IS ALTIJD
NIEUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA
China en Japan.
No. 7247. EERSTE BLAD
ZATERDAG 11 MAART 1933
61ste JAARGANG
Buitenlandsch overzicht.
De ontwapeningsconferentie en de beperking der mi
litaire uitgaven. De Engelsche begrooting van ma
rine. - De revolutionaire beweging in Duitschland. -
Columbië en Peru.
STERFT HEDEN AVOND
ÏVÏr. Fock spreekt
OOK VOOR DAMES
De nieuwe koers bij defensie.
Zoo kan het niet langer.
F E UILL ETO N
Abonnement per 3 maanden bjj vooruitbet.: Heldersche Courant f 1.50; voor
Koegras, Anna Paulowna, Breezand, Wieringen en Texel f 1.65;binnen-
and f 2. NederL Oost- en West-Indië per zeepost f 2.10, idem per
rnai (n oveiige landen f 3.20. Losse nos. 4ct.fr. p.'p.6ct. Zondagsblad
lesp. f 0.50 f 0.70, f 0.70, 1.Modeblad resp. f 1.20, f 1.50, f 1.50, fl.70.
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag.
Redacteur: P. C. DE BOER.
Uitgave N.V. Drukkerij v/h C. DE BOER Jr.
Bureau: Koningstraat 78 Telefoon: 50 en 412
Post-Girorekening No. 16066.
ADVERTENTIËN:
20 ct. per regel (galjard). Ingez. meded. (kolombreedte als redaction.
tekst) dubbele prijs. Kleine advertentiën (gevraagd, te koop, te huur)
van 1 t/m. 3 regels 40 ct., elke regel meei 10 ct. bij vooruitbetaling (adres
Bureau v. d. blad en met br. onder no. 10 ct. p. adv. extra) Bewijsno. 4 ct.
De ontwapeningsconferentie en de be
perking der militaire uitgaven. De des
kundige commissie voor de kwestie dei-
beperking der militaire uitgaven, door
vastlegging van de maximum budget-
eijfers voor de verschillende landen voor
de ontwapeningsconferentie, heeft haar
maandenlangen technischen arbeid ten
einde gebracht, door de aanneming in de
eerste lezing van een rapport, dat alle
bij dit vraagstuk opgeworpen kwesties
behandelt en dat tot de slotsom komt,
dat de begrenzing der militaire uitgaven,
door een conventie practisch mogelijk
is en onmiddellijk te verwezenlijken zou
zijn.
Van de 9 leden dezer deskundigen-
oommissie hebben echter drie, namelijk
de deskundigen van Duitschland, Italië
en Japan hun stem niet aan het rapport
gegeven. De Italiaansche gedelegeerde
heeft tegen gestemd en Duitschland en
Japan hebben zich van stemming onthou
den. Duitschland deed dit wederom om
de bekende reden dat het zich niet over
dit onderdeel van het ontwapenings-
vraagstuk wil uitspreken alvorens te
weten welke directe ontwapeningsbepM-
lingen in de conventie zullen worden op
genomen. Japan onthield zich van stem
ming omdat dit land met het oog op den
onzekeren toestand in het Verre Oosten
eerst na een of twee jaar tot vastlegging
van de maximum bedragen van de mili
taire uitgaven zal kunnen overgaan. De
commissie zal de volgende week opnieuw
bijeenkomen voor de aanneming van het
rapport in tweede lezing en hoopt nog
voor Paschen het definitieve rapport aan
de groote commissie voor de militaire
uitgaven te kunnen toezenden.
een vlootverdrag van Londen. Het aan
tal torpedobootjagèrs en duikbooten is
hetzelfde als op de vorige begrooting
sinds Londen.
In zijn toelichting merkt de eerste lord
van de admiraliteit op, dat evenals ver
leden jaar, de begrooting beperkt is door
de eischen van den financieelen toestand
en niet ten volle voorziet in alle poten-
tieele behoeften van de vloot.
De Engelsche begrooting van Marine.
Aan ontwapening is Engeland ook nog
niet toe. De begrooting van marine is
voor het komende jaar op 53.570.000 pond
geraamd, wat 3.093.700 pond meer is dan
voor het loopende jaar.
Van dit meerdere is 2.355.360 pond ver-
eischt voor de normale voortzetting van
den nieuwen aanbouw, een gevolg van
het feit, dat de uitgaven voor aanbouw
het vorig jaar met opzet zijn opgeschorst
en verdeeld over de komende jaren. De
overige uitgaven vloeien voort uit hoo-
gere kosten voor pensioenen en gratifi
caties.
Het nieuwe program van aanbouw
voorziet, in vier kruisers, een flotieljelei-
der, acht torpedobootjagers, drie duik
booten, drie adviesjachten, een convooi-
jacht, een kustjacht en verder klein mate
riaal. De aangevraagde kruisers vormen
de vierde en laatste groep van het pro
gramma van vervanging van verouderde
schepen, dat tegen December 1936 gereed
moet zijn overeenkomstig de bepaling van
7 uur af op korte golf
De revolutionaire beweging in Duitsch
land. De revolutie is in Duitschland in
vollen gang, schrijft, de Nw. Rott. Crt. Zij
beheerscht de regeeringsbureaux en zij
beheerscht de straat. Er is geen politie die
de swastika-benden in toom houdt. Zelfs
in de Rijksbank zijn zij doorgedrongen,
om er hun swastika vlag op te planten.
Dr. Luther heeft, tijdelijk de wijk daar
voor genomen. Zoo gaat het in alle meer
of minder openbare gebouwen. In Novem
ber 1918 ging het in dit opzicht kalmer
toe te Berlijn, zoo schrijft het blad. In de
Rijksbank b.v. drong geen gepeupel bin
nen.
Voor een werkelijk nog nationale waar
digheid beseffend Duitscher moet het in
deze dagen pijnigend zijn geweest, in de
straten van de hoofdstad den wedstrijd te
zien van in looppas naar de openbare ge
bouwen stormende troepen van S.A.- en
Stahlhelm-mannen om de bondgenooten
voor te zijn met het planten van hun vlag.
Wjj hebben niet vernomen dat het bij
dezen wedijver tot kloppartijen is geko
men. Dit strekt de driftige jonge lieden
tot. eer; menigmaal wapperen dan ten
slotte ook beide vlaggen naast elkaar.
Maar wij vreezen, dat, als er botsingen
tusschen de beide groepen hadden plaats
gehad, wij daarvan toch niet zouden heb
ben gehoord. Er is een embargo op nieuws
uit Duitschland. Dezer dagen is zelfs offi
cieel bekend gemaakt dat de buitenland-
sche correspondenten twee maanden heb- j
ben gekregen om te toonen dat zij goede1
berichten over den nieuwen stand van j
zaken naar hun bladen kunnen zenden.
Doen zij dat niet dan gaan zij er uit. Wij j
vermoeaen dat, als dit laatste het eenige'
risico was, weinige journalisten zouden
nalaten hun plicht te doen; wij hebben
echter ook reeds andere dreigementen
vernomen; tuchthuis werd oa.. genoemd.
Dat verklaart menig zoetsappig relaas dat
in de laatste dagen onze aandacht trok,
van schrijvers waarvan wij een ander
oordeel gewoon waren. j
En verderop in dit hoofdartikel, dat
aan den toestand in Duitschland gewijd
is, heet het:
Een leerrijken kijk op den toestand in
Duitschland verschaffen ons de berich
ten uit het Roergebied, waar S.A.-afdee-
lingen joodsche en buitenlandsche win
kels voor het publiek hebben gesloten.
Wie erin wilde werd teruggestuurd met
de vermaning: „Duitschers, koopt in
Duitsche zaken". Het einde is geweest,
dat alle joodsche winkels hun deuren
hebben moeten sluiten.
De officieele nationaal-soeialistische
toelichting bij de gebeurtenissen in het
Roergebied is wellicht leerzamer nog dan
het bericht van die gebeurtenissen zelf.
Dat de S.A.-menschen het publiek van de
bedoelde zaken hebben weggejaagd be
wijst volgens deze toelichting dat de na
tionale bevolking de sluiting van die
inrichtingen eischt. Eerst heeft de natio
naal-soeialistische leiding, daar zij toch
eenig oeconomiseh plan moest voorleg
gen, naast het afsnijden van den buiten-
landschen invoer sluiting der „joodsche"
magazijnen geëischt. Nu voeren de S.A.-
menschen zelfstandig in bepaalde steden
die sluiting uit. Tegen joden en vreemde
lingen richt zich die actie in een land,
waarvan meer zonen dan van eenig an
der land in Europa bij den vreemdeling
hun brood verdienen.
En aan het slot heet het:
Arm Duitschland. Het strekt het in
zicht van den ex-keizer Wilhelm n tot
eer, dat hij zich diep beklemd voelt door
hetgeen er in zijn land gebeurt.
Columbië en Peru. De regeering van
Peru heeft een protest-nota tot den Vol
kenbond gericht in verband met het door
den Volkenbondsraad genomen besluit
om reeds tot vasstelling van een rapport
op grond van artikel 15, par. 4 van het
volkenbondsverdrag over te gaan.
De regeering van Peru eischt, dat het
geschil tusschen Peru en Columbia op
gelijke wijze als vorige soortgelijke inter
nationale geschillen zal worden behan
deld en dat dus eerst een enquete-com-
missie naar Letica zal worden gezonden
die een rapport aan den Volkenbond zal
uitbrengen over de juridische, geografi
sche en oeconomische zijde van het ge
schil. Peru beveelt ook aan het bij vorige
gelegenheden gegeven voorbeeld na te
volgen van de schepping van een neu
trale zone in de streek waar zich mili
taire verwikkelingen voordoen. De nota
eindigt op scherpe wijze met de verkla
ring, dat de openbare meening in Peru
niet zou kunnen begrijpen dat de volken
bondsraad bij de handeling van dit ern
stige en ingewikkelde vraagstuk van
zijn traditioneele en voorzichtige politiek
zou afwijken. Een dergelijke houding zou
den vrede in Amerika in gevaar brengen
en een onbilllijke onverdiende en on
rechtvaardige gedragslijn jegens Peru
beteekenen. De regeering van Peru ver
geet hierby, dat volgens haar eigen er
kenning het door Peruaansche troepen
bezette gebied van Lettica deel uitmaakt
van het grondgebied van Columbië en
dat geen enkele militair van Columbië
Peruaansch gebied is getreden. Een
commissie van onderzoek om na te gaan
welk land hier als aanvaller moet wor
den beschouwd is dus niet meer noodig.
LUITENANT-GENERAAL VON EPP
RIJKSCOMMISSARIS IN
BEIEREN.
Naar Wolff meldt, heeft de rjjksregee-
ring in verband met de onrust in de
Beiersche bevolking en ter waarborging
van de openbare veiligheid en orde in
Beieren, krachtens art. 2 van de veror
dening van den Rijkspresident van 28
Februari, de bevoegdheden der opperste
landsautoriteiten, voor zoover zij betrek
king hebben op de openbare veiligheid
en orde, overgenomen en overgedragen
aan luitenant-generaal ridder v. Epp.
Hiermede is derhalve voor Beieren de
zelfde regeling getroffen, welke o.a. ook
geldt voor Würtemberg, Baden en Sak
sen.
Het optreden van Tsjang-Kai-
sjek.
Op een conferentie, enkele'mijlen van
Peking, tusschen Tsjang Kai-sjek, Tsjang
Hsoe-liang en Soeng, den plaatsvervan-
genden minister-president, is naar Reu
ter meldt, besloten, dat de Chineezen
ernstige pogingen zullen doen om hun
nederlaag in Jehol te herstellen.
i Volgens officieele mededeelingen trek
ken uit 3 verschillende richtingen Chi-
j neesche legerafdeelingen tegen de Japan-
ners op, deze zouden van dicht bij de
bergpas van Koepeikou naar Jehol (stad)
terugtrekken.
Een aanval van het Japansche
leger in Kwantoeng.
Naar Reuter uit Tsjingtsjou meld$,
heeft de Japansche bevelhebber in Kwan
toeng tegen heden een algemeenen aan-
val gelast, teneinde alle Chineesche troe-
1 pen die nog langs den Grooten Muur in
Jehol tegenstand bieden, te vernietigen.
Inzake de militairen en revolu
tionaire organisaties.
„Het Volk" meldt, dat bij het regiment
genietroepen in Utrecht de op arbeidscon
tract werkende burgerwerkman D. ont
slagen is, omdat hij een vergadering be
zocht had van de Vereeniging van vrien
den der Sowjet-Unie in het Huis van het
(s.-d.) Ned. Verbond van Vakvereeni-
gingen.
Als reden van ontslag werd opgegeven
dat bezoek, onder beroëp op art. 1639 p
van het Burgerlijk Wetboek.
Artikel 1639 p van het B. W. luidt:
„voor den werkgever worden als drin
gende reden in den zin van het voor
gaande artikel beschouwd, zoodanige
daden, eigenschappen of gedragingen
van den arbeider, dat van den werkgever
redelijkerwijze niet kan gevergd worden,
de dienstbetrekking te laten voortduren".
De ontslagene vreesde, dat een volgen
de werkgever hieruit verkeerde conclu
sies zou kunnen trekken als b.v. diefach
tigheid, luiheid of iets dergelijks en hij
verzocht daarom om een nadere omschrij
ving. Op zijn getuigschrift is toen de toe
voeging geplaatst, dat het ontslag gege
ven is wegens het bijwonen van een ver
gadering van de genoemde vereeniging
op 26 Februari 1933 te Utrecht.
Aan een later verzoek van D., hem
een getuigschrift te verstrekken, waarop
het artikel 1639 p als reden van ontslag
niet vermeld staat, is voldaan.
Het s.d. blad maakt verder melding
van de volgende circularie:
NATIONAAL-SOCIALISTISCHE
BEWEGING.
Hoofdleider ir. A. A. MusserL
Groep onderofficieren, kring
U tr echtAmersfoort.
Amersfoort, 8-8-33.
Het bestuur van de groep Nationaal-
Socialistische Onderofficieren, kring
Utrecht-Amersfoort, heeft de eer U uit
te noodigen tot het bijwonen van een
propaganda-vergadering op 14 Maart
1933, in het Boompje, Heiligenbergweg.
Spreker de heer v. d. Voort v. Zijp, bur
gemeester van Maartensdijk.
Onderwerp: „Defensie, Onderofficie
ren, Nationaal-Socialistische Beweging".
Gelegenheid tot vragen stellen. Aanvang
8 uur precies. Toegang gratis.
N.B. Het lidmaatschap van den Na-
tionaal-Socialistischen Bond is voor mili
tairen toegestaan. De commandant van
het garnizoen Amersfoort heeft geen be
zwaar tegen het bijwonen dezer verga
dering."
Echter heeft de minister van defensie
Woensdag in de Tweede Kamer ver
klaard, dat het een militair verboden is,
lid te zijn van een fascistische weerbaar
heidsorganisatie, en dat in zijn beschik
king staat, dat het den militair ook ver
boden is, er zijdelings steun aan te ver-
leenen. Dit wil zeggen, zoo voegde de
minister er aan toe, dat hij geen lid mag
zijn van een fascisitsche organisatie in
het algemeen.
DE KAMERVERKIEZINGEN.
Candldaten
partij.
der R.-K. Staats-
Hieronder volgt de uitslag van de stem
ming over de candidaten voor de Tweede
Kamer onder de leden der R.-K. Staats
partij in den kieskring HaarlemDen
Helder, thans 3 r.-k. zetels, waarvoor can-
didaat worden gesteld:
1. mr. J. A. G. M. v. Hellenberg Hubar
(kwaliteitszetel middenstand), bij enkele
candidaatstelling; 2. Ch. v. d. Bilt, met
23.732 stemmen; 3. W. Groen, met 19.272
stemmen.
Invallers: 1. Stumpel, met 1867 stem
men; 2. Braakman, met 1463 stemmen; 3.
mej. J. Meijer, met 998 stemmen.
De heer v. d. Bilt zal hier nummer één
van de lijst worden.
Fascisten en nationaal-soclalis-
ten.
Mr. dr. Westerman, die door enkele
fascistische organisaties hier te lande was
aangezocht een eandidatuur te aanvaar- j
den voor de Tweede Kamer, heeft geïb-j
formeerd bij den leider der Nat. Soc.-
beweging in Nederland, ir. A. A. Mussert
te Utrecht, of hij bij het aanvaarden van
een eandidatuur kan rekenen op den steun
van genoemde beweging.
Hem is toen daarop geantwoord, dat de
N.S.B. haar eigen weg gaat en officieel
geen steun zal toezeggen aan welks par-i
tlj-candidatuur ook.
DE VISCHHANDEL TE IJMU1DEN
IN 1832.
Sterke achteruitgang. De
binnenlandsche spoorvrachten.
Sombere toek«*ist.
Aan het jaarverslag der IJnmider
vischhandelvereeniging over 1932 ont-
leenen wij, dat de omzet in de rijksvisch-
hallen in dat jaar heeft bedragen
8.025.360, tegen 11.504.088 in 1931,
een achteruitgang dus van 3.478.728.
Deze achteruitgang is hoofdzakelija het
gevolg van de belangrijke vermindering
in aanvoer, alsook van mindere opbrengst
van de visch.
In 1932 brachten 1665 IJ muider stoom-
treilers hunne vangsten van de Noordzee
te IJmuiden aan de markt, tegen 3121 in
1931. De specificatie van den omzet is als
volgt: Noordzeetreilvisch 6.950.186
9.645.034)Noordzee-beugvisch 144.357
140.026); Noordzee-versche haring
256.983 636.491); Noordzee-pekelha-
ring 21.977 286.001); IJslandsch®
treilvisch 124.403 131.503); Faroër
treil visch 25.636 (nihil); Iersche zee-
en Engelsche kanaaltreilvisch 139.539
372.399); consignatiezendingen 362.275
292.631).
Aan de algemeene beschouwingen is
nog het volgende ontleend:
Aan het slot van ons vorige jaarver
slag spraken wij den wensch uit, dat 1932
spoedig een ommekeer zou mogen bren
gen in de hoogst ongunstige omstandig
heden, waarin handel en reederij te
IJmüiden aan het einde van 1931 ver
keerden. Bij den aanvang van dit ver
slag over het afgeloopen jaar moeten wij
tot ons leedwezen onmiddellijk verklaren,
dat deze wensch niet in vervulling is ge
gaan. Integendeel is 1932 voor beide be-
Verban die dagen, waarop gij door pijn in
uw rug en spieren, door urinestoornissen,
hoofdpijn en duizeligheid, door afgematheid,
terneergeslagenheid en uitputting uw werk
niet doen kunt. Deze verschijnselen zijn dik
wijls de eerste waarschuwingen van verzwak
king der afscheidingsorgane-j.
Van de gezondheid en kracht dezer organen
hangt uw welzijn af. Zijn zij verzwakt, dan
hoopen urinezuur en andere schadelijke stoffen
zich op, welke rugpijn spit, waterzucht
en blaasstoornissen veroorzaken.
Herstel uw gezondheid door vanaf heden
Foster's Rugpijn Pillen te gebruiken. Dit
speciale middel werkt rechtstreeks op de
betreffende organen, neemt de oorzaak weg
van uw lijden, waardoor gij u weder spoedig
flink en t^tond zult voelen.
Foster's Rugpijn Pillen zijn verkr. bij alle
drogisten enz. i f I.i 75 en 3.per doos.
door
MARTIN JOHNSON.
V)
Ren ander vreemdsoortig wezen* uit
ons kamp was een kleine baardige gek,
een onschadelijk manneke, dat steeds een
ei meebracht, om dat in te ruilen voor
zout. Hij kakelde als een hen, die haar
ei had gelegd, begon dan plotseling te
kraaien, en waggelde met zijn maag als
een Turksche buikdanser. Daarna gaf liy
ons het ei. Hij verbeeldde zich waar
schijnlijk, dat hij het zelf gelegd had.
Onze beste vriend onder de pygmeeen
^as het hoofd der dwergen in Piligbo.
Hij was een vriendelijk kereltje met een
tulhand van luipaardenhuid. Op zyn
borst droeg hij een lederen taschje en
verder hield hij er een onverstoorbare
waardigheid op na. Hij maakte lange
diepe buigingen en zeide: ..Bana, meme,
Groot" (Meester hier ben ik!) Dat) b.eef
bij rustig, uren lang naar roe kijken, en
kreeg tenslotte een handjevol tabak mee
naar huis.
We waren nu langzamerhand gereed
voor de massa-opnamen. We hadden ge
schenken gegeven aan alle stamhoofden,
en allen hadden ons beloofd om voor
pygmeeën te zorgen. Drie dagen later
verschenen er tachtig. We wezen hun
een plaats aan, waar ze met het bouwen
van de hutten een aanvang konden ma
ken. Spoedig kwamen er weer een vijftig
tal en na enkele uren hadden we- vijf
honderd en meer pygmeeën op bezoek.
De aangewezen plaats voor de hutten
bestond uit een groote laan, waar ze aan
weerskanten konden bouwen. Om te fil
men was het er te donker, we kapten
daarom wat van het geboomte om, en
bouwden op die zonnige plaats onze
studio.
Het werk vlotte flink, ons volkje bleef
vriendelijk en gezellig en het deed zijn
werk uitstekend. Na afloop van de dag
taak kwamen de pygmeeën vragen om
hun rantsoen bananen en zout, als tracta-
tie kregen ze dan soms wat palmolie en
pinda's. Daarna trok het geheele gezel
schap zich zingend en dansend in het
donkere bosch terug.
Zelfs bij een dwergvolk heeft god Amor
nog tijd om zijn pijlen af te schieten. Een
onzer voornaamste filmsterren droeg den
verleidelijken naam van Adinnie. Zij
was koolzwart en scheen over de pyg
meeën eenigermate de baas te spelen. Ze
was schitterend gebouwd, had een prach
tige gladde huid en wekte de algemeene
belangstelling. Haar moeder, zoo werd er
in het dorp verteld, was een pygmee, die
indertijd door een van de naburige in
boorlingen geschaakt was en tot huis
houdster werd uitverkoren. Ze had ech
ter spoedig de vlucht genomen en was
weer bij de pygmeeën teruggekeerd, haar
bekoorlijke spruit met zich nemende. De
pygmeeën waren trotsch op hun mooie
gi-oote dochter, die echter herhaaldelijke
malen door haars vaders familie geroofd
werd. - -
De jonge dame voelde zich echter meer
tot haar kleine ooms en tantes aangetrok
ken en bleef liever bij haar moeder. En
nu was Adinnie groot genoeg om zelf
aan de liefde te gaan denken.
Zij had haar hart geschonken aan een
bonkigen, leelijken pygmee, niet grooter
dan 1.10 meter, met een grappig rond ge
zicht en groote oogen. Die oogen wierpen
steeds gloeiende verlangende blik
ken naar het meisje. Zij deed net, of
ze er niets van merkte en flirtte als een
volbloed Yankeegirl. Ik had ook opge
merkt, dat de jeugdige gelieven vaak af
spraakjes samen maakten.
Op zekeren dag, terwijl wij in ons stu
diodorp met opnamen bezig waren, wa
ren er net twee gezonde babies geboren.
Voor kraamvisite was geen tijd, want
plotseling zagen wij een wilden neger,
gekleed in tijgerhuid, gewapend met pijl
en boog uit het bosch te voorschijn ko
men.
Deze gevaarlijke inboorling was Adin-
nies papa, die zijn dochter voor de zoo-
veelste maal kwam weghalen. Als één
man werkten de pygmeeën den indringer
uit het kamp. Bij die gelegenheid bab
belden ze in een opgewonden taaltje, dat
ik niet licht vergeten zal. Papa scheen
niet bang voor het kleine volkje, maar
hij moest den aftocht blazen, daar hij
tegen zulk een meerderheid niet opge
wassen bleek te zijn.
De daaropvolgende dagen waren ver
loren voor het werk. De pygmeeën waren
lastig en nerveus en vooral bang. Ze
hadden begrepen, dat de papa van Adin
nie zich maar niet zóó zou laten afsche
pen, en wel met hulptroepen zou komen
aanrukken, hetgeen dan ook inderdaad
gebeurde.
Met een dozijn stevige jongens, gewa
pend tot aan de tanden, kwam de vader
om zijn dochter weer te halen.
Ik zond de indringers het kamp uit,
en ook Piligbo zorgde voor versterking.
Men had het meisje al bijna weggesleept,
toen wjj te hulp kwamen en papa wéér
onverrichter zake en zonder dochter,
moest heengaan.
Onze pygmeeën zaten nu al drie maan
den in het kamp en begonnen eeniger
mate rusteloos te worden. Zij hadden
heimwee naar un bosschen. Daar wa
ren ze tevreden met gras, dat ze kookten
als spinazie, met als dessert vliegende
mieren, maden of vetwormen. Ook scho
ten ze wel eens een aap om een vleesch-
gerecht op tafel te kunnen brengen.
Het leven dat ze met ons leidden was
voor hen onnatuurlijk. Het studio-dorp
was te sterk verlicht voor deze kinderen
der duisternis. De zon hinderde hen en
verhitte hun lichamen te sterk. Hun
oogen waren slechts gewend aan de
vochtige nevelen van het oerwoud. Wat
waren zé blij toen onze laatste films op
genomen waren, ze gedroegen zich net
als schoolkinderen die met vacantie gaan.
We brachten ze in het kamp, geven hun
zout, kralen, een lapje katoen, 'n pak
tabak, een doosje lucifers en een stuk
toiletzeep. Het laatste geschenk bracht
hen in verrukking. De zeep werd met
smaak opgepeuzeld. Wasschen met zeep
is een ongekende luxe voor pygmeeën,
dus wat hadden ze met hun zeep anders
moeten doen? Toen de duisternis viel,
was er geen enkele pygmee in ons dorp
meer te zien. Het Ituriwoud had zijn
kinderen weer opgeëischt. Dien nacht
hoorde men geen enkelen tom-tom slaan
en niemand wist, waarheen het kleine
volkje zoo gauw de vlucht had genomen.
De gelukkige stervelingen hadden echter
de „beschaving" weer vroolijk vaarwel
gezegd. Die benijdenswaardige wezens
hebben geen belangen bij de schommelin
gen van de effectenbeurs. Zelfs de radio
boezemde hun geen voortdurend belang
in, al verklaarde ik hun zoo goed en zoo
kwaad als het ging de wonderen van den
aether. Ook onze auto's lieten hen abso
luut koud. Zij zouden geen twee dieren
huiden en een giftigen pijl ruilen voor
een auto. Waarom zouden ze ook?
Nu we ons langgekoesterd plan, om
een studie van het pygmeeënvolk uit het
Ituriwoud te maken, hadden volvoerd,
wilde Osa haar expeditie-uitrusting ge
reed maken, voor de jacht op bongo's.
Dit prachtig dier behoort tot de familie
der elanden, heeft een mahoniekleurige
huid, witte strepen op de borst en lange
spiraalhorens op den kop. Terwijl Oso
onderweg was, regende het bijna voort
durend. De rivieren traden buiten hun
oevers en haar pygmeeëngidsen verlie
ten haar. Ze hield het echter nog acht
dagen uit en trachtte droog te blijven on
der het bladerdak Ze zag veel olifanten
en buffels, maar kreeg geen enkelen
bongo te zien. Toen ze in het kamp terug
kwam, was ze zóó dik bemodderd, dat
het scheen of ze dagen lang in slijk ge
baad had.
Op den dag dat ze terugkeerde, werden
ons door drie pygmeeën okapi-huiden
aangeboden. We kochten ze, omdat wo
deze bosschen zouden verlaten, en dan
niet licht weer dergelijke huiden in han
den zouden krijgen.
Het vocht was zeer schadelijk voor onze
apparaten en voor hte leder onzer came
ra's. Ook onze lenzen werden stroef door
het vocht, de blikken proviandbussen be
gonnen te roesten, en ons beddegoed
rook muf. Ook onze gezondheid was
tegen zóó veel nattigheid niet bestand.
De Witt kreeg een aanval van koorts.
Twee van onze jongens liepen krom van
de rheumatiek en bijna allen gevoelden
zich onlekker. We waren bedekt met
vlooien- en muskietenbeten. We hadden
spit in den rug en ook de oogen deden
niet meer hun werk zooals het behoorde.
Door dat alles ging onze stemming niet
weinig achteruit. Slechts pygmeeën schij
nen in die vochtige streken hun vroo-
lijkheid te kunnen behouden.
Het was nu beter om te vertrekken en
onzen anderen wensch in vervulling te
gaan brengen, n.1. de jacht op gorilla's.
We zouden teruggaan naar Iruniu.
daarna zes honderd myl zuidelijker naar
het Kivumeer, waar de aristocratische
gorilla-familie „in splendid isolation" het
oude vuleanische gebergte bewoont.
De weg naar het Kivumeer zou zeker
de moeite waard zijn. We moesten over
de Rutushuru-rivier, waar, naar men
zegt, nijlpaarden in kudden van duizen
den zwemmen. Aan de oevers van deze
rivieren huizen buffels, zebra's, leeuwen
en luipaarden.
We verlieten het Ttura-woud en ver
trokken naar Iruniu. Einde Augustus zou
de tocht naar gorilla-land een aanvang
nemen.
(Wordt vervolge