Beste jongens en meisjes!
Deze maand ga ik beginnen met de
namen van de jongens en meisjes, die
een prijs hebben gewonnen. Dat is
tenminste een goed begin voor een
nieuwe maand. Hier zijn ze dan:
Stiertje Alexander.
Din Wismeyer, Begoniastraat 46.
Jan Bakker, KI. Duitstraat 1.
Henk Goutier, v. Hogendorpstraat.
Ziezoo gelukkige prijswinnaars, ko
men jullie van middag vóór vier uur
gauw naar kantoor, daar heb ik de
prijzen klaar gelegd.
En nu ga ik meteen aan jullie frrief-
jes beginnen, want het is warempel al
weer laat geworden.
Jan Ligteringen. Dat was een goedkoope
bioscoopvoorstelling, Jan, die van de
Hille's beschuit en het waren grupp'.ee
films, zoodat je je echt hebt kunnen ver
maken Alle menschen moesten voor zoo
weinig geld zooveel pret kunnen hebben.
Jaap en Kees Kok, Den Hoorn (T.)
Weet je hoe dat kwam, jongens, dat jullie
vjr'ge week je naam niet bij de goede op-
lo.-.sers vonden? Ju.iie raadsels waren te
laat ingezonden, maar ze zijn voor gned
gerekend en op de lijst voor de goede op
lossers stonden jullie dus genoteerd
Corrie v. d. Veen. Zie je wel, dat het net
zoo fijn als een verjaardag zou worden, als
E:sse thuis kwam. Bloemen en fruitman
den en blije menschen. Dat alles heb je
soms niet eens op 'een verjaardag. Maar
het is dan ook fijn als je broertje weer na
maanden thuis komt.
Dedi de Vroome. Dat begrijp ik niet,
een meisje dat er niet van houdt om met
poppen te spelen, terwijl ze mooie poppen
en een prachtige poppenwieg heeft Mijn
kleine Rita is er nu al dol op 0111 met
haar „poppies" met gebroken armen en
kapotte bcenen te spelen en ze kan er
tijden zoet mee zijn, tot haar broertje het
spel komt bederven. Dan vliegen ze wel
eens op elkaar af, met hun armen de lucht
in en een minuut daarna vallen ze elkaar
weer om de hals. Als groote menschen zoo
gauw konden vergeten als kleine kinderen,
dan was er vast niet veel verdriet op de
wereld. Wat een feestdagen heb jij Zater
dag en Zondag. Hartelijk gefeliciteerd
hoor en veel plezier.
Tini Stam. Dat is juist lang geleden.
Tini, dat jij met de raadsels meedeed, maar
vergeten ben ik het nog niet, hoor. ik ver
geet trouwe raadselvriendjes en vriendin
netjes niet zoo gauw en zij mij ook niet,
dat blijkt weer uit jouw briefje.
Annie Jansen, 't Is toch maar goed dot
er niet iedere week een zuster van je
trouwt, Annie, stel je voor, iedere week
een nacht om vier uur naar bed, je zou
zoo wit worden als meel. Wat jammer dat
Tony vergeten heeft je raadsels te brengen,
je hebt zeker wel even op haar gemopperd.
Dat heeft ze ook verdiend, hoor, want an
ders had jij misschien nog een prijs ge
wonnen.
Corne Brian. Jij hebt vast gedacht dat
vorige week de nieuwe maand al begonnen
was, Corrie, omdat je toen nog bent be
gonnen met oplossen. Maar dan heb je je
een week vergist en de raadsels die van
daag in 't Juttertje staan, zijn de eerste
voor de maand Maart. T.os die dus op en
doe het goed en ook de volgende weken en
dan heb je kans dat ie het hoek wint dat
je zoo graag wilt hebben.
Jeen v. d. Wal Ja, kleine kinderen weten
precies waar ze wat krijgen, hoor, Jeen.
Dat zusje van ion gaat ook graag mee
boodschappen doen, nu Tjibbe ook. Kort
geleden stond zijn mams in een winkel en
ik stond met hem en Tta buiten te wach
ten. Plotseling zegt hij: „Laat me es los,
paps. dan ga ik ook naar binnen, dan
krijg ik een halletje van die juffrouw".
Lauri Haven. Geen boek, Lauri, maar
wel een briefje, al is het kort, want dat
was het jouwe ook. Volgende week moet
je me weer eens wat meer schriiven hoor.
Je moest eens zien wat een dikke brieven
ik soms krijg.
Toos Brian. Dat heb ik gezien, Toos,
dat je zusje met de raadsels is begonnen.
Toos. jij heht haar zeker aangespoord en
misschien worden jullie net zoo trouw als
andere broertjes en zusjes, die ik uit een
gezin heb.
Ina Boel». Ja. Ina, Tjibbe. Rita en Jaap
hebben een overgrootmoeder van 90 en een
overgrootvader van 91 en bij d'e overgroot
vader komen ze wel eens, want die woont
in Den Helder en dan wil hij die zware
Ita nog wel eens optillen maar dat gaat
natuurlijk niet meer, want daar is hij niet
sterk genoeg meer voor, al kijkt hij nog
helder uit zijn oogen en kan hij nog opper
best hooren.
Georgette Kikkert. Die ingezonden raad
sels van je kan ik niet gebruiken, Geor
gette. Het eerste is te onbekend en het
tweede heb ik al eens gehad.
Nellie Nieuwdorp. Dat is erg leuk, Nellie,
als jij met je vriendinnetjes aan den wan
del gaat en die beiden ook met hun poppe-
kindertjes, zoodat ju'lie daarover kunnen
babbelen. Kleine poppenmoedertjes, die in
het zonnetje loopen met het speelgoed,
waar ze het meest van houden. Als ik over
het Ankerpark kom, zal ik eens uitkijken
of ik je ook zie.
Sientje Nieuwdorp. Nee, m'n kleine jon
gen mag niet al'een naar buiten, Sientje,
want dan gaat hij natuurlijk op stoepen en
misschien wel op de straat zitten. Wel
gaat hij iederen morgen met z'n mams, z n
zusje en z'n kleine broertje een uur wan
delen, maar de rest van den dag blijft hij
thuis. En dat is wel een straf voor hem,
want er zit veel te veel leven in hem om
in huis opgesloten te zijn. Hij danst vaak
door de kamers en de gang, of hij draait
zoo hard hij kan in de rondte, of hij
zwiert met een touw of gooit uit louter
levenslust met zijn spee'goed door de ka
mer. Ja, het is een kleine drukteschopper
en hij steekt zijn zusje ook al aan.
Jac. Nieuwdorn. 't Is mis, Cobus, je hebt
geen prijs en ook je zusjes niet. het lot is
op andere kinderen gevallen. Den moed
nu niet verliezen, hoor.
Gerrit Franse. Jij krijgt een briefje van
mij, hoor Gerrit, want jij hebt het ver
diend. Nu stuur je me al een paar weken
achter elkaar zoo'n aardig rijmpje en dat
zal je toch wel moeite en tijd kosten om dat
zoo netjes te rijmen, dus geef ik graag
mijn tijd aan jou.
Martinus Langeveld, De Koog (T.) Een
grieppatiëntje? Of huppel je al weer als de
Tcxelsche lammetjes door de wei? Dank
je wel voor het raadsel dat je tiie zohdt,
ik kan het wel gebruiken.
Mary Muntjewerf. Dat is het laatste
briefje aan jou, mary. Als het in de krant
staat, woon jij al in Alkmaar. Een boek
heb je niet gewonnen, dus dat heb ik je
niet te sturen, maar ik stuur je hier nog
mij afscheidsgroet.
Marietje Leeuwerink, Koegras. Nee, de
vorige week had ik heusch geen tijd meer.
Marietje, en ik zit me vandaag ook weer
te haasten om jullie allemaal te schrijven,
want er zijn tegenwoordig zoo'n stapel
briefjes te beantwoorden, dat ik wel bijna
drie uur noodig heb om ze allemaal te lezen
en te beantwoorden en zooveel tijd kan ik
er eigenlijk niet voor missen.
Catrientje Laan. Dat had je me nu een
week eerder moeten schrijven, Catrientje,
dat je Dinsdag j.1. jarig was. Ik lees je
briefje nu pas en kom dus met mijn felici
tatie wel heel'laat, maar ze is er even har
telijk om gemeend, hoor. Ik hoop, dat je
een echte feestdag hebt gehad, waar je nu
nog met een blij hartje aan terug denkt.
Wie er van de week jarig is, vraag je, ja
dat weet ik wel, maar dat vertel ik jou nu
eens lekker niet. misschien volgende week.
Nu, Catrientje, ook de groeten aan Janne-
man. Wanneer kom je ni eens bij kleine
Jaap? Vanmiddag oir een uur of vijf zijn
we wel thuis, kom je dan eens?
Dina Wismeyer. Nu kan je, op de fiets,
die je vader van de vliering gehaald heeft,
vanmiddag gauw je boek komen halen
dat je gewonnen hebt, Dina. Is dat even
fijn? Wat zal je moeder blij zijn dat ze al
zoo'n groote dochter heeft, die haar al
zoo trouw kan helpen, als ze ziek is. Maar
ik begrijp wé! dat je liever op school zit,
dan den heelen dag voor het huishouden
zorgen, hoor.
Tony Sinnige. Dus het is jouw schuld
niet, Tony, dat de vorige week je eigen
raadsels en die van Annie Jansen, niet be
zorgd zijn. Ik had jou er al boos om aan
willen zien. Je hadt ze wel bij me thuis
mogen brengen, hoor. Maar je weet toch
niet waar ik woon? Nu heb ik deze week
weer een aardig rijmpje van je ontvangen
en heb je dus je schade weer ingehaald.
Rina v. d. Berg. Daar kan je natuurlijk
niets aan doen, als jij de plaatsnamen van
Nederland niet kent, want wat je nog niet
geleerd hebt, dan kan je aiet weten. Ik
denk wanneer je een paar klassen booger
zit, je nichtje je geen strikvragen meer
kan stellen. Maar ze houdt er zeker vat
je te plagen, al helpt ze je ook trouw ca
heeft te een aardig versje gemaakt.
Annie v. Lotten. Nee, Annie, niet als ie
vier weken achter elkaar hebt opgelost doe
je mee bij de verloting. Dan moet je een
heele maand, iederen Zaterdag de raadsels
goed hebben. Vandaag staan dus de eerste
raadsels van de nieuwe maand er in. Daar
moet je mee beginnen en dan alle Zater
dagen van de rtiaand en dan doe je mee bij
de verloting.
Annie v. d. Brink. Dat is wel heel toe
vallig, Annie, in jouw briefje lees ik juist
dat Stientje vandaag jarig is en gisteren
middag. bij de verloting, heeft ze juist een
prijs gewonnen. Is dat even een geluks
vogel?
Catrientje Laan, Brakkevcldweg. Jouw
briefje was vorige week blijven liggen, Ca
trientje, omdat ik geen tijd meer had om je
te antwoorden. Ook vandaag zullen er wel
weer briefjes onbeantwoord blijven, maar
jij staat nu tenminste in 't Juttertje.
Annie Gerritse. Je moet met die kleine
zusjes oppassen, Annie, want je ziet dat
het kleine knoeipotjes zijn en je briefjes
vol met inktkladdcii gooien, als ze het
kunnen.
Lidi Thijssen. Dat is een beetje een
teleurstelling voor je geweest, Lidi, dat
die uren van het zwembad verzet zijn. 't ls
ook dom om zulke rare urente nemen,
want nu kan geen enkel kind heen. Wat
fijn, dat je het op school prettig vindt en
dat je zoo'n leuke bandwerkonderwijzeres;
hebt. Nu werk je natuurlijk met veel meer
plezier.
Henk Goutier. Dat zijn twee fijne din
gen, Henk, je hebt er jonge duifjes bij en
je hebt een boek gewonnen. Kom het van
middag maar gauw halen. Ik zal een mooi
boek voor je uitzoeken.
Beppie Al. Je vader is een grappenmaker,
Beppie, die heeft je voor den mal gehou
den, ik heet niet „meneer Stieltjes". Hoe
ik dan wel heet? Ach, wat geeft dat nou
of je het weet, je kent me toch niet. Dag,
hoor, nieuwsgierig meisje, doe deze maand
maar flink je best.
En nu moet ik eindigen. Ik heb hier
nog verscheidene briefjes voor me lig
gen, maar heusch ik heb geen tijd
meer. Maar ik beloof jullie, vier na
men ik hier neerschrijf, als je me vol
gende week weer een brief schrijft,
beslist te antwoorden. Tinie Hibma,
Corrie Smit, Corrie José, Nancy Klok,
Frieda v. Straaten, Henk Troost (Hel-
loo), Neily en Nanny v. d. Zee, en
Trijntje, Cornelia v. d. Vis.
Tot de volgende week dus, de groe
ten van den Kindervriend, die geen
tijd meer heeft.
KINDERVRIEND.
Als hij gewasschen is en hem strik
som,
eósan,
O, dan moet u hem eens parmantig z\t
Als je vraagt: „Waar is 't baasje naa/w.
Begint hij te janken en kijkt van
mij
naar mijn
mot.
KEES ONZE POES.
Alle menschen wat een bak,
Daar zat Kees op z'n gemak
Boven op de regenton,
Zich te koest'ren in de zon.
t Deksel was natuurlijk toe,
Maar, ik zal je zeggen hoe
De scharnier, die was versleten,
En dat kon onze Kees niet weten,
Hij zat dan heel tevree te spinnen,
En stil op kattenkwaad te zinnen
Daar kwam een muschje aangevlogen,
En Kees, hij loerde opgetogen,
Al zeker van het lekk're hapje,
Deed hij voorzichtig toen een stapje,
Maar 't deksel raakte .uit evenwicht
En is voor 't poesenlijf gezwicht.
In plaats het muschje te omklemmen,
Lag Kees in doodsangst rond te zwemmen,
En had ik hem niet gauw gered,
Was 't uit geweest met Keesjes pret,
Dan was hij vast omlaag gfezonken
En in de regenton verdronken.
Leny Hazebroek.
IS MIS.
Die zich nuttig maakt, die leeft
Omdat die om alles geeft
Wat het goede is
En 't goede op deez' aarde
Dat heeft immers, enkel waarde
Om niet, kwaad, is mis
TWEE LIEVE DIEREN.
Ik heb een hondje, haar naam is Nel
Mijn vriendinnetjes kennen haar wel
't Is een schattig lief dier
En ieder heeft in hem plezier.
Vraag je: „Moet Nei een stukje kaas?"
Dan danst hij in 't rond, gelijk een haas.
Ook koek lust hij heel erg graag
Mear 4mt k niet goed voor z'n maag
Ook heb ik een kanarie, zoo'n kleine Üeve
Die zingt, zoo gauw als hij ona beneden^
Ook komt nij op mijn schouders zitter
En mag zoo graag in je vingers pikken
Maar Nel mee naar Indië nemen kan ik
A'sook zal ik afstand moeten doen van'"'
Ik vind 't vreeselijk naar, want och,
z'jn zoo üe|
En allebei, mijn kleine hartedief.
Annie v. d. Brink
SNEEUW.
't Heeft gesneeuwd, kijk wat een vracht
Ieder kind is blij en lacht.
Al de musschen en de spreeuwen,
Kijken almaar naar het sneeuwen.
Toe, strooi gauw wat kruimels brood.
Anders gaan de beestjes dood.
Nu naar buiten, met de slee,
Wat een sneeuw, dat valt wel mee!
Nog een tijdlang wat gespeeld,
't Is of het ons nu nooit verveelt.
Gerrit Franse.
RUZIE.
Mijn poppen maken groot lawaai,
De dag is vandaag erg saai
Want Moeder lost de raadsels op,
Dat is vervelend voor de pop.
De grootste pop heet Josephien
En maakt leven wel voor tien.
Wat is hier het geval?
Ze maken ruzie om een bal.
Moe wordt boos en zegt: „voor straf
Blijven jullie er beiden af
Bep Al, 8 jaar.
OOK EEN HONDENRAS.
Ik ken een leuke zwarte hond,
Hij draagt den naam van Tom. 1
Hij is wel van een eigenaar,
Daar geeft hij weinig om.
Het is een echte allemansvrind,
Hij volgt een ieder gauw,
Al blijft men dan heel lang in huis,
Tom houdt de wacht getrouw.
Ook is het een echte waterrat,
Hij houdt veel van de zee.
Hoort hij het draaien van een motorvfc
Hij springt er in, gaat mee.
Hij zwerft geheel den dag op straat
En honger heeft hij nooit,
Want als hij niets te snoepen krijgt,
Eet hij wat men weg gooit.
Laatst snuffelde hij in vuilnisbakken,
Gooide alles om, dat kwam niet te pas.
„Wel nee zei oom Frans, „nu zie je"*!
Het is een vuilnisbakkenras".
Harm Leijen,
Binnenhaven 90.
HANEPOOTEN.
'i
Kleine zusje die is blij
Met haar griffel en haar lei; ■•■■■',1
Zij gaat woorden schrijven,
Maar zij is pas vier jaar oud,
Met haar griffel niet vertrouwd.
Hij wil niet rechtop blijven
En het schrijven lukt haar slecht;
Zij maakt krabbels, krom en recht,
Krabbels klein en groote.
Zij roept: „Moesje, lees eens even
Wat of zusje heeft geschreven!
Moe leest hanepooten.
Vader lacht, nu roept zus fier:
„Schrijft u eens hanepooten hier;
'k Geloof niet, dat u het kan
Vader schrijft en hij zegt; „Kijk
Zusje zegt: „Ik heb gelijk,
Er deugt geen letter van
Pa en Annie W
'S AVONDS IN 'T BOSCH.
Des avonds in den maneschijn.
Als jullie reeds naar bed toe zijn,
Dan komen in 't stille bosch
De aardige konijntjes los.
Ze zingen daar hun hoogste lie
Ze spelen op een fluit van riet,
Ze dansen vroolijk, hop-sa-sa.
Ze dribbelen elkander na.
Totdat het maantje waarschuwt-
„Zeg, nog 5 mniuten en k ga
Naar bed, naar bed. Uit is de ptt
Rina haar nichtje Co*1*