Het practisehe huis. We koken de aardappelen met het zout gaar, malen of stampen ze fijn en vermengen ze met de melk, noot en 50 gram gesmolten boter, waarna wij ze, om luchtiger te krijgen, nog even flink opkloppen. De kool wordt in wa ter met zout gaar gekookt en gehakt, terwijl we het gehakt aanmaken met het in water geweekte brood, zonder korst, dat flink uitgeknepen wordt en vermengd met peper en zout; is dit alles goed door elkaar gekneed, dan smelten we het restje boter en smoren hierin het gehakt gedurende 20 min. Een flinke vuurvaste schotel wordt met boter ingevet en hierin komen laag om laag, aardappelen, kool en vleesch. De laatste laag moet uit purée bestaan en flink bestrooid wor den met paneermeel en stukjes boter, daarna gedurende drie kwartier in den oven geplaatst worden. De tutti-frutti, die we als toespijs eten, wordt tevoren in lauw water gewassclien en in ruim water geweekt. Den volgenden dag wordt liet met het veekvater en de suiker opgezet, gedurende ongeveer 15 min. wordt het heel zachtjes ge kookt, daarna scheppen wij de vruch ten in een glazen schaal, binden het vocht, dat nog over is en gieten het over de vruchten. Op 500 gram tutti-frutti wordt ruim 100 gram suiker gerekend. Gaarna zal ik belangstellende lezeres sen, indien postzegel wordt ingesloten, op hare „Keukenvragen" antwoorden. Redactrice „Onze Keuken" Hofzichtlaan 4, 's Gravenhage. HET BESTELLEN VAN PATRONEN De prijs onzer patronen is verlaagd tot 0.58 voor japonnen, 0.48 voor kinderkleeding en 0.40 voor enkele rok of blouse. Men kan het bedrag in postzegels of per postwissel overma ken aan de Moderedactrice, Muzen- straat 5 B, den Haag. U kunt ook gi- reeren op girorekening 191919 ten name van den Knippatronendienst te den Haag. Voor uitstekenden pasvorm wordt ingestaan, indien buste- en heupwijdte duidelijk worden vermeld. Onze Practisch Modeblad wordt met de patronen kosteloos medegezonden. Middagjapon. (7771) Craquelé, wol met zijde, bouclé en andere wollen weefsels leenen zich bij uitstek voor dit moderne japonnetje. Het bestaat uit een bovengedeelte met apart opgestikt puntig toeloopend on derstuk, zoowel aan vóór- als rugzijde; de elegante zesbaans rok laat ons schuine lijnen zien, die eveneens dicht langs den kant worden opgestikt, ter wijl de zijnaden op de gewone wijze aan de binnenzijde, dus als blinde na den, worden afgewerkt. 7771 1 Een klein rond kraagje, naar het midden vóór smal toeloopend, maken we van \vit_ crème of zacht gekleurde crêpe de chine of georgette, hetgeen afhangt van de kleur van het mate riaal dat we kiezen. Om gemakkelijker in de ja non te komen moeten we mid denvoor een klein split je maken, het geen bedekt wordt door een aardige strik. De mouw is zeer modern, en bestaat uit een glad aangesloten mouw, waar over een hooge kap is aangebracht, die aan de bovenzijde uitstaat en van binnen gevoerd wordt met de garnee ring van den kraag. Het is in het dra gen wèl zoo practisch om de punten van de mouw vast te zetten met een klein fantasieknoopje. Patronen verkrijgbaar tot en met maat 48. Prijs 0.58. Gekleede japon. Ook voor gezette figuren. (Nr. 821.) Aangezien voor de meer gezette da mes speciale zorg aan de lijn der ja ponnen moet worden besteed, hebben wij dit zeer goed kleedende model laten ontwerpen. Voor deze japon zijn verschillende mogelijkheden. Ons model geeft een zwartzijden japon met een witzijden bovenstuk, dat echter evenzeer in een mooie tint groen gekozen kan worden Ox ook wel, hetgeen zeer modern is, van zijde, met een heel klein bloempje bewerkt. Andere kleurcombinaties zijn ook wel zeer mogelijk, mits vooral re kening gehouden wordt met het har monieeren der kleuren. Heel veel worden de gekleede japon nen van een mooie wollen stof ge maakt, waarbij men dan toch een zij den bovenstuk kan nemen. Het voor deel dezer japon is, dat men haar met weinig kosten later weer kan veran deren door er een ander bovenstuk op te maken, dat in kleur geheel en al afwijkt van het eerste. Het bovenstuk der japon loopt over het voorpand schuin naar beneden, terwijl het zich als een pas voortzet over de nauwsluitende mouw en rug. Op het voorpand en aan de mouwep zijn kleine knoopjes gezet. De rok heeft een diagonaalsgewijze geknipt bovenstuk, dat naar het midden achter zeer laag uitloopt en waaraan een klokrok is gezet. Voor een middelmaat is voor deze japon noodig ongeveer 3f/s m van 100 cm breed en voor het bovengedeelte 75 cm, ook van 100 cm breed. De japon is geschikt voor de maten 42—52. Prijs 0 58. Een prachtig model. Voor zware figuren. (A 2.) Gedurende langen tijd hebben wij geen modellen meer afgedrukt van een goede japon voor zware figuren. Nu wij van vele zijden wederom het ver zoek hebben gekregen, eens een zeer goed model voor de meer gezette vrouw te plaatsen, voldoen wij hieraan met genoegen. Ook u zal ongetwijfeld deze japon wel bevallen, vooral omdat het maken ervan buitengewoon gemakkelijk is. Deze japon, met aansluitend boven gedeelte, heeft een vrij laag aange zette klokrok, waardoor het figuur zeer goed tot zijn recht komt. Tn de taille zijn midden vóór, achter en op zijde aan de binnenzijde dwarse plooitjes gestikt, die meer vorm aan liet geheel geven, terwijl het boven stuk dicht langs de kant op den klok- kenden rok gestikt wordt. Indien zwart craquelé of een ander soepel wollen weefsel gekozen wordt, zouden wij hierbij een zwart zijden shawl kraag en manchetten aanraden. Willen we het geheel gekleeder maken dan is dun wollen georgette hiervoor zeer geschikt, terwijl wij uit de shawl kraag die eveneens van dit weefsel ge maakt wordt, en uit de manchetten een smalle plissé laten komen, die aan den buitenkant, evenals de jabot, geajouvd wordt. In de halsopening komt een kanten vestje, waarvoor wij een vierde meter breede kant noodig hebben, die we aan de rafelkanten zomen en op de onder jurk vastspelden. Met genoegen stellen wij patronen beschikbaar in de gangbare mater, tot en met maat 52, terwijl wij ook zwaar dere dames, indien zij ons de juiste buste- en heupwijdte opgeven, gaarne zullen helpen. Bijgaande kast is zeer practisch om allerlei werkgereedsehap in op te ber gen indien men slechts over beperkte woon en ruimte beschikt. Hij bestaat uit een eenvoudige langwerpige kist, die niet een paar krammen tegen den muur is bevestigd en van binnen met een of andere frissohe tint is geverfd. De buitenkant is overtrokken met cre tonne, terwijl aan den voorkant een rol gordijn den inhoud aan nieuwsgierige blikken onttrekt. De wasoli-poef is in bijna ieder gezin onmisbaar, maar zeker wel voor hen, die zeer klein behuisd zijn en geen zcl- -fc>. der hebben, waar de vuile wasch in een mand bewaard kan worden. Onze poef ziet er als hij gei'eed is zoo aardig uit, dat hij in iedere slaapkamer geplaatst kan worden en is oorspronkelijk niets anders dan een zeepvaatje. zooals men die bii den kruidenier ziet staan. Het tonnetje zelf wordt aan de buiten zijde strak overtrokken met cretonne, nadat bet van binnen met een streekje lakverf wat is opgeknapt. Noodig is dit niet, maar het is gemakkelijker, want de binnenkant kan dan van tüd tot tijd eens met een sopje uitgenomen worden. De deksel wordt opgevuld met zeegras of kapok, waaroverheen het cretonne komt, dat langs een buitenomtrek wordt vastgespijkerd en afgewerkt met een smal strookje. HET LEVEN IS NIET WREED, MAAR WIJ ZIJN NIET STERK GENOEG. Wat wij gewoonlijk als rijp heid bij den mensch te zien krijgen is berustende verstan delijkheid. Zoo dikwijls hooren wij mensehen spreken over hun jeugd, als over een „gulden tijd". Toen hadden ze nog idealen, ze ge loofden in het goede, in rechtvaardig heid en waarheid. Ze zien daarop terug en zuchten. Ja, 't was mooi; konden zij het nog eens beleven! Maar dan zouden ze weer jong, onervaren en dom moeten worden. Nu zijn ze oud en wijs, door het leven gerijpt. Ze wc-ten nu beter. Ze nemen het aan als iets heel gewoons, dat idealen en hoopvol verwachten bij de jeugd hooren. Het leven mooi en licht zien komt voort uit onverstand. Ze probeeren ook de hen omringen de jeugd voor te bereiden op de ko mende teleurstellingen. Ze luisteren hoofdschuddend en medelijdend toe als jongeren hun vol geestdrift hun toekomstplannen vertellen. „Die arme, domme menschen", denken ze, „laten we ze toch waarschuwen". Is het dan werkelijk zoo natuurlijk als we onze jeugd-idealen verliezen? Moet het leven ons dan ontgoochelen? We zouden dan het leven zoo zien: een verwachten, hopen en opbouwen; dan teleurstelling, mislukking; en ten slotte een weemoedig terugzien op een blijde jeugd, een berusten in 's levens wreedheid. Nee, zoo kan liet niet zijn! En als wij het zoo zien, dan ligt dat niet aan het leven, maar aan ons. Het leven komt en beproeft onze ide alen. Het komt niet om ze te verni ti- gen. juist om ze te versterken. Het roept ons op ter verdediging. Maar als wij niet sterk zijn', dan verdedigen wij niet, dan geven we da delijk over. Dan noemen we het leven wreed, maar we zijn zelf laf. Eerst zijn we nog opstandig, dan be rusten we maar. En ons leven gaat verloren. Het leven heeft er geen schuld aan, dat onze blijde jeugd verloren ging. Wij zelf dragen alle schuld. Het is heel moeilijk onze blijheid, onze idealen te bewaren. We zullen er dikwijls in te kort schieten. Maar wijt dat tekort dan aan uzelf en niet aan het leven. Vind het. natuurlijk, dat hst zoo met u gegaan is en ontneem jonge menschen al niet bij voorbaat den lust tot den strijd. Het is niet „verstandig" geen idealen te hebben en zeker niet „dom" ze wel te hebben. Ge kunt jonge menschen voorberei den op de moeilijkheden, die hen wach ten. Maar probeer ze niet hun kost baarste bezit af te nemen. Hun idealen. De idealen, die ook gij had moeten behouden! Dr. Jos. de Cock. EEN WINTERVERLANGEN. In wintertijd heb ik zoo'n veralangen naar duinen, hemel-stil en onontwijd, geheel door lentelicht omvangen, golvend tot in verre oneindigheid. En voor mij 't wijde zeegezicht, waarin met traag en eeuwig wieglen zich, gansch doordrenkt van zonnelicht, de blauwe, eindloos-diepe luchten spierden. Rond mij doet de wind het helm bewegen in stille-vreugde-siddering, bij het ontvangen van den zonlichtregen, een al-omvattende schittering. De lentewind vleit langs mijn heet gelaat, o God, hij streelt me heerlijk-zacht, t Is of de Lente om mij haar armen slaat en met haar oogen mij zoet-tegenlacht; haar lippen-raking geeft tn' een zaligheid, die iets in 't diepste van ziel doet beven, en vveggedeinsd naar mensch-vergetenheid heeft mij haar goud-gcluksdroom heel omweven. Karei ten Hove.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1933 | | pagina 16