DE INTERRELATIE-DROP O HELDERSCHE COURANT VAN DONDERDAG 9 FEBRUARI 1933. De Indische pers over muiterij. de TWEEDE KAMER. Betuiging van trouw en aan hankelijkheid. In een versierden koepel, opgeslagen ©p het Waterlooplein te Batavia, hebben Dinsdagavond mr. Fruin, dr. Apituley, de heer Van Baaien, mr. C. C. van Hels- dingen en de heeren De Hoog. Knaape en Roep het woord gevoerd tot een enorme menigte. Vervolgens begaf zich een stoet van duizenden ingezetenen in optocht naar het landvoogdelijk paleis op Rijswijk voor de huldebetooging aan den gouverneur- generaal. Hier sprak de heer Hoekstra, waarna de menigte, die op het erf van het paleis stond samengepakt, uit volle borst het Wilhelmus zong. Toen kwam de gouverneur-generaal jhr. De Jonge aan het woord. Z E. her innerde er aan, dat de Nederlanders zijn geboren en opgevoed onder de leuze: ik 2al handhaven. Deze leuze, aldus vatte Z.E. deze demonstratie op. is in allen weer levend geworden, in het vervolg van zijn toespraak zeide hij: ..Deze mis dadige handeling is veroordeeld en zal tot niets leiden. Alle maatregelen zijn getrof fen tot handelen op het juiste moment.'' Allen waren diep getroffen door de toespraak van den gouverneur-generaal, waarin ook gememoreerd werd. dat deze muiterij was voorafgegaan door een inci dent, waarbij 40 Hollandsche jongens moesten worden weggevoerd onder be waking van Inheemschen. hetgeen wel licht aanleiding zou geven tot de vraag voor velen of zij niet eens de hand in eigen boezem dienen te steken. Thans echter, aldus betoogde Zijne Excellentie, is het ,,Ik zal handhaven door velen ten slotte begrepen en hieruit is deze demon stratie verklaard. De gouverneur-generaal eindigde met de kreet: Leve de Koningin. In antwoord op deze kreet riep de menigte van duizen den spontaan: „Leve de Koningin en leve de Gouverneur-Generaal De hoogste personen van de Nederl.- Indische regeering verklaarden zich diep onder den indruk van de wijze, waarop deze in de historie niet geëvenaarde spon tane demonstratie verloopen is. Djember. Op een spontaan door Vader- landsche Club en Indo-Europeesch Ver bond bijeengeroepen en gisteravond houden vergadering werd besloten gouverneur-generaal een telegram aanhankelijkheid te zenden. ge- den van Bandoeng. Dinsdagavond is hier een hoofdcomité gevormd, dat besloot gister avond te half zeven een aanhankelijk- heidsbetooging te arrangeeren in den schouwburg Concordia. Daarna wordt een fakkeloptocht geformeerd, welke met mili taire muziek naar het huis van den resi dent zal gaan. waar een schriftelijke be tuiging van aanhankelijkheid zal worden overhandigd. A»an dit plan is adhaesie be tuigd door het Indo-Europeesche Ver bond, de Indisch katholieke partij, de Christelijk Staatkundige partij, den Poli tiek Economischen Bond, den Ned.-Indi- schen Plantersbond, de V. C. en anderen. Batavia. De gouverneur-generaal heeft officieel aan de Koningin de betuigingen van loyauteit, welke o.a. voor het paleis van Z.E. en op het Waterlooplein zijn af gelegd, overgebracht. Afstanden in den N.-I. archipel. Voor lezers, die zich geen rekenschap geven van de afstanden in den. Neder- landsch-Indisehen Archipel en zich daarom verwonderen waarom niet binnen den kortst mogelijk en tijd een groot deel der eenheden van onze vloot de voortvluchtige „Zeven Provinciën" heeft omsingeld, geeft de „Nw. Rott. Crt." enkele aanduidingen, die het verklaarbaar kunnen maken, dat daar noodzakelijkerwijze eenige dagen mee gemoeid zijn. Olehleh, vanwaar de „Zeven Provinciën" zee heeft gekozen, is ongeveer het Noorde lijkste punt van het eiland Sumatra en ligt op 5.4 gr. N.B. en 95.10 gr. O.L. vaa Green- wich. De kruiser „Java" en de beide tor- pedoboo-ten bevonden zich op 't eogenblik dat de muiterij plaats greep, ergens ten Zuiden van Celebes, d. i. dus ten minste op 120 gr. O.L. en 5.5 gr. Z.B. Zet men deze afstanden uit o-p de kaart van Europa en kiest men voor het meest Noordelijke en Westelijke-punt Amsterdam, dan heeft men het meest Oostelijke en Zuidelijke punt te zoeken ergens inde Zwarte Zee. Het eiland Sumatra. waarlangs thans de „Zeven Provinciën" zich, langs den bui tenkant van de daarvoor gelegen eilanden, voortbeweegt, strekt zich van Noord naar Zuid gemeten uit tusschen ongeveer 11 breedtegraden, d. i. dus over een afstand, op de Europeesehe kaart genieten, van Amsterdam tot een punt in de Middelland- sohe Zee ten Westen van Sardinië. De „Zeven Provinciën", die gisteren- ochtend om 7 uur tegenover de Zeebloem straat gesignaleerd werd, heeft, om dezen afstand ongeveer de helft van de kust- lengte van Sumatra af te leggen bij een vaart van 8, daarna 7 knoopen, 2 etmalen en 9 uren noodig gehad. Bovenstaande globale berekeningen ge ven, dunkt ons, eenig denkbeeld van de afstanden in den Nederlandsoh-Indischen Archipel en bevatten de waarschuwing, dat de Nederlandsche lezer niet in Neder- landsehe, maar in Europeesehe maten be hoort te denken, wil hij met eenige kans op juiste schatting de situatie in den liHli- acben Archipel begrijpen. Ze geven boven dien eenig begrip" van de moeilijkheden der gezagshandliaving in een eilandenrijk, dat de oppervlakte heeft van een continent. Pamflet Partai Indonesla. Bandoeng. Roodgekleurde pamfletten ▼an de Partai Indonesia zijn rondgedeeld. In deze pamfletten wordt aangekondigd, dat op 12 Februari a.s. een openbare ver gadering zal worden gehouden om „de maag van het proletariaat" te verdedigen. Inheemsche voorbereid. De voorbereiding vindt demonstraties heemsche demonstraties. De nationaal- Indonesische padvinderij roept de aange sloten padvinders op voor een openbare demonstratie op 12 Februari a.s. ter her denking van den sterfdag van Dipo Ne- goro. Een persoon, die roode pamfletten op het Waterlooplein trachtte te versprei den. werd door het publiek verwijderd. Van oprichting burgerwacht voorloopig afgezien. Batavia. Te Soerabaja is Dinsdag een vergadering belegd ter bespreking van de mogelijkheid van oprichting van een bur gerwacht. De hoofdcommissaris van po litie deelde echter mede, dat de politieke toestand dusdanig is, dat voor de oprich ting geen aanleiding bestaat. Een der aan wezigen sloot zich hierbij aan, waarbij hij er op wees. dat leger zoowel als politie het optreden der marine ten sterkste af keuren. waarna van de oprichting van een burgerwacht voorloopig werd afgezien. I Wanneer in ons volk nog maar iets leeft van de oude gevoelens, die het als zeevarende mogendheid steeds met zich droeg, dan zal het toch een zekere ont- roering niet kunnen bedwingen. Trou- wens, allerlei uitingen van die ontroe- j ring hebben ons gisteren in den loop van den dag reeds bereikt. Deze ge-j zindheid van een zeer groot deel des volks legt op onze Regeering den plicht, met kracht en gestrengheid te treden tegen de elementen, die onze marine werken en wroeten onzen naam in die wereld schade schande doen. op m en „De Maasbode" r.k. Het droevigste van de heele trieste historie is wel, dat de schuld van de eerste relletjes onder ons Indisch marine-personeel bij de Europeanen te zoeken is. De treurige feiten, vooral aan boord van de „Zeven Provinciën", stellen het even gewichtige als moeilijke probleem van de bemanning onzer wel heel scherp aan de orde. Aan de verantwoordelijke overheid zij het noodige doorzicht en beleid in deze moeilijke omstandigheden van harte toegewenscht. by de krijgstucht rekening te doen bou- 1 den, en het K.B. in te trekken 9e. Is de Minister niet van nieening, dat ook het inheemsche marinepersoneel den indruk moet hebben gekregen, dat de tweede salariskorting achterwege zou blijven, zoodat dus de 17 pet. bij dit personeel groote gemoedsbeweging moet hebben veroorzaakt 10e. Acht de Minister het versclioon- niet, dat het telegram van den minister van Koloniën naar lndië duidelijk was. Maar het is onduidelijk geëxpedieerd en daarvoor is de minister van Defensie ver antwoordelijk. Minister Deekers 116 De heer Drop (s. d.): Ja, de minister van Defensie is verantwoordelijk voor 4e manier waarop de beslissingen der regee ring aan het personeel worden duidelQfc Indische°vlootbaa^'da^terwül'bekeind moesV"zün7dat gemaakt. Voorts betoogt spn. da» .14 Indische vloot brr£anning van J)e Zeven gebleveneen ofhcieele mededeelin« Provinciën" groote gemoedsbeweging heerschte, de commandant met een aantal andere officieren het schip verliet om aan den wal deel te nemen aan een feestelijke samenkomst? plaats In- Batavia. De „Java-Bode die reeds in haar nummer van Zaterdag de waarschu wing had geplaatst, dat men de muiterij onder het marine-personeel zeer ernstig moest opnemen, betoogt, dat het geval met „De Zeven Provinciën als demon strat'e van een mogelijkheid, voor onze positie als koloniale mogendheid van groote beteekenis is. De sombere betee- kenis van deze in rustigen trant in elkaar gezette muiterij, aldus vervolgt het blad, had slechts gecorrigeerd kunnen zijn door de. aanwezigheid van een ander oorlogs schip ter plaatse of van een batterij aan den wal. die het muitende schip in den grond had geboord. Alleen dit had de politieke gevolgen van deze ongehoorde handeling kunnen wegnemen. „Zoo is dan een daad van oproer of verzet geschied, een daad waarop een groep rebelsch gemaakte landsdienaren voortdurend in het openbaar aandringt, een daad, welke met groot gerucht :s bepleit door lieden van het N.I.O.G. en waarmede in openbare vergaderin gen de regeering werd bedreigd door lieden, die zelf voor de daad den moed niet hebben, doch wier oproerige taal de neiging van de matrozen tot verzet zeer moet hebben gestimuleerd. Hier hebben heeren, die op een daad van sabotage in zekeren vorm hebben aan gedrongen, hun daad door anderen ge pleegd gezien. Is men tevreden? Het zijn onze landgenooten, Hollanders, die hier het gezag neerhalen en krachtig arbeiden aan de ondergraving van onze koloniale positie. De bevolking zag toe en leerde, dat het beter was, geen vloot te hebben dan een onbetrouwbare." Het blad g%vt verder met te betoogen, dat het kwaad niet slechts in dezen klei nen sector van de samenleving gezocht moet worden, maar dat het voorgevallene waarschuwend is en dreigend. Het ..Nieuws van den Dag v. Ned.- Indië" acht op dit oog'enblik zelfvertrou wen den meest noodzakelijken eisch. Het blad staat stil bij de telegrammen, die uit Nederland zijn ontvangen, en wijst op het zekere geluid, dat oud-minister H. Colijn in de Nederlandsche pers heeft doen hooren en dat ook in Ned.-Indië met voldoening is vernomen. Het blad wijst op het evidente gemis aan contact tus schen het bevelvoerende en mindere ma rine-personeel, maar het vertrouwt er op, dat de regeering haar gezag zal hand haven, aangezien niet alleen de waardig heid van de regeering op het spel staat, maar ook haar leven. Het Inheemsche orgaan, de „Bintang Timoer die Maandagavond alleen be richten over de gebeurtenis heeft opge nomen, plaatste Dinsdag een hoofd artikel, waarin ten eerste betoogd wordt, dat het niet aannemelijk is te achten, dat het plan tot muiterij uitsluitend door de Inheemsche schepelingen zou zijn uitge voerd. Het blad grondt deze opinie op het feit. dat de „Zeven Provinciën" radio berichten heeft uitgezonden in de Neder landsche en in de Engelsche taal, en voorts op het feit, dat de ontwikkeling van de Inheemsche schepelingen met zich medebrengt, dat de navigatie op een dergelijk schip door een der officieren moet worden gevoerd. Het blad laat in het midden, of dit dan vrijwillig geschied zou zijn. dan wel onder dwang. Ten tweede poneert het blad, dat de comman dant van de „Zeven Provinciën" onvol doende bekend moet zijn met de onder de manschappen heerschende stemming, aangezien hij anders niet naar de Atjeh- Club zou zijn gegaan. Uit Soerabaja wordt geseind, dat de Indische Courant" een betoog houdt, dat wijst op de duidelijkheid van het feit, dat deze weergalooze revolutiehandeling met de kwestie van de salariskorting niets meer te maken heeft. Het blad zoekt de oorzaak van dit voorval dieper, n.1, in de volstrekte onbetrouwbaarheid van het marine-personeel. De „Locomotief" schrijft in een hoofd artikel. dat de ernst van deze gebeurte nissen met overschat kan worden. De onderdrukking van de muiterij is thans n e<y?l9e punt van belang. Elk uur, dat „De Zeven Provinciën" zich buiten ons gezag in handen van muiters bevindt, be- teekent een verergering van de schande. et blad is van meening, dat het vast stond. «dat de muiterij geschied is naar een welbedacht p^n met een welover wogen demonstratief doel. „De Avondpost" (lib.) vindt het een beschamend feit. dat iets dergelijks in onze marine kon plaats hebben: In de socialistische bladen van hedenochtend komt, naar aanleiding van het gebeurde, een stuk voor om trent de wijze, waarop de berichten in Den Helder werden ontvangen, dat enkele uitlatingen bevat, waartegen wij ten sterkste willen protesteeren. „In het hart van menig marine-man zoo staat er „die van huis uit rooder is dan de landrot, vonkte het evenOnder zoo menig baatje klopt een hart, dat bij de tonen van de Internationale een hooger toerental krijgt dan bij het Wilhelmus van de Marine-kapelStil stonden de bra niekragen en de mariniers voor de plak katen. Lachend in hun vuistje Wij spreken over dergelijke taal onze diepe en innige verontwaardiging uit. Als zóó de geest is onder deze men- schen, wat doen ze dan op de vloot? Waarom hebben ze dan dit beroep ge kozen? „Het Huisgezin" (rad. r.k.) schrijft o.m.: Van de overheid wordt in geven omstandigheden kracht. de ge- beslist- vuur en te heid, paraatheid verlangd. Geen vlbvolging te zwaard, geen zedelooze het verzuim grooter is geweest. Maar de bevolking moet weten beseffen, dat de overheid gereed is en in staat is elke beweging tegen het ge zag onmiddellijk te onderdrukken en dat zij vóór alles eischt en eischen moet: gehoorzaamheid. 's Ministers antwoord. „De Nederlander" (c.h.) concludeert: Hier openbaart zich o.i. iets van de krachten, die stelselmatig het gezag zelf aanranden. En van die krachten is het bolsjewisme de geestelijke haard. Het gebeurde, dat niet minder is dan een nationale ramp, doet duidelijk zien hoe noodig het is, dat geestelijke krach ten, die sterker zijn dan het bolsjewisme, daartegenover worden gesteld. Vooral dat is onze taak. Een verklaring van het Engel- sehe Lagerhulslld en den zee officier Kenworthv. Het bekende Lagerhuislid Kenworthy verklaarde tegenover een vertegenwoordi ger der United Press: „Ongetwijfeld zal het der Indische re geering gelukken de muiters onschadelijk I te maken en hun het schip af te nemen. I Voorloopig blijft echter het feit bestaan, dat de muiters met het pantserschip niet alleen Nederlandsche doch ook schepen i van andere naties in gevaar brengen. Het is eveneens niet ondenkbaar dat de mui- ters zich tusschen de vele eilanden in den Ned.-Indischen archipel verbergen en daar wanneer hun levensmiddelen opge bruikt zijn, als zeeroovers gaan ageeren. Zeker is de muiterij een zichtbaar tee- ken van de algemeene gisting en onrust in het Oosten." Minister Deekers zegt, dat het niet juist is, dat het Cambo sedert einde Dec. 1932 herhaaldelijk heeft verzocht te wor den gehoord. Spr. doet mededeeling van iiver naarmate i een telegram uit Nieuwediep, op 3 Jan. j 1933 in zijn bezit gekomen. Dit was van het Cambo, dat op korten termijn een cn onderhoud vroeg. Het was het eerste verzoek. Nadat een definitieve beslissing was genomen en in lndië bekend gemaakt, vroeg de Cambo telefonisch weer een onderhoud, dat spr. bepaalde op 6 Febr. Voorts bereikte spr. een verzoek van de Katholieke en Prot. Christelijke organi saties om een audiëntie, waartegen spr. niet het minste bezwaar had. den commandant te Soerabya, dat hij nia* heeft gezegd dat de nadere kortine de baan was. Spr. dient een motie in, waart» a» Kamer uitspreekt, dat de verklaring»© van den Minister van Defensie over zQ© beleid niet bevredigend zyn en overg»«t tot de orde van den dag. Het vangen, Cambo" wordt niet ont- Interpellatie-Drop. Na de regeeringsverklaring door mi nister Deekers afgelegd (waarvan men den tekst elders in dit blad kan lezen) stelt de voorzitter voor de interpellatie-noema> Drop aan de orde te stellen voor het wetsontwerp nopens de rechtbanken en kantongerechten. De Voorzitter meent, dat het voor een beter verloop van het debat wenschelijk is dat de Minister niet aanstonds ant woordt op de vragen van den heer Drop, maar eerst spreekt, als alle afgevaardig den, die willen spreken, aan het woord zijn geweest. Dit om de regeering niet te noodzaken in herhalingen te vervallen. Een vrij uitvoerige discussie ontstaat. De heer Drop (s.d.) zegt tenslotte dat hij aan zijn vragen, die hij de vorige week aan de regeering heeft doen toe komen, nog eenige heeft toegevoegd. Hij heeft er geen bezwaar tegen, zijn rede te beperken tot wat zijn vragen betreft, en dan niet over de regeeringsverklaring te spreken, die na het antwoord der regeering op zijn vragen in debat kan komen. De kamer keurt tenslotte goed met 87 tegen 2 stemmen het voorstel van den voorzitter om de interpellatie Drop te behandelen voor het wetsontwerp nopens de rechtbanken en kantongerechten. De heer De Visser (c.p.) vraagt aan de Kamer verlof den Minister-President en de Ministers van Defensie en Koloniën te interpelleeren over het regeeringsbe- leid in Ned. lndië. Hierover wordt heden besloten. Aan de orde is dan de interpellatie Drop betreffende de besluiten tot korting op de salarissen van het marinepersoneel en daarmee in verband staande gebeurte nissen in Ned.Indië. Hij wijst er op, dat aan de regeerings verklaring het bewijs ontbreekt dat de regeering krachtens het militair recht bevoegd zou zijn op te treden gelijk zij opgetreden is. neel, waardoor verschillende categorieën zijn achteruitgegaan, bespreekt de rege ling, zooals die met lndië bestaat, door de «Avondpost» terecht amphibisch ge- Het personeel het aan toe is weet niet waar en weidt vervolgens uit over de onzeker heid, waarin het personeel verkeerde over de vraag of boven de salariskorting van 10 van 1 Jan. 1932 opnieuw een korting zou worden toegepast. Hij memoreert de instelling van de commissie-Van Buren in lndië, die de salarisregelingen moest bestudeeren, maar waarin geen vertegenwoordiger van het marine-personeel zitting had, de indruk wekkende en grootsche manifestatie. De gespannen stemming. De regeering werd gewaarschuwd door een in den nacht verzonden telegram van het personeel met betrekking tot de stem ming ,die het bezielde. De commandant te Soerabaja verklaarde zelf dat de kor- tingsquaestie van de baan was. Tegenover meer dan een vertegenwoor diger der marinebonden. Ook de pers dacht niet aDders of de korting ging niet door. Maar op 21 Jan. werd een K. B. afgekondigd tot korting met 14 °/0 voor Minister Deekers zegt, gisteren de Cambo niet te hebben ontvangen, omdat hij wat anders te doen had dan een druk bezette audiëntie te verleenen. Toen heeft de Secretaris-Generaal de personen en bonden, die een audiëntie hadden ge vraagd, ontvangen. Maar al had spr. al den tijd gehad, hij zou gisteren de Cambo niet hebben ontvangen. (Rumoer.) De heer Drop (s.d.)Dit is een oor logsverklaring Minister Deekers zegt, dat in het orgaan van de Cambo n.1. met geen w oord de dienstweigering te Soerabaja is afge keurd, hoewel spr. dit mocht eischen, in elk geval verwachten. (Rumoer.) De vlootaalmoezenier te Soerabaja heeft het marinepersoneel op het hart gedrukt de salarisregeling van 1933 als een nood zakelijk kwaad te aanvaarden. De Bonds- leiding heeft in het bondsorgaan ge schreven, dat de aalmoezenier zijn taak te buiten ging, zich alleen met gods dienstige belangen mocht bemoeien en geen propagandist voor loonsverlaging mocht zijn (instemming bij s.d. en c.p.). De Secretaris-Generaal heeft op uit- noodiging van den minister de mannen van de Cambo éérst man voor man ge vraagd, of zij de dienstweigering afkeur den. Achter de regeer,kg. De heer Knottenbelt (lib.) vraagt hulde aan de regeering voor haar krach tige houding. De heer W y n k o o p (c. p.jHulde aan de muiters! (Gehamer van den voorzitter). De heer Knottenbelt: Wy moeten het gebeurde niet onderschatten, maar ook niet overschatten. Het is een protest, geen revolutionnaire poging. Noodig is, dat wij ons gezag op het schip herstellen. De diepere oorzaak schuilt elders. Zij is de ondermijning van de militaire disci pline. Wy moeten achter de regeering staan in haar pogingen om een eind te maken aan het beschamend avontuur. Als de samenstelling van het marine personeel goed is, welke invloeden hebben dan ten kwade gewerkt? Deze invloeden komen ten eerste van dei communis- tischen kant. Voorts wordt in HM-lalistische bladen fucbtomiermijnende propaganda gevoerd. De muitery was den heer Cramer blijkens een uitlating uit het hart ge grepen. (Rumoer). De heer Cramer (s.-d.)! Het verzet tegen de machtspolitiek der regeering 1 De heer Knottenbelt (lib.): Het gevaar voor een algemeen amok aan boord wordt minder, als het Europeesehe personeel meer invloed heeft. Is er genoeg voeling tusschen officieren en minder personeel Wy moeten de regeering steunen in haar taak om van de marine weer een betrouwbaar gezagsinstrument temaken. De heer T i 1 a n u s (c.-h.) stemt uit den aard der zaak tegen de motie-Drop. De heer De Visser (c. p.) zegt, dat volstrekt onwaarachtig de regeerings verklaring is, dat het gebeurde in lndië met ergernis in ons land is waargenomen. Als de regeering, die van verderfelijke invloeden spreekt, weten wil wie schuldig is aan het gebeurde, moet zij voor den spiegel gaan staan. De minister heeft met trots loonen van marinemannen genoemd. Als spr. de baas is, veroordeelt hij den minister om te werken voor het loon van een marine- Zij hebben zich nu weer voor een man. Waarschijnlijk loopt het nu nog wel gunstig voor de regeering af. Maar spr. zegt tot de regeering, dat zy niet moet ingaan op de influisteringen, die scherpe maatregelen vragen. Door de maatregelen De bladen der Arbeiderspers der regeering moest het personeel met onverbiddelijke noodzaak komen tot ver audiëntie laten inschrijven. Spr. zal eens afwachten wat er in het bondsorgaan komt. (In)errupties van den heer De Visser en gehamer van den voorzitter). verboden. Spr. heeft Dinsdag een order uitge geven krachtens welken de uitgaven van „De Arbeiderspers" worden verboden voor de gebouwen en schepen en land en zeemacht. „Het Volk" en andere der gelijke bladen schrijven op een toon, die in stryd is met de krijgstucht en spr. kan niet toelaten, dat die aldus wordt ondermijnd in kazernes en op oorlogs schepen. De salarisregeling. Wat de salarisregeling betreft, zal de heer Drop misschien iets gemerkt hebben van de ontzettende financieele ineenstor- j ting die in lndië heeft plaats gegrepenJ Spr. zet voorts uiteen, dat er een marge zet. De tijd is niet ver meer, dat een een heidsfront zal worden gevormd tusschen de opstandige massa's in Holland en in In donesië. Geweldige gebeurtenissen staan voor de deur. De revolutie staat op de maatschappelijke dagorde in lndië en gaat er niet meer af. En het verzet zal niet rusten voordat de laatste blanke overlieerschers uit lndië uitgewerkt zijn het personeel en met 17 °/0 voor de offi- van 10°/o raoet z«n tusschen het salaris hier en in lndië ten gunste van het ver blijf in lndië. Volgens den heer Drop heeft de regee ring met haar verklaring aangaande een tweede salariskorting ongegronde ver wachtingen gewekt. In de bladen werd eieren met tien jaar anciënniteit, Acht de Minister dit niet sterk in strijd met den indruk, dien men eerst verwekt heeft? Het kost spr. moeite, zich hier omtrent niet scherper uit te drukken. De minister herstelle alsnog de fouten van het beleid van het Departement. De in. verband een telegram van den regeering heeft zelve met haar telegram van 30 Dec. aanleiding gegeven tot de opvatting dat de tweede salariskorting achterwege zou blijven, ook voor het inheemsche marinepersoneel. Weigering der audiëntie. Spr. vraagt, waarom de regeering het C.A.M.B.O. nog steeds niet heeft gehoord, hoew el dit sedert Dec. 1932 herhaaldelijk heeft verzocht over de verwikkelingen gehoord te worden. Wel heeft de Minister christelijke organisaties e.d. ontvangen. Op 29 Dec. heeft de Minister een telegram ontvangen van marinebonden uit Soera baja, w aarin van een noodtoestand gewag gemaakt wordt. Dienzelfden dag vroeg het C.A.M.B.O. den Minister telegrafisch een onderhoud, waarop op 7 Jan. de Minister antwoordde, dat dit telegram duidelijk genoeg was en dat het Cambo zich voor een gewone audiëntie kon laten inschrijven als het dit wenschte. Het Cambo deed dit; toen verzocht de Kamer bewaarder namens den Minister uitstel van de audiëntie tot gisteren. De Minister ontving wel de christelijke organisaties, nog wel in speciale audiënties, en giste ren heeft niet de Minister het Cambo ontvangen, maar de Secretaris-Generaal, de heer Van Ginkel, die aan het onder houd een karakter gaf, dat van een ver- hoorop vraagpunten buitengewoon weinig verschilt. In Den Helder is Dinsdagmorgen de agent van «Het Volk» van het militaire ter- gezet. De vertegenwoordigers van het rein marinepersoneel haddenden Minister reeds eind Dec. zullen mededeelen, dat zy indisciplinaire handelingen niet goed keuren, maarzij hebben geen gelegenheid gehad om dit te zeggen. Gisteren hebben zij den heer Van Ginkel een samenvatting gegeven van wat zy reeds veel eerder den Minister hadden willen zeggen. Spr. bestreed vervolgens de salaris- regeling van 1925 voor het marineperso- Geen krijgstucht Na al het gebeurde schuive de minister niet de krijgstucht op den voorgrond. Vragen van den heer Drop. (Eenigszins bekort). Spr. stelt ten slotte de volgende vragen le. Waarom heeft de Minister de ver zoeken van het Cambo tot heden niet ingewilligd 2e. Is het waar, dat het marineperso neel in Ned.-Indië tot 16 Dec. 1932 in volstrekte onzekerheid verkeerde omtrent de vraag, of opnieuw een korting op de soldijen zou worden toegepast? 3e. Is het waar, dat de commandant der zeemacht in Ned.-Indië aan den com mandant der marine te Soerabaja tele grafeerde, dat de bestaande korting op tractemerten van 10 pet. voor militairen der zeemacht bleef gehandhaafd 4e. Moet de Minister niet erkennen, dat dit telegram den indruk moest maken, dat de verhoogde korting zou worden toegepast op de sóldijen van het marine personeel in afwachting van een nadere algemeene herziening? 5e. Is het waar, dat de commandant der marine te Soerabaja het marine personeel heeft gerustgesteld met de Minister van Defensie afgekeurd, maar die heeft geen telegram gezonden. Zijn telegram, van 30 Dec., is buitenge woon duidelijk, zooals spr. nader betoogt. Niemand kon denken, dat die nadere regeling een salarisv e r h o o ging zou zijn. Maar toen het telegram bekend werd, heeft de Cambo een overwinningskreet uitgestooten en het voorgesteld, alsof hiermede de nadere korting van de baan was. Men zegt nu, dat de geheel persin lndië ook in die meening verkeerde, maar het „Soer. Hbl." van 3 Jan. noemde dit reeds onjuist, na inlichtingen van den commandant te Soerabaja te hebben ge kregen. Voordat de bemanning van het eskader op 2 Jan. naar zee vertrok, is haar de mededeeling gedaan, geheel letterlijk, zoo als de vlootvoogd die getelegrafeerd had aan den commandant te Soerabaja. Dë laatste komt er tegen op dat hem woorden in den mond zijn gegeven als de heer Drop nu weer heeft gedaan. Ook de officieren hebben zich niet uitgelaten, alsof de nadere korting van de baan zou zijn. Spr. zet de regeling uiteen. De inheemsche schepelingen hebben precies dezelfde voorlichting gekregen als de Europeesehe. Dat de korting der de rede. Zij hebben een Indische loopbaan en zyn allicht hun geheele leven in Jndié. Spr. is niet bereid het K. B. van 21 Jan. in te trekken. In het beleid zelf is geen aanleiding gelegen tot inbreuken op de verzekering, dat de kortlngsquaestie van 1 ,is ,het B. wellicht ver- de baan w as en dat ook de indruk is mentarieer»!,^ met name van geweest van andere marine-autoriteiten? j 6e. Is het den Minister bekend, dat, toen daarna een eskader naar zee vertrok, de bemanning in het vertrouwen ver keerde, dat van het voornemen was af gezien 7e Acht de Minister daarmede niet in tegenstelling waarbij toch kortingen van 17 pet. totaal is bepaald 8e Moet de Minister niet toestemmen, dat dit beleid aanleiding kon geven tot moeilijkheden, en is hü bereid daarmede De vergadering van Woensdag begon wel zeer rumoerig en bleef ook door aller lei oorzaken het eerste uur rumoerig en luidruchtig. Hatelijke interrupties en booze uitroepen waren niet van de lucht. De Voorzitter moest herhaaldelijk met'zijn hamer ingrijpen. Het begon al met de behandeling van het verzoek van den heer De Visser (comm.) om een z.g. «breedere» interpellatie te mogen houden over de gebeurtenissen in lndië. Toen de Voorzitter voorstelde om deze interpellatie niet toe te staan daar deze aangelegenheid thans by de inter- pellant-Drop ter sprake komen en spoe dig wederom bij de Indische begrooting, beschuldigde de heer De Visser hem van «partijdige leiding», weshalve de Voorzitter den spreker krachtig en duidelijk tot de orde riep. Een tweede maal werd de heer D e Visser tot de orde geroepen toen hij sprak van een «rechtvaardig verzet'van de muitelingen. De Voorzitter deed hem opmerken dat hij niet mocht «opruien» waarop de heer DeVisser verklaarde dat hij zich zelf als een «beroepsopruier» beschouwt, maar «dat de regeering... hier overstem de het gehamer van den voorzitter zijn woorden. Toen hij telkens opnieuw wilde begin nen, ontnam de Voorzitter hem het woord. Het voorstel van den Voorzitter werd aangenomen met 75 tegen 2 stemmen. Na de heropening der zitting kreeg de heer Cramer het woord, om te ver klaren waarom hij zijn sympathie heeft uitgesproken met het verzet. Voor die uitlating is hij persoonlijk verantwoorde lijk, niet de Marinebond. Hij heeft van zijn sympathie willen inheemschen wat meer bedraagt, ÜgtTïn Ilaten blijken voor het volk, dat hem zoo ,u 7Uu-"tna staat (hoongelach). Hij schaamt zich daarvoor niet. Tot een heftig rumoer kwam het toen de heer Cramer opmerkte, dat men aan zijn daden kan toetsen wat hij voor het Indische volk heeft over gehad. «Dan moet je je wachtgeld niet toucheeren», zoo riep men en de commu nisten waren schier niet tot bedaren te brengen. Zeer rustig werd het echter, toen de heer Albarda (s.d.) een groote rede uitsprak. Naar de overtuiging van den lieer Albarda is komen vast te staan, dat de regeering schuldig staat aan zeer ernstige tekortkomingen. De heer Albarda wilde waarschuwen tegen het «wraakzuchtig misbaar»,tegen ng, tegeneen l^'ble stemming va» het nationalisme, ontkent De beweging van het marinepersoneel in den kant der organisaties. •Rumoer in de Kamer. Gedurende de voorlezing dezer verkla ring werd de minister herhaaldelijk in de rede gevallen door Kamerleden. Er ont stond eenig rumoer. Repliek van den heer Drop Nu is de minister tegenover bet ('AMBO de'-ftpwisin^'van regeeri te paard gaan zitten en hij heeft het een 1- reseen oorlogsverklaring gedaan. Spr,

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1933 | | pagina 6