KIEUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEK EN ANNA PAULOWNA Buiten3andsch overzicht. China en Japan. IS ALTIJD OOK VOOR De grootsche gebeurtenis in Duitschland. No. 7252. EERSTE BLAD 61ste JAARGANG Dc dictatuur in Duitschland. Dc besprekingen tus- schen Mussolini en MacDonald. - De indruk in Italië en Amerika. De onrust in Oostenrijk. De openingszitting van den nieuwen Rijksdag. - Groot militair vertoon. - Het begin van een nieuw tijdperk. De regeeringsverklaring. Geen oud, verlegen goed. FEUILLETON DONDERDAG 23 MAART 1933 COURANT Abonnement per 3 maanden bij vooruitbet.: Heldersche Courant f 1.50; voor lvoegras, Anna Paulowna, Breezand, VVieringen en Texel f 1.65binnen land 2. Nederl. Oost- en West-lndië per zeepost f 2.10, idem per mail en overige landen f3.20. Losse nos. 4ct.; fr.p. p. 6ct. Zondagsblad resp. f 0.50 f 0.70, 1' 0.70,f 1.—. Modeblad resp. f 1.20, f 1.50, fl.50, fl.70. Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag. Redacteur: P. C. DE BOER. Uitgave N.V. Drukkerij v/h C. DE BOER Jr. Bureau: Koningstraat 78 - Telefoon: 50 en 412 Post-Girorekening No. 16066. ADVERTENTIËN: 20 ct. per regel (galjard). Ingez. meded. (kolombreedte als redaction. tekst) dubbele prys. Kleine advertentiën (gevraagd, te koop, te huur) van 1 t/m. 3 regels 40 ct., elke regel meei 10 ct. bij vooruitbetaling (adres Bureau v. d. blad en met br. onder no. 10 ct. p. adv. extra) Bewijsno. 4 ct. De dictatuur in Duitschland is nu vol komen, na de bekendmaking van de mach tigingswet daartoe en de opening van den nieuwen Rijksdag, waarover elders een uitvoerig verslag is opgenomen, toont duidelijk dat Duitschland een nieuw tijd perk ingaat, dat èn voor het Duitsche rijk èn voor Europa van groote beteekenis zal zijn, zoodat de ontwikkeling van de ge beurtenissen bii onze Oosterburen met de grootste belangstelling mag worden gade geslagen. Het militaristische Duitschland is herleefd. Over den inhoud van de machtigings wet schrijft de „Nw. Rott. Crt." o. m.: Het belangrijkste aan het eerste artikel is dat voor het vaststellen van de begroo- ting, het aangaan van credieten en derge lijke verplichtingen de goedkeuring van den rijksdag niet meer noodig zal zijn. Ar tikel II verleent de regeering het recht zelfstandig wetten uit te vaardigen die van de grondwet afwijken. Daarmede is de heele constitutie onschadelijk gemaakt.. Waar zü d.en dictator hindert kan hij haar ter zijde schuiven. Dat is gemakkelijker dan haar naar de nieuwe behoeften te wij zigen. Want dan zou open kaart moeten worden gespeeld; dan zou in bepaalde principieele kwesties, ook in het vraagstuk republiek of monarchie, heel duidelijk partij moeten worden gekozen. Dat komt, zooals men zien zal, niet gelegen. Boven dien is voor den dictator geen grondwet nog geriefelijker dan een fascistische grondwet. Mocht hy ooit de behoefte voe len zich achter de grondwettelijke bepa lingen te verschuilen, dan heeft hij altijd nog de resten van de grondwet van Wei- mar daarvoor ter beschikking. Deze kan hem voortaan slechts van nut zijn, nooit meer hinderen. Belangwekkend is nog art. V. Dit be perkt dien geldigheidsduur van de nieuwe bepalingen tot een periode van vier jaar. Zooveel respijt heeft Hitier gevraagd voor het herstel van het oude rijk. Voor deze vijf artikelen is, daar zij de grondwet feitelijk wijzigen, een meerder heid van tweederde der stemmen noodig. De rijksdag telt thans 647 leden216 stem men vormen reeds meer dan een derde van het huis. Socialisten, centrum, Beiersche volkspartij brengen het tezamen al tot 212. Hoelang zal Hindenburg zich nu nog leenen voor het spel dat te Berlijn, ten deele onder zijn naam, en in ieder geval geheel gedekt door zijn gezag, gespeeld wordt? zoo vraagt het blad. Dit spel, waarbij totnogtoe met grond wet en grondwettige rechten zoo vreemd is omgesprongen, moest worden gedragen door zijn eed op de constitutie, waaraan hü altijd de gepaste beteekenis heeft ge hecht. Als de rijksdag de vijf artikelen heeft aangenomen, is hij weliswaar van alle gewetensbezwaren naar aanleiding van dien eed ontheven, daar dan iedere daad tegen de grondwet gelegitimeerd is, maar tegelijkertijd zijn dan ook alle rede nen vervallen waarom hü het zijn plicht voelde zijn ambt verder te bekleedden. Toen hij na lang aarzelen zijn tweedie candiida- tuur aanvaardde, was liet om Duitschland te vrijwaren voor het gevaar, dat ook naar zijn meening een verheffing in de opper ste macht opleverde. Om Hitier weg te houden zoo ver volgt de „Nw. Rott. Crt." heeft hij, on geveer 85-jarige, het offer van ziin aan blijven gebracht en hii heeft het voortge zet om dit gevaar binnen bepaalde perken te houden. Alles is hem echter uit handen, gegle den; voorzoover wij kunnen zien heeft hij niets kunnen verhinderen, zelfs niet uit spattingen van illegaliteit als bepaalde in structies en redevoeringen van den Prui- sischen minister van binnenlandsche za ken Goering waren. Nu eigent Hitier zich tegenover hem meer macht toe dan zelfs een Mussolini in Italië aan zich heeft ge trokken; hü holt de positie van Hinden burg als staatshoofd volkomen uit. Langzamerhand is het presidentschap van den ouden maarschalk een diepe men- schelijke tragedie geworden. Wü hebben als toeschouwer geruimen tijd moeten 1. De conoentie wordt gesloten voor tien jaren en zaL, indien geen der deelne mers voor afloop van den voorgeschreven termyn opzegt, automatisch voor een nieu we periode van tien jaren verlengd worden. 2. In den geest van h et verdrag van Kellogg zullen Engeland, Frankrijk, Italië en Duitschland samenwerken tot handha ving van den vrede. 3. Ook voor andere mogendheden be staat de mogelijkheid aan die conventie deel te nemen. 4. Bijzondere verplichtingen: Frank rijk, Engeland en Italië verklaren, dat in December 1932 Duitschland de volledige rechtsgelijkheid ontvangen heeft en dat thans de tijd gekomen is, deze rechtsge lijkheid in praktijk te brengen. Oostenrijk, Bulgarije en Hongarije worden op dezelfde wijze behandeld. 5. Men zal zich bezighouden met het de zomertijd weer in werking. Als gevolg daarvan worden sommige treinuren ge- wyzigd. Pas op 8 October zal tot den nor malen tijd worden teruggekeerd. Drieduizend Mantsjoerijsche soldaten loopen over. Nabij Langkau aan den Chineesehen Muur zijn Maandag wederom hevige ge vechten geleverd, waarbij de Chineezen trachtten, door middel van een bajonet- aanval een toegangspoort tot den Muur te heroveren. Er zouden driehonderd Chineeschen zijn gedood. In een der Mantsjoerijsche regimenten is muiterij ontstaan en drieduizend soldaten zijn naar het Chineesche leger overgeloopen. koloniale kwesties vreezen voor dien dag van zijn aftreden of vraagstuk van gelijke richtsnoeren inzake verdwijnen. Nu is er geen reden meer waarom men hem de bevrijding niet zou gunnen. Chineesche provocatie. De Oostenrijksche minister van finan ciën, Weidenhof f er, heeft Dinsdag voor de radio een redevoering gehouden, waarin hij voor de urgentie van de bank- hervorming bij de noodverordening aan voerde, dat anders de enorme eischen, welke aan de banken gesteld worden voor salarissen en pensioenen, voor en kele een ramp zouden hebben beteekend. Terwijl de socialisten de bijeenroeping van de parlementaire hoofdcommissie, welke de regeering wenschte, met beslist-1 heid van de hand gewezen hebben, heeft Wat moeten jelui toch met dien Maandag de gewezen voorzitter van den muur't Lijkt wel of je ons wantrouwt! („Canard enchainé"). De besprekingen te Rome, tusschen Mussolini en MacDonald hebben natuur lijk het noodige commentaar opgeleverd. De Italiaansche pers is zeer verheugd over het resultaat der besprekingen. De „Giornale d'Italia" legt er den na druk op, dat de overeenkomst der vier groote mogendheden geen nieuwe uitdruk king is van een politiek van een verbond, maar er naar streeft Europa den vrede te schenken door te beginnen bii de voor naamste elementen. De „Tribuna" schrijft, dat het plan tegen niemand gericht is, maar er naar streeft een juiste hiërarchie te herstellen van de Europeesche waarden. Wat is dan eigenlijk het plan van Mus solini, zoo mogen we vragen. De Parijsche medewerker van de „Daily Telegraph" meent daarop een antwoord te kunnen ge ven en zegt dat het uit de volgende vijf punten is samengesteld. Japans uittreden uit den Volkenbond. Tabula rasa (schoone lei). („Nebelspalter"). Raad, dr. Renner, door wiens aftreden de politieke crisis op gang gebracht is, namens zijn party aan de andere partijen gevraagd tegen wanneer de byeenroeping van de hoofdcommissie aangenaam zou zijn. Men beschouwde zyn voorstel als een eerste teeken van verbetering in de binnenlandsche crisis. De nationaal- socialistische bladen van Dinsdagavond zien hierin een volledige capitulatie van de sociaal-democraten voor de regeering. I VOORSTELLEN VAN ROOSEVELT TOT BESTRIJDING VAN WERKLOOSHEID. President Roosevelt heeft het Congres een omvangrijk voorstel doen toekomen, bevattende vérgaande maatregelen tot be strijding van de werkloosheid. Het be treft in hoofdzaak de volgende punten: 1. Tewerkstelling van 250.000 werkloo- zen in hoofdzaak voor werkzaamheden aan rivieren en andere normalisatie werkzaamheden; 2. De instelling van de functie van werkverschaffingscommissaris; 3. Directe werkloozensteun van de bondsregeering aan de verschillende staten 4. Een groot program van verdere werkzaamheden. Het eerste punt is direct uit te voeren, daar voorloopig geen bizondere financi- eele moeilijkheden bestaan. LAPPO EISCHT ONTBINDING VAN DE SOCIAAL-DEMOCRATISCHE PARTIJ. De Lappo-beweging heeft besloten bij de Finsche regeering er op aan te drin gen, de sociaal-democratische partij in Finland te ontbinden. Wanneer de regee ring hiermee niet accoord gaat, zal het voorstel bij hét parlement worden inge diend. DE ZOMERTIJD IN BELGIË. Treedt Zondag in werking. In den nacht van Zaterdag 25 op Zon dag 26 dezer, om 8 uur, treedt in België Dinsdagochtend meldde Wolff uit Potsdam: De storm van den afgeloopen nacht heeft den regen verdreven en het oude Potsdam ontwaakte vanmorgen in stra- lenden zonneschijn. De voormalige Keizerstraat is een zee van vlaggen. Zwart-wit-rood en Haken kruis wapperen van alle huizen en torens, van trams en autobussen. In de hoofd straten zijn om de 20 meter touwen ge spannen, waar banieren van afhangen en op de brug, die toegang geeft tot den verkeersweg naar Berlijn hangt een doek versierd met sparregroen en vlaggen, waarop geschreven staat: „Wir griissen das neue Deutschland". De stad maakt een overweldigenden indruk. Reeds van vanmorgen 6 uur af heerscht een druk verkeer, dat toeneemt, naarmate men het stadscentrum nadert. Politie-colonnes en hulppolitie van S.A., S.S. en Stahlhelm betrekken hun posten. Op verschillende plaatsen in de stad ook reeds muziek, die door luidsprekers wordt verspreid. „Stolz weht. die Flagge, schwarz-weiss-rot" weerklinkt algemeen en overal opschriften: „Das ganze Deutschland soll es sein" en „Nimmer wird das Reich zerstört, wenn Ihr einig seit und treu". De hotels hebben op de terrassen stoe len geplaatst en de vensters der omlig gende huizen zijn reeds bezet. Voor de Garnizoenskerk heerscht een bijna le vensgevaarlijk gedrang. In de boomen hangen luidsprekers, die nu weer het „Horst-Wessel-lied" uitschallen. Onder de tonen der muziek trekt de menigte langzaam door de straten en velen hebben reeds post gevat op de trot toirs, ook veel kinderen met vlaggetjes in de hand. Om 8 uur begint de politie de eerste maatregelen te treffen om den weg vrij te maken, hetgeen volkomen or delijk geschiedt. Het plaveisel wordt met zand bestrooid en inmiddels stroomen steeds meer men- schen Potsdam binnen. Men spreekt van 100.000 die hier bijeen zullen komen. Bij en in de Garnizoenskerk. Dinsdagochtend om elf uur seinde Wolff uit Potsdam: De opstelling bij de Garnizoenskerk is voltooid: Een dikke menschenmenigte staat 20 a 25 ryen dik op het trottoir voor de huizen. Daarvoor is de S.A. in 8 ryen geschaard. Aan den anderen kant van den weg staat een haag van ryksweer- troepen, zoodat slechts een smal pad in het midden open blijft. Alle vensters en balcons zijn bezet; een deel der plaatsen naast de kerk is met touwen afgezet. Hier ziet men rijksweer mannen, marine-soldaten en Schupo voor bij de bevelhebbers van de rijksweerbaar- heid trekken. Onderwijl komen de luid sprekers in de boomen opgesteld in werking. Precies om elf uur rukt de eerecom pagnie der rjjksweer aan met de vaan dels van het oude leger voorop. „Armen vliegen de hoogte in ter begroeting, de hoofden worden ontbloot. De adem van 1914 waait over de massa, die huivert van eerbied en dankbaarheid. Binnen enkele minuten moet de rijkspresident verschynen". In de Garnizoenskerk was de vroegere loge van de Keizerin byzonder fraai ver sierd. In de loge zaten de voormalige Kroonprins met zijn familie. De loge voor de diplomaten was reeds vroeg goed bezet. Daarnaast bevinden zich twee loges, een voor hooge militairen, die schittert van uniformen, en een andere voor vertegenwoordigers van kunst en wetenschap, in welke de meeste heeren in rok gezeten zyn. De stoet bereikte de kerk te kwart voor twaalf. Het eerst komen de nieuwe minister binnen met de staatssecretaris sen en generaal von Epp, den rykscom- missaris voor Beieren. Onder orgelspel treden de afgevaardigden binnen; het eerst de nat. socialisten, bijna allen in bruine uniform; dan de Duitsch nationa- len, Centrum en Beiersche Volksparty. Als allen gezeten zijn verschijnt den rijks president met den rijkskanselier, staats secretaris. Meissner, overste von Hinden burg, 's presidenten zoon, en de ministers van oorlog en marine. De geestelijkheid wacht den rijkspresident voor het altaar op, waar de kransen liggen. Hindenburg blijft eenige oogenblikken in stil gebed staan en gaat dan tusschen Hitier en Goering zitten. Hij draagt generaals uniform met den Zwarten Adelaar. Het Domkoor zingt nu een oude Augsburger Koraal, met medewerking van een goed geschoold jongenskoor. Daarna staat iedereen op. Staatssecretaris Meissner overhandigt dan aan von Hindenburg den tekst van zijn toespraak: Dc rede van Hindenburg. De toespraak van den Rykspresident luidde: Door mijn verordening van 1 Februari heb ik den Rijksdag ontbonden om het Duitsche volk de gelegenheid te geven zijn oordeel over de nieuwe regeering te vellen. Op 5 Maart heeft het volk deze, door mijn vertrouwen beroepen, regee ring, bevestigd en de noodige grondsla gen voor haar werk gegeven. Zwaar en moeilijk is het werk dat gij, heer ryks- kanselier en gij, heeren ministers voor u ziet. Op binnen- en buitenlandsch gebied moeten moeilyke vraagstukken opgelost worden. Ik weet, dat kanselier en regee ring met moed en yver aan de oplossing van deze vraagstukken zullen beginnen, en ik hoop van u, dames en heeren leden van den nieuwen rijksdag, dat gij u ach ter de regeering zult plaatsen, en ook van uwen kant alles zult doen om haar by haar zware taak te steunen. De plaats waar wy vandaag saamge- komen zijn, is een aanmaning om een terugblik te slaan op het oude Pruisen dat in noesten arbeid en nooit versagende vaderlandsliefde groot geworden is en daardoor het Duitsche volk vereenigd heeft. Moge deze geest ons samenhouden tot heil van een vrij en trotsch Duitsch land. Met dezen wensch begroet ik den nieuwen Rijksdag en geef nu het woord aan den heer Rykskanselier. Hierna stond Hitier op tot het afleggen van een regeeringsverklaring. „Mijnheer de rijkspresident, afgevaar digden, mannen en vrouwen van den Ryksdag. Zware zorgen drukken sinds jaren op ons volk. Ondanks vlyt en arbeidswil, on danks energie en cultuur heeft menig Duitscher geen brood. De financiën zijn in de war, het oeconomisch leven is ver lamd. De wereld laat zich bedriegen door den schijn die onze groote steden nog op leveren, de armoede en ellende ziet zij niet. Sinds 2000 jaar wordt ons volk door een afwisselend lot begeleid. Op bloei volgde steeds weer verval. Hoe meer volk en rijk vervielen in de laatste jaren, hoe meer eenheid en saamhoorigheid noodig waren. Dit innerlijke verval der natie is weer eenmaal gelijk zoo dikwijls, de aanleiding geweest voor de buitenwereld om ons aan te vallen en de revolutie in 1918 maakte een eind aan een stryd dien het Duitsche volk in de heilige overtuiging begonnen was om zijn vrijheid en levensrechten te beschermen. Nofch de keizer, noch de re geering, noch het volk hebben dien oor log gewild. Alleen het verval van de nafie en de algemeene ineenstorting dwongen een zwak geslacht tegen beter weten en tegen de heiligste innerlijke overtuiging in de oorlogsschuld-leugen op zich te nemen. In ieder opzicht is ons volk na 1918 dieper en dieper gevallen. Het ergste was de vernietiging van het geloof in eigen kracht, de vernieling van onze tradities. Maar ook de andere wereld is door de uitschakeling van Duitschland als een der voornaamste schakels van het oeconomisch leven niet gelukkiger geworden. Uit de verdwazing van een eeuwigen overwonnene en een eeuwig- overwirmaar is de waanzin van de her stelbetalingen geboren en als gevolg daarvan weer de ramp van den geheelen wereldhandel. Maar nu is gelukkig weer het jonge moet het zijn. Voornamelyk niet by een geneesmiddel, waarby de kwaliteit en werking ongunstig beïnvloed worden door de oudheid. Daarom moet U „Aspirin-tabletten"1 alleen in de voor Holland bestemde ori- gineele verpakkingen (herkenbaar bij de buisjesverpakking van 20 stuks aan den oranjeband en by de verpakking van 2 tabletten aan het oranjezakje) koopen. Dan heeft U de zekerheid geen oud goed te ontvangen. (Adv.) door MARTIN JOHNSON. IJ) HOOFDSTUK XIII. Gorilla's. Het bergachtige district Alumbongo is het bekende oord, waar de gorilla's ver blijf houden. Hij onze komst aldaar ondervroeg ik de inboorlingen, doch voor hen zyn go rilla's geheel en al van ondergeschikt be- *a'ig, net zooals honden en katten dat bij ons zijn. Zij begrepen niet, waarom wij meer belang in gorilla's stelden dan in boomen of in vogels. Dit district ligt buiten het wildreser vaat in het Albert II-park en het verwon derde mij, dat er hier nog nooit jagers of expedities geweest waren. De aanvang van onze reis hierheen werd opgeluisterd door een wolkbreuk, die ons herinnerde aan den tocht naar Mikeno. Onze Tumbu, de kleine Colobusaap, werd hard ziek. Ze was ons aller vriendin, en ieder op zijn beurt trachtte het arme dier te helpen. Haar maag kon geen voedsel verdragen en ze lag te kermen in het kreupelhout, terwijl haar collega-apen zich niet het minst van haar kwalen aantrokken. We verlieten het kamp, en zagen reeds na enkele minuten een kolonie gorilla's. Onze gidsen liepen vooruit en toen zy plotseling de dieren zagen, kwamen ze luid en rumoerig by ons terug om van de goede tyding te verhalen. Dat hoor den de menschapen natuurlyk. Daarom waren ze even spoedig verdwenen als dat ze gekomen waren. Toen wy den troep menschapen gingen volgen, nam ik de leiding, doch na een half uur, toen we hen bereikten, was het overal weer veel te dicht begroeid om ze behoorlijk te kunnen opsporen. Hierop verzon ik het plan om op een nieuwe ma nier te beproeven gorilla's te vangen. Ik stuurde Dukari en onze dragers naar de achterhoede der gorilla's, om ze te laten schrikken en om hen vervolgens naar ons toe te jagen. Al spoedig zagen we zeven gorilla's, die ons, beschermd door het oerwoud, voorbij holden. Ze kwamen ech ter niet bij de plek, waar ik myn camera had opgesteld® De dieren zetten het op een loopen en schreeuwden, zooals we dat reeds meermalen gehoord hadden. Lk was blij, toen ik die welbekende tonen vernam, want ik had gevreesd, dat de gorilla's, die in Alumbongo leefden, stom waren. De kolonie verspreidde zich, en we zagen kort daarna verscheidene enkelingen. Ze vreesden echter onze nabijheid, zoodat we geen enkele opname konden maken. We vonden ook spoedig slaapplaatsen, die den vorigen nacht door de dieren verlaten waren. Ze waren kleiner en niet zoo goed ingericht als die hunner verwanten te Mikeno. In een wyden kring liepen we om de dieren heen om ze niet wederom te storen. Toen we dicht genoeg bij het dorp waren, om de stemmen der inboorlingen te kunnen hooren, drong ook weer het ge luid der gorilla's tot ons door. Ik kroop naar hen toe, en zag drie etende gorilla's op een niet al te slecht verlichte plek; ik stelde de kleine camera in, doch bij dit geluid schoten ze onmiddellyk het bosch in. Toch maakte ik nog enkele goede film opnamen van twee byna volwassen dieren. Om aan te toonen, hoe dicht de gorilla's zich by het kamp waagden, vermeld ik, dat onze hennen begonnen te kakelen, toen ik terugkeerde van de opnamen. Ik had twee hennen gekocht, die ons eiken dag van eieren voorzagen. Ik had de koks verboden ze ooit te dooden, dus dat waren weer twee nieuwe passagiers, die we honderd mijl door den Congo met ons meesleepten. Osa, ongerust over Tumbu, was vóór de anderen teruggekeerd. Het dier was nog steeds ziek; het regende flink en we be sloten een dag rustig in ons kamp te blij ven. Den volgenden dag namen wy deel aan de vreemdsoortigste gorillajacht, die wel licht ooit heeft plaats gehad. Gedurende den morgen hield de regen ons binnen, doch 's middags kregen wij bericht; dat er menschapen in de nabyheid waren. Onze boodschapper was vergezeld door een honderdtal anderen en zeide, dat hy graag wou helpen om de dieren te van gen. Ik had met het stamhoofd afgespro ken, dat ik eenige mannen tot myn be schikking zou krygen, daar ik de toe stemming van de Belgische regeering had om een gorilla te vangen. Ons legertje be droeg na een inspectie vyfenzestig man, plus een half dozijn half verhongerde hon den. Volgens het stamhoofd waren het ge trainde jachthonden, die achter de goril la's aan zouden gaan, terwijl ze ons dan in staat zouden stellen er één te vangen. Het leek te mooi om waar te zyn.... en zoo was het dan ook. Twintig minuten van ons kamp verwyderd, zagen we sporen van gorilla's. Alle inboorlingen begonnen plotseling tegelyk te praten, terwyl de honden hard genoeg blaften en huilden om ook van hun tegenwoordigheid blyk te geven. Ik vestigde hierop de aandacht, maar het opperhoofd Pawko stelde mij gerust en zeide, dat gorilla's zoo gewend waren aan het lawaai der inboorlingen, dat ze daarvan hoegenaamd geen notitie meer namen. Ik geloofde hem niet en ik was benieuwd hoe een jacht onder die omstandigheden van stapel zou loopen. Pawko stond aan het hoofd van een grooten troep inboorlingen, die olifanten- vleesch door het bosch vervoerden. Hy zeide, zoo juist twee olifanten geschoten te hebben, waarvan hy het vleesch naar het Gouvernementsgebouw van Lubero moest brengen. Hy toonde ons ook twee olifantstanden, die ongeveer honderd zestig pond wogen. Terwyl we over gorilla's spraken, ver telde Pawko, dat hy het bosch beter ken de dan eenig ander. Ik besloot daar goed nota van te nemen en schreef een woordje aan den leider van het district Lubero, met het verzoek om ons Pawko te leenen. Twee dagen later kwam hy by ons terug met de vergunning daarvoor en ook hem voegden we by ons kleine leger. Dadelijk ging Pawko onderhandelen met de inboorlingen, want hij zou zich aan het hoofd stellen van de gorillajacht. Ieder van zyn vrienden bedacht een an der plan, of hield er een ander inzicht op na. Maar eindelijk gingen wij toch op pad. Twee uur lang liepen we door de bijna ontoegankelijke Jungle, vaak op handen en voeten en eindelyk bereikten we het oerwoud. Daarby zetten de zwarte inboor lingen steeds hun gebabbel voort en de honden blaften, en gaven de gorilla's zoo doende te vëel gelegenheid om ons vóór te blyven. Osa wilde, dat dit lawaai zou ophouden. Ik klaagde dus myn nood aan Pawko, die mij echter doodernstig verze kerde, dat dit nu de manier van de in boorlingen was om gorilla's te vangen. Zoo sukkelden wy voort. We hoorden de gorilla's steeds in de verte gillende en schreeuwende en ze waren voortdurend bezig zich op de borst te slaan. Eindelyk zouden we dan aan het hoogtepunt van onze jachtpartij komen. De honden wer den werden losgemaakt ten teeken van den aanval. Onmiddellijk begonnen zij, met den staart tusschen de beenen, naai de achterhoede te loopen. Vijftien minu ten lang trachtten de jagers hen met lieve woordjes terug te roepen, doch ze wilden niet komen. Osa en ik wenschten van de heele comedie rustig af te zien, ik begon er schoon genoeg van te krijgen. (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1933 | | pagina 1