Wat men met Kerstmis niet ziet HFr HFPSCHË COURANT VAN ZATERDAG 24 DECEMBER 1932. Hen kerstboom in Augustus Meneer Jinks schaft zich een kerstboom aan Enkele kerstgeschenken. door WILLY CORSARI. het leven haar bü zich te kunnen hebbenen dan Zooals alle meisjes die door het leven j)atuurUjk als happy end een échte Kerst gedwongen worden aUer ei proza se'tie ain buUen sneeuw natuurluk sneeuw gen te doen, ^szun zakenbrieven typen, twe>0 celukkige menschen, mist- een „eigen potje kokfcn. iadders i y bekentenis.... een kus....! kousen ophalen en aan t eind van iedere maand met een benauwd gezicht ae aas Hed(jy kleurde hevig. Hii zei heel be- natellen, droomde Heddy van romantieK- deegd; Ik had wmen wachten tot Kerst- Maar de eenige, die ze tot nog toe onioeiu n)igdan zyn ^e menschen altijd vrede- had, was in de bioscopen of in magazine neven(j Kezindmaar ik kón niet die ze gretig las. Speciaal tegen Kerst duu^g zoo lang", en Nieuwjaar bloeide de romantiek m ai „Hinderde je geweten je zoo?" vroeg ze, bladen en tijdschriften. Geliefden ont-i moetten elkaar schatrijke jongeüngtn huwden arme meisjes, rijke meisjes ver kozen arm* jongelingen, allemaal ini net toeken van de mistletoe. Maar in Heddy s leventje gebeurde niets van dat alles, ia zelfs niets onverwachtsniet eens iets "onaangenaams! half lachend „N..neen.... maar ik meen: het duur de dan zoolang tot ik die kus kreeg". Toen het laatste verhaal van Reinier verscheen, toen een echte Kerstboom brandde, op den echten Kerstavond.... toen regende het, natuurlijk. En toen fjton- Het was een gloeiend heete Augustus-1 deri zjj py bet licht van de kaarsen en om- dag. r>oodr.»ie en lusteloos kwam zy tnuis belsden elkander. Mistletoe hadden ze niet van kiidoor.' Ze had een kleine flat in een goedkoop ilatgebouw, waar veel kantoor meisjes, artisten en dergelijke slecht be taalde wezen leefden. Het was in haar kleine flat zóó heet, dat ze besloot het te laten „doorwaaien". Ze zette alle vensters open en alle deuren. Daarbij viel haar blik op de deur tegenover haar flat. Het was de deur van een leegstaande flat. Ze kwam op de gedachte, ook daarvan deur en ven ster te openen dan kwam er misschien eindelijk iets wat op tocht leek. Dus liep ze de smalle gang over en opende de deur. Op dat moment trad geheel onverwacht de romantiek in haar leven. En hoe! Daar was, om te beginnen, de jongeling, die er altijd bijhoort. Zelfs leek hij op de prentjes-jongelingen der magazine-verha len. Daar was de groote verrassing, die minstens zoo mysterieus was als die in verhalen vol Chineezen, detectives, be laagde typistes en dergeliiken pleegt te zijn. Daar was ten slotte het tragische ge heim, waarvan ieder romantisch verhaal vol pleegt te zijn. Want wat zag zii achter de geopende deur? Niet de leege kamer, die ze verwacht had. Neen.... zii zag.... een Kerstboom! Een Kerstboom met brandende kaarsen! erbjj noodig: ze waren getrouwd. door HAN G. HOEKSTRA. Precies om half één sloot meneer Jinks zijn schrijfbureau, stond op, greep zijn hoed en zijn winterjas en verliet zijn kantoor. Op zijn gemak wandelde hij vervolgens naar huis, want hij dronk pas om één uur koffie. Meneer Jinks was een man, die van werken hield, en die daarom van rust dubbel genoot. Vooral het zoo des Zater dags naar huis wandelen in het vooruit zicht van een vrijen Zondag bezorgde hem steeds weer een opgeruimd humeur. Meneer Jinks had één eigenschap, die hem nogal eens wat last bezorgde; hij was erg vergeetachtig. Zoo gebeurde het bij voorbeeld wel, dat hij naar huis wandelde om dan onderweg pas tot de ontdekking te SïïE komen, dat het Zaterdag was. Dat was dan natuurlijk een meevallertje. Maar dezen het was de Zaterdag voor Kerstmis. Dat beteekende 'n vrijen middag, benevens twee vije Zondagen, dat beteekende dus een humeur, zonniger dan ooit. Meneer Jinks floot. Hii was een zeer serieus mensch, maar hij floot bij deze bij zondere gelegenheid een lichtzinnig wijsje, dat de radio in zijn onderbewustzijn had doen bezinken. Hii floot het in marschtempo en hij stapte in de maat mee. Hii dacht er aan, hoe mooi het leven toch eigenlijk wel is, als je de goede dingen maar naar waarde schat. Hij dacht aan de warme koffie, die hem wachtte en die niemand toch maar beter wist te zetten dan zijn vrouw, dan Sophie. En plotseling schrok hij op uit zijn ge lukkige overpeinzingen. „Verdraaid", zei hij wrevelig, „die ver- wenschte vergeetachtigheid. Daar zou ik bijna zoo naar huis zijn gewandeld en Sophie zou het volste redht hebben gehad om me alle mogelijke verwijten te doen. voor een mooien boom noteeren? \roeg de winkelier. „Goed", zei meneer Jinks en hij ging. Waarheen nu?, peinsde hij. Hij herinnerde zich een laan, waar bij wel eens kerstboomen had zien staan. Waar wat dat ook weer? Koninginnelaan, meende hij. Dat was te ver om te loopen. Dan maar met een trammetje. Hii reed hoopvol gestemd naar de Koninginnelaan, om te ontdekken, dat het een breede, def tige allee was met statige patriciërs huizen En toen bedacht hij zich met een gevoel van opluchting, dat het niet de Koningin nelaan, maar de Koningslaan was, die precies aan het andere einde van de stad was gelegen. Gelukkig bracht een tram er hem vlak bij. Helaas, ook de Koningslaan bracht een bittere teleurstelling. Op de plek, waar meneer Jinks had kerstboomen had mee- nen te ontwaren, stond alleen een blozende agent. „U hebt gelijk, meneer", gaf deze toe, vielen van de daken! En onder dien Kerst boom gezeten een arme krankzinnige. Na tuurlijk moest hij gek zijn.tengevolge van een gebroken hart. Gestorven of trou- welooze geliefde, die hij herdacht met ver stard wanhopigen blik, in het licht en de hitte! van al diie kaarsen. Zoo ver zonken in zijn gedachten was hij, dat het opengaan van de deur hem geheel ontging. Heddy sloot de deur weer en sloop naar haar kamer, met wild bonzend hart, ang stig en verrukt tegelijkertijd. Die arme, arme jongen. Ze had hem wel eens op de trap ontmoet. Een journalist of zoo iets. Hü had haar al'"' heel opgewekt geleken. Kon zij hem niet helpen, niet redden? Hij mocht daar toch niet zoo blijven zitten. Zij dacht en dacht, raapte eindelijk al haar moed bijeen en klopte aan de deur, die nu het rijk der romantiek voor haar ontsloot De jongeman staarde haar aan, aisof zy voor hem ook zooiets van een romantische geestverschijning was. Ze had hem nooit bijzonder aantrekkelijk geleken als hij haar tegenkwam, vermoeid of gehaast, in haar eenvoudige „werkkleedjj". Nu had ze een lief zomerjurkje aan, haar oogen straalden zoo zacht, haar stem klonk bijna teeder: „Neemt u mij niet kwalijk, maar ik zag u toevallig enik kan u niet zoo alleen laten zitten met uw verdriet. Mis schien hebt u behoefte, uw hart eens uit te stortenmisschien kan ik u troos ten...." Er heerschte in de kamer een tropische temperatuur door de kaarsen. 't Is hier niet uit te houdenkomt u bij mij een kopje thee drinken envertel het me dandat zal u goed doen". Ze sprak nog vele troostende en opbeu rend© woorden. De jongeman, kennelijk onthutst, doch verblijd en blijkbaar niet geheel en al krankzinnig, ging met haar mee. Ze schonk thee en zei, dat men sterk moest zijn, het leven was moeilijk, maar je mocht er niet zoo aan toegeven. Hjj moest haar dat beloven. De jongeman beloofde. Hii ging aan merkelijk opgewekter weg. Den volgenden morgen kwam er een ruiker bloemen van hem. Net als in het romantisohe magazine- verhaal zou zijn gebeurd. Hü heette Rei- nier Harst, 's Middags, ze was juist thuis gekomen van kantoor, klopte hii aan. Hij had kaarten voor de bioscoop, of ze niet met hem wilde meegaan? Ze overlegde, dat eenzaamheid slecht is voor menschen met een gebroken hart en ging mee. I'ot haar genoegen scheen hü zich werkelijk in te spannen om de tragedie van den Kerst boom te vergeten, hü was tenminste heel opgewekt en ze praatten gezellig samen. Zoo ontstond tusschen hen een vriend schap, die al spoedig zeer diep ging. Nu dacht zij er vaak over, wat hü voor haar verborg. Een ongelukkige liefde? Rouw om een do ode? Op een avond, dat ze samen naar een film waren geweest en naar huis wandel den, zei hü eensklaps: „Ik moet je iets bekennen. Ik heb heelemaal geen roman tisch zielsverdriet of zooiets. Dat had ik je dadelijk moeten zeggen natuurlijk, maar het was zoo prettig om thee met je te drin ken en je was zoo lief, zoo harte,ijk voor mevanwege dat gebroken hart. Nu wil i.' je echter niet langer stilzwijgend be driegen". Zij staarde hem aan. „Maarmaar, waarom zat je dan toen„Omdïat ik geen iedeën meer had, zei hij gelaten, voo kerstverhalen. Die schrijf ik bij massa's. En daar de Kerstnummers vroeg worden klaargemaakt, schrijf ik ze meestal in den zomei Ik had alweer heel wat afgepend, toen i.. een aanvraag kreeg van een uit stekend: weekblad, dat heel goed betaalt. Jk wou dolgraag iets goeds en origineels sturen, maar er schoot me niets meer te binnen. Ik pünigde m'n hersens, maar alles wat me inviel, had ik al eens ge bruikt. Toen besloot ik, wat stemming te maken. Degrijp je? Zelfs dót scheen niet te helpen :k stikte alleen half in die hitte, inet tal dit ^randende kaarsen.... maar toen kwam jy.en.... wel, toen hód ik ™^uK"stverhaal- Hegrü'p je? Het lieve, goedhartige meisje, dat zich vergist en voor romantische lit'deszorgen aanziet, wat slechts de lasten v*n een broodschry- ver zyn.... de jongenw», dl© op slag ver- iiefd wordt ea do oomedis, voortzet, om keer wist hü het den geheelen dag al. Want deze Zaterdag was een bijzondere, Dat ik iets dergel ij te vergeten kan, het js >>er hebben hier al zyn leven kerstboomen -L. jj gestaan, maar ze hebben van het jaar de vergunning geweigerd om reden het be derven van het natuurschoon van het aspect, begrypt u?" Meneer Jinks zei. dat hü het heel goed begreep en verwijderde zich. Maar de agent riep hem terug. „Moet u soms een boom hebben?" vroeg hii scherpzinnig. „Inderdaad moet ik dat, bevestigde meneer Jinks. „Dan, zei de dienaar des rechts, moet u naar de Kalvermarkt gaan, daar staat m'n zwager en die heeft boomen in alle soorten en alle maten. Hii levert ze aan de kerken, de scholen en de zieken huizen". De blozende agent liet zijn stem dalen. „Hij is zelfs hofleverancier ge weest", fluisterde hy' met familie-trots. „Dank je wel, ik ga er dadelyk naar toe", beloofde meneer Jinks. Tien minuten later stond hy tegenover den zwager. „U bedoelt dus zoo'n klein boompje van ongeveer die-der-hoogte?" veronderstelde deze en wees met zün hand een meter van den grond. „Juist". „Laat ik u vertellen, dat ik er zoo zeker veertig gehad heb", verklaarde de koop man, „prachtdingetjes, stuk voor stuk, U zou er van gewatertand hebben. Maar ze zijn op, ze vlogen weg. Nog geen vijf mi nuten geleden verkocht ik den laatste. Maar ik heb nog wel een pracht van een boom van tegen de drie meer, die kan u voor een klein prijsje krijgen...." Meneer Jinks was al weg. Hii had op zijn horloge gekeken. Het was kwart over één. Op zijn vroegst kon hij om half twee om dol te worden". Meneer Jinks schudde het hoofd. „Gelukkig is het een fout, die hersteld kan worden", zei hii in zichzelf. Hij keek eens om zich heen. Ieder jaar hadden de heer en mevrouw Jinks een Kerstboompje. Dat was alleen voor het genoegen van mevrouw, want kinderen waren er niet en meneer gaf er niet om. Maar hij wist, dat zijn eohtgenoote er zeer op gesteld was. Als de Kerstdagen naderden, ontving meneer Jinks dan ook menige wenk in die richting. En nu was het Zaterdag voor Kerstmis en nog was het boompje er niet. Meneer Jinks schaamde zich. Hü dacht even na en richtte toen zün schreden naar den winkel van de firma Grimmonnet, die hem alty'd terzijde stond als hy' iets met bloemen wilde zeggen. „Het gaat hierom, zei hy' tegen den vriendelijken meneer Grimmonnet, „ik wilde graag een klein, aardig Kerst boompje hebben, niet te groot, niet te kleine, zoo tusschenbeide, u weet wel". De ander knikte verontschuldigend. „Het spy't me buitengewoon, maar ik kan u er niet aan helpen, meneer Jinks. Het is juist dit jaar voor het eerst, dat ik geen boomen genomen heb, omdat ik de vorige Kerstmis met meer dan de helft ben bly- ven zitten. Het gaat niet meer zoo hard, begrijpt u? Maar als ik natuurlijk geweten had, dat u er een wild© hebben, dan had ik er voor gezorgd, dat spreekt vanzelf". Meneer Jinks zeide daaraan niet te twij felen. „Mag ik u dan voor het volgend jaar thuis zy'n en hii besloot zy'n pogingen op te geven. Inl versnelden pas en met een gevoel van schrijnend schuldbewustzijn ging hy op huis af. Hii sloeg den hoek om van de straat, waar hy woonde, stak het pleintje over.... Plotseling bleef hij staan. Hy' geloofde zijn oogen niet te mogen vertrouwen. Het was te mooi om waar te zijn. Op het pleintje, geen twintig meter van zün huis, stond een koopman met een keur-collectie kerstboomen. Meneer Jinks stoof er op af. Binnen een minuut was de koop gesloten en was meneer Jinks eigenaar van een gezell'g, klein kerstboompje, dat hij met een ge lukkig gezicht huiswaarts vervoerde. „Je bent een half uur te laat", ontving zy'n echtgenoot© hem. Toen zag ze den kerstboom, haar oogen sperden zich wyd open en ze sloeg de handen ineen. „M'n lieve help, Evert, wat heb je nu gedaan!", jammerde mevrouw Jinks. „ik heb nog zoo gezegd, dat je géén boom moest koo- pen. We gaan met de Kerstdagen immers naar je broer in Amsterdam!" Kerstmis in verschillende landen. Overal wordt het Kerstfeest gevierd, maar overal op een andere manier. Ieder vogeltje zingt zooals het gebekt is. Van al die veschillende manieren wil dit artikel iets verhalen. Niet van die feestelykheden, welke in alle landen een der zijn, maar telkens een typeerend staaltje. In Amerika b.v. wordt Santa Claus in den Kerstnacht gevierd. De kinderen kry- gen geschenken, die voor zoover moge lijk in een oude kous gestopt worden en de volwassenen doen zich te goed aan een Kerstmaal, waarvan Mincepie en plumpudding, benevens kalkoen de hoofdr gerechten uitmaken. In de Belgische dorpen leeft nog een alleraardigst gebruik, dat vooral de inte resse van de jeugd heeft. Een roggebrood wordt ver weggeworpen en het kind, dat het Kerstbrood weet te bemachtigen, is voor een jaar Koning, waaraan een eere plaats in de kerk verbonden is. Zooals op St. Nicolaas onze kinderen een verlanglijstje opstellen ter oriëntatie van St. Nicolaas, zoo doen de Duitsche kinderen dit op Kerstmis „Weihnachten". In dit land wordt buitengewoon veel werk gemaakt van dit feest. Nergens ziet men fraaiere Kerstboomen, nergens is ook de Kerstmaaltijd met zijn „Leb kuchen „Weihnachtsstollen", enz zoo uitgebreid. Ook in Engeland slooft men zich uil om van Kerstmis iets bijzonders te maken Het zingen van Christmas-carrols is niet van de lucht en de mistletoe kent vele ge heimen! De maaltijd is overvloedig en de Plumpudding vormt ook hier „de kroon op het werk". De Noren weten wat feestvieren is. Kerstmis Joel noemen zii het duurt van 24 Dec. tot 13 Jan. Uitgebreide maat regelen zijn getroffen voor de maaltijden en de voorraad Mjöd (wyn en honing) mag er zy'n. Niet alleen voor de menschen wordt gezorgd, maar op het platteland staan by' iedere hofstede twee koren schovenvoor de vogels! Ook zij moe ten 'n „Gladelig Jul" hebben. Een typisch Zweedsoh gebruik stamt nog uit den tyd van de heidenen, n.1. het verschynen van de Joelbock, een monster lijk uitgedoste gestalte, waarin later een of ander familielid wordt herkend. De straatjongens houden er een speciaal Sterrefeest op na. De Sterrekoning Judas en De Drie Koningen gaan zingend© langs de huizen en het is verwonderlijk te be speuren hoeveel Sterrekoningen en Ju dassen er wel niet kunnen zijn! De Serven hebben hun Badniach, een blok eikenhout, dat op Kerstavond moet branden en dat met veel plechtigheid en vertoon wordt binnengebracht. Hoeveel veranderingen het Kerstfeest zelf ook heeft ondergaan, de Kerstboom was er steeds aan verbonden. En al te zeer moet men zich daarover niet verwon deren, want vele eeuwen geleden reeds dacht men dat bepaalde boomen zegen aan brachten. Volgens Prof. Arnold Meyer werd het eerst melding gemaakt van een Kerstboom omstreeks 1600. Het was de stad Straatsburg, die daarvan de primeur had. Verschillende schrijvers staven dit bericht. Vanuit Elzas via Duitschland werden ook de andere landen ermee be kend, Frankrijk in 1870 onder invloed var de Duitsche soldaten. Zoo kunnen wy gevoegelyk deze teeken- puzzle noemen, maar dan moeten wy in acht nemen, dat wy' een Kerstmis op een stevige wintersche manier beleven. Het weerbericht luidt: zwakke tot matige Zuid-Oostelyke wind. Temperatuur roi< dom de 10 onder nul. By droog weer kans op sneeuw. Wy geven dit seizoenbeeld om U te doen gelooven, dat de grond tot 26 cm diep keihard is. Voor den koukleum een, weertje om by een kachel te kniesooren, maar voor een gezond mensch om ver heugd naar buiten te treden en zich te verlustigen aan datgene wat Koning Win ter biedt. Wy' behooren natuurlyk in meerderheid tot de catagorie van gezonde menschen. Wanneer wy nu, met inachtneming van bovenomschreven winterbeeld, naar een plek zooals de onze de schreden richten, wat voor verkeerdheden zouden ons dan voor oogen staan? Een bepaald aantal is vastgelegd en het ligt aan ons een te beslissen, wie daarin goed geraden heeft of het meest naby is, ter vergemakkelijking doelen wy' mede dat in deze teekening in het geheel 48 fouten voorkomen. Wij stellen voor de goede oplossers zes geldpryzen beschikbaar en wel 2 van 5.en 4 van 2.50. De oplossingen moeten uiterlijk Don derdagavond in ons bezit zyn. In het num mer van Zaterdag 31 December hopen wij dus de prijswinnaars bekend te meVor». Wy' verzoeken echter het door U be vonden aantal op de buitenzyde van de enveloppe te vermelden en binnenin een kort en krachtig omschreven bevinding achter de cyfers. Gy' doet ons een groot genoegen wanneer die opeenvolging ge- lykwaardig is aan een horizontale ziens- wyze op de teekening en wel van boven "«ar bened»".

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1932 | | pagina 6