Ons Jfinderverhaa/. Tops beleefd een wonderavontuur ONS FJNDtRHOCKTO Beste jongens en meisjes! Nu had ik me de vorige week ern stig voorgenomen om vandaag weer eens al jullie briefjes te beantwoorden en daar komt me nu de „Zeven Pro vinciën" de zaak in de war gooien, waardoor ik maar heel weinig tijd over houd. Maar ik zal m'n best doen, want ik wil jullie niet graag aan het begin van een nieuwe maand, teleurstellen. Germaine Franken. Jij bent nummer één. Germaine, en jij hadt ook geen tijd om me een grooten brief te schrijven, dus stuur ik jou ook maar een paar regeltjes van de week. Zoo'n klein teekentje van leven, dat doet toch altijd goed Catrientje Laan, Brakkeveldweg. Vorige week had ik geen tijd om je te schrijven, Catrientje, en deze week heb ik je briefje eer=t nog aangekeken of ik er we! antwoord op zou geven, want het was zoo magertjes. Er stond zoo heelemaal niets in, dat ik dacht, eigenlijk verdien je geen antwoord, maar nu heb je het toch. op voorwaarde dat je me de volgende week weer eens wat meer vertelt. Willem Kok. Dus jij bent een nieuw vriendje, Wim? Nu, ik begin zoo langzamer hand een oude vriend te worden en daarom vind ik het dubbel leuk dat ik zoo'n massa jonge vriendjes en vriendinnetjes heb. Dat houdt je jong, hè? Maar dat ben ik ook nog wel, hoor. Je moet niet denken dat ik een ouwe heer met een langen baard ben, want dan heb je liet mis. Je versje rijmde niet erg. dat zal je nog moeten leeren Henk Goutier. Vandaag stonden ze er, hoor. Henk, de oplossingen van je raadsels, en wat netjes. Je zal toch wel een beetje ongeduldig géschreven hebben, want het voor uitzicht dat je ging voetballen met je leeren „vijfie", maakte natuurlijk dat alles gauw gauw moest gaan. Ik denk zoo. of heb ik het mis, dat je moeder een onvriendelijk antwoord kreeg als ze je wat vroeg en Jan een stomp, als hij wat lastig was. want je had geen tijd en dan ben je nooit vriendelijk. Tk ook niet. hoor, Dedi de Vroome. Zoo, vond jij me zoo „lollig'', omdat ik tegen je lachte, Dedi. Nu tk lach graag, hoor. Jij toch ook, zeker, het is goedkoop en het houdt je gezond. Lach maar veel en lach maar hartelijk, dat is veel beter voor hoofdpijn dan asperinc Laurie Hagen. Wat een teleurstellingen, Laurie. vorige week geen briefje van me, en deze week niet naar het zwembad, omdat je verkouden bent en daarom kreeg ik natuur lijk ook maar een paar regeltjes, want het was in je hoofd net zoo troebel als de ranja van Polak C. P. Volgende week is misschien alles weer zoo vroolijk als op een zonnigen lente dag. Dat hoop ik Stientje Alexander. Ik hoop altijd dat alle kinderen een boek winnen met de ver loting, Stientje, omdat ik van allemaal even veel houd, maar dat gaat nu eenmaal niet en dus zal jij ook geduldig moeten wachten tot je naam eens getrokken wordt. Ik zal de eerste zijn die je er mee feliciteer, hoor. Corrie José. Dat tweede raadsel van jou was eigenlijk niet goed Corrie, want de oplossing was, zooals je bij de raadsels ziet, dat je graag een tijdje in luilekkerland zou willen zijn, als er geen „rijst-en-brij- berg" was en jij vulde in, als er geen „school" was Je was niet de eenigste, die deze oplossing instuurde en nu weet ik meteen wie van jullie er niet vee! zin in school heeft. Ik zal het maar niet in de krant zetten, anders mochten jullie onder wijzers het eens lezen. Lidi Thijssen. Nu sta jij vandaag bij al die andere vriendinnetjes van jou, in 't Juttertje, Lidi, en nu kunnen jullie er op school lekker over babbelen, o nee, ik be doel natuurlijk, voor school, want in school moet .ie leeren en leeren en nog eens lee ren. Denk je daar om. Catrien Ouwerkerk. Maar dat is de be doeling ook, Catrien, dat er steeds meer raadselvriendjes en vriendinnetjes bijkomen en ik wil je vertellen dat er nog veel meer bij kunnen, want als alle kinderen eens meededen, die thuis de krant lezen, nu, ik beloof je, dan was het Juttertje nog eens zoo dik van alle briefjes die ik te beant woorden had. Deze week waren er elf nieuwelingen, dus de vriendenschaar groeit, groeit. Annie Jansen. Ik vind het zelf vervelend, Annie. als ik geen tijd heb om alle briefjes te beantwoorden, hoor, omdat ik begrijp dat het voor jullie een kleine teleurstelling is. Maar het is natuurlijk wel eens zoo druk met andere dingen voor de krant, dat ik er bijna geen tijd voor kan vinden. Maar vandaag zullen er vast niet veel briefjes blijven liggen. Het jouwe in ieder geval niet. Wel gefeliciteerd met de bruid die bij jullie in huis is, hoor. Emma José. Jij bent een echte geluks vogel, Emma, een maand met de raadsels meedoen en dan een boek winnen. Ik denk, dat andere vriendjes en vriendinnetjes wel een beetje jaloersch op je zijn. Maar om dat dat een leelijke eigenschap is. mag het niet en dus.... weg er mee. Leny Hazebroek. Ach kom, vind jij het zulk leelijk weer, Leny. Ik merk er soms zoo weinig van, als ik op kantoor zit te werken, kijk ik niet zoo veel naar buiten en als ik naar buiten moet, nu, dan zorg ik dat ik weer gauw binnen ben en daar is het altijd lekker warm. Maar het is voor een heele massa menschen wel erg verve lend, hoor, die den heelen dag langs den weg moeten. Dan mogen wij wel blij zijn. Annie v. d. Brink. Dat is goed, hoor, Annie, dat je voor dezen keer de raadsels even later inzendt, want het is je natuurlijk niet mogelijk, nu jé een paar dagen naar Voorburg gaat, op tijd te zijn. Wat gaat je vader al gauw naar Indic doe hem maar mijn vriendelijke groeten en wensch hem een goede reis van me toe. Komen bij jou alle voorgevoelens zoo uft als bij het win nen van het boek? Tony Sinnige. Zoek jij maar fijn het zon netje op, hoor, Ton.v, met een mooi bock, en ga dan maar heerlijk genieten. Probeer altijd maar de zon te zien. Ze is er ook altijd en ze schijnt altijd, alleen kruipt ze wel eens weg achter de wolken. Aris Bakker. Dus je vindt het boek toch mooi, Aris, al is het geen voetbalboek. Ik hoop toch dat je nog van andere ook houdt dan alleen van voetballen. Hennie Hollander. Gelukkig heb ik de griep nog niet gehad, Hennie, ik kuch wel vaak als een ouwe heer en ik blaf soms als het hondje van de buren, maar ik heb nog niet op bed gelegen, 't Is maar fijn. dat je ook weer beter bent. Dina Wismeyer. Wat leuk, dat jullie brieven mogen schrijven, op school, naar een opa in Epe. Mogen alle kinderen dat doen? Wat zal die opa het druk hebben om jullie allemaal te antwoorden en wat een massa porto's zal dat koslen. 't Is ze ker een rijke opa? Nellie Nieuwdorp. Wat fijn dat het juist op Woensdagmiddag mooi weer was, Nel lie, nu had je vrij en kon je buiten spelen. Ja, 't begint nu weerszoo langzamerhand mooi weer te worden om groote wande lingen te maken. Cobus Nieuwdorp. Dat was me even een verrassing, zoo maar een extra morgen va- cantie, omdat de conciërge ziek geworden was en de schoollokalen dus niet ver warmd. Ik weet wel, als het ons vroeger gebeurde, dan holden we met Indianenge- brul naar buiten, de vrijheid in. Jullie ze ker ook. hè? Sientje Nieuwdorp. Dat was van de week een briefje van een teleurgesteld meisje. Ik kan het me best begrijpen. Je vriendinnetje wint een fijn boek en jij.... wint niets. Maar behalve jij waren er nog meer dan zestig die niets wonnen. Troost je daar maar mee. Ati v. Strijen. t Is te druk geweest om naar jullie uitvoering te gaan, Ati, ik had wel graag gewild en ik hoop altijd nog eens te gaan, misschien volgenden keer. Help me dan nog maar eens een keer zoo trouw herinneren als deze week. Doe je het? Corrie v. d. Veen. Wat een kleine uit- gaanster ben jij, zeg, vorige week naar de Driehoeken en Vrijdag naar de gym-uit- voering. Het kan niet op, wat zal je van daag slaperig zijn. Annie v. d. Voet. Heb jij in drie weken niets van me -ehoord, Annie? Dat zal denk ik wel komen omdat jij in drie weken niets van jezelf hebt laten hooren. Ik schrijf natuurlijk alleen aan die vriendjes en vriendinnetjes, van wie ik een briefje Zooals vandaag aan jou, omdat jij mij schreef. Vergeet dat dus niet krijg, iets aan meer. Marietje Leeuwerink, Koegras. Ik heet geen „oome Piet, Henk of Klaas", Marie tje, maar heel doodgewoon „Kindervriend", zonder meer. Zoo moet jc me dus noemen. Het kan best gebeuren dat ik van den zo mer met het overzetveer van je vader eens over het Kanaal ga. want ik houd van de bloemen en ga dus graag naar Breezand als de bollen in bloei staan. Als het ge beurt dan zal ik beslist naar jou uitzien, hoor. De raadsels kan je dus sturen „Aan den Kindervriend van de Heldersche Courant, Den Helder". Corrie Smit. Nu je boek uit is, Corrie, zie je zeker met dubbel verlangen uit naar een nieuw boek, hè. Maar dat blijft een ver rassing, voor iou en voor mij. Jeen v. d. Wal. Wat heb jij je best ge daan met je rijmpjes, Jeen. En ze zijn wat aardig ook, hoor. Martinus Langeveld, de Koog (TOp een Texelsche lammerenmarkt ben ik wel eens geweest. Martinus. Ik vond het er wat leuk Ik kampeerde toen een weekje in de duinen bij de Koog en ben toen op markt dag naar Den Burg gepeddeld. Het was er wat druk en gezellig. Ziezoo, nu heb ik toch alle briefjes beantwoord. Tot volgende week maar weer. DAT TREKT. De lente is er nog piet hoor, De koude dringt ntffe tot ons door, De tuin vertoont geen sprietje groen, De bijen maken geen gegzoem. De zon geeft nog geen warme gloed, De schoorsteen ruikt nog steeds naar roet, De pietjes zingen nog geen lied, Nee, de lente is er heusch nog niet. Toch zag ik gister op een plaat, Die voor een raam stond, in een straat, Hier worden d eerste lenteboden Voor billijken prijs te koop geboden. En werkelijk, 't was een genot, Die blauwe crocus in een pot. Ze stonden keurig overeind, En kostten slechts maar vijftig cent. Ik deed voor 't raam een zacht gefluister, Zei „hoor eens crocusjes en luister, De lente is er toch nog niet, Hoe komt 't dat men jullie ziet?" De bloemen antwoordden toen gezwind: „De reden daarvan is lief kind, Ze hebben ons te vroeg gewekt. Te vroeg voor ons, maar kijk, dat trekt." Pa en Annie W. Daar staat een berg van rijstebrij, Met suiker bestrooit en stroop er bij, Daar is het jongens: hap maar toe, Je wordt er het smullen nimmer moe, En wat dat grapje wel kosten zal, Je moet er voor werken en dat is al! Jeen v. d. Wal. LUILEKKERLAND. „Wel jongens, waar ga je zoo lustig naar toe?" „Wij trekken te saam naar Luilekkerland, Moe". Moe kan het niet vinden, 't ligt ver hier vandaan, Wij reizen er henen recht uit en recht aan. Zij stapten heel deftig, precies in de maat, En liepen naar 't andere einde der straat, Nog eventjes verder, daar stonden ze ras, Voor '1 huis van oom Janus, die koek bakker was. Zij brachten dien Janus-oom gauw een bezoek, En kwamen te.ug met een lekkeren koek, „Wel jongens," zei Moe „met mijn oogen half dicht Weet ik nu ock. waar Luilekkerland ligt." Jeen v. d. Wal. POES. Onze pjoes zat in de zonneschijn. Zoo fijn; Ze zat te spinnen En had der melkje naar binnen, En ze dacht: Nu nm een muis naar binnen gebracht. Germaine Franken. SLECHT WEER. De wolken jagen door de lucht. Ze zijn inktzwart zoo in hun vlucht, Zou er weer regen komen? S raks valt hij neer in stroomen. Jawel hoor, kijk, daar is hij al, De regen stroomt langs de ruiten, Ik zit veilig binnen en ik was wel mal Als ik nu ging naar buiten. De regen valt nu bij stroomen neer, Hij klettert op de daken en straten, 't Is nu wat je noemt; „echt hondenweer". En de wegen zijn nu gansch verlaten Er is er maar een, die dit weertje wel Hij is bij dit weer pas in vorm, Ik denk. dat je 't wel raden kunt, Het is de regenworm. Leny Hazebroek. KOOSJE. Kleine Koos met kromme beenen Was niet bang, dat zou ik meenen, Koosje stapte heel parmantig, Naar een hekje en heel handig Sprong hij daar toen overheen, Stond in de wei nu heel alleen. In de verte liep een »oe. Koosje stapte 'r vlug naar toe, 't Koebeest daar niet aan gewend, Slingert met zijn staart en rent Plotseling op Koosje aan. Deze blijft verschrikt nu staan, Doch weet tijdig om te keeren, En hem één, twéé, drie te smeren, Bij het hekje aangekomen, Heeft hij toen een sprong genomen, En is aan den and'ren kant In veilige haven aangeland. Leny Hazebroek Waarin we kennis maken met „Tebs" en met Meester Rrbarbaras, den wonderdoener Begin van het „avontuur". door MART. I. Zooals u al gezien hebt, noemde men hem „Tobs". Maar dat was maar een afkorting Tn werkelijkheid drorg hij de stijlvolle naam Tobias; maar daar het menschdom nu eenmaal - vooral in dezen modernen tijd vol za kelijkheid en kortheid een uitge sproken neiging koestert tot zelfs de fraaiste namen af te korten, had men zijn naam op de bovengenoemde wijze verminkt. U kunt thans de naam van onzen heldHij was een manneke van 12 jaar, klein, met stijl haar, korte been tjes en stond bekend als de grootste belhamel van Dinsgeshuizen. Hij was een nagel aan de doodkist van den veldwachter, den burgemeester, den schoolmeester en den bovenmeester, hij was de oogappel van zijn ouders en be zat broers noch zusters. Dat is in liet kort de figuur van Tobs ten voeten uit geschetst Tobs bezat een zekere vermaard heid Bij den veldwachter was het het boekje, dat iederen dag prijkte met den naam Tobias, want veldwach ters zijn officieel personen en die kor ten geen namen af, hetgeen volgens Tobs zelf de eene goede eigenschap van de ordebewaarder was. Bij dep groentenboer was het verbluffend op te merken, hoe spoedig de voorraad appelen en winterpeenen onder de handen en tanden van Tobs slonk. Bj den slager waren het de ontelbare malen, waarop Tobs aan de dikke sla gersvrouw had gevraagd „of ze mis schien ook versche varkenspootjes had", om op de bevestiging onmidddel- lijk te antwoorden „wat zult u dan raai' loopen!" waarna hij ijlings de beenen nam. Dezelfde streek had Tobs eens bij den banketbakker uitgehaald: „Hebt u nog versche zoute bollen?" - En toen de bakker de trommel te voor schijn haalde„Dan moet u m gauw verkoopen, anders worden ze oudbakken". En toenhadden die drommelsche apen van vrienden de buitendeur dichtgehouden en waS Tobs in handen van den woedenden banketbakker gevallen, die er duch tig op los timmerde... Niet, dat daar mee de lijst van benadeelden gesloten is... o neen, nog lang niet... maai het zou in het kader van dit verhaal w veel tijd vergen, op deze wijze alle kat- fekwaad en „deszelfs gevolgen" ui_tv°f' rig te gaan beschrijven Het zij dus genoeg te vermelden, dat Tobs Ml 'ederen Dingeshuizer in het zwart boekje stond Het wordt nu trd ook de plaats wa

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1933 | | pagina 22