Het drama op Hr» Ms» „De Zeven Provinciën"» Een verhaal van het verloop van de muiterij. 'Wat wilt H TWEEDE BLAD HELDERSCHE COURANT VAN ZATERDAG 11 FEBRUARI 1933. 5 Het aantal dooden tot 22 gestegen - Het verhaal van een ooggetuige. O Verslag van een ooggetuige. Interview met een der officieren van De Zeven Provinciën Mededeelingen van den Commandant van de Zeemacht in den Volksraad. Buitenlandsch Overzicht Feuilleton pag. 1 1 DE BELANGSTELLING VOOR DE GEBEURTENIS IN INDIK. Drukte voor ons bureau. Her innering aan de oorlogsdagen. De tragische gebeurtenissen, die zich lil Indië afspelen, hebben natuurlijk hun terugslag op de bevolking van Den Hel- dex*. Wij hebben van de week melding ge maakt van de voortdurende groote belang stelling voor onze bureuax, waar zich den geheelen dag de mensehen verdrongen in de hoop wederom wat nieuws te hooren en waar het geval in geuren en kleuren besproken en becommentarieerd werd. Die belangstelling bereikte haar toppunt in den avond van Donderdag, toen het drama zijn ontknooping naderde. Velen waren er, die een groot deel van hun nachtrust opofferden om toch maar niets te verliezen van wat er zou worden be richt. In ons extra-nummer van Vrijdag middag hebben wij daarvan reeds ver teld. In den loop van den morgen, des Vrijdags, kwamen de met brandend onge duld tegemoet geziene nadere berichten en zoo was het ook nog dien geheelen ochtend druk voor ons bureau. De toestand deed denken aan de eerste maanden van den grooten oorlog, toeh de Koningstraat eveneens het tooneel was van de publieke belangstelling. Evenals toen hadden wij ook nu een groot publi catiebord buiten gehangen, waarop de te legrammen werden aangeplakt en evenals toen gaven situatiekaartjes den toestand aan. De politie had uitgebreide maatrege len genomen voor het verkeer en o.a. het gedeelte Koningstraat tusschen Spoor straat en Koningdwarsstraat afgezet voor het rijverkeer. Agenten van de motorbri gade zorgden voor de goede regeling en vooral tegen twaalf uur, toen de wetf af liep, was er een voor Den Helder onge kende drukte in dit stadsgedeelte. In den namiddag, toen onze extra-editie de stad in was, luwde de drukte wat, maar niette min bleven velen nog staan. Den Helder en de marine: een Siamee- sche tweeling. Zoo karakteriseerde de correspondent van „Het Volk" dezer dagen onze stad en dit beeld is volkomen juist. Van klein tot groot, van oud tot jong, ieder leeft mee met de gebeurtenis sen, bespreekt ze, deelt in de vreugde en hét leed van anderen, en de buitengewone belangstelling, die voor alle gebeurtenis sen bestaat, is niet het gevolg van loutere nieuwsgierigheid, doch vloeit voort uit werkelijke, wanne belangstelling. Onze extra krant, die Vrijdag om 1 uur uitkwam, vond dan ook, zooals men be grijpen zal, gretig aftrek. Voorzoover onze lezers dit blad niet hebben ontvan gen, en dat zijn vele abonne's buiten de stad ontvangen zij dit nieuws heden. Hoewel het Vrijdagavond óók nog zeer druk was voor ons bureau, was toch dui delijk merkbaar, dat de grootste span ning geweken was, want de drukte was aanmerkelijk minder geworden. Aneta's speciale correspondent, die op den torpedobootjager Piet Hein zoo juist van het drama van de Zeven Provinciën is teruggekeerd, met tien zwaar gewonden aan boord, van w'ie gedurende de reis, die zeven uur duurde, vier zijn overleden, voegt aan het eerder geseinde verslag der feiten het volgende relaas toe: Vier vliegbooten bewegen zich te 8 uur 45 rondom de Zeven Provinciën, in T- formatie. De afstand maakt herkenning van het vliegtuig-type onmogelijk. De hoogte waarop gevlogen wordt is ongeveer 700 meter. Terwijl twee schepen met de Zeven Provinciën meevaren, n.1. de Orion en De Gouden Leeuw, gaan de Java, de Evertsen en de Piet Hein haar tegemoet, aldus een insluitingspolitiek volgend. Gp het seindek van de Java, waar de gebeurtenissen werden waargenomen, kan de sommatie niet worden gehoord, doch precies te 9 uur 20 zien wij een geweldige rookmassa op het midden van de Zeven Provinciën, waarbij de beide schoorsteenen onzichtbaar worden. Weldra kunnen wij alleen den omtrek van het slagschip zien. Wij aanschouwen een vuurkolom, maar weldra verdwijnen de vlammen. De radioman komt ad mloos aangesneld om den eskadercommandant mee te deelen dat het schip zich overgeeft. Tusschen het vallen van de bom en de overgave blijken slechts 12 minuten te zijn verloopen. 'De witte vlag wordt geheschen van de eignaalbrug. De Zeven Provinciën geeft met de be kende letters het noodsein, waarbij alle aanwezige vlootmateriaal De Zeven Pro vinciën nadert. Op het moment van het vallen van de bom was de kruiser Java ruim 9000 meter van De Zeven Provinciën verwijderd, op gelijke hoogte liggend. Een sleepboot, welke even voor het vallen van de bom plotseling te midden der strijdkrachten verscheen, wat zeer hinderlijk werd gevonden, is thans de eerste om te hulp te snellen. Overal wordt het strijken van sloepen waargenomen. Een aantal matrozen van De Zeven Pro vinciën springt in zee. Zij worden door de sleepboot opgepikt. Om 9 uur 45 zien wij de vlet langszij van De Zeven Provinciën. De vlet wordt bemand. Bamboe-noodvlotten worden in zee gesmeten. Een der noodvlotten blijft haken aan voorplecht twee. Men ziet de Inlanders zich vastgrijpen aan de bam boes en uren lang blijven zij in die po sitie, omdat de aandacht van de motor sloepen geheel is geconcentreerd op andere punten van De Zeven Provinciën. De «Gouden Leeuw» en de «Java» hebben weldra vier sloepen langszij -De Zeven Provinciën» liggen. Wij zien een aantal officieren, onder wie een dokter, aan boord klimmen, terwijl van de «Java* met vlaggen w ordt geseind«Hebt gij gewonden Behalve voor het zoo haastig mogelijk overgeven van het bericht zorgde «De Zeven Provinciën» er op dit moment voor ijlings de witte vlag te bjjschen. Hierbij dient terloops te worden opge merkt, dat «De Zeven Provinciën» ge durende haar tocht langs Sumatra steeds de Nederlandsehe vlag heeft gevoerd. Dat de vrees voor terugkeeren van de vliegtuigen, die voortdurend boven het tooneel van het drama bljjvèn cirkelen, zeer groot is, blijkt uit hel feit, dat de muitende bemanning voldoet aan den eisch van den eskadercommandant om de witte vlag ook op het campagnedek te leggen, waardoor het mogelijk zal zijn dat de vliegtuigen dit teeken van overgave herkennen. Nu wordt het vlaggesein inzake de aanwezigheid van gewonden beantwoord door «De Zeven Provinciën* met het vlaggesein«Verzoeke alle hulp te zen den®. Hierdoor weten wij voor het eerst met zekerheid, dat de bom gewonden moet hebben veroorzaakt. Thans blijven de vlaggeseinen onafge broken aanhouden. Hr. Ms. Java waarschuwt de Piet Hein en de Evertsen, die echter na de eerste woorden, die van de Java worden ge-' geven, reeds blijk geven dat zij eveneens verzoek om hulp hebben ontvangen. Nu komt het gedenkwaardigste vlagge sein van den ochtend, n.1. dat waarbij de Zeven Provinciën bericht Totaal 12 dooden en 25 gewonden. De spanning wordt grooter en de in druk dieper. De vraag, die in allen oprijst, wordt wederom met vlaggen doorgegeven, en zij luidt: Wie zijn de gesneuvel den en «Wie zijn de gewonden De Zeven Provinciën seint terug: «De dokter verzoekt de zes zwaargewonden onmiddellijk naar Batavia te vervoeren«. Nu gelast de commandant van het es kader dat de Evertsen zich zal gereed maken om zoo snel mogelijk op testoomen. Dit bevel wordt later vervangen door een instructie aan de Piet Hein om zich gereed te maken voor een zoo snel mogelijken tocht naar Batavia. De „Zeven Provinciën" beantwoordt nu het verzoek om opgave van de lijst van dooden en gew onden door mede te deelen, dat deze nader zal worden opgegeven. Achteraf blijkt dat enkele gesneuvelden onherkenbaar zijn, terwijl bovendien aan vankelijk de getallen te optimistisch zijn opgegeven. Wij liggen nu zoo dicht bij de „Zeven Provinciën", dat de gestalten aan boord van het muiterschip herkenbaar worden. Een van de officieren herkent op de „Zeven Provinciën" zijn broer, die even eens officier is bij de marine. Onder de bemanning heerscht eveneens agitatie bij de herkenning van kameraden. .Men rukt 'elkander den verrekijker uit de hand. t Aan boord van de „Zeven Provinciën" blijken sommigen reeds over den eersten schrik te zijn beengekomen, hetgeen afge leid kan worden uit hun houding tegen over de officieren, die met revolvers in de hand rondgaan, handen omhoog be velen en iedereen fouilleeren, waardoor weldra een groot aantal messen op een hoopje bijeenligt. Dit laatste bewijst, dat de sommatie om de wapens neer te gooien niet algemeen ten volle was opgevolgd. Een nieuw vlaggesein van den eskader- commandant instrueert den commandee renden officier van «De Zeven Provin ciën*, de Europeesche belhamels uit te zoeken en naar de «Evertsen* over te brengen, terwijl de Inheemsche belhamels naar den kruiser «Java» moeten worden gebracht. De doktoren leggen zoo snel mogelijk noodverbanden, terwijl ander personeel de zwaarst gewonden op brancards legt en in zeildoeken innaait. Er worden klee- den over gelegd, terwijl de hoofden wor den bedekt tegen het felle zonlicht in verband met de noodzaak, het transport in een open boot te doen geschieden. Daarin liggen weldra acht zulke bruine pakken, waaruit verminkte beenen ste ken; ook eenige gewonden, die nog loopen kunnen gaan mee. Er wordt een kort onderzoek gehouden, waaruit de voorloopige indruk ontstaat, dat zoowel de Europeesche als de lnlandsche leden vdn de beman ning aan de muiterij hebben mee gedaan. Dit wordt aan den eskadercommandant bericht. De sloep met gewonden vaart naaj.' de Plet Hein. Intussclien zwalkten de sloepen met gevangenen, waarin officieren, die met de revolver dreigen, hebben plaats genomen, op zee, in afwachting van het moment van hun inscheping op de voor hen bestemde schepen. Wij stappen over op de Piet Hein, teneinde Batavia zoo snel mogelijk te bereiken. Aan boord van de Piet Hein treffen wij den lichtgewonden luitenant ter zee 'der derde klasse De Vos van Steenwijk j aan, die slechts beenwonden heeft en die [de eenige is, die temidden van vele j anderen, ver van de plaats w aar de bom i viel, getroffen werd. Hij meent een schot achter zich te hebben gehoord, zoodat vermoed wordt, dat iemand door schrik zijn geweer heeft laten vallen of afgaan. Wij vroegen den heer De Vos van .Steenwijk in de eerste plaats naar het vallen van de bom zelf, waarbij hij ons mededeelde, w elk een ravage w as aange bracht. De schoorsteen werd doorzeefd en in een der tenten werd een gat gesla gen, waaruit de brand kan worden ver klaard. De luit. t. zee der 2e kl. Baron de Vos v. Steenwijk, die licht gewond werd. Op de commandobrug bevond zich de inheemsche mui ter-com mandant temidden van een deel van zijn muitende etat-major. Deze gansche groep werd wegge veegd. De commandant bevond zich onder de zwaar gewonden op de Piet Hein, op welk schip hij twee uur na zijn opneming in het hospitaal overleden is. De bom is gevallen juist achter de commandobrug. De linkervleugel van de commandobrug is totaal vernield. Ook het pantserdek werd beschadigd en hier werd de gevechtsradio vernield. De lichamèn van sommige gekwetsten werden als het ware uiteengescheurd. Er werden vele vleeschwonden geconstateerd en de zware bloedingen die men zag, gaven bovendien een ontstellend beeld van de uitwerking van de bom. Luitenant ter zee De Vos van Steenwijk had aan boord van het muiterschip niet aanstonds een aanval verwacht. Hij had echter wel begrepen, dat er iets zou ge beuren, ondanks het feit, dat de muiters lachend de meening hadden uitgesproken, dat ze stellig buiten schot zouden blijven. Na deze mededeelingen deed luitenant ter zee De Vos van Steenwijk het verhaal van de gebeurtenissen van het oogenblik af, toen hij op de reede van Oleh-leh, waar hij den avondloop deed, tijdens de wacht opmerkte, dat de Europeesche machinist Boschart met een aantal Inheemsche matro zen bezig was, de statietrap ln te balen. De heer De Vos van Steenwijk stelde den mannen de vraag wat dit beteekende. Hierop staakten zij onmiddellijk het in halen van de statietrap. Verder gebeurde er niets. Er was aldus vervolgde de heer Vos van Steenwijk zijn verhaal, nu eenmaal veel ontstemming, doch op ditoogenblik niet merkbaar meer dan gewoonlijk. Maar toen luitenant ter zee De Vos van Steenwijk reeds in zijn kooi lag, werd hij daar uitgehaald en voor een troep Inheemsche schepelingen geleid, die duidelijk den indruk maakten dat zij geen geweld in den zin hadden, mits de officieren beloofden dat zij dezelfde houding zouden aannemen. De muiters zetten aan dit verzoek kracht bij door het feit te releveeren.dat ze reeds twee jonge officieren, de luite nants ter zee Kooi en Stegeman, van hun bedden hadden gelicht, zoomede eenige Europeesche onderofficieren, die onmid dellijk gedood zouden worden zoodra een schot mocht worden gelost. De heer De Vos van Steenwijk ver klaarde, dat hij dien avond van alles had geprobeerd. Hij was verder vrij in zijn doen en {laten, doch hij moest het aanzien dat het j schip vertrok. Bij dit alles bleven in het officiers- kwartier 16 officieren, van wie de hoogste een luitenant ter zee tweede klasse was, doch de meesten luitenants ter zee derde klasse waren, voortleven zooals geivoon- lijk. Slechts op twee punten was er een af wijking van den gewonen gang van zaken, nl. door de feiten, dat de Europeesche onderofficieren en hun lnlandsche colle ga's zich allen bij hen voegden (de be diening door de hutjongens, de kok, enz. ging voort alsof er niets gebeurd was) en ten tweede de natuurlijk ellendige omstandigheid dat het schip reeds onder weg was, zoodat de officieren zich over geleverd voelden aan de muiters. Luitenant de Vos van Steenwijk heeft even de gelegenheid gehad om de radio te bedienen. Hij heeft toen den comman dant der marine te Soerabaja opgeroepen en het radiostation te Scheveningen, doch beide waren bezet. De officier werd toen door den Euro- Radio-programma Duitsch protest over de uitzen ding van een rede van een S.-D. Duitsche afgevaardigde door Hil- Hevige koude in het midden- Westen der Ver. Staten. Zes en dertig slachtoffers„7 Een Japansche vliegboot veron gelukt. Drie dooden2 Zeven dooden bij een ongeluk in een steengroeve bij Fletschees (Noord-Caroline)7 Treinbotsing bij Meppel. Geen persoonlijke ongevallen „2 Voorloopig geen terugkeer tot den gouden standaard in Enge land 1 Een pessimistische beschouwing van Herriot over den buitenland- 6 Schen toestand2 Roosevelt's standpunt inzake de oorlogsschulden Buitenlandsch Overzicht) 7 Mollison heeft den tocht over den Oceaan volbracht11 De Koningin keert uit Zwitser land terug in verband met de po litieke crisis6 De „Siantar" en de ,,Modjo- erto'' van de Rott. Lloyd worden verlengd en tot motorschepen verbouwdJ? 6 Ingrijpende onderwijsbezuiniging door concentratie van scholen 2 Fraude bij de firma Ruys Co.' te Rotterdam. Een bedrag van 80 duizend gulden verduisterd .„11 „De Zeven Provinciën is gisteren tot overgave gedwongen. Door de ontploffing van een bom, die op het dek werd geworpen, vielen 22 doodoen en 25 gewonden te be treuren .5 Omtrek nieuws „10 Marineberichten„12 Marktberichten „12 Aan de mededeelingen, die door den commandant van de zeemacht in de zitting van den Volksraad van gisteren zijn gedaan, is nog het volgende te ont- leenen als samenvatting van de gebeur tenissen aan boord van «De Zeven Provinciën*. Op Zaterdag 4 Februari j.1. te ongeveer tien uur des avonds is de muiterij aan boord van Hr. Ms. «De Zeven Provinciën* uitgebroken. Het schip lag toen geankerd op de reede van Olehleh. De commandant en een deel van de officieren, onderofficieren en de bemanning waren aan land toen de schepelingen, die aan boord waren achtergebleven, bezit namen van de ge weren, zich voorzagen van munitie en de officieren en onderofficieren overwel digden, nadat zij de lichten hadden uitgedraaid. De eerste berichten maakten er alleen melding van, dat de lnlandsche schepe lingen in muiterij waren gekomen, maar later kwam aan het licht, dat ook de Europeesche schepe lingen aan de muiterij deel name n. Het schip moet de reede van Olehleli om ongeveer twee uur in den Zondag morgen verlaten hebben en werd ander half uur later gevolgd dcor den gouver- nementsstoomer «Aldebaran*, aan boord waarvan zich de commandant van «De Zeven Provinciën», de kapitein-luitenant ter zee P. Eikenboom, bevond met ver scheidene officieren en schepelingen, gewapend met karabijnen. Onmiddellijk daarna kwam de «Aldebaran» dicht genoeg bij «De Zeven Provinciën», dat verbinding door middel van vlagge- signalen mogelijk was. De commandant van «De Zeven Provinciën* trachtte in verbinding te komen met zijn schip, dat echter absoluut weigerde, w elke w eigering begeleid werd door bedreigingen. Hierop heeft de «Aldebaran* den afstand met »I)e Zeven Provinciën* vergroot en zij vervolgde het schip langs de Westkust van Sumatra, gedurende al dien tijd de autoriteiteu op de hoogte stellende van de positie. De officieele rapporten houden in, dat zich aan boord van het muiterschip be vonden 16 officieren. 9 Europeesche en 3 inlandsche onderofficieren, 44 Euro peesche korporaals en minderen en 184 Tnheemsche korporaals en minderen. Inmiddels waren de autoriteiten en scheepvaartmij. gewaarschuwd. De eska dercommandant, die zich met de kruiser „Java" en de torpedobootjagers „Evert sen" en „Piet Hein" op de reede van Bonthain (Celebes) bevond, kreeg order om zoo spoedig mogelijk naar Tandjong- Priok te vertrekken. De commandant dei- marine te Soerabaja kreeg order om twee onderzeebooten uit te rusten met oorlogs torpedo's en deze beide schepen in ge reedheid te houden voor uitvaren. Tege lijkertijd kreeg de commandant order om drie Dornier-Wal-vliegbooten gereed te maken, geladen met bommen en deze naar T'andjong-Priok te zenden. De scheepvaartmaatschappijen kregen het advies om hunne schepen eenigen tijd in Sabang aan te houden en hunne schepen op veiligen afstand te doen blijven, wanneer zij in het gezicht mochten komen van het muitende oorlogsschip. Deze schepen kregen ook een waarschu wing door de draadlooze telegraaf. De gouverneur van Sumatra's Oostkust te Medan en de residenten van Sumatra's Westkust en Tapanoeli kregen telegra fisch waarschuwing met het oog op de voorzorgsmaatregelen die onmiddellijk genomen moesten worden. Voorts kregen de Nederlandsehe consulaire ambtenaren te Colombo, Penang en Singapore bericht omtrent het gebeurde, met het verzoek, om de locale autoriteiten te waarschuwen. Op 5 Februari te vier uur 30 des na middags werd een draadloos bericht, opgepikt van de muiters, waarin ver klaard werd, dat het reisdoel van het schip Soerabaja was en de bedoeling van de actie de vrijheid te verkrijgen van de te Soerabaja gearresteerde marinesche pelingen. Voorts gaven zq hun voornemen te kennen, om koopvaardijschepen te berooven, indien zij die mochten tegen komen, voor het geval zij gebrek aan voedsel zouden hebben. Deze en dergelijke telegrammen, die natuurlijk onbeantwoord bleven, werden met eenige variatie uitgezonden, maar opgemerkt werd, dat de minof meer bombastische stijl van de aan vankelijke telegrammen op den duur g e w ij z i g d werd. Een complicatie deed zich voor in ver band met de geringe brandstofvoorraad van de „Aldebaran''. Hierdoor was eer dere aflossing door de „Eridanus" nood zakelijk, welk schip gestationneerd was te Padang en bovendien uit vrees dat in verband met de groote afstanden (ver sterking?) niet tijdig zou kunnen plaats hebben. De hulp ven de Kon. Paket- vaart Mij. werd ingeroepen. Men verzocht haar om haar stoomschip „Heemskerk", dat op 6 Februari in de morgenuren te Singkel w erd verwacht, tijdelijk ter be schikking te willen'stellen van de regee ring, totdat de „Eridanus" aangekomen zou zijn. Aangezien de „De Zeven Provinciën" haar koers later veranderde en bewesten het eiland Simaloer voer en aangezien de „Heemskerk" geen radio-installatie aan boord had, ontmoette laatstgenoemd schip de „Aldebaran" niet. Dit heeft echter geen ongunstige gevolgen gehad. De „Aldebaran", die het bevel had, om tot het uiterste vol te houden, werd af gelost door de „Eridanus" en zulks bijtijds. Eerstgenoemd schip voer toen naar Padang en keerde vervolgensnaarOIehleh terug. Later, in de avonduren van 9 Fe bruari, werd de „Eridanus" afgelost dooi de „Orion", die uit Tandjong-Priok was gekomen. Natuur lijk was het noodza kelijk een einde te maken aan de reis van het muiterschip, en wel zoo spoedig mogelijk. Verscheidene moeilijkheden deden zich voor en één daarvan was het feit, dat de meest nabije marine-krachten op ongeveer 1500 mijlen weg waren, terwijl het eska der zich Ie Bonthain op een afstand van 2000 mijlen bevond. Daarom kwam een snelle actie van vliegtuigen, gewa pend met bommen, het eerst in aanmerking. Brandstofvoorziening van deze vlieg tuigen was noodzakelijk en daarvoor zijn onmiddellijk maatregelen getroffen. Ben zine en olie zijn altijd in voorraad te Tandjong-Priok en Padang. Voor de zwaargeiaden vliegtuigen w-as extra brand stofvoorziening tusschen 'Tandjong-Priok en Emmahaven noodzakelijk, en daarom werd brandstof en olie gezonden naar Oosthaven. Zuid-Sumatra, uit Tandjong- Priok en naar de Veecaersbaai op het Zuidelijk Papagaaien-eiland uit Padang. Men oordeelde een bomaanval zonder meer niet aan te raden. Ofschoon „De Zeven Provinciën" niet modern is, beeft het schip eeD zware bewapening. Een mislukte of slechts half ge slaagde aanval moest voorko men worden. Toch was het voor de vêrdediging van Padang noodig om daarheen vliegtuigen te zenden uit Soe rabaja. De mijnenlegger „Gouden Leeuw", die onlangs te Tandjong Priok was aan gekomen uit Nederland, was ter be schikking van 'de marine-autoriteiten, maar het schip was te licht bewapend om aan een eventueele sommatie kracht bij te zetten. Toch werd dit schip 6 Fe bruari naar de Westkust van Sumatra peesclien machinist Boschart van de radio verwijderd. Toen hij dit vertelde, zeide de heer De Vos van Steenwijk: „Nu zal men de vraag stellen: waarom hebben jullie niet een flinken bloedplas gemaakt? maar alle omstandigheden waren tegen. Wij hadden op het critieke moment geen leiding, we hadden geen contact, we trachtten ieder op onze eigen gelegenheid iets te be ginnen. Wij hebben ook gezonden voor eventueele assistentie. Voorzorgen en maatregelen voor Pa dang waren inderdaad noodzakelijk, aan gezien, indien de «Zeven Provinciën* haar oorspronkelijke route had vervolgd, een actie tegen die stad zou kunnen hebben plaats vinden. De eerste groep Dornier-Walvliegbooten vertrok uit Soe rabaja in den morgen van 6 Februari, volkomen uitgerust, en arriveerde te Tandjong-Priok in den namiddag van denzelfden dag. Vandaar vertrok zij op 7 Februari via Oosthaven en de Veec- kersbaai naar Padang. Intusschen had de «Zeven Provinciën» haar koers gewijzigd en voer Bewesten de eilanden. Indien het muiterschip Pa dang genaderd zou h'ebben, zou een bom aanval hebben plaats gehad na de som matie«Wijzig uw koers». Toen het oorlogsschip Padang voorbij was gevaren, werd het vliegtuig teruggeroepen naar Oosthaven, zoodra het gevaar beschouwd werd als geweken. De «Gouden Leeuw» verliet Emmahaven op 8 Febr. 's morgens en voegde zich bij de «Eridanus» op den avond van denzelfden dag. Verdere concentratie van marine-een heden had van dat oogenblik af gere- geld plaats. Op 8 Febr. arriveerde del tweede groep Dornier Wal vliegbooten te Tandjong-Priok, op 9 Februari gevolgd j door een derde groep bommenwerpers. De concentratie van luchtstrijdmiddelen, die beschouwd werd als een noodzake- j lijke voor-actie, was voltooid op 9 Febr.' te Oosthaven. De onderzeebooten KVII en K XI met oorlogstorpedo's verlieten Soerabaja op 6 Febr. en arriveerden op 8 Febr. te Tandjong-Priok. Vandaar gingen zij naar Straat Soenda op denzelfden avond. Het eskader, be staande uit de kruisers Java, de torpedo bootjagers Evertsen en Piet Hein, arri veerde 7 Februari te Soerabaja teneinde het lnlandsche deel der bemanning voor een deel te vervangen door Europeanen. Dit deel werd n.1. beschouwd als onbe trouwbaar. Terzelfder tijd werd de brand stofvoorraad aangevuld. Het eskader kon denzelfden dag naar Priok vertrekken en ankerde in den avond van 8 Februari op de reede van Priok. Na een bespreking tusschen vlootvoogd en eskadercomman dant verlieten de schepen de reede in den morgen van 9 Februari naar Straat Soenda. Het was 's morgens negen uur, toen de eerste sommatie door de vliegbooten plaats had met het gevolg zooals dat hierboven is weergegeven. De 18-jarige tamboer 2e klasse Pieter Bakker die om het leven kwam. eenmaal een kleine verzetsactie gevoerd, maar toen is er onmiddellijk door de muiters op ons geschoten; bij die gelegen heid werd echter niemand geraakt. We beseften toen wederom, dat twee collega's hierdoor een zekeren dood zouden vinden en dat de Europeesche onderofficieren eveneens zouden worden vermoord, een consequentie, welke wij niet voor onze rekening hebben genomen. Er w-as nog een ander beletsel; één onzer had zich in conferentie met de muiters begeven en bij die gelegenheid onder den indruk van doodsbedreiging aau de gijzelaars het eerewoord gepasseerd na mens de officieren, dat zij geen gewapend verzet zouden plegen. Nu kunt ge daar verder over denken zooals ge wilt. Wij waren in omstandig heden die men zich onmogelijk kan in denken, omstandigheden, die men beleefd moet hebben om ze te kunnen begrijpen. Wij vroegen den jongen zee-officier: maar hebt ge niet al die dagen in een hel geleefd? Hij antw oordde ons hierop met de mede- deeling dat hem re-ds Maandag door den Europeeschen machinist Boschart het bericht was getoond dat het eskader De Zeven Provinciën tegemoet voer, met de bedoeling om zonder slag of stoot den ouden toestand te herstellen. Hij voegde daarbij dat deze Boschart bovendien reeds toen genoeg scheen te hebben van de demonstratie. Deze verloor door zijn overreding om er nu maar mee uit te scheiden zijn in vloed over de anderen en nam van dat tijdstip af een andere houding aan, ter wijl de eigenlijke muiters consequent voortgingen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1933 | | pagina 5