, is zenuwlijden niets anders
dan een zich-laten-gaan, in gevallen
waar wjj onszelf juist aan moesten
pakken.
De hoofdvereischten om een goede
gezondheid en sterke zenuwen te krij
gen, zijn: een evenwichtige stemming
het vermijden van schadelijke factoren^
veel Lichaamsbeweging. Men moet niet
denken, dat men alleen in zijn jeugd
kan leeren. Er zijn meerdere voorbeel
den van, dat bejaarde menschen de
wereld meesterwerken geschonken heb
ben. Leeftijd is geen quaestie van
jaren, maar van geest. Uit de biogra-
phieën van veel beroemde mannen en
vrouwen blijkt, dat meestal een intens
geestelijk zoowel als licnamelijk leven
aan het hoogtepunt van hun leven is
voorafgegaan.
Een gezonde belangstelling in din
gen, die buiten Uw werk en Uw fami
lieleven staan, helpt ook dikwijls om
Uw gedachten vrij van kleine tobbe
rijen te houden.
Het zoeken naar alles, wat onze be
langstelling waard zou kunnen zijn,
houdt den geest jong en krachtig. Én
van „nuttelooze' oogenblikken kan zoo
goed gebruik gemaakt worden, iets
voor anderen te zijn.
Iedereen kent wel één van de wei
nige oude mensuhen, die zich door hun
onbaatzuchtige vriendelijkheid tegen-
over anderen een gelukkigen ouden
dag hebben bereid.
Zij, die zelf nog jong zijn, kunnen
dikwijls niet ten volle begrijpen, hoe
veel goed wat hartelijkheid en belang
stelling oude menschen doet.
Dr. JOS. DE COCIC.
(Nadruk verboden).
Aangezien de nieuwe regels met in
gang van 1 Januari in zwang zullen
komen en vele spelers ze thans reeds
volgen, geven wij onderstaand de vooi-
naamste wijzigingen:
De nieuwe telling hebben wij reeds
eerder hier vermeld. Het essentieele
verschil tusschen de oude regels van
den Nederlandschen Bridgebond en de
nieuwe internationale regels, welke
door dien Bond werden overgenomen
is de introductie van „Kwetsbaar" waar
de N.B.B. jarenlang niets van moest
hebben. Om eenheid in de regels te
brengen is men er ten slotte voor ge
zwicht. Nauw verbonden aan de „kwets
baar" telling is het bieden. Voor den
moedigen bieder is er immers een extra
voordeel in gelegen. Zijn b.v. NZ in
de tweede manche en staan OW nog
in de eerste dan krijgen NZ als zij de
robber weten te winnen vóórdat
ON een manche halen 700 voor de
robber, anders slechts 500. Daar staat
tegenover dat zooals men uit het
lijstje der strafpunten heeft kunnen
zien overbieden van zijn hand in de
kwetsbare zóne (als men dus reeds een
manche heeft) veel zwaarder wordt ge
straft dan voorheen. Men zij dus in de
tweede manche voorzichtiger met bie
den dan men gewoon was, want die
strafpunten loopen flink op en bij ge
dubbeld drie down en kwetsbaar kost
dat al 900 en 4 down 1400.
Vervolgens dan de andere nieuwig
heden:
a. Het trekken om partners is in dier
voege veranderd, dat de twee hoogste
trekkers samen spelen, de twee laag-
sten eveneens. Aas is hoog en de volg
orde der kaarten is als die bij bieden.
Hieruit volgt, dat Schoppen Aas de
hoogste kaart is en Klaveren 2 de laag
ste. De speler, die de hooge kaart trekt,
heeft de keuze van zitplaats.
De speler, links van den eersten
gever, moet het spel waarmee gegeven
wordt, wasschen. Verder regels voor
wasschen als voorheen.
b. Men mag niet meer zooals
vroeger zoo dikwijls geschiedde aan
kaarten in den blinde heen en weer
trekken en b.v. een kaart half bijspelen,
zijn vinger daarop houden en dan ten
slotte een andere kaart bijspelen. Heeft
Z een kaart in N aangeraakt, zoo moet
hij die bijspelen.
c. Ieder speler heeft na afloop van
het bieden en vóór den aanvang van
het spel het recht te verzoeken dat alle
spelers de gedane biedingen herhalen.
Gedurende het bieden zelf echter mag
alleen degeen, die aan de beurt van het
bieden is, herhaling van de vooraf
gaande biedingen vragen.
d. Overtreding voor het doen van
een te laag bod; stel dat Z biedt: 1
Harten, W 2 Ruiten en N daarop 2
Klaveren, dan was volgens de oude
regel N gedwongen om 3 Klaveren te
zeggen; doet hij dat uit zijn eigen, voor
dat O of W hem er op attent maken,
heeft deze correctie geen verdere con
sequenties, hij heeft zijn bod uit eigen
beweging immers op peil gebracht.
Heeft N 2 Klaveren gezegd en O merkt
het niet tijdig en biedt dan b.v. weer 2
Ruiten, dan is er niets gebeurd, het
bod van N wordt dan geacht voldoende
te zijn geweest. Corrigeert nu N zijn
bod niet en O maakt hem erop attent
dat 2 Klaveren niet genoeg was, dan
kan men ook W de aandacht op deze
fout vestigen en N is dan gedwongen
om 3 Klaveren te bieden. De bieder,
die een te laag bod doet, moet dat in de
zelfde kleur op peil brengen en bij een
Sansbod in Sans herstellen. Is dat ge
schied, dan mag de partner van N, in
dit geval Z dus niet meer aan het
bieden deelnemen. Dat was de oude
Amerikaansche regel. In het nieuwe
reglement heeft men dezen regel over
genomen, echter in dier voege, dat de
partner van den overtreder niet van
verder bieden wordt uitgesloten doch
slechts in één biedronde moet zwijgen.
De volgende maal zullen wij de
regels over „getoonde kaart" en ver
zaken verklaren.
De oplossing van het probleem van Buil is 1 Dd8. Er dreigt dan Lg6: en
h3+. Na Kh5: volgt Ldlf, na gh5:, Dd4f, na Pd3 komt Ldlf, na Tb6 komt h3f,
ook na Pc2: kan h3+ en Kfö wordt dan gevolgd door Ddöf. De oplossing van
het probleem van Chicco is 1 Dc4. Er dreigt Dd7f. Aardig zijn de varianten
Tc3, of Lc3 waarna volgt Td3 of Td4f.
W. Nanz.
Kölner Schachzeitung 1930.
Wit begint en geeft mat in drie zetten.
Wit: Ka4, Lb4. Pe6, pi b5 en c7. Zwart: Ka8, pi b7 en b6.
Uit de competitiewedstrijd Rotterdam—Bussum is de volgende partij, waarin
de veteraan Jhr. D. van Foreest zich keurig uit de moeilijkheid weet te redden.
W. J. Mühring
1 d4«
2 e3
3 c3
4 f4
5 Ld3
D. van Foreest
d5
c5
Pc6
Pf6
Dc7
Stonewall in de voorhand.
6 Pf3 e6
7 0-0 Ld 6
Om later met e5 de witte stelling uit
een te slaan.
8 Pe5 0-0
9 Pd 2 Pe7
De koningsvleugel eischt dekking.
10 Tf3 Pg6
11 Th3 Td8
12 Pdf3 Le5
Hier ware c4 en b5 te overwegen.
13 fe5Pe4
14 Dc2 Dc5
Nu kost het moeite het paard op e4
te dekken.
15 Le4de4
16 Pg5 h6
17 Pe4: b6
Een pion is verloren. b5 had eerder
moeten geschieden.
18 Pd6 Td7
Wit gaat nu met Pf7een scliijnoffer
brengen, doch zwart heeft alles wel
berekend!
19 Pf7Tf7
20 Dg6La6!
Er dreigt simpelweg mat op fl. Na
Ld2 volgt Taf8.
Tf3 Tf3
gf3Df3
Ld2 Lb7
Tel Tf8
De6:f Kh8
opgegeven.
Het mat is niet te dekken.
Dr. P. FEENSTRA KUIPER.
22
23
24
25
26
N.
Eindspel.
„Houd er den moed maar in, vrouw
Suadi; een maand is gauw voorbij."
„Dat is 't juist, liefie. En ik doch
nog zóó da se me der minstens ses
soue geefe."
Een ongelukkig mensch, die om
zichzelf te troosten zijn heele omge
ving vervee't nmt zijn sombeiwgezicht,
bewijst dat hij zijn ongeluk volkomen
heeft verdiend.
Zw. 2, 3, 10/3, 15/6, 18/21, 23/25
Wit 27/8, 32/6, 38/42, 44/5, 48
Oplossingen der problemen van de
vorige week.
Zw. 2, 4, 8, 9, 14, 16/19, 21/3, 28/9
Wit 25/6, 30/2, 35, 37/42, 48, 50
Wit wint een schijf of de partij door.
Zw. dam op 47 en 1 sch op 4.
Wit 3 dammen5, 30, 36 en sch op 10
Wit speelt en wint.
Voor de feestdagen een aardig eind
spel in 7 zetten. Moeilijk doch niet
onvindbaar, geestig en niet wijdloopig.
Practische slagzet van M. Fabre, Parijs
|gS| i
yvzft/ MW/.s,,,,/'™'
■ma ''/Mft 'V&
m m él
rm. ''m, m. Awk l
w& ''mt 'wt, *wt.
w m
mm.
Wit speelt en wint.
30—24
29X29
39—33
28X39
31—27
22X31
32—27
21X43
42—38
31X33
40—34
39X30
35X11
16X7
48X10
4X15
25X1
Zw. 2, 7, 13/15, 17/20,
24, 26, 34
Wit 25, 27, 32/3, 35 6, 38, 42/4, 48
35-30
24X35
33—29
34X23
36—31
26X28
27—22
18X27
44—40
35X44
43—39
44X33
38X9
14X3
25X1
Alles betreffende
deze rubriek te
adresseeren aan:
G.
L. GORTMANS
Roerstraat 101
Amsterdam (Z.)
Kerel, jij ziet er vandaag allesbe
halve florissant uit.
Ik moet wel, de dokter heeft ge
zegd, dat mijn vrouw een reisje moet
maken en als ik nu vroolijk kijk, wil
zij niet weg.