Ruwe handen
NIEUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA
Buitenlandsch overzicht.
IS ALTIJD
China en Japan.
De melodieuse Dood.
DONDERDAG 23 FEBRUARI 1933
61ste JAARGANG
Het Japansch-Chineesche geschil voor tien Volkenraad.-
Lord Lytton spreekt over de toekomst van Azië. -
Rusland gaat zich sterker bewapenen.
OOK VOOR DAMES
Doos 30 en 60ct.
De muiterij op
„De Zeven Provinciën".
5)
IMO. 7240. EERSTE BLAD
COURANT
Abonnement per 3 maanden bij vooruitbet.: Heldersche Courant f 1.50; voor
Koegras, Anna Paulowna, Breezand, Wieringenen Texel f 1.65;binnen
land f 2.—, NederL Oost- en West Indië per zeepost f 2.10, idem per
mail en overige landen f 3.20 Losse nos. 4et.fr.p.p.6ct. Zondagsblad
resp. f 0.50 f 0.70, f 0.70,f 1.— Modeblad resp. f 1.20, f 1.50, f 1.50, fl.70.
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag.
Redacteur: P. C. DE BOER.
Uitgave N.V. Drukkerij v/h C. DE BOER Jr.
Bureau: Koningstraat 78 Telefoon: 50 en 412
Post-Girorekening No. 16066.
ADVERTENTIËN:
20 ct. per regel (gaijard). Lngez. meded. (kolombreedte als redaction.
tekst) dubbele prijs. Kleine advertentiën (gevraagd, te koop, te huur)
van 1 t/m. 3 regels 40 ct., elke regel meei 10 ct. bij vooruitbetaling (adres
Bureau v. d. blad en met br. onder no. 10 ct. p. adv. extra) Bewijsno. 4 ct.
China en Japan, het vraagstuk van dit
oogenblik, dat door heel de wereld met
de grootste belangstelling gevolgd wordt,
vooral nu de toestand opnieuw zoo ern
stig gespannen is geworden door het
optreden van Japan in de Chineesehe
provincie Jehol. De commissie van ne
gentien heeft nu duidelijk in haar rap
port gezegd hoe zij over het Japansclie
optreden denkt, het antwoord van Japan
daarop is niet minder duidelijk, wat
blijkt uit een verklaring van den Japan-
schen gedelegeerde in de buitengewone
Volkenbondsvergadering, gedaan aan de
pers. Wij vinden deze verklaring in de
groote bladen en vermelden er het vol
gende uit:
Er zijn, zoo verklaart zij, verschillende
gronden in het rapport, die Japan niet
als vaststelling der feiten kan aanvaar
den.
Hierop volgen de oude argumenten dat
de oorzaak van het uitbreken van het
conflict gelegen is in het feit, dat China
geen centraal gezaghebbende regeering
bezit en dat zij deze ook niet spoedig zal
verkrijgen. Japan kan niet wachten tot
dat deze drooinen waarop de oplossing
van het rapport-Lytton gebaseerd is, een
maal verwezenlijkt zullen worden.
Verder wijst het memorandum op de
anti-vreemdelingenpolitiek van China en
boycott, die het tegen Japan heeft toe
gepast. Japan heeft geenszins de bedoe
ling gehad om Mantsjoerije aan de sou-
vereiniteit van China te onttrekken.
Voor 15 September 1932, d.w.z. voor de
onafhankelijkheidsverklaring van Mants-
sjoerije, was de Japansche actie een
handeling voor de verdediging van zijn
landgenooten. Deze handeling was nood
zakelijk, gezien de condities die in China
heerschen. Hierna is deze handeling het
gevolg geweest van het verdrag, dat Ja
pan en Mantsjoekwo gesloten hebben en
Japan kan onmogelijk op dit verdrag
terug komen.
Japan, zoo verklaart liet memorandum,
heeft de taak den vrede en orde in het
Verre Oosten te handhaven en de aanne
ming door Japan van het ontwerp-rapport
zou stellig onrust en wanorde in het
verre Oosten ten gevolge hebben.
Verder verzekert de Japansche delega
tie nogmaals, dat zij ten volle de interna
tionale verdragen eerbiedigt doch deze
zijn van algemeenen aard en in de prac-
tijk moet met den feitelijken toestand
rekening gehouden worden.
Volgens Japan had de Volkenbond een
dergelijke houding moeten aannemen.
Tenslotte vraagt de Japansche delega
tie de leden van den Volkenbond eens
goed de ernst van de handeling, die zij
gaat ondernemen, onder de oogen te zien.
Zij vraagt zich af, of de leden van den
Volkenbond wel zeker zijn, dat zij vol
doende kennis hebben van alle feiten en
van den historischen achtergrond. Het
ontwerp-rapport is voornamel. gebaseerd
op het rapport vn de commissie-Lytton,
doch deze commissie heeft slechts zes we
ken in Mantsjoerije en 35 weken in Chi
na vertoefd. Daarom acht de Japansche
delegatie met allen eerbied voor het vol
brachte werk het rapport van de com
missie-Lytton geen document, waarop
eindbeslissingen gebaseerd kunnen wor
den.
Het geval voor den Volkenbondsraad.
Uit de laatste alinea, hierboven ver
meldt, blijkt wel, dat Japan bezorgd is
voor de gevolgen van zyn optreden. Er
is natuurlijk met geen mogelijkheid te
zeggen tot welke maatregelen de mo
gendheden zullen overgaan als Japan
alle verzoeningspogingen in den wind
blijft slaan. Voor een boycotbeweging
heeft lord Lytton, de samensteller van
liet rapport reeds gewaarschuwd, omdat
daarmee de onschuldige Japansche be-
Ivolking getroffen wordt, terwijl de re-
geering de schuldige is. Het zal wel
moeilijk zijn zulke maatregelen te nemen,
dat de stichters van het onheil worden
getroffen. En dan moeten het natuurlijk
onbloedige maatregelen zijn. Zoo werd
voorgesteld geen oorlogsmateriaal en
geen leeningen aan Japan toe te staan.
Men zou dergelijke maatreglen niet an
ders dan toe kunnen juichen, al vreezen
we hevig verzet van de wapenleveran
ciers en anderen, die zich met een oorlog
rijk maken, 't Is droevig, maar waar.
De een z'n bloedbad Is den ander
z'n goudbad
Zal Japan uit den Volkenbond gaan?
(Het Fransche oorlogsindustrie-concern
SchneiderCreusot, mede-vennoot van de
Boheemsehe Skodawerken, honoreert voor
het boekjaar 1931—'32 zijn aandeelenkapi
taal van 100 millioen Fransche francs
met 25 pet.).
(„Nebelspalter").
Doch terzake. De Chineesc-hJapan
sche kwestie is Dinsdag voor de buiten-
gewone Volkenbondsvergadering behan
deld.
De bijeenkomst was uiterst kort, Voor
zitter Heymans gaf een overzicht van
hetgeen de commissie van 19 gedaan
heetf sedert de Volkenbondsvergadering
I van 9 December haar opdracht had ge
geven voorstellen in het belang van een
regeling van het Chineesch-Japansche
geschil zoo spoedig mogelijk aan de Vol
kenbondsvergadering voor te leggen
De verigadering heeft weinig behan
deld en voor de talrijke toeschouwers was
De Japansche Volkenbondsvertegen-
wordiger Nagaoka.
er geen sensatie, want, zoo lezen we ver
der in het verslag, ten einde in dit ern
stige uur iederen schijn zelfs van over
haasting te vermijden, stelde Hymans
voor dat de Volkenbondsvergadering tot
Vrijdag zou worden verdaagd en dat dan
eerst de bespreking van het rapport zou
aanvangen. Zonder eenige opmerking
werd dit voorstel aanvaard.
m
Lord Lytton over de toekomst van
Azië. Lord Lytton, wiens naam hierbo
ven reeds werd genoemd als samenstel
ler van het rapport over de Chineesch- j
Japansche kwestie, en die dus wel als
een autoriteit mag worden beschouwd in
de Oostersche problemen, heeft, naar de
Nw. Rott. Crt. meldt, aan de Sorbonne,'
voor de nieuwe School voor den Vrede,
die onder voorzitterschap staat van Paul
Teynaud, een lezing gehouden over het
onderwerp „de toekomst van Azië", waar
in hij het voornaamste probleem van het
oogenblik besprak, zooals die zich ont
wikkelen door de evolutie van Japan,
China en Britsch-lndië. Lord Lytton
stelde in het licht, het op Japan druk
kende gebrek aan evenwicht, ontstaan
door een te snelle economische ontwik- j
keling des lands, welke niet gepaard
ging met een aanpassing van de politieke;
opvattingen aan de moderne behoeften.1
Vervolgens besprak hij de wanorde,, die
heerscht in den z.g. Chineeschen chaos,
die ondanks het gezag van de centrale
regeering heeft kunnen ontstaan, waar
tegenover de ontzaggelijke hulpbronnen
der bevolking staan er ging tenslotte
over tot behandeling van Britsch-lndië, j
waarbij spr. wees op de tegenstelling, die
er besond tusschen de mystieke driften
der Indiërs naar een volmaakter toe
komst en de tegenwoordige moeilijkhe
den, die de bewoners van Indië in oeco
nomiseh, sociaal en godsdienstig opzicht
onder oogen moeten zien. Eén ding is
zeker, aldus Lord Lytton, de betrekkin- j
gen tusschen Azië, Europa en Amerika
moeten nauwer worden. Wanneer onze
beschaving wil blijven bestaan, moet zij
worden gebaseerd op een basis van in
ternationale samenwerking. Nationalisme
was een in het oog springende trek van
de negentiende eeuw, het internationalis
me is het probleenj van de twintigste
eeuw, waarbij gekozen zal moeten wor
den tusschen twee opvattingen van inter
nationale maatschappijen: Genève of
Moskou. De Volkenhond kan geen com
promissen aanvaarden, inzake de prin
cipes, die hij heeft opgesteld en alleen de
Volkenbond kan zijn eigen pact uitleg
gen. Met eenigen goeden wil, aldus ten
slotte Lord Lytton, kunnen de geschillen
worden bijgelegd.
Rusland wil zich wapenen, 't Is heusch
uit onverwachte bron en geen tenden-
tieuse berichtgeving. Molotof, een onver-
valschte bolsjewiek, heeft het in een rede
te Moskou gezegd. „Wij moeten onze
legers zoodanig wapenen", zoo zeide hij,
„dat onze vijanden zich tweemaal beden
ken, alvorens de Sowjetgrens te over
schrijden".
De bolsjewieken houden zich niet bezig
inet voorspelling van de toekomst, voegde
hij er aan toe, zinspelend op den tegen-
woordigen internationalen toestand, maar
er is één ding, wat we vast en zeker
weten, namelijk, dat we niet overvallen
wenschen te worden en we zullen niet toe
staan, dat dat gebeurt. Het afgeloopen
jaar heeft ons opnieuw aan de noodzake
lijkheid herinnerd om bijzonder te waken
voor de gevaren van buiten. Zekere staat,
die ook grensgebieden van ons omvat,
heeft groote weerspannigheid getoond
ten aanzien van ons aanbod om een non-
agressieverdrag te sluiten. Dit is zeer
zeker geen bewijs van vreedzame bedoe
lingen. Wij moeten oeconomische belan
gen opofferen en meer aandacht besteden
aan de wapenproductie en de verdediging
van ons land. De toenemende interne in
eenstorting van de burgerlijke landen zal
wellicht bepaalde staten er toe leiden de
aandacht van de groote massa van hun
eigen moeilijkheden af te leiden door een
ontknooping te verschaffen door middel
van een nieuwen gewapenden aanval op
de Sovjetunie. In het bijzonder de Roode
legers in het Westen en het Vérre Oosten
moeten waakzaam aan de grenzen staan.
Wij zijn niet bang voor de bedreigingen
van de militaire imperialistische heer en.
Wij moeten de interventionisten waar
schuwen, dat een aanval op de Sovjet
unie even gemakkelijk kan geschieden als
in het verleden.
HEI' BELGISCHE KABINET VOOR
DE KAMER.
Een motie van vertrouwen met
9476 stemmen aangenomen.
De correspondent van de „Nw. Rott,
Crt." te Brussel meldt Dinsdagavond:
Het kabinet-de Brocquevijle is Dinsdag-
middag ongewijzigd voor de Kamer ver
schenen. Temidden van de grootste stilte
legde de minister-president namens de
regeering een verklaring af.
Om 5 uur werd bij appel nominaal over
de katholiek-liberale motie van verti'ou-
wen in de regeering gestemd. Deze motie
werd aangenomen met 94r—76 stemmen en
1 onthouding. Tegen stemden al de aan
wezige socialisten, de Vlaamsoh-nationa-
listen, de communisten en 1 liberaal.
OORLOGSVERKLARING VAN
PARAGUAY AAN BOLIVL<\?
Naar Havas uit Assuncion verneemt, zal
de regeering van Paraguay het Con
gres in dringende zitting bijeenroepen ten
einde de goedkeuring te verkrijgen tot
een oorlogsverklaring aan Bolivia. Men
wil op deze wijze den toestand verduide
lijken en de andere landen in de gelegen
heid stellen hun houding te bepalen.
DE JAPANSCHE OORLOGSVLOOT.
De Japansche oorlogsvloot heeft
naar beweerd wordt opdracht gekrc
gen zich voor alle gebeurtenissen ge
reed te houden.
MISLUKTE AANSLAG OP DEN
OUDEN JAPANSCHEN STAATSMAN
OZAKI.
Ondanks de genomen voorzorgsmaat
regelen hebben twee jonge reactionairen
Dinsdag te Kobe gepoogd een aanslag
te plegen op den ouden Japanschen
staatsman Yukio Ozaki, toen hij daar uit
Londen arriveerde. De radicale nationa:
listen hadden van te voren bedreigingen
geuit tegen Ozaki, wegens bepaalde, naar
het heette onpatriottische uitlatingen die
hij tijdens zijn bezoek aan Londen ge
daan zou hebben. De beide aanvallers
werden dadelijk gearresteerd.
De keizer keurt de politiek van
Oetsjida goed.
Officieus wordt medegedeeld, dat de Ja
pansche keizer de politiek van den minis
ter van buitenlandsche zaken, Oetsjida,
volkomen heeft goedgekeurd. Ook de mili
taire maatregelen tegen de provincie
Jehol zijn door den keizer goedgekeurd.
Het Japansche offensief in Jehol.
Het bericht omtrent de eerste
groote gevechten wordt bevestigd.
Tsjaojang, waar gevochten wordt, ligt
ongeveer 80 km ten Noordwesten van
Tsjintsjou, waar de 29ste Chineesehe bri
gade sedert Zaterdag gestationneerd is.
Van betrouwbare zijde verneemt men
uit Genève, dat blijkens Maandagnacht
aldaar ontvangen berichten Japansche en
Mantsjoerijsche troepen ter sterkte van
30.000 man, de gevechten tegen de Chi
neesehe troepen nabij Kailoe, in de pro
vincie Jehol, hebben geopend.
Volgens in het militaire hoofdkwartier
van de Chineesehe troepen te Peking ont
vangen berichten, zouden Chineesehe
vrijwilligers de stad Tsjintsjou hebben be
zet na een gevecht met Japansche troe
pen, die op de vlucht sloegen en thans
door de Chineezen worden achtervolgd.
Hieruit leidt men af, dat de Chineesehe
vrijwilligers hun gebruikelijke guerilla-
methode volgen en Tsjintsjou slechts zijn
binnengevallen om de stad na eenigen
tijd weer te verlaten. Het heet dat Chi
neesehe vrijwilligers het Japansche gar
nizoen te Tsjinsji, een kleine vesting in
het Hoeng-Loe-gebergte, hebben omsin
geld.
De debatten in den Volksraad
over de muiterij. Het antwoord
van den commandant der zee
macht.
Aneta meldt uit Batavia:
Er was Maandagavond wederom veel
belangstelling op de tribunes van den
Volksraad, toen de commandant der zee
macht in Ned.-Indië, vice-admiraal Osten,
de sprekers beantwoordde.
De heer Osten verklaarde, dat aan de
redevoeringen der leden van den Volks
raad volle aandacht zal worden geschon
ken.
De regeering betreurt dat haar eerste
berichtgeving, welke uiteraard niet van
het schip zelve afkomstig kon zijn, tot
onaangenaam misverstand aanleiding gaf.
De regeering maakte, zoodra haar be
kend was dat ook een deel der Europee-
sche korporaals en manschappen tot de
muiters behoorde, zulks onmiddellijk be
kend.
Te spreken van z.g. muiterij is vol
strekt onjuist. Voor de regeering staat
vast dat hier welbewust is gehandeld. Bij
het werpen van de ereste bom moet in
geen enkel opzicht aan opzet of vergissing
worden gedacht. Den commandant van de
Dornier-vliegboot, die de bom wierp, treft
geen enkele blaam.
De regeering stemt geheel in met do
rede van den heer ir. Sandkuyl, die be
toogde, dat de ontwikkeling van het stre
ven der vakvereenigingen gaandeweg do
oorzaak kan zijn dat bij het bestaan van
vermeende groote grieven, de krijgstucht
in de gedachten der schepelingen op den
achtergrond treedt.
Spreker zet uiteen dat de commandant
van het eskader, kapitein ter zee Van
Duim, niet de geheele inlandsche beman
ning onbetrouwbaar achtte, doch slechts
een gedeelte.
Tegenover den heer Thamrin verklaart
spreker dat niet de regeering doch de
muiters geweld wilden.
De regeering zal de mogelijkheid van
de instelling van een recherchedienst bij
de marine onder de oogen zien.
Rede van den voorzitter.
De Voorzitter sloot hierna de vergade
ring en de zitting van den Volksraad met
een redevoering waarin hij de aandacht
vestigde op de nieuwe werkwijze van den
Volksraad, die zich aan de benarde tijds
omstandigheden heeft aangepast, en waar
in op niet minder degelijke wijze mber
werk in minder tijd werd afgedaan, zoo
als de weg verkeersordonnantie, het hu
welijksrecht voor Christen-Inlanders, het
zeerecht, de wildescholen-ordonnantie,
enz.
Het laatste deel der zitting stond onder
den indruk der gebeurtenissen bij de
Koninklijke Marine, hetgeen begrijpelijk
is, omdat evenals voor de mensch zijn in
nerlijk leven van hoogere waarde is dan
de omstandigheden waarin hij leeft, zoo
Van wetenschap tot misdaad en van misdaad tot liefde.
Oorspronkelijk verhaal
van
JAN FEITH.
(Met teekeningen van den schrijver.)
Met behulp van een betrekkelijk een
voudige photophone-machine, gebouwd
volgens oude principes, doch voorzien
van een photo-electrische cel, electrisehe
pick-up's en verfijnde geluids-verster-
kers en geluid-weergevers, kon men
verrassende resultaten bereiken. Gedu
rende onze colleges hadden wij, als weet
gierige studenten, reeds goedgeslaagde
proeven genomen, om muziek uit te zen
den via een lichtstraal, aldus in practijk
brengend het reeds een halve eeuw ge
leden door Alexander Graham Bell ge
opperde denkbeeld. Wij hadden ons uit
bundig getoond, toen door een betrekke
lijk simpel toestelletje energie opgewekt
en uitgezonden werd in den vorm van
een lichtstraal, zich richtend op transfor-
meerende en reproduceerende elementen.
Onze gemoedelijke hoogleeraar had ons
getoond, hoe door het houden van zijn
hand in den lichtbundel de muziek van
een grammofoon plotseling verdween,
doeh wanneer hij zijn vingers spreidde,
en de lichtstraal er tusschen door kon,
de muziek opnieuw begon.
Het bizondere dezer uitvinding was
echter hierin gelegen, dat de energie
naar een spiegel werd geleid, niet meer
dan I/1000ste van een vierkanten deci
meter groot, welke door middel van
draadjes ongehangen was in een magne
tisch veld; hierbij fungeerde als licht
bron niets aixlers dan een gewone auto-
lantaarnlamp, waarvan het licht op den
spiegel geworpen werd.
Deze spiegel, ingesteld op een betrek
kelijk zwakken electrischen huis-stroom,
wierp weer het licht door middel van een
lens in een dunnen straal uit, welke klop
pend in hetzelfde rythme als de niuziek-
plaat, gereflecteerd werd op den licht-
opzuigenden-spiegel van het ontvang
apparaat. Op dit punt vond weer een om
zetting plaats: het licht werd veranderd
in geluid, of het geluid in licht.
Men kan begrijpen hoe wij, als weet
gierige studenten, thuis aan het experi
menteeren gingen! De eenvoudige instal
laties waren makkelijk zelf te con-
strueeren. Ieder van ons bezat wel een
muziek-instrument af grammofoon. En
daar tooverden wij het geluid in licht om,
en de door ons per spiegel opgewekte
lichtstralen werden weer tot muziek!
Daarbij kwam ik, al zoekend en beproe
vend, tot nog andere merkwaardige con
sequenties. De spiegel, op den electrischen
stroom ingesteld, wierp het licht door
middel van een lens in een dunnen straal
uit, nadat het licht was samen-getrokken
op de photo-electrische cel, welke uiterst
gevoelig met elke variatie van de licht
sterkte correspondeerde.
De eenige, met wien ik deze nieuwe
mogelijkheid besproken had, was mijn
stndie-genoot Y geweest. Aanvankelijk
had hij slechts matige belangstelling ge
toond voor mijn experimenten en weinig
waarde gehecht aan de veranderingen van
het opgewekte licht, door de photo-elec
trische cel omgezet in electrisehe energie,
welke na versterkt te zijn en aan een
luidspreker toegevoegd, de finale omzet
ting van geluid en licht tot kracht, en om-
gekcerd van kracht in licht en geluid
deed plaats vinden.
Toen hem echter bleek, welke mogelijk
heden zich aldus openden, steeg zijn be
langstelling. Telkens kwam hij op mijn
kamer binnenloopen, om te constateeren,
terwijl ik ijverig aan het experimenteeren
was, hoe het verschil tusschen het over
zenden van geluid, door middel van een
lichtstraal en door middel van radio-gol
ven, niet groot genoemd kon worden.
Het principe, zoo bleek ons, was het
zelfde en het verschil lag alleen in hel
gebruik der bizondere zend- en ontvang
apparaten. Bij de lichtoverbrenging wer
den immers frequenties van verschillen
de honderden trillioenen per seconde ge
bruikt, terwijl de radio-golven 20—500
nieter in lengte bedroegen. Hierbij bouw
den wij voort op de theorie, dat lange
radio-golven van tamelijk lage frequentie
zich in alle richtingen verspreiden, ter
wijl de lichtstraal met behulp van een ge
schikt lenzensysteem gebruikt kon wor
den zonder merkbaar zijdelingsche uit
straling.
Zelfs slaagde ik erin, bij daglicht zoo'n
lichtstraal dwars over de straat, waar ik
op kamers woonde, van het eene huis naar
het zijne te zenden. Ik koos natuurlijk als
doel de kamer, waar mijn mede-studie
genoot Y woonde en werkte. Hij zond m»
daarop niet alleen het licht, maar ook het
geluid terug. En doordat wij gelijk afge
stemde toestellen bezigden, bestond er
voor onze proefnemingen geen gevaar.
Beiden begrepen wij echter welke geva
ren verbonden konden zijn aan het uit
zenden onzer muzikale lichtstralen, welke
voor geen beletsel terugdeinsden om het
doel, waarop wij hen instelden, te berei
ken en daar hun gevaarlijke uitwerking
te verrichten. Zélf bleven wij daarbij om
zoo te zeggen immuun. Het gevaar onzer
experimenten bedreigde anderen; niet
onszelf.
In deze phase mijner radio-proefnemin-
gen, werden onze kameraadschappelijke
relaties afgebroken; niet alleen deed zich
het voor ons drieën pijnlijk incident voor
j met het meisje, op wie wij beiden ver
liefd waren geraakt Doeh ik zat voor
mijn examen en had de muzikale licht
stralen als onderwerp gekozen voor een
verhandeling, waarmee ik hoopte niet
slechts mijn universiteitsgraad te beha
len doch tevens een opzienbarend nieuwe
toepassing onzer wetenschappelijke col
lege-onderzoekingen aan de hand te kun
nen doen.
De voorbarigheid van den ongelukki-
gen student Y wierp dit alles in duigen.
Het drama laat zich eenvoudig recon-
strueeren. In zijn teleurgestelde verliefd
heid en misdadige jaloerschheid, nam hij
de middelen te baat, welke ik, als zijn
triumpheerende mede-minnaar, hemzelf
aan de hand had gedaan. Hij had zich in
zijn studeerkamer opgesloten. Terwijl zijn
buren in de veronderstelling verkeerden,,
dat hij op studentikoz. manier den tijd
zoek bracht met grammofoon-deuntjes af
te draaien, zond hij zijn doodeljjke ge-
luidstralen uit. En hij richtte ze niet op
onschuldige doeleinden, doch de ellen
deling trachtte er het doel van zijn wraak,
het onschuldige meisje, mee te treffen.
Zij was aanvankelijk onkundig van zijn
wraak-pogingen. Even onschuldig als zij
was aan de afschuwelijke moorden, welke
om haar hadden plaats gehad. Tscliai-
kowsky's muziek had haar echter op het
onzichtbare gevaar aandachtig gemaakt.
Eerst toen zij den noodlottigen invloed
harer tegenwoordigheid op de verschil
lende slachtoffers aanschouwde en de
onwillikeurige invloed bij elk dezer
moord-gevallen tot haar begon door te
dringen, was zij zich bewust geworden
hoe de aanslagen op haar leven waren
gemunt. Zij had echter het geheim van
mijn uitvinding bewaard bewaard tot de
koorts haar mijn naam had doen uitstoo-
ten.
Het was mij toen gelukt, het meisje on
der mijn directen invloed te brengen,
zelfs had de Justitie er in toegestemd,
dat zij haar toevlucht in mijn studeer
kamer mocht nemen. Daar was zij zelf
ontrefbaar. En ook de politiemannen,
welke haar bewaakten, waren daar im
muun voor het overal en onzichtbaar
naar hen dreigend gevaar der doodelijke
muzikale lichtstralen.
Ik heb reeds medegedeeld, hoe ik uit
rechtmatige zelfverdediging, tevens de
gemeenschap verlossend van een hoogst
gevaarlijk individu, dat de wetenschap
misbruikte voor bevrediging van zijn
eigen, lage instincten, als wreker meende
te moeten optreden. Ik wist immers, hoe
ik niet anders te doen had dan de, door
hem van zijn kamer uitgezonden muziek-
stralen op gelijke muzikale wijze te be
antwoorden, aan deze stralen een ge
heime, slechts mij bekende samenstelling
verleenend, om hun wrekend doel te be
reiken.
Zoo vond de student Y den dood op
dezelfde manier als hij den dood had
uitgezonden.
Aan het hier in sobere woorden weer
gegeven verhaal van de allermodernste
radio-toepassing, behoef ik slecht toe te
voegen, dat de geheimzinnige Mejuffrouw
X, na mijn promotie „extra cum lande"
voor onze universiteit, onmiddellijk ont
slagen werd uit de hechtenis, waarin zij
zich nog, al was het op de kamer van
haar verloofde, onder politietoezicht be
vond.
Dat ons engagement kort daarna pu
bliek werd, ligt zoozeer voor de hand,
dat ik de vermelding hiervan ter vermij
ding van overtollige romantische franje,
aan mijn technisch relaas nauwelijks wil
toevoegen.
Met buitengewone lof.