IS ALTIJD GOEDKOOPER
NIEUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, W1ERINGEN EN ANNA PAULOWNA
BuitenSartdsch overzicht.
China en Japan.
OOK VOOR DAMES-CONFECTIE
NENLAND
hrMsclis Middenstandsbank
No. 7249. EERSTE BLAD
61ste JAARGANG
De stervende ontwapeningsconferentie. - De opheffing
van het Kngelsche embargo op wapenen. - Het on
derhoud tusschen Mac Donald en Boncour.
KONINGSTRAAT 7
Handelscredieten Rekehing-Courant
Tegen het anti-semitisme.
FEUILLETON
9)
DONDERDAG 16 MAART 1933
HELDERSCHE COURANT
Abonnement per 3 maanden bij vooruitbet;: Heldersche Courant f 1.60; voor
Koegras, Anna Paulowna, Breezand, Wieringen en Texel f 1.65;binnen-
aru 2. Nederl. Oost- en West Indië per zeepost f 2.10, idem per
mail en over,ge landen f 3.20. Losse nos. 4 ct.fr.p.p.Oct. Zondagsblad
resp. O.oO f 0.70, t 0.70,f 1.Modeblad resp. f 1.20, f 1.50, fl.50, fl.70.
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag.
Redacteur: P. C. DE BOER.
Uitgave N.V. Drukkerij v/h C. DE BOER Jr.
Bureau: Koningstraat 78 - Telefoon: 50 en 412
Post-Girorekening No. 16066.
AD VERTEN TIEN:
20 ct. per regel (gaijard). Ingez. meded. (kolombreedte als redaction.
tekst) dubbele prijs. Kleine advertentiën (gevraagd, te koop, te buur)
van 1 t/m. 3 regels 40 ct., elke regel meer 10 ct. bij vooruitbetaling (adres
Bureau v. d. blad en met br. onder no. 10 ct. p. adv. extra) Bewjjsno. 4ct.
De stervende ontwapeningsconferentie.
»t Is heusch «een grapje, de ontwape-
ningsoonferenttie te Genève loopt op haar
laatste beenen, of liever staat reeds met
een been im het graf. Men doet nu alle
mogelijke pogingen om haar geen al te
sensabi'oneelen dood te bezorgen, zoo'n
sterfbed waarover de wereld spreekt. Ze
moet stilletjes uit het hart van de wereld
verdwijnen en men doet goed niet te veel
meer over haar te spreken, want het was
in het leven tooh eigenlijk een familielid,
waar je je voor te schamen had. Zoo heele-
maal zonder ruggegraat, zoo iemand die
met alle winden meedraait en waar je je
als fatsoenlijk en principieel mensch
eigenlijk voor geneert.
Doch laat ons niet voortgaan met filo-
sofeeren. De werkelijkheid is zoo meld
de Geneefsche corr. van de „Nw. Rott.
Crt." aan zijn blad,, dat op verzoek van
Beniesj, de kleine acht Dinsdag weer bij
eengekomen zijn, waarbij prof. Moreseo
Nederland vertegenwoordigde.
Het is Ben>esj in deze bijeenkomst ge
lukt de toestemming van de kleine acht te
verkrijgen voor zijn plan dat geheel in de
Fransche lijn ligt, namelijk verdaging der
conferentie voor langen tijd, wellicht voor
een paar jaar, nadat eerst een voorloopige
conventie zal zijn opgesteld, die voorna
melijk de in Juli reeds in een resolutie-
Benesi omschreven punten van overeen
stemming bevatten zal en die een nieuwe
wapeningsstilstand voor den duur van de
schorsing der conferentie zal met zich
brengen. De kleine acht zijn hiertoe be
reid onder voorwaarde, dat ite voorloopige
conventie tevens een internationaal toe
zicht op de naleving dezer conventie zal
inhouden, alsmede de veiligheidsclausule,
die de staten het recht zal geven zich van
de conventie onstlagen te achten, indien
andere staten, die buiten de conventie blij
ven, waarmede natuurlijk aan Duitschland
en Italië gedacht moet worden, hun wape
ning zouden vermeerderen. Bovendien
eisehen de kleine acht, dat de Ver. Staten
aan deze voorloopige conventie zullen mee
doen-.
Het schijnt zeer de vraag, of de kleine
acht juist hebben gehandeld zich aldus
naar den wensch van Benesj te voegen.
Het sluiten van een conventie in den
zin van Benesj, zal ook waarschijnlijk een
nieuwen wapendngswedloop niet kunnen
tegenhouden zegt de oorr. daar de
staten, die de voorloopige conventie onder
teekenen met het oog op de veiligheids-
clausule, zelfs deze bescheiden conventie
zullen opzeggen, zoodra Duitschland op
nieuw wapent.
Bovendien zal een dergelijke voorloo
pige conventie door de ontstemming, die
zij in Duitschland en Italië verwekken zal,
de internationale spanning nog verscher
pen. Eindelijk is het betreurenswaardig,
dat de kleine acht zich ten gunste van een
de ontwapeningsconferentie in twee par
tijen splitsende noodregeling hebben uit
gesproken op het oogenblik, dat MacDo
nald nog pogingen aanwendt om een op
lossing te verkrijgen, die inderdaad een
wa peni n gsve r m inde ring tengevolge zou
kunnen hebben. De kleine acht zouden
beter gedaan hebben zich op dit oogenblik
van iederen steun aan 't Fransche streven
naar een sehijnoonventie en een isoleering
van Duitschland en Italië te onthouden.
Zoo besluit de correspondent. Commen
taar overbodig.
De Fransche schildwacht: „Vlieqtuiq in
zicht!"
<„J1 420").
Het Engelsche embargo op wapenendat
sympathieke gebaar van Engeland, is al
weer opgeheven, en van het goede voor
beeld, dat Engeland in deze had gegeven,
is dus niet veel terecht gekomen. Nu in
ternationaal niets valt te regelen en de
andere landen met volgen, meent Enge
land, dat het in dezen ook geen verplich
tingen heeft en stelt dus zijn grenzen weer
voor de levering van het moordtuig open.
In een hoofdartikel over de opheffing
van het embargo op wapens voor China en
Japan zegt de „Tim-es", dat de Engelsche
regeering niet beschaamd behoeft te ziin
voor haar politiek in deze zaak, die wélis-
waar het verwijt van voorbarigheid niet
kan ontgaan, doch alleen oppervlakkig be
schouwd inconsequent is. Van den be
ginne af heeft de regeering beseft, dat
alleen een internationale actie doeltreffend
kon zijn, hetzij deze een algemeen verbod,
betrof of onderscheid maakte tusschen de
beide partijen. Zooals Baldwin aankondig
de, zal de regeering de besprekingen met
het buitenland voortzetten om te komen
tot een- gemeenschappelijke gedragslijn, in
dien zich het geval nog eens voor mocht j
doen.
En de „Nw. Rott. Crt." zegt o. m,: i
De intrekking van het embargo is in
ieder geval het bekaai de einde van een
actie, die beter dan iets wat te voren was
geschied, in het licht stelt hoezeer te Kon
den op het oogenblik de diplomatieke tech
niek, het begrip voor de inzichten van t
anderen, en het besef dat men geen inter
nationale politiek naar persoonlijke ge
voelens en eigen vaderlijke inzichten kan
voeren, verloren is gegaan.
Het onderhoud tusschen MacDonald en
Paul Boncour. Verschillende Fransche
bladen weten mede te deelen, dat MacDo
nald tijdens ziin onderhoud met Paul Bon
cour, van Frankrijk zou hebben geëischt,
dat het zou toestemmen in een werkelijke
kwantitatieve en kwalitatieve ontwape
ning.
Volgens de „Echo de Paris" heeft Mac
Donald verklaard, dat het Fransche mini
mumplan totaal onvoldoende was. Een mis
lukking der ontwapeningsconferentie
moest beslist vermeden worden. Hii had
er op gestaan, dat men een formule zou
zoeken waarmee alle staten accoord ken
den gaan. Frankrijk diende te besluiten
tot een belangrijke vermindering van ziin
strijdkrachten in kwalitatief en kwantita
tief opzicht en moest een vlootovereen-
komst met Italië treffen. Het blad acht het
inwilligen van deze voorstellen onmogelijk
en wel omdat Italië, dat nauw met Duitsch
land en Hongarije is verbonden, den oorlog
voorbereidt en de eenheid van Zuid-Slavie
kapot tracht te maken. Het blad zou heb
ben vernomen, dat het Fransche kabinet
in ziin zitting van Maandagmiddag de hou
ding van Paul Boncour heeft goedgekeurd
en hem heeft opgedragen zich tegen de
voorstellen van MacDonald te verzetten.
Het „Journal" schetst de ontwikkeling
aldus, dat MacDonald bij zijn eerste onder
houd te Genève de bestaande moeilijkheden
heeft erkend. De Vereenigde Staten had
den zich tegen een Engelse-h-Fra nsch-
Amerikaanseh accoord verzet zocals tegen
elke afzonderlijke overeenkomst bereid
verklaard. Anderzijds hadden Duitschland
en Italië zoowel het Fransche maximum
als het minimumplan verworpen. MacDo
nald heeft getracht op de Duitschers in
vloed uit te oefenen met het spook der ver
daging, doch de Duitschers hadden verwe
zen naar de hun op 11 December j.1. toe
gekende rechtsgelijkheid. MacDonald had
zeer sterk aangedrongen, doch had het be
slissende woord niet gesproken, dat Enge
land bereid was zich aan de zijde van
Frankrijk te scharen om de rustverstoor
ders tot orde te dwingen.
Tsaldaiis,
de nieuwe Grieksche minister-president.
DE ENGELSCHE BEGROOTING
VAN LUCHTVAART.
Sterke bezuiniging.
Bij de indiening van de begrooting
van luchtvaart in het Lagerhuis heeft Sir
Philip Sassoon, de onder-staatssecretaris
voor de luchtvaart, gisteren gezegd, dat
de bijdragen van de luchtmacht tot be
zuiniging niet zonder bezorgdheid zijn tot
stand gebracht. Men had daartoe een ze
ker risico op zich moeten nemen. De
schijnbare verhooging met 260.000 pond
op een totale raming van 7.424.000 pond
verbergt een besparing van 340.000 pond
na de verlaging van 700,000 pond van
verleden jaar. Men heeft geen geld uit-
getrokkenvoor nieuwe eenheden, hoewel
er nog tien geregelde eskaders noodig
zouden zijn om het bescheiden program
ma te verwezenlijken, dat reeds in 1923
goedgekeurd is. Het besluit om dit tien
jaar oude programma nog een jaar op te
schorten is een duidelijke blijk van het
verlangen, dat de regeering van gan-
scher harte koestert om een welslagen
van de ontwapeningsconferentie te be
vorderen. Zoolang de uitslag van de con
ferentie nog niet vaststaat, heeft zij zich
nogmaals bereid getoond genoegen te ne
men met het voortduren van de bestaande
onevenwichtigheid tusschen de sterkte
van de koninklijke Engelsche luchtmacht
en die van de luchtvloten van andere
groote naties.
HET VERBOD VAN SOCIAAL
DEMOCRATISCHE KRANTEN.
Met veertien dagen verlengd.
Het verbod van sociaal-democratische
periodieken in Pruisen, dat gisteren zou
afloopen, is met veertien dagen verlengd.
De Weltbühne tot 13 September
verboden.
Het tijdschrift Die Weltbühne is met
ingang van Dinsdag tot en met 13 Sep
tember verboden.
DE VERKOOP VAN BIER IN DE
VEREENIGDE STATEN.
Toegestaan.
Het Huis van afgevaardigden heeft het
wetsontwerp goedgekeurd, waarbij de
verkoop van bier met max. 3.2 pet. alco
hol wordt toegestaan in staten, waar
daartegen geen verbod bestaat.
Het ontwerp is met 31694 stemmen
aangenomen. Het is dadelijk naar den
Senaat doorgezonden, waar de aanne
ming ook zeker geacht wordt.
LEVERANTIE VAN WAPENS EN
MUNITIE NAAR HET VERRE OOSTEN
EN ZUID-AMERIKA.
Op schriftelijke vragen van het Twee
de Kamerlid Albarda betreffende het
spoedig nemen van maatregelen van re-
geeringswege ter verhindering van leve
ranties van wapens en munitie uit Neder
land en Nederlandsch-Indië naar het
Verre Oosten en Zuid-Amerika, heeft de
minister van binnenlandsche zaken,
voorzitter van den raad van ministers,
geantwoord:
Daar het aan de regeering bekend is,
dat in en buiten den Volkenbond inter
nationaal overleg gaande is, ten einde te
geraken tot het vaststellen vn een ge
meenschappelijke gedragslijn met be
trekking tot levering van wapenen en
munities naar het Verre Oosten en naar
sommige landen in Zuid-Amerika, acht
de regeering het oogenblik niet gekomen
om tot bijzondere maatregelen ter zake
over te gaan.
Chineesche overwinning bij
Hsifengkau.
De Chineesche generaal Soeng Tsjey-
oesan meldde Dinsdag telegrafisch, dat
hij den Japanschen troepen bij den Hsi-
fengkaupas een ernstige nederlaag heeft
toegebracht en 18 stukken veldgeschut, 7
tanks en 5000 geweren heeft buit ge
maakt.
De Japansche verliezen zouden 5000
man betreffen.
Generaal Soeng heeft den Hsifengkou-
pas heroverd en volgt den vijand op den
voet.
DE HAKENKRUIS VLAG
RIJKSVLAG.
De rijkscommissaris voor het Pruisische
ministerie van onderwijs, Rust, heeft me-
gedeeld, dat de hakenkruisvlag bij rijks-
dagbesluit mede tot rijksvlag zal worden
verheven.
JAPAN EN DE VOLKENBOND.
Uittreding op 19 Maart
Volgens een officieele mededeeling van
het Japansche ministerie van buitenland-
scbe zaken zal het uittreden van Japan uit
den Volkenbond 19 Maart a.s. bekend ge
maakt worden.
VOORSTEL VAN GÖRING AAN
FRANKRIJK TEGEN RUSLAND?
Volgens de „Prawda" heeft Göri-ng, de
Duitsche minister van Buitenlandsche
zaken, aan Poncet, den Franschen gezant
te Weenen, het voorstel gedaan, dat
Duitschland Frankrijk steunt bh' pogingen
tot afscheiding van de Oekrajiene van
Rusland, op voorwaarde, dat Frankrijk
Duitschland steunt in de quaestie van den
Corridor van Danzig.
KANTOOR DEN HELDER
UIT DE s. D. a. P.
Meileuzen.
Het dagelijksch bestuur van den alge-
meenen raad uit N.V.V. en S.D.A.P. heeft
de volgende leuzen voor het a.s. Meifeest
vastgesteld: voor de democratie en tegen
het fascisme; voor socialisatie; voor ont
wapening; naar de 40-urigen werkweek;
voor een betere werkloozenzorg.
DE NATTONAAL-SOCIALISTISCHE
BEWEGING.
Ir. Mussert tot de beroeps
militairen.
De algemeene leider van de Nationaal-
Sociailistische Beweging, ir. a. a. Mus
sert, heeft tot de beroepsmilitairen, leden
der N. S. B., de volgende mededeeling ge
richt:
De minister van defensie heeft ter ken
nis gebracht, dat aansluiting bij of eeni-
gerlei steunverleening aan groepen, of
vereenigingen van personen op fascisti-
schen grondslag in strijd is met de plich
ten van den militairen ambtenaar en
derhalve verboden is.
Gij, die u uit volle overtuiging bij onze
beweging, die zich fascistisch noemt,
hebt aangesloten, weet dat deze beweging
nimmer iets van u gevraagd heeft wat in
strijd is met de plichten van den militair.
Gij weet, dat plichtsbesef en tuchtgevoel
door ons niet ondermijnd doch daaren
tegen krachtig bevorderd worden. Gij
weet dat het streven van den goeden mi
litair en het streven der N. S. B. geheel
evenwijdig gaan.
Gij weet dat wij steeds den legalen
weg gevolgd zijn.
Ook thans zult gij het u gegeven bevel
nakomen, ook thans zal de N. S. B. den
legalen weg blijven gaan.
Derhalve verleen ik u eervol ontslag
als lid der N. S. B. Ik betuig u mijn dank
voor hetgeen gij voor haar gedaan hebt.
Protest van de Liberale Staats
partij tegen de antisemitische
ophitsing.
De te Utrecht geliouüen algemeene
vergadering van de Liberale Staatspartij
De Vrijheidsbond heeft bij acclamatie de
volgende motie aangenomen:
»De Liberale Staatspartij De Vrijheids
bond, in algemeene vergadering te Utrecht
.bijeen, protesteert tegen de anti-semitisme
ophitsingen zoo van buitenlandsche als
van binnenlandsche zijde in ons land;
roept het Nederlandsche volk op krachtig
stelling te nemen tegen elke inbreuk op
onze nationale geestelijke- en gewetens
vrijheid.»
Brief aan de regeering van
het Nederlandsch comité van do
alliance israélite universelle.
De Nederlandsche afdeeling van de
alliance israélite universelle heeft den
volgenden brief gericht tot den minister
van buitenlandsche zaken, voorzitter vaa
den raad van ministers.
De Nederlandsche afdeeling wendt zich
bij deze tot Harer Majesteits regeering,
met het dringend verzoek, maatregelen
te overwegen tegen de ophitsende cam
pagne, die zoowel door sommige buiten
landers als eenige landgenooten en or
ganisaties tegen de Joden in ons land.
wordt gevoerd.
Wij vertrouwen, dat vergaderingen, als
belegd door de Duitsche nationaal-soci-
alistische partij in Den Haag en elders,
tot het verleden zullen behooren en niet
meer zullen worden toegelaten. Wij weten
bovendien, dat het Nederlandsche volk,
in zijn overgroote meerderheid, niet vat
baar is voor de opruiende actie, die zoo
zeer in strijd is met de hooge tradities
van geloofsvrijheid, welke de Nederland
sche regeering en het Nederlandsche volk
sinds eeuwen hebben gehandhaafd.
Maar als goede vaderlanders, wien het
Nederlandsche gemeenebest lief is, ge
voelen wij ons gekrenkt door de onware,
beleedigende, grievende uitingen en voor
stellingen, zooals die onder anderen door
het orgaan De Nationalist worden ten
beste gegeven. Wij achten het een ge
vaar voor de nationale eenheid en de
openbare orde, dat dergelijke ophitsende
handelingen worden toegelaten.
Daar de alliance Israélite Universelle
sinds haar oprichting nimmer in ons eigen
1 land behoefde op te komen voor de be
langen van onze Joodsche burgerij, meenen
j wij verplicht te zijn onze waarschuwende
stem thans te doen hooren, en verzoeken
wij Harer Majesteits regeering met den
meesten aandrang, tegen deze opruiende
actie stelling te willen nemen.
Uitsluitend verkrijgbaar in de oranje-bandbuisjes van
20 tabl. 70 ets. en oranjezakjes van 2 tab! a 10 ets.
door
MARTIN JOHNSON.
Hun eenvoudig plantaardig voedsel
houdt de rheumatiek wel tegen maar ze
Oen zóó weinig, dat ze waarschijnlijk
daardoor heel zwak zijn.
En toch was er nog zoo heel veel, wat ik
van die eigenaardige wezens had willen
*eten. Ik had nog allerlei vragen willen
doen, die nu wel voor goed onbeantwoord
zullen blijven.
De pygmeeën op de nieuwe Hebriden
ht de Stille Zuidzee zijn psychologisoh en
biologieeh verwant aan die van het Ituri-
w<md en zjj-n dus vermoedelijk afkomstig
v,aiJ een en denzelfden oer stam.
Uit HOOFDSTUK IX.
Ontmoeting met gorilla's.
Nadat we met 165 dragers weer van
standplaats veranderd waren, reisden we
gedurende drie dagen en nadat we dat
nieuwe kamp hadden opgebouwd, zaten
we allen tezamen bij het kampvuur. Wel
waren we lichamelijk moe, maar ieder
wachtte op de dingen die komen zouden.
Maandagmorgen trokken we er op uit,
om de gorilla's in hun eigen woning te
gaan bezoeken, doch we hadden opont
houd.
We moesten ons een weg banen door
een dikke wildernis van bamboe en struik
gewas, die als tezamen gebonden waren
door verschillende soorten lianen en slin
gerplanten. De boomen waren niet hoog,
doch dit maakte het stukhakken, om den
weg te vinden niet gemakkelijker. De
vreemdsoortige atmosfeer tusschen die
vegetaties maakte het noodig steeds uit
te rusten.
Toen we op een plek in het oerwoud
kwamen, die plat getrapt was, alsof er een
kudde olifanten had geloopen, begon ik
langzamerhand wat meer te begrijpen van
deze menschapen in natuurstaat, Hier
scheen een gorillafamilie den vorigen
nacht gelogeerd te hebben.
Gedurende een half uur onderzochten
wij zoo nauwkeurig mogelijk de nesten
en waren toen in staat het spoor der die
ren te volgen.
We kwamen bij een open plek, en hoor
den gorilla's, die bezig waren bamboe af
te breken.
Ik zag stukken bamboe in beweging
komen en begon maar vast te draaien.
Plotseling gluurde er een groot, zwart ge
zicht door de bamboe heen. Toen begreep
ik plotseling, waar alle legenden omtrent
dit gevaarlijk uitziende dier hun oor
sprong vonden. Het gezicht was zwart,
zwart als geolied lakleer. Kroezig, don
ker haar omgaf den griezeligen kop, ter
wijl twee kleine, ronde oortjes er naast
lagen, alsof ze er niet bijhoorden. Twee
oogen keken mij ernstig en scherp aan.
Ze deden denken aan die van een boozen
geest. Ze schenen door mij heen te kijken,
gelijk een satan uit de onderwereld zou
hebben gedaan. Het is geen wonder, dat
de menschen de gorilla beschouwen als
half mensch en half demon. Het gezicht
met zijn krullende, spottende lippen zag
er wreed en moorddadig uit. Slechts
enkele seconden had ik 'n blik uit die
oogen opgevangen en op hetzelfde oogen
blik was het hoofa alweer verdwenen.
Plotseling hoorden wfj een oorver doovend
gegil, dat de stilte van het woud verbrak.
Andere kreten volgden en het onzalige ge
schreeuw hield steeds aan. Een echo gaf
het lawaai wat zachter terug. Het scheen
of alle demonen van de onderwereld plot
seling waren losgebroken.
Verstijfd van schrik door deze doordrin
gende geluiden, bleef ik staan, en het
duurde eenige minuten, voor ik mijn zelf-
beheersching terughad. Toch moest en zou
ik deze dieren fotografeeren, en daarom
ging ik naar een ander brullend brok
kreupelhout. Ik had geen tijd om mijn toe
stel in te stellen, want ik zag wederom
zulk een zwarte verschijning tusschen de
boomen. Ik meende al, dat de kans voor
filmen verkeken was en zette de camera
neer. Plotseling zag ik een enormen go
rilla, die zich langzaam van zijn zitplaats
verhief en die bezig was met zijn beide
banden wingerdranken af te rukken. Hij
opende zijn grooten bek, begroette mij met
ontzettend geschreeuw en vertoonde zijn
roode tong en zijn bloedrood gehemelte.
Groote slagtanden, en verdér ook een oer
sterk en zwaar gebit. Mijn indruk van dit
onheilspellende uiterlijk was zóó, dat ik
zou hebben durven zweren, dat de gorilla
tien voet hoog was en minstens duizend
pond1 woog. Ik bleef als aan den grond ge
nageld staan. Ik had geen geweer of an
dere wapens en ik dacht onwillekeurig aan
alle vreeselijke gorillaverhalen en wer-
wachtte onmiddellijk in stukken gescheurd
te zullen worden.
Plotseling zag ik het dier op zijn vier
pooten weghollen en mijn angst week.
Het gillen en schreeuwen hield maar
steeds niet op. Osa en De Witt riepen 0111
de camera, en terwijl ik naar ze toe ging,
zag ik een oude, zilverharige gorilla met
twee jonge dieren in het kreupelhout ver
dwijnen. Toen was alles plotseling dood
stil.
Uitgeput viel ik neer. Meermalen had ik
den dood voor oogen gezien, ik was eens
bijna verpletterd door een wilden olifant,
liadi tegenover rliinccerossen en leeuwen
gestaan, doch geen indruk is zóó diep in
mjjn geheugen gegrift als de eerste ont
moeting met den gorilla uit het gebergte.
Tot in de kleinste bijzonderheden kon ik
mij alles weer voor den geest brengen;
den gedeeltelijk grijzen kop, de slagtanden
en de halfvergeelde tanden. De vingers aan
de handen waren kort en stomp, in verge
lijking tot dfen algemeenen lichaamsbouw
van den menschaap. De armen waren
enorm krachtig, de romp, waarop de kop
rust, breed en uitgezet. Het scheen alsof
het dier geen hals bezat. Het haar was
wollig als dat van een teddybeer en het
karakteristiekste van den kop was het
breede voorhoofd boven de ingezonken
oogen en het zwart lederen gezicht.
Nooit kan een foto dezelfde duidelijk
heid bezitten als de foto, die ik in mijn
geest van de gorilla heb gemaakt!
Ook Osa en De Witt hadden bijzondere
ervaringen met de gorilla's opgedaan. De
dieren waren op hen toegevlogen, om weer
even gauw in de bosschen te verdwijnen.
Onder het middagmaal praatten we alle
maal tegelijk over die opwindende sport, de
jacht met de camera op gorilla's.
Voor geen millioen dollar zou ik dezen
dag gemist willen hebben, onze grootste
avonturen met wilde dieren zijn slechts
kinderwerk tegen onze belevenissen met
die menschapen!
HOOFDSTUK X.
Eindelijk voor de camera.
Reeds vóór het aanbreken van den dag
vonden onze Balwa-pygmeeën sporen van
gorilla's in de nabijheid van ons kamp,
daarom maakten we ons gereed 0111 vroeg
op te breken. Na een minuut of twintig
kwamen wfj bij hun verblijfplaats van den
vorigen avond, slechts enkele minuten
later toonde een der Batwa's ons de takken
van een boom waarop een paar gorilla's
rustig aan het takjes afbreken waren, ter
wijl zij op boomknoppen knabbelden, ik
nam een paar meters film op, doch de go
rilla's w-aren verborgen achter het gebla
derte, zoodat het me niet gelukte om be
langrijke opnamen te maken.
Door eenige geluiden aan den voet van
den boom, werden wij er opmerkzaam op
gemaakt, dat een oude gorilla daar bezig
was zich te voeden met de bladeren, die
het overige gezelschap van boven naar
beneden liet vallen. De oude gorilla was
blijkbaar te zwaar om zelf in de boomen
te klimmen.
Ongelukkigerwijze kreeg de oude heer
mii in de gaten en plotseling begon het
vreeselijke brul- en schreeuwkoor van
voren af aan. De jonge dieren vielen haast
uit den hoorn bq lnin pogingen om te ont
vluchten. De oude gorilla vlóóg op ons af.
Osa en De Witt hadden hun geweren ge
reed, daar ze wisten, dat er snel gehandeld
moest worden, als hij ons werkelijk te na
zou komen. Het kreupeibosch was zóó
dicht, dat hij er reeds van door had kunnen
zijn, zonder dat wij zijn heengaan zouden
hebben bemerkt. Hii scheen inderdaad
geen kwade bedoelingen te hebben gehad.
(Wordt vervolgd).