IS ALTIJD NIEUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA China en Japan. No. 7247. EERSTE BLAD ZATERDAG 11 MAART 1933 61ste JAARGANG Buitenlandsch overzicht. De ontwapeningsconferentie en de beperking der mi litaire uitgaven. De Engelsche begrooting van ma rine. - De revolutionaire beweging in Duitschland. - Columbië en Peru. STERFT HEDEN AVOND ÏVÏr. Fock spreekt OOK VOOR DAMES De nieuwe koers bij defensie. Zoo kan het niet langer. F E UILL ETO N Abonnement per 3 maanden bjj vooruitbet.: Heldersche Courant f 1.50; voor Koegras, Anna Paulowna, Breezand, Wieringen en Texel f 1.65;binnen- and f 2. NederL Oost- en West-Indië per zeepost f 2.10, idem per rnai (n oveiige landen f 3.20. Losse nos. 4ct.fr. p.'p.6ct. Zondagsblad lesp. f 0.50 f 0.70, f 0.70, 1.Modeblad resp. f 1.20, f 1.50, f 1.50, fl.70. Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag. Redacteur: P. C. DE BOER. Uitgave N.V. Drukkerij v/h C. DE BOER Jr. Bureau: Koningstraat 78 Telefoon: 50 en 412 Post-Girorekening No. 16066. ADVERTENTIËN: 20 ct. per regel (galjard). Ingez. meded. (kolombreedte als redaction. tekst) dubbele prijs. Kleine advertentiën (gevraagd, te koop, te huur) van 1 t/m. 3 regels 40 ct., elke regel meei 10 ct. bij vooruitbetaling (adres Bureau v. d. blad en met br. onder no. 10 ct. p. adv. extra) Bewijsno. 4 ct. De ontwapeningsconferentie en de be perking der militaire uitgaven. De des kundige commissie voor de kwestie dei- beperking der militaire uitgaven, door vastlegging van de maximum budget- eijfers voor de verschillende landen voor de ontwapeningsconferentie, heeft haar maandenlangen technischen arbeid ten einde gebracht, door de aanneming in de eerste lezing van een rapport, dat alle bij dit vraagstuk opgeworpen kwesties behandelt en dat tot de slotsom komt, dat de begrenzing der militaire uitgaven, door een conventie practisch mogelijk is en onmiddellijk te verwezenlijken zou zijn. Van de 9 leden dezer deskundigen- oommissie hebben echter drie, namelijk de deskundigen van Duitschland, Italië en Japan hun stem niet aan het rapport gegeven. De Italiaansche gedelegeerde heeft tegen gestemd en Duitschland en Japan hebben zich van stemming onthou den. Duitschland deed dit wederom om de bekende reden dat het zich niet over dit onderdeel van het ontwapenings- vraagstuk wil uitspreken alvorens te weten welke directe ontwapeningsbepM- lingen in de conventie zullen worden op genomen. Japan onthield zich van stem ming omdat dit land met het oog op den onzekeren toestand in het Verre Oosten eerst na een of twee jaar tot vastlegging van de maximum bedragen van de mili taire uitgaven zal kunnen overgaan. De commissie zal de volgende week opnieuw bijeenkomen voor de aanneming van het rapport in tweede lezing en hoopt nog voor Paschen het definitieve rapport aan de groote commissie voor de militaire uitgaven te kunnen toezenden. een vlootverdrag van Londen. Het aan tal torpedobootjagèrs en duikbooten is hetzelfde als op de vorige begrooting sinds Londen. In zijn toelichting merkt de eerste lord van de admiraliteit op, dat evenals ver leden jaar, de begrooting beperkt is door de eischen van den financieelen toestand en niet ten volle voorziet in alle poten- tieele behoeften van de vloot. De Engelsche begrooting van Marine. Aan ontwapening is Engeland ook nog niet toe. De begrooting van marine is voor het komende jaar op 53.570.000 pond geraamd, wat 3.093.700 pond meer is dan voor het loopende jaar. Van dit meerdere is 2.355.360 pond ver- eischt voor de normale voortzetting van den nieuwen aanbouw, een gevolg van het feit, dat de uitgaven voor aanbouw het vorig jaar met opzet zijn opgeschorst en verdeeld over de komende jaren. De overige uitgaven vloeien voort uit hoo- gere kosten voor pensioenen en gratifi caties. Het nieuwe program van aanbouw voorziet, in vier kruisers, een flotieljelei- der, acht torpedobootjagers, drie duik booten, drie adviesjachten, een convooi- jacht, een kustjacht en verder klein mate riaal. De aangevraagde kruisers vormen de vierde en laatste groep van het pro gramma van vervanging van verouderde schepen, dat tegen December 1936 gereed moet zijn overeenkomstig de bepaling van 7 uur af op korte golf De revolutionaire beweging in Duitsch land. De revolutie is in Duitschland in vollen gang, schrijft, de Nw. Rott. Crt. Zij beheerscht de regeeringsbureaux en zij beheerscht de straat. Er is geen politie die de swastika-benden in toom houdt. Zelfs in de Rijksbank zijn zij doorgedrongen, om er hun swastika vlag op te planten. Dr. Luther heeft, tijdelijk de wijk daar voor genomen. Zoo gaat het in alle meer of minder openbare gebouwen. In Novem ber 1918 ging het in dit opzicht kalmer toe te Berlijn, zoo schrijft het blad. In de Rijksbank b.v. drong geen gepeupel bin nen. Voor een werkelijk nog nationale waar digheid beseffend Duitscher moet het in deze dagen pijnigend zijn geweest, in de straten van de hoofdstad den wedstrijd te zien van in looppas naar de openbare ge bouwen stormende troepen van S.A.- en Stahlhelm-mannen om de bondgenooten voor te zijn met het planten van hun vlag. Wjj hebben niet vernomen dat het bij dezen wedijver tot kloppartijen is geko men. Dit strekt de driftige jonge lieden tot. eer; menigmaal wapperen dan ten slotte ook beide vlaggen naast elkaar. Maar wij vreezen, dat, als er botsingen tusschen de beide groepen hadden plaats gehad, wij daarvan toch niet zouden heb ben gehoord. Er is een embargo op nieuws uit Duitschland. Dezer dagen is zelfs offi cieel bekend gemaakt dat de buitenland- sche correspondenten twee maanden heb- j ben gekregen om te toonen dat zij goede1 berichten over den nieuwen stand van j zaken naar hun bladen kunnen zenden. Doen zij dat niet dan gaan zij er uit. Wij j vermoeaen dat, als dit laatste het eenige' risico was, weinige journalisten zouden nalaten hun plicht te doen; wij hebben echter ook reeds andere dreigementen vernomen; tuchthuis werd oa.. genoemd. Dat verklaart menig zoetsappig relaas dat in de laatste dagen onze aandacht trok, van schrijvers waarvan wij een ander oordeel gewoon waren. j En verderop in dit hoofdartikel, dat aan den toestand in Duitschland gewijd is, heet het: Een leerrijken kijk op den toestand in Duitschland verschaffen ons de berich ten uit het Roergebied, waar S.A.-afdee- lingen joodsche en buitenlandsche win kels voor het publiek hebben gesloten. Wie erin wilde werd teruggestuurd met de vermaning: „Duitschers, koopt in Duitsche zaken". Het einde is geweest, dat alle joodsche winkels hun deuren hebben moeten sluiten. De officieele nationaal-soeialistische toelichting bij de gebeurtenissen in het Roergebied is wellicht leerzamer nog dan het bericht van die gebeurtenissen zelf. Dat de S.A.-menschen het publiek van de bedoelde zaken hebben weggejaagd be wijst volgens deze toelichting dat de na tionale bevolking de sluiting van die inrichtingen eischt. Eerst heeft de natio naal-soeialistische leiding, daar zij toch eenig oeconomiseh plan moest voorleg gen, naast het afsnijden van den buiten- landschen invoer sluiting der „joodsche" magazijnen geëischt. Nu voeren de S.A.- menschen zelfstandig in bepaalde steden die sluiting uit. Tegen joden en vreemde lingen richt zich die actie in een land, waarvan meer zonen dan van eenig an der land in Europa bij den vreemdeling hun brood verdienen. En aan het slot heet het: Arm Duitschland. Het strekt het in zicht van den ex-keizer Wilhelm n tot eer, dat hij zich diep beklemd voelt door hetgeen er in zijn land gebeurt. Columbië en Peru. De regeering van Peru heeft een protest-nota tot den Vol kenbond gericht in verband met het door den Volkenbondsraad genomen besluit om reeds tot vasstelling van een rapport op grond van artikel 15, par. 4 van het volkenbondsverdrag over te gaan. De regeering van Peru eischt, dat het geschil tusschen Peru en Columbia op gelijke wijze als vorige soortgelijke inter nationale geschillen zal worden behan deld en dat dus eerst een enquete-com- missie naar Letica zal worden gezonden die een rapport aan den Volkenbond zal uitbrengen over de juridische, geografi sche en oeconomische zijde van het ge schil. Peru beveelt ook aan het bij vorige gelegenheden gegeven voorbeeld na te volgen van de schepping van een neu trale zone in de streek waar zich mili taire verwikkelingen voordoen. De nota eindigt op scherpe wijze met de verkla ring, dat de openbare meening in Peru niet zou kunnen begrijpen dat de volken bondsraad bij de handeling van dit ern stige en ingewikkelde vraagstuk van zijn traditioneele en voorzichtige politiek zou afwijken. Een dergelijke houding zou den vrede in Amerika in gevaar brengen en een onbilllijke onverdiende en on rechtvaardige gedragslijn jegens Peru beteekenen. De regeering van Peru ver geet hierby, dat volgens haar eigen er kenning het door Peruaansche troepen bezette gebied van Lettica deel uitmaakt van het grondgebied van Columbië en dat geen enkele militair van Columbië Peruaansch gebied is getreden. Een commissie van onderzoek om na te gaan welk land hier als aanvaller moet wor den beschouwd is dus niet meer noodig. LUITENANT-GENERAAL VON EPP RIJKSCOMMISSARIS IN BEIEREN. Naar Wolff meldt, heeft de rjjksregee- ring in verband met de onrust in de Beiersche bevolking en ter waarborging van de openbare veiligheid en orde in Beieren, krachtens art. 2 van de veror dening van den Rijkspresident van 28 Februari, de bevoegdheden der opperste landsautoriteiten, voor zoover zij betrek king hebben op de openbare veiligheid en orde, overgenomen en overgedragen aan luitenant-generaal ridder v. Epp. Hiermede is derhalve voor Beieren de zelfde regeling getroffen, welke o.a. ook geldt voor Würtemberg, Baden en Sak sen. Het optreden van Tsjang-Kai- sjek. Op een conferentie, enkele'mijlen van Peking, tusschen Tsjang Kai-sjek, Tsjang Hsoe-liang en Soeng, den plaatsvervan- genden minister-president, is naar Reu ter meldt, besloten, dat de Chineezen ernstige pogingen zullen doen om hun nederlaag in Jehol te herstellen. i Volgens officieele mededeelingen trek ken uit 3 verschillende richtingen Chi- j neesche legerafdeelingen tegen de Japan- ners op, deze zouden van dicht bij de bergpas van Koepeikou naar Jehol (stad) terugtrekken. Een aanval van het Japansche leger in Kwantoeng. Naar Reuter uit Tsjingtsjou meld$, heeft de Japansche bevelhebber in Kwan toeng tegen heden een algemeenen aan- val gelast, teneinde alle Chineesche troe- 1 pen die nog langs den Grooten Muur in Jehol tegenstand bieden, te vernietigen. Inzake de militairen en revolu tionaire organisaties. „Het Volk" meldt, dat bij het regiment genietroepen in Utrecht de op arbeidscon tract werkende burgerwerkman D. ont slagen is, omdat hij een vergadering be zocht had van de Vereeniging van vrien den der Sowjet-Unie in het Huis van het (s.-d.) Ned. Verbond van Vakvereeni- gingen. Als reden van ontslag werd opgegeven dat bezoek, onder beroëp op art. 1639 p van het Burgerlijk Wetboek. Artikel 1639 p van het B. W. luidt: „voor den werkgever worden als drin gende reden in den zin van het voor gaande artikel beschouwd, zoodanige daden, eigenschappen of gedragingen van den arbeider, dat van den werkgever redelijkerwijze niet kan gevergd worden, de dienstbetrekking te laten voortduren". De ontslagene vreesde, dat een volgen de werkgever hieruit verkeerde conclu sies zou kunnen trekken als b.v. diefach tigheid, luiheid of iets dergelijks en hij verzocht daarom om een nadere omschrij ving. Op zijn getuigschrift is toen de toe voeging geplaatst, dat het ontslag gege ven is wegens het bijwonen van een ver gadering van de genoemde vereeniging op 26 Februari 1933 te Utrecht. Aan een later verzoek van D., hem een getuigschrift te verstrekken, waarop het artikel 1639 p als reden van ontslag niet vermeld staat, is voldaan. Het s.d. blad maakt verder melding van de volgende circularie: NATIONAAL-SOCIALISTISCHE BEWEGING. Hoofdleider ir. A. A. MusserL Groep onderofficieren, kring U tr echtAmersfoort. Amersfoort, 8-8-33. Het bestuur van de groep Nationaal- Socialistische Onderofficieren, kring Utrecht-Amersfoort, heeft de eer U uit te noodigen tot het bijwonen van een propaganda-vergadering op 14 Maart 1933, in het Boompje, Heiligenbergweg. Spreker de heer v. d. Voort v. Zijp, bur gemeester van Maartensdijk. Onderwerp: „Defensie, Onderofficie ren, Nationaal-Socialistische Beweging". Gelegenheid tot vragen stellen. Aanvang 8 uur precies. Toegang gratis. N.B. Het lidmaatschap van den Na- tionaal-Socialistischen Bond is voor mili tairen toegestaan. De commandant van het garnizoen Amersfoort heeft geen be zwaar tegen het bijwonen dezer verga dering." Echter heeft de minister van defensie Woensdag in de Tweede Kamer ver klaard, dat het een militair verboden is, lid te zijn van een fascistische weerbaar heidsorganisatie, en dat in zijn beschik king staat, dat het den militair ook ver boden is, er zijdelings steun aan te ver- leenen. Dit wil zeggen, zoo voegde de minister er aan toe, dat hij geen lid mag zijn van een fascisitsche organisatie in het algemeen. DE KAMERVERKIEZINGEN. Candldaten partij. der R.-K. Staats- Hieronder volgt de uitslag van de stem ming over de candidaten voor de Tweede Kamer onder de leden der R.-K. Staats partij in den kieskring HaarlemDen Helder, thans 3 r.-k. zetels, waarvoor can- didaat worden gesteld: 1. mr. J. A. G. M. v. Hellenberg Hubar (kwaliteitszetel middenstand), bij enkele candidaatstelling; 2. Ch. v. d. Bilt, met 23.732 stemmen; 3. W. Groen, met 19.272 stemmen. Invallers: 1. Stumpel, met 1867 stem men; 2. Braakman, met 1463 stemmen; 3. mej. J. Meijer, met 998 stemmen. De heer v. d. Bilt zal hier nummer één van de lijst worden. Fascisten en nationaal-soclalis- ten. Mr. dr. Westerman, die door enkele fascistische organisaties hier te lande was aangezocht een eandidatuur te aanvaar- j den voor de Tweede Kamer, heeft geïb-j formeerd bij den leider der Nat. Soc.- beweging in Nederland, ir. A. A. Mussert te Utrecht, of hij bij het aanvaarden van een eandidatuur kan rekenen op den steun van genoemde beweging. Hem is toen daarop geantwoord, dat de N.S.B. haar eigen weg gaat en officieel geen steun zal toezeggen aan welks par-i tlj-candidatuur ook. DE VISCHHANDEL TE IJMU1DEN IN 1832. Sterke achteruitgang. De binnenlandsche spoorvrachten. Sombere toek«*ist. Aan het jaarverslag der IJnmider vischhandelvereeniging over 1932 ont- leenen wij, dat de omzet in de rijksvisch- hallen in dat jaar heeft bedragen 8.025.360, tegen 11.504.088 in 1931, een achteruitgang dus van 3.478.728. Deze achteruitgang is hoofdzakelija het gevolg van de belangrijke vermindering in aanvoer, alsook van mindere opbrengst van de visch. In 1932 brachten 1665 IJ muider stoom- treilers hunne vangsten van de Noordzee te IJmuiden aan de markt, tegen 3121 in 1931. De specificatie van den omzet is als volgt: Noordzeetreilvisch 6.950.186 9.645.034)Noordzee-beugvisch 144.357 140.026); Noordzee-versche haring 256.983 636.491); Noordzee-pekelha- ring 21.977 286.001); IJslandsch® treilvisch 124.403 131.503); Faroër treil visch 25.636 (nihil); Iersche zee- en Engelsche kanaaltreilvisch 139.539 372.399); consignatiezendingen 362.275 292.631). Aan de algemeene beschouwingen is nog het volgende ontleend: Aan het slot van ons vorige jaarver slag spraken wij den wensch uit, dat 1932 spoedig een ommekeer zou mogen bren gen in de hoogst ongunstige omstandig heden, waarin handel en reederij te IJmüiden aan het einde van 1931 ver keerden. Bij den aanvang van dit ver slag over het afgeloopen jaar moeten wij tot ons leedwezen onmiddellijk verklaren, dat deze wensch niet in vervulling is ge gaan. Integendeel is 1932 voor beide be- Verban die dagen, waarop gij door pijn in uw rug en spieren, door urinestoornissen, hoofdpijn en duizeligheid, door afgematheid, terneergeslagenheid en uitputting uw werk niet doen kunt. Deze verschijnselen zijn dik wijls de eerste waarschuwingen van verzwak king der afscheidingsorgane-j. Van de gezondheid en kracht dezer organen hangt uw welzijn af. Zijn zij verzwakt, dan hoopen urinezuur en andere schadelijke stoffen zich op, welke rugpijn spit, waterzucht en blaasstoornissen veroorzaken. Herstel uw gezondheid door vanaf heden Foster's Rugpijn Pillen te gebruiken. Dit speciale middel werkt rechtstreeks op de betreffende organen, neemt de oorzaak weg van uw lijden, waardoor gij u weder spoedig flink en t^tond zult voelen. Foster's Rugpijn Pillen zijn verkr. bij alle drogisten enz. i f I.i 75 en 3.per doos. door MARTIN JOHNSON. V) Ren ander vreemdsoortig wezen* uit ons kamp was een kleine baardige gek, een onschadelijk manneke, dat steeds een ei meebracht, om dat in te ruilen voor zout. Hij kakelde als een hen, die haar ei had gelegd, begon dan plotseling te kraaien, en waggelde met zijn maag als een Turksche buikdanser. Daarna gaf liy ons het ei. Hij verbeeldde zich waar schijnlijk, dat hij het zelf gelegd had. Onze beste vriend onder de pygmeeen ^as het hoofd der dwergen in Piligbo. Hij was een vriendelijk kereltje met een tulhand van luipaardenhuid. Op zyn borst droeg hij een lederen taschje en verder hield hij er een onverstoorbare waardigheid op na. Hij maakte lange diepe buigingen en zeide: ..Bana, meme, Groot" (Meester hier ben ik!) Dat) b.eef bij rustig, uren lang naar roe kijken, en kreeg tenslotte een handjevol tabak mee naar huis. We waren nu langzamerhand gereed voor de massa-opnamen. We hadden ge schenken gegeven aan alle stamhoofden, en allen hadden ons beloofd om voor pygmeeën te zorgen. Drie dagen later verschenen er tachtig. We wezen hun een plaats aan, waar ze met het bouwen van de hutten een aanvang konden ma ken. Spoedig kwamen er weer een vijftig tal en na enkele uren hadden we- vijf honderd en meer pygmeeën op bezoek. De aangewezen plaats voor de hutten bestond uit een groote laan, waar ze aan weerskanten konden bouwen. Om te fil men was het er te donker, we kapten daarom wat van het geboomte om, en bouwden op die zonnige plaats onze studio. Het werk vlotte flink, ons volkje bleef vriendelijk en gezellig en het deed zijn werk uitstekend. Na afloop van de dag taak kwamen de pygmeeën vragen om hun rantsoen bananen en zout, als tracta- tie kregen ze dan soms wat palmolie en pinda's. Daarna trok het geheele gezel schap zich zingend en dansend in het donkere bosch terug. Zelfs bij een dwergvolk heeft god Amor nog tijd om zijn pijlen af te schieten. Een onzer voornaamste filmsterren droeg den verleidelijken naam van Adinnie. Zij was koolzwart en scheen over de pyg meeën eenigermate de baas te spelen. Ze was schitterend gebouwd, had een prach tige gladde huid en wekte de algemeene belangstelling. Haar moeder, zoo werd er in het dorp verteld, was een pygmee, die indertijd door een van de naburige in boorlingen geschaakt was en tot huis houdster werd uitverkoren. Ze had ech ter spoedig de vlucht genomen en was weer bij de pygmeeën teruggekeerd, haar bekoorlijke spruit met zich nemende. De pygmeeën waren trotsch op hun mooie gi-oote dochter, die echter herhaaldelijke malen door haars vaders familie geroofd werd. - - De jonge dame voelde zich echter meer tot haar kleine ooms en tantes aangetrok ken en bleef liever bij haar moeder. En nu was Adinnie groot genoeg om zelf aan de liefde te gaan denken. Zij had haar hart geschonken aan een bonkigen, leelijken pygmee, niet grooter dan 1.10 meter, met een grappig rond ge zicht en groote oogen. Die oogen wierpen steeds gloeiende verlangende blik ken naar het meisje. Zij deed net, of ze er niets van merkte en flirtte als een volbloed Yankeegirl. Ik had ook opge merkt, dat de jeugdige gelieven vaak af spraakjes samen maakten. Op zekeren dag, terwijl wij in ons stu diodorp met opnamen bezig waren, wa ren er net twee gezonde babies geboren. Voor kraamvisite was geen tijd, want plotseling zagen wij een wilden neger, gekleed in tijgerhuid, gewapend met pijl en boog uit het bosch te voorschijn ko men. Deze gevaarlijke inboorling was Adin- nies papa, die zijn dochter voor de zoo- veelste maal kwam weghalen. Als één man werkten de pygmeeën den indringer uit het kamp. Bij die gelegenheid bab belden ze in een opgewonden taaltje, dat ik niet licht vergeten zal. Papa scheen niet bang voor het kleine volkje, maar hij moest den aftocht blazen, daar hij tegen zulk een meerderheid niet opge wassen bleek te zijn. De daaropvolgende dagen waren ver loren voor het werk. De pygmeeën waren lastig en nerveus en vooral bang. Ze hadden begrepen, dat de papa van Adin nie zich maar niet zóó zou laten afsche pen, en wel met hulptroepen zou komen aanrukken, hetgeen dan ook inderdaad gebeurde. Met een dozijn stevige jongens, gewa pend tot aan de tanden, kwam de vader om zijn dochter weer te halen. Ik zond de indringers het kamp uit, en ook Piligbo zorgde voor versterking. Men had het meisje al bijna weggesleept, toen wjj te hulp kwamen en papa wéér onverrichter zake en zonder dochter, moest heengaan. Onze pygmeeën zaten nu al drie maan den in het kamp en begonnen eeniger mate rusteloos te worden. Zij hadden heimwee naar un bosschen. Daar wa ren ze tevreden met gras, dat ze kookten als spinazie, met als dessert vliegende mieren, maden of vetwormen. Ook scho ten ze wel eens een aap om een vleesch- gerecht op tafel te kunnen brengen. Het leven dat ze met ons leidden was voor hen onnatuurlijk. Het studio-dorp was te sterk verlicht voor deze kinderen der duisternis. De zon hinderde hen en verhitte hun lichamen te sterk. Hun oogen waren slechts gewend aan de vochtige nevelen van het oerwoud. Wat waren zé blij toen onze laatste films op genomen waren, ze gedroegen zich net als schoolkinderen die met vacantie gaan. We brachten ze in het kamp, geven hun zout, kralen, een lapje katoen, 'n pak tabak, een doosje lucifers en een stuk toiletzeep. Het laatste geschenk bracht hen in verrukking. De zeep werd met smaak opgepeuzeld. Wasschen met zeep is een ongekende luxe voor pygmeeën, dus wat hadden ze met hun zeep anders moeten doen? Toen de duisternis viel, was er geen enkele pygmee in ons dorp meer te zien. Het Ituriwoud had zijn kinderen weer opgeëischt. Dien nacht hoorde men geen enkelen tom-tom slaan en niemand wist, waarheen het kleine volkje zoo gauw de vlucht had genomen. De gelukkige stervelingen hadden echter de „beschaving" weer vroolijk vaarwel gezegd. Die benijdenswaardige wezens hebben geen belangen bij de schommelin gen van de effectenbeurs. Zelfs de radio boezemde hun geen voortdurend belang in, al verklaarde ik hun zoo goed en zoo kwaad als het ging de wonderen van den aether. Ook onze auto's lieten hen abso luut koud. Zij zouden geen twee dieren huiden en een giftigen pijl ruilen voor een auto. Waarom zouden ze ook? Nu we ons langgekoesterd plan, om een studie van het pygmeeënvolk uit het Ituriwoud te maken, hadden volvoerd, wilde Osa haar expeditie-uitrusting ge reed maken, voor de jacht op bongo's. Dit prachtig dier behoort tot de familie der elanden, heeft een mahoniekleurige huid, witte strepen op de borst en lange spiraalhorens op den kop. Terwijl Oso onderweg was, regende het bijna voort durend. De rivieren traden buiten hun oevers en haar pygmeeëngidsen verlie ten haar. Ze hield het echter nog acht dagen uit en trachtte droog te blijven on der het bladerdak Ze zag veel olifanten en buffels, maar kreeg geen enkelen bongo te zien. Toen ze in het kamp terug kwam, was ze zóó dik bemodderd, dat het scheen of ze dagen lang in slijk ge baad had. Op den dag dat ze terugkeerde, werden ons door drie pygmeeën okapi-huiden aangeboden. We kochten ze, omdat wo deze bosschen zouden verlaten, en dan niet licht weer dergelijke huiden in han den zouden krijgen. Het vocht was zeer schadelijk voor onze apparaten en voor hte leder onzer came ra's. Ook onze lenzen werden stroef door het vocht, de blikken proviandbussen be gonnen te roesten, en ons beddegoed rook muf. Ook onze gezondheid was tegen zóó veel nattigheid niet bestand. De Witt kreeg een aanval van koorts. Twee van onze jongens liepen krom van de rheumatiek en bijna allen gevoelden zich onlekker. We waren bedekt met vlooien- en muskietenbeten. We hadden spit in den rug en ook de oogen deden niet meer hun werk zooals het behoorde. Door dat alles ging onze stemming niet weinig achteruit. Slechts pygmeeën schij nen in die vochtige streken hun vroo- lijkheid te kunnen behouden. Het was nu beter om te vertrekken en onzen anderen wensch in vervulling te gaan brengen, n.1. de jacht op gorilla's. We zouden teruggaan naar Iruniu. daarna zes honderd myl zuidelijker naar het Kivumeer, waar de aristocratische gorilla-familie „in splendid isolation" het oude vuleanische gebergte bewoont. De weg naar het Kivumeer zou zeker de moeite waard zijn. We moesten over de Rutushuru-rivier, waar, naar men zegt, nijlpaarden in kudden van duizen den zwemmen. Aan de oevers van deze rivieren huizen buffels, zebra's, leeuwen en luipaarden. We verlieten het Ttura-woud en ver trokken naar Iruniu. Einde Augustus zou de tocht naar gorilla-land een aanvang nemen. (Wordt vervolge

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1933 | | pagina 1