Het uitspansel in Maart. 10 uur sterretijd. Be zon: De tijdsvereffening bedraagt jp den len Maart: +12ni38s; den 6en: -fllm36s; den Hen: -j-10m20s; den 16en: -j-8ni58s; den 21en: -j-7m30s; den 26en: 5+m59s; den 31en: 4m28s. Deze bedragen geven, bij den waren tijd (die door een zonnewijzer aange geven wordt) opgeteld, den middel baren tijd (welke door een uurwerk aangegeven wordt). De declinatie van de Zon neemt toe van 7°.8 tot +4°.3, zoodat de middaghoogte toeneemt van 30°.2 tot 42°.3 en de dagboog van 10u62m tot 12u56m (voor 52° N.B.). Den 21en Maart, 's nachts 2 uur, treedt de Zon in het teeken Ram (Ariës) of „lentepunt". Op dit oogen- pend in den Leeuw, is den 9en Maart in oppositie, en is eveneens gedurende den geheelen nacht goed waar te ne men. Wie een kijker (een goede too- eelkijker is reeds voldoende) bezit, verzuime niet gedurende eenige ach tereenvolgende avonden het spel van de vier grootste manen waar te nemen, die den planeet omcirkelen. Op de op pervlakte van de planetenschijf zijn vele bijzonderheden te onderscheiden. Er bevinden zich evenwijdig aan den aequator lichte en donkere banden en soms donkere vlekken. Dit zijn waar schijnlijk alles verschijnselen in de Jupiter-atmosfeer. Een zeer merkwaar dige oppervlakte-bijzonderheid is de zoogenaamde roode vlek, een 10 uur Sterretijd li NEVELVL 5TERRENH. i DUBBEL5TER o VERANDERLIJKE 5T ster der i», 2? gr STER DER 3? GR. OF ZWAKKER 9 I NEVELVLEK K 5TERRENHOOP 2 DUBBELSTER o VERANDERLIJKE st. •5TER DER1S2SGROOTTE STER DCRy GROOTTE Of ZWAKKER blik begint de lente. Door het ver schijnsel der precessie bevindt het teeken Ariës zich in het Sterren beeld de Visschen. De Maan: E.K.: 4 Mrt.; V.M.: 12 Mrt.; L.K. 18 Mrt.; N.M.: 26 Mrt. De Planeten: Mereurius is in het begin der maand laag aan den Westelijken ho rizon, in de schemering, waar te nemen. 6 Maart bereikt de planeet haar groot ste Oostelijke elongatie van de Zon. De planeet gaat dan ongeveer een uur na de Zon onder. 23 Maart is Mereu rius in benedenconjunctie met de Zon. V e n u s is onzichtbaar. Mars beweegt zich terugloopend in den Leeuw. Hij is bijna den gehee len nacht zichtbaar, is 1 Maart in op positie met de Zon, en bereikt zijn kleinsten afstand tot de Aarde op 4 Maart. Hoewel deze oppositie niet tot de gustigste gerekend mag worden, is Mars, ook voor kleine kijkers, een aardig object. J u p i t e r, evenals Mars terugloo groote ovale plek op het Zuidelijk halfrond, 41,000 km lang en 14.000 km breed, die dikwijls opvallend rood ge kleurd is. Vele verklaringspogingen zijn opgesteld voor dit voor alle astro nomen zoo belangwekkende pheno- meen. Hoewel men dikwijls overhelt naar de meening, dat dit verschijnsel, dat zich aan de opervlakte van Jupiter beweegt, van vulcanischen oor sprong is, blijft het raadsel van de roode vlek nog steeds een onopgeloste puzzle Indien men naar een aardsche analogie zou willen zoeken, dan meest men zich voorstellen, dat een wereld deel als Australië zich van het magma waarin het verankerd ligt, losmaakte en ging drijven op den Grooten Oceaan. Saturnus is niet geschikt voor de waarneming. Tegen het einde der maand maakt de planeet zich los uit de ochtendschemering. U r a n u s is onzichtbaar. N e p t u n u s is als een sterretje van de 2ste grootte zichtbaar in den Leeuw Het Zodiacale licht is gedurende de tweede helft der maand goed zichtbaar aan den avondhemel. Het lijkt een zwak lichtende pyramide, die de on dergegane zon volgt en een helling van 60° op den horizon heeft. Als ver klaring neemt men wel het bestaan aan een wolk van kosmisch stof om de zon, waarvan de deeltjes het zonne licht weerkaatsen. Sterrebeelden: In de avondschemring worden van de vaste sterren het eerst zichtbaar de wit, blauw en rood flonkerende Sirius (alpha van den grooten Hond) in het Zuiden en Capelle van den Wagen man bij het Zenith. In het begin van de maand om 11 uur, in het midden der maand om 10 uur en aan het einde om 9 u. 's avonds, culmineert Regulus (alpha van den Leeuw). Het schitterende sterrebeeld de Leeuw, waarin thans ook, iets ten Zuiden van de ster Bèta, de planeten Mars en Jupiter prijken, overspant een groot vlak van den Zuidelijken hemel en levert een majestueus schouwspel op. De verbeeldingrijke geest der Grieken heeft in deze con stellatie den Leeuw gezien, door Her cules gedood in de Nemeïsche wouden. Het licht van Regulus (helderheid: lm3, parallax is- 0"058) heeft 55 jaren noodig om ons te bereiken. Een der fraaiste dubbelsterren van den hemel is de ster gamma van den Leeuw. De ecliptica of schijnbare zonsweg volgend, vindt men rechts van den Leeuw het sterrebeeld de Kreeft. Op een maanvrijen avond is in dit sterrenbeeld reeds met het bloote oog een lichtend wolkje zichtbaar, dat zich in een tooneelkijker al ontpopt als een prachtige open sterrehoop: de Krib. Deze groep sterren, die gezamenlijk op reis zijn door de wereldruimte, zijn zoo ver verwijderd, dat het licht 200 jaren noodig heeft om ons een bood schap van dit reisgezelschap over te brengen. Een sneltrein, die zich met een vaart van 120 km per uur nacht en dag zou voortspoeden, zou na 30 millioen jaren het eindpunt bereiken. Indien men om de 10.000 km een cent als „mijlpaal" zou neerleggen, (ïan zou men daartoe bijna onze geheele gecon solideerde Staatsschuld ad 2.6 mil- liard noodig hebben. Rechts van de Kreeft bevindt zich het sterrebeeld de Tweelingen, met Cas- tor en Pollux. Daaronder Orion, welk sterrebeeld, de glorie onzer winter nachten, steeds vroeger onder den Westerkim duikt. Wanneer Orion on dergegaan is, komt diametraal er tegenover de Schorpioen op en gaat de Schorpioen onder, dan komt Orion op, zoodat het is, alsof zij elkander eeuwig achtervolgen. Van de verheven kalmte, waarmede dit op- en onder gaan geschiedt, gaat echter een onge kende rust uit. A. C. de Koek. Jochèms eet in het restaurant en bestelt een halve kip. Als hij het be stelde ontvangt kijkt hij met een treu rig gezicht naar de schamele helft, die daar op zijn bord prijkt; dan roept hij den kellner. „Kellner, is dat een halve kip?" „Ja zeker, meneer!" „Wees dan zoo beleefd en breng mij de andere helft!" VOsTl Heb u ze nou al gezien. De nieuwe matro2(n zijn nou ook gekomen hè, dat zijn nou wel de zellefde matrozen als de andere raatrü2en maar toch zien ze d'r weer een heele 9roo(e hoop anders uit als die doodgewone matro. zen, hè. En die jongens die nou allemaal naar In gekomen zijn waren van alles. WerrekelooStJ- bakkers en slagers en nog meer van die ander, dingen en dat magge ze nou niet meer doen <t der waren een hoop meheere bij, die nou %e| allemaal op het hospitaal zalle moeten yaaQ liggen aappenootten eten, omdat ze nou alle. maal verkouwe worden, want ze magge geeil boordje meer om htbbe. En die meneer van de krant die is der ook weze kijke en die wouwe ze houwe, omdatte ze dachten dat die ook matroos moes worden en die heb het vorig jaar geschreve, dat ie ook grauwe erten en bruine boonen meegegeten heb, maar ik geloof wel, dat ie nou niks heb gehad, want d'r stond niks van in de krant, dan zal ie nou wel honger gehad hebben, want 't is een dikke en die ken geloof ik nog al goed eten, want anders was ie niet cjik hè. En nou is Wimpie ook van plan om van- daag alleen maar over die nieuwe matrozen te schrijven, net zoo as die meneer van de krant. Ik hoop maar, dat ie mij nou maar niet gaat lezen vandaag, want anders zal ie wel kwaad worden, maar ik zou toch wel gelachen hebben als ze hem ook eens een paar dagen gehouwen hadden, want dan had ie z'n pakkie niet meet hebben magge uittrekke en dan was die met dat matrozenpakkie op het kantoor van de krant moeten komen. Nou, dat zou wel lollig zijn hè. als d'r dan een matroos voor het loket van de krant stond en dat zouwe de meissies allemaal wel aardig vinden hè, want de meissies zien allemaal graag matroze. En weet u nou wie de pin hep? Dat is de havenmeester, want die heb immers ook zoo n mooie pet op en allemaal strepen op z'n arm, nou, en nou gaan al die biggen voor 'm salueeren omdat ze nou denken, datte ze min stens de vice-admiraal zien aankomen en non moet de havenmeester altijd terug salueeren, want als iemand je goedendag zeg dan moet je toch ook goedendag zeggen hè, en daar heb ie nou de p over in omdat ie dat nou zoo dikwijls moet doen. En nou heb ik toch moeten lachen. Weel u waarom, omdatte die nieuwe matrozen nog nooit wat gezien hebben hè en die gaan not eerst allemaal naar de schepen kijke. En d'r was een die ook naar de onderzeeërs is gaan kijken en toen die gingen varen en onder water gingen is zoo n nieuwe matroos heel hard naar de kazerne geloopen om te ver tellen dat er een boot aan het verdrinken was. Heb u die tonnen wel eens gezien, die daar bij de haven liggen? Nou, Wimpie stond van de week bij de haven en toen komp dr zoon nieuwe matroos aan en die vraag aan me wat dat voor dingen waren, die in het water lagen en toen heb ik gezeg datte dat de brieven bussen van de marine waren en daar maggen de matrozen nou alleen maar de brieven in stoppen. En die matroos geloofde het ook, want hij zei nog heel netjes dank u wel meener en toen heb ik ook netjes geseg as je blief meneer, want je moet toch altijd netjes en beleef blij ven, hè. Nou, ik moet nou weer ophouwe. want anders wordt mijn brievie te groot en dan heb die meneer van de krant wat te mopperen, ma-ir dat is een andere dan die ze matroos wouwen maken. Daag! buitendeur openstaat, meneer Nelson? Er komt geen antwoord. Ik riep nog eens. Weer geen antwoord. Toen be sluit ik even naar binnen te loopen. En daar zie ik den ouden heer liggen, bewusteloos, met beenen en handen aan elkaar gebonden, terwijl in de kamer alles overhoop is gehaald. Uitstekend, zei inspecteur Bobby Windhaus. En heb je nog iemand ge zien? _N...nee, meende de postbode, tenminste op dat oogenblik niet. Dade lijk na mijn ontdekking heb ik de naaste buren gewaarschuwd en ben zelf hier naar toe gekomen. Alleen ja wacht eens, ik zag toch iemand, een kleinen man, met een korten versle ten, grijzen jekker. Hij liep haastig in de richting van de markt en ging een van de schuren binnen. Dank je, zei inspecteur Windhaus. Met Gra.vson was hij korten tijd later op de plaats van den overval. Buren hadden den ouden heer Nelson, die in middels tot bewustzijn was gekomen, wat te drinken gegeven. Op vragen van den inspecteur en den detective gaf hij beverig antwoord. Wie zijn aan valler was geweest kon hij niet zeg gen. Hij was, terwijl hij zoo'n beetje zat te soezen, plotseling van achteren aangevallen. Veel wijzer werd men niet van het verhaal van den ouden man. Je vertelde ons iets van een man, die de richting van de markt uit ging. zei Grayson tot den postbode, die Stumpe bleek te heeten. Juist, en als ik goed zag, verdween hij in een van de leege schuren bij de Marktstraat. Ga mee, we zullen een onderzoek instellen, verzocht Grayson. En hij liet er met een zekeren dreiging in zijn stem op volgen: Wanneer je verbaal niet waar mocht zijn Stumps, dan gaan de zaken er voor jou ook niet al te best uitzien. De postbode lachte. Ze kwamen op de aangewezen plaats. Grayson duwde de deur van de schuur open, keek naar binnen en deed een stap terug. De anderen keken over zijn schouder. Het was een wonderlijk gezicht. In de leege koude schuur brandde in een der hoeken een klein licht. Toen de mannen aandach tig toezagen, merkten ze waar het van daan kwam. Er stond een kale sparreboom en op een der onderste takken brandde één enkele kaars. Onder den boom lag een man en sliep schijnbaar. Grayson's oogen werden groot, toen hij zag wie het was. Archie Jones. Stel je niet aan, Jones, zei hij hard, sta op en doe maar niet of je slaapt. James bewoog zich niet. Grayson rammelde hem door elkaar. Met een zucht werd de man wakker, rekte zich uit en keek om zich heen. M'n hemel, Grayson, wat kom jij hier doen, een slaapliedje voor me zin gen? Doe niet zoo onzinnig, Archie, zei Grayson. Waar was je een kwartier ge leden? Ik vermoed, dat ik van jou dropm- de, vertelde Jones hem. Je was in het huis van Nelson... Wie is Nelson? Archie's stem klonk eerlijk-verbaasd. Detective Grayson keek hem aan, of eigenlijk keek hij naar Archie's ouden grijzen jekker. Toen zwierven zijn oogen naar de kaars, waar nog maar een klein stukje van over was. Daarna stapte hij op Stumps af ei legde zijn hand op diens schouder. Je hebt gelogen, zei Grayson een stem, die ijzig en scherp klonk. hebt gelogen, toen je zei, dat je dezen man de schuur zag binnengaan. Ik ar resteer je wegens den overval op -Nel' son. Je hoeft niet te ontkennen, van het staat voor mij zoo vast als een hui Mag ik u vriendelijk verzoeken te loopen naar het bureau, dan ku nen we daar verder praten. Hij wendde zich tot Archie. Slaap maar door, Jones, zei vriendelijker dan hij ooit gesprok had. Hoe ter wereld wist je zoo opeens- dat Jones het niet gedaan kon hebD - vroeg Windhaus verbaasd. Je hebt niet op de kaars gelet, telde Grayson hem. Er was nog ma een vierde deel van over. Drie-vier deel was opgebrand en al het kaars was afgedroven op Jones' oude ,iekk t.ie. Dat wil zeggen, dat hij zeker paar uur in de schuur heeft In slapen. En nog zou ik getwijfeld n- ben als hij me een paar dagen Rel niet een verhaal had verteld - - (Nadruk verboden).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1933 | | pagina 18