KIEUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEK EN ANNA PAULOWNA
Buiten3andsch overzicht.
China en Japan.
IS ALTIJD
OOK VOOR
De grootsche gebeurtenis in Duitschland.
No. 7252. EERSTE BLAD
61ste JAARGANG
Dc dictatuur in Duitschland. Dc besprekingen tus-
schen Mussolini en MacDonald. - De indruk in Italië
en Amerika.
De onrust in Oostenrijk.
De openingszitting van den nieuwen Rijksdag. - Groot
militair vertoon. - Het begin van een nieuw tijdperk.
De regeeringsverklaring.
Geen oud, verlegen goed.
FEUILLETON
DONDERDAG 23 MAART 1933
COURANT
Abonnement per 3 maanden bij vooruitbet.: Heldersche Courant f 1.50; voor
lvoegras, Anna Paulowna, Breezand, VVieringen en Texel f 1.65binnen
land 2. Nederl. Oost- en West-lndië per zeepost f 2.10, idem per
mail en overige landen f3.20. Losse nos. 4ct.; fr.p. p. 6ct. Zondagsblad
resp. f 0.50 f 0.70, 1' 0.70,f 1.—. Modeblad resp. f 1.20, f 1.50, fl.50, fl.70.
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag.
Redacteur: P. C. DE BOER.
Uitgave N.V. Drukkerij v/h C. DE BOER Jr.
Bureau: Koningstraat 78 - Telefoon: 50 en 412
Post-Girorekening No. 16066.
ADVERTENTIËN:
20 ct. per regel (galjard). Ingez. meded. (kolombreedte als redaction.
tekst) dubbele prys. Kleine advertentiën (gevraagd, te koop, te huur)
van 1 t/m. 3 regels 40 ct., elke regel meei 10 ct. bij vooruitbetaling (adres
Bureau v. d. blad en met br. onder no. 10 ct. p. adv. extra) Bewijsno. 4 ct.
De dictatuur in Duitschland is nu vol
komen, na de bekendmaking van de mach
tigingswet daartoe en de opening van den
nieuwen Rijksdag, waarover elders een
uitvoerig verslag is opgenomen, toont
duidelijk dat Duitschland een nieuw tijd
perk ingaat, dat èn voor het Duitsche rijk
èn voor Europa van groote beteekenis zal
zijn, zoodat de ontwikkeling van de ge
beurtenissen bii onze Oosterburen met de
grootste belangstelling mag worden gade
geslagen. Het militaristische Duitschland
is herleefd.
Over den inhoud van de machtigings
wet schrijft de „Nw. Rott. Crt." o. m.:
Het belangrijkste aan het eerste artikel
is dat voor het vaststellen van de begroo-
ting, het aangaan van credieten en derge
lijke verplichtingen de goedkeuring van
den rijksdag niet meer noodig zal zijn. Ar
tikel II verleent de regeering het recht
zelfstandig wetten uit te vaardigen die
van de grondwet afwijken. Daarmede is de
heele constitutie onschadelijk gemaakt..
Waar zü d.en dictator hindert kan hij haar
ter zijde schuiven. Dat is gemakkelijker
dan haar naar de nieuwe behoeften te wij
zigen. Want dan zou open kaart moeten
worden gespeeld; dan zou in bepaalde
principieele kwesties, ook in het vraagstuk
republiek of monarchie, heel duidelijk
partij moeten worden gekozen. Dat komt,
zooals men zien zal, niet gelegen. Boven
dien is voor den dictator geen grondwet
nog geriefelijker dan een fascistische
grondwet. Mocht hy ooit de behoefte voe
len zich achter de grondwettelijke bepa
lingen te verschuilen, dan heeft hij altijd
nog de resten van de grondwet van Wei-
mar daarvoor ter beschikking. Deze kan
hem voortaan slechts van nut zijn, nooit
meer hinderen.
Belangwekkend is nog art. V. Dit be
perkt dien geldigheidsduur van de nieuwe
bepalingen tot een periode van vier jaar.
Zooveel respijt heeft Hitier gevraagd voor
het herstel van het oude rijk.
Voor deze vijf artikelen is, daar zij de
grondwet feitelijk wijzigen, een meerder
heid van tweederde der stemmen noodig.
De rijksdag telt thans 647 leden216 stem
men vormen reeds meer dan een derde van
het huis. Socialisten, centrum, Beiersche
volkspartij brengen het tezamen al tot 212.
Hoelang zal Hindenburg zich nu nog
leenen voor het spel dat te Berlijn, ten
deele onder zijn naam, en in ieder geval
geheel gedekt door zijn gezag, gespeeld
wordt? zoo vraagt het blad.
Dit spel, waarbij totnogtoe met grond
wet en grondwettige rechten zoo vreemd
is omgesprongen, moest worden gedragen
door zijn eed op de constitutie, waaraan
hü altijd de gepaste beteekenis heeft ge
hecht. Als de rijksdag de vijf artikelen
heeft aangenomen, is hij weliswaar van
alle gewetensbezwaren naar aanleiding
van dien eed ontheven, daar dan iedere
daad tegen de grondwet gelegitimeerd is,
maar tegelijkertijd zijn dan ook alle rede
nen vervallen waarom hü het zijn plicht
voelde zijn ambt verder te bekleedden. Toen
hij na lang aarzelen zijn tweedie candiida-
tuur aanvaardde, was liet om Duitschland
te vrijwaren voor het gevaar, dat ook naar
zijn meening een verheffing in de opper
ste macht opleverde.
Om Hitier weg te houden zoo ver
volgt de „Nw. Rott. Crt." heeft hij, on
geveer 85-jarige, het offer van ziin aan
blijven gebracht en hii heeft het voortge
zet om dit gevaar binnen bepaalde perken
te houden.
Alles is hem echter uit handen, gegle
den; voorzoover wij kunnen zien heeft hij
niets kunnen verhinderen, zelfs niet uit
spattingen van illegaliteit als bepaalde in
structies en redevoeringen van den Prui-
sischen minister van binnenlandsche za
ken Goering waren. Nu eigent Hitier zich
tegenover hem meer macht toe dan zelfs
een Mussolini in Italië aan zich heeft ge
trokken; hü holt de positie van Hinden
burg als staatshoofd volkomen uit.
Langzamerhand is het presidentschap
van den ouden maarschalk een diepe men-
schelijke tragedie geworden. Wü hebben
als toeschouwer geruimen tijd moeten
1. De conoentie wordt gesloten voor
tien jaren en zaL, indien geen der deelne
mers voor afloop van den voorgeschreven
termyn opzegt, automatisch voor een nieu
we periode van tien jaren verlengd
worden.
2. In den geest van h et verdrag van
Kellogg zullen Engeland, Frankrijk, Italië
en Duitschland samenwerken tot handha
ving van den vrede.
3. Ook voor andere mogendheden be
staat de mogelijkheid aan die conventie
deel te nemen.
4. Bijzondere verplichtingen: Frank
rijk, Engeland en Italië verklaren, dat in
December 1932 Duitschland de volledige
rechtsgelijkheid ontvangen heeft en dat
thans de tijd gekomen is, deze rechtsge
lijkheid in praktijk te brengen. Oostenrijk,
Bulgarije en Hongarije worden op dezelfde
wijze behandeld.
5. Men zal zich bezighouden met het
de zomertijd weer in werking. Als gevolg
daarvan worden sommige treinuren ge-
wyzigd. Pas op 8 October zal tot den nor
malen tijd worden teruggekeerd.
Drieduizend Mantsjoerijsche
soldaten loopen over.
Nabij Langkau aan den Chineesehen
Muur zijn Maandag wederom hevige ge
vechten geleverd, waarbij de Chineezen
trachtten, door middel van een bajonet-
aanval een toegangspoort tot den Muur
te heroveren. Er zouden driehonderd
Chineeschen zijn gedood. In een der
Mantsjoerijsche regimenten is muiterij
ontstaan en drieduizend soldaten zijn
naar het Chineesche leger overgeloopen.
koloniale kwesties
vreezen voor dien dag van zijn aftreden of vraagstuk van gelijke richtsnoeren inzake
verdwijnen. Nu is er geen reden meer
waarom men hem de bevrijding niet zou
gunnen.
Chineesche provocatie.
De Oostenrijksche minister van finan
ciën, Weidenhof f er, heeft Dinsdag voor
de radio een redevoering gehouden,
waarin hij voor de urgentie van de bank-
hervorming bij de noodverordening aan
voerde, dat anders de enorme eischen,
welke aan de banken gesteld worden
voor salarissen en pensioenen, voor en
kele een ramp zouden hebben beteekend.
Terwijl de socialisten de bijeenroeping
van de parlementaire hoofdcommissie,
welke de regeering wenschte, met beslist-1
heid van de hand gewezen hebben, heeft
Wat moeten jelui toch met dien Maandag de gewezen voorzitter van den
muur't Lijkt wel of je ons wantrouwt!
(„Canard enchainé").
De besprekingen te Rome, tusschen
Mussolini en MacDonald hebben natuur
lijk het noodige commentaar opgeleverd.
De Italiaansche pers is zeer verheugd over
het resultaat der besprekingen.
De „Giornale d'Italia" legt er den na
druk op, dat de overeenkomst der vier
groote mogendheden geen nieuwe uitdruk
king is van een politiek van een verbond,
maar er naar streeft Europa den vrede te
schenken door te beginnen bii de voor
naamste elementen. De „Tribuna" schrijft,
dat het plan tegen niemand gericht is,
maar er naar streeft een juiste hiërarchie
te herstellen van de Europeesche waarden.
Wat is dan eigenlijk het plan van Mus
solini, zoo mogen we vragen. De Parijsche
medewerker van de „Daily Telegraph"
meent daarop een antwoord te kunnen ge
ven en zegt dat het uit de volgende vijf
punten is samengesteld.
Japans uittreden uit den Volkenbond.
Tabula rasa (schoone lei).
(„Nebelspalter").
Raad, dr. Renner, door wiens aftreden
de politieke crisis op gang gebracht is,
namens zijn party aan de andere partijen
gevraagd tegen wanneer de byeenroeping
van de hoofdcommissie aangenaam zou
zijn. Men beschouwde zyn voorstel als
een eerste teeken van verbetering in de
binnenlandsche crisis. De nationaal-
socialistische bladen van Dinsdagavond
zien hierin een volledige capitulatie van
de sociaal-democraten voor de regeering. I
VOORSTELLEN VAN ROOSEVELT
TOT BESTRIJDING VAN
WERKLOOSHEID.
President Roosevelt heeft het Congres
een omvangrijk voorstel doen toekomen,
bevattende vérgaande maatregelen tot be
strijding van de werkloosheid. Het be
treft in hoofdzaak de volgende punten:
1. Tewerkstelling van 250.000 werkloo-
zen in hoofdzaak voor werkzaamheden
aan rivieren en andere normalisatie
werkzaamheden;
2. De instelling van de functie van
werkverschaffingscommissaris;
3. Directe werkloozensteun van de
bondsregeering aan de verschillende
staten
4. Een groot program van verdere
werkzaamheden.
Het eerste punt is direct uit te voeren,
daar voorloopig geen bizondere financi-
eele moeilijkheden bestaan.
LAPPO EISCHT ONTBINDING VAN
DE SOCIAAL-DEMOCRATISCHE
PARTIJ.
De Lappo-beweging heeft besloten bij
de Finsche regeering er op aan te drin
gen, de sociaal-democratische partij in
Finland te ontbinden. Wanneer de regee
ring hiermee niet accoord gaat, zal het
voorstel bij hét parlement worden inge
diend.
DE ZOMERTIJD IN BELGIË.
Treedt Zondag in werking.
In den nacht van Zaterdag 25 op Zon
dag 26 dezer, om 8 uur, treedt in België
Dinsdagochtend meldde Wolff uit
Potsdam:
De storm van den afgeloopen nacht
heeft den regen verdreven en het oude
Potsdam ontwaakte vanmorgen in stra-
lenden zonneschijn.
De voormalige Keizerstraat is een zee
van vlaggen. Zwart-wit-rood en Haken
kruis wapperen van alle huizen en torens,
van trams en autobussen. In de hoofd
straten zijn om de 20 meter touwen ge
spannen, waar banieren van afhangen en
op de brug, die toegang geeft tot den
verkeersweg naar Berlijn hangt een doek
versierd met sparregroen en vlaggen,
waarop geschreven staat: „Wir griissen
das neue Deutschland".
De stad maakt een overweldigenden
indruk. Reeds van vanmorgen 6 uur af
heerscht een druk verkeer, dat toeneemt,
naarmate men het stadscentrum nadert.
Politie-colonnes en hulppolitie van S.A.,
S.S. en Stahlhelm betrekken hun posten.
Op verschillende plaatsen in de stad
ook reeds muziek, die door luidsprekers
wordt verspreid. „Stolz weht. die Flagge,
schwarz-weiss-rot" weerklinkt algemeen
en overal opschriften: „Das ganze
Deutschland soll es sein" en „Nimmer
wird das Reich zerstört, wenn Ihr einig
seit und treu".
De hotels hebben op de terrassen stoe
len geplaatst en de vensters der omlig
gende huizen zijn reeds bezet. Voor de
Garnizoenskerk heerscht een bijna le
vensgevaarlijk gedrang. In de boomen
hangen luidsprekers, die nu weer het
„Horst-Wessel-lied" uitschallen.
Onder de tonen der muziek trekt de
menigte langzaam door de straten en
velen hebben reeds post gevat op de trot
toirs, ook veel kinderen met vlaggetjes
in de hand. Om 8 uur begint de politie
de eerste maatregelen te treffen om den
weg vrij te maken, hetgeen volkomen or
delijk geschiedt.
Het plaveisel wordt met zand bestrooid
en inmiddels stroomen steeds meer men-
schen Potsdam binnen.
Men spreekt van 100.000 die hier bijeen
zullen komen.
Bij en in de Garnizoenskerk.
Dinsdagochtend om elf uur seinde
Wolff uit Potsdam:
De opstelling bij de Garnizoenskerk is
voltooid: Een dikke menschenmenigte
staat 20 a 25 ryen dik op het trottoir voor
de huizen. Daarvoor is de S.A. in 8 ryen
geschaard. Aan den anderen kant van
den weg staat een haag van ryksweer-
troepen, zoodat slechts een smal pad in
het midden open blijft.
Alle vensters en balcons zijn bezet; een
deel der plaatsen naast de kerk is met
touwen afgezet. Hier ziet men rijksweer
mannen, marine-soldaten en Schupo voor
bij de bevelhebbers van de rijksweerbaar-
heid trekken. Onderwijl komen de luid
sprekers in de boomen opgesteld
in werking.
Precies om elf uur rukt de eerecom
pagnie der rjjksweer aan met de vaan
dels van het oude leger voorop. „Armen
vliegen de hoogte in ter begroeting, de
hoofden worden ontbloot. De adem van
1914 waait over de massa, die huivert
van eerbied en dankbaarheid. Binnen
enkele minuten moet de rijkspresident
verschynen".
In de Garnizoenskerk was de vroegere
loge van de Keizerin byzonder fraai ver
sierd. In de loge zaten de voormalige
Kroonprins met zijn familie. De loge
voor de diplomaten was reeds vroeg goed
bezet. Daarnaast bevinden zich twee
loges, een voor hooge militairen, die
schittert van uniformen, en een andere
voor vertegenwoordigers van kunst en
wetenschap, in welke de meeste heeren
in rok gezeten zyn.
De stoet bereikte de kerk te kwart
voor twaalf. Het eerst komen de nieuwe
minister binnen met de staatssecretaris
sen en generaal von Epp, den rykscom-
missaris voor Beieren. Onder orgelspel
treden de afgevaardigden binnen; het
eerst de nat. socialisten, bijna allen in
bruine uniform; dan de Duitsch nationa-
len, Centrum en Beiersche Volksparty.
Als allen gezeten zijn verschijnt den rijks
president met den rijkskanselier, staats
secretaris. Meissner, overste von Hinden
burg, 's presidenten zoon, en de ministers
van oorlog en marine. De geestelijkheid
wacht den rijkspresident voor het altaar
op, waar de kransen liggen. Hindenburg
blijft eenige oogenblikken in stil gebed
staan en gaat dan tusschen Hitier en
Goering zitten. Hij draagt generaals
uniform met den Zwarten Adelaar. Het
Domkoor zingt nu een oude Augsburger
Koraal, met medewerking van een goed
geschoold jongenskoor. Daarna staat
iedereen op. Staatssecretaris Meissner
overhandigt dan aan von Hindenburg den
tekst van zijn toespraak:
Dc rede van Hindenburg.
De toespraak van den Rykspresident
luidde:
Door mijn verordening van 1 Februari
heb ik den Rijksdag ontbonden om het
Duitsche volk de gelegenheid te geven
zijn oordeel over de nieuwe regeering te
vellen. Op 5 Maart heeft het volk deze,
door mijn vertrouwen beroepen, regee
ring, bevestigd en de noodige grondsla
gen voor haar werk gegeven. Zwaar en
moeilijk is het werk dat gij, heer ryks-
kanselier en gij, heeren ministers voor u
ziet. Op binnen- en buitenlandsch gebied
moeten moeilyke vraagstukken opgelost
worden. Ik weet, dat kanselier en regee
ring met moed en yver aan de oplossing
van deze vraagstukken zullen beginnen,
en ik hoop van u, dames en heeren leden
van den nieuwen rijksdag, dat gij u ach
ter de regeering zult plaatsen, en ook
van uwen kant alles zult doen om haar
by haar zware taak te steunen.
De plaats waar wy vandaag saamge-
komen zijn, is een aanmaning om een
terugblik te slaan op het oude Pruisen
dat in noesten arbeid en nooit versagende
vaderlandsliefde groot geworden is en
daardoor het Duitsche volk vereenigd
heeft. Moge deze geest ons samenhouden
tot heil van een vrij en trotsch Duitsch
land. Met dezen wensch begroet ik den
nieuwen Rijksdag en geef nu het woord
aan den heer Rykskanselier.
Hierna stond Hitier op tot het afleggen
van een regeeringsverklaring.
„Mijnheer de rijkspresident, afgevaar
digden, mannen en vrouwen van den
Ryksdag.
Zware zorgen drukken sinds jaren op
ons volk. Ondanks vlyt en arbeidswil, on
danks energie en cultuur heeft menig
Duitscher geen brood. De financiën zijn
in de war, het oeconomisch leven is ver
lamd. De wereld laat zich bedriegen door
den schijn die onze groote steden nog op
leveren, de armoede en ellende ziet zij
niet. Sinds 2000 jaar wordt ons volk door
een afwisselend lot begeleid. Op bloei
volgde steeds weer verval. Hoe meer volk
en rijk vervielen in de laatste jaren, hoe
meer eenheid en saamhoorigheid noodig
waren.
Dit innerlijke verval der natie is weer
eenmaal gelijk zoo dikwijls, de aanleiding
geweest voor de buitenwereld om ons aan
te vallen en de revolutie in 1918 maakte
een eind aan een stryd dien het Duitsche
volk in de heilige overtuiging begonnen
was om zijn vrijheid en levensrechten te
beschermen. Nofch de keizer, noch de re
geering, noch het volk hebben dien oor
log gewild. Alleen het verval van de
nafie en de algemeene ineenstorting
dwongen een zwak geslacht tegen beter
weten en tegen de heiligste innerlijke
overtuiging in de oorlogsschuld-leugen
op zich te nemen. In ieder opzicht is ons
volk na 1918 dieper en dieper gevallen.
Het ergste was de vernietiging van het
geloof in eigen kracht, de vernieling van
onze tradities. Maar ook de andere wereld
is door de uitschakeling van Duitschland
als een der voornaamste schakels van
het oeconomisch leven niet gelukkiger
geworden. Uit de verdwazing van een
eeuwigen overwonnene en een eeuwig-
overwirmaar is de waanzin van de her
stelbetalingen geboren en als gevolg
daarvan weer de ramp van den geheelen
wereldhandel.
Maar nu is gelukkig weer het jonge
moet het zijn. Voornamelyk niet by een
geneesmiddel, waarby de kwaliteit en
werking ongunstig beïnvloed worden door
de oudheid.
Daarom moet U „Aspirin-tabletten"1
alleen in de voor Holland bestemde ori-
gineele verpakkingen (herkenbaar bij de
buisjesverpakking van 20 stuks aan den
oranjeband en by de verpakking van 2
tabletten aan het oranjezakje) koopen.
Dan heeft U de zekerheid geen oud
goed te ontvangen. (Adv.)
door
MARTIN JOHNSON.
IJ)
HOOFDSTUK XIII.
Gorilla's.
Het bergachtige district Alumbongo is
het bekende oord, waar de gorilla's ver
blijf houden.
Hij onze komst aldaar ondervroeg ik
de inboorlingen, doch voor hen zyn go
rilla's geheel en al van ondergeschikt be-
*a'ig, net zooals honden en katten dat bij
ons zijn. Zij begrepen niet, waarom wij
meer belang in gorilla's stelden dan in
boomen of in vogels.
Dit district ligt buiten het wildreser
vaat in het Albert II-park en het verwon
derde mij, dat er hier nog nooit jagers
of expedities geweest waren. De aanvang
van onze reis hierheen werd opgeluisterd
door een wolkbreuk, die ons herinnerde
aan den tocht naar Mikeno. Onze Tumbu,
de kleine Colobusaap, werd hard ziek. Ze
was ons aller vriendin, en ieder op zijn
beurt trachtte het arme dier te helpen.
Haar maag kon geen voedsel verdragen
en ze lag te kermen in het kreupelhout,
terwijl haar collega-apen zich niet het
minst van haar kwalen aantrokken. We
verlieten het kamp, en zagen reeds na
enkele minuten een kolonie gorilla's.
Onze gidsen liepen vooruit en toen zy
plotseling de dieren zagen, kwamen ze
luid en rumoerig by ons terug om van
de goede tyding te verhalen. Dat hoor
den de menschapen natuurlyk. Daarom
waren ze even spoedig verdwenen als
dat ze gekomen waren.
Toen wy den troep menschapen gingen
volgen, nam ik de leiding, doch na een
half uur, toen we hen bereikten, was het
overal weer veel te dicht begroeid om ze
behoorlijk te kunnen opsporen. Hierop
verzon ik het plan om op een nieuwe ma
nier te beproeven gorilla's te vangen. Ik
stuurde Dukari en onze dragers naar de
achterhoede der gorilla's, om ze te laten
schrikken en om hen vervolgens naar ons
toe te jagen. Al spoedig zagen we zeven
gorilla's, die ons, beschermd door het
oerwoud, voorbij holden. Ze kwamen ech
ter niet bij de plek, waar ik myn camera
had opgesteld® De dieren zetten het op
een loopen en schreeuwden, zooals we dat
reeds meermalen gehoord hadden. Lk was
blij, toen ik die welbekende tonen vernam,
want ik had gevreesd, dat de gorilla's, die
in Alumbongo leefden, stom waren. De
kolonie verspreidde zich, en we zagen
kort daarna verscheidene enkelingen. Ze
vreesden echter onze nabijheid, zoodat we
geen enkele opname konden maken. We
vonden ook spoedig slaapplaatsen, die den
vorigen nacht door de dieren verlaten
waren. Ze waren kleiner en niet zoo goed
ingericht als die hunner verwanten te
Mikeno. In een wyden kring liepen we om
de dieren heen om ze niet wederom te
storen. Toen we dicht genoeg bij het dorp
waren, om de stemmen der inboorlingen
te kunnen hooren, drong ook weer het ge
luid der gorilla's tot ons door. Ik kroop
naar hen toe, en zag drie etende gorilla's
op een niet al te slecht verlichte plek; ik
stelde de kleine camera in, doch bij dit
geluid schoten ze onmiddellyk het bosch
in. Toch maakte ik nog enkele goede film
opnamen van twee byna volwassen dieren.
Om aan te toonen, hoe dicht de gorilla's
zich by het kamp waagden, vermeld ik,
dat onze hennen begonnen te kakelen,
toen ik terugkeerde van de opnamen.
Ik had twee hennen gekocht, die ons
eiken dag van eieren voorzagen. Ik had
de koks verboden ze ooit te dooden, dus
dat waren weer twee nieuwe passagiers,
die we honderd mijl door den Congo met
ons meesleepten.
Osa, ongerust over Tumbu, was vóór de
anderen teruggekeerd. Het dier was nog
steeds ziek; het regende flink en we be
sloten een dag rustig in ons kamp te blij
ven.
Den volgenden dag namen wy deel aan
de vreemdsoortigste gorillajacht, die wel
licht ooit heeft plaats gehad. Gedurende
den morgen hield de regen ons binnen,
doch 's middags kregen wij bericht; dat
er menschapen in de nabyheid waren.
Onze boodschapper was vergezeld door
een honderdtal anderen en zeide, dat hy
graag wou helpen om de dieren te van
gen. Ik had met het stamhoofd afgespro
ken, dat ik eenige mannen tot myn be
schikking zou krygen, daar ik de toe
stemming van de Belgische regeering had
om een gorilla te vangen. Ons legertje be
droeg na een inspectie vyfenzestig man,
plus een half dozijn half verhongerde hon
den. Volgens het stamhoofd waren het ge
trainde jachthonden, die achter de goril
la's aan zouden gaan, terwijl ze ons dan in
staat zouden stellen er één te vangen. Het
leek te mooi om waar te zyn.... en zoo
was het dan ook. Twintig minuten van
ons kamp verwyderd, zagen we sporen
van gorilla's. Alle inboorlingen begonnen
plotseling tegelyk te praten, terwyl de
honden hard genoeg blaften en huilden
om ook van hun tegenwoordigheid blyk
te geven. Ik vestigde hierop de aandacht,
maar het opperhoofd Pawko stelde mij
gerust en zeide, dat gorilla's zoo gewend
waren aan het lawaai der inboorlingen,
dat ze daarvan hoegenaamd geen notitie
meer namen. Ik geloofde hem niet en ik
was benieuwd hoe een jacht onder die
omstandigheden van stapel zou loopen.
Pawko stond aan het hoofd van een
grooten troep inboorlingen, die olifanten-
vleesch door het bosch vervoerden. Hy
zeide, zoo juist twee olifanten geschoten
te hebben, waarvan hy het vleesch naar
het Gouvernementsgebouw van Lubero
moest brengen. Hy toonde ons ook twee
olifantstanden, die ongeveer honderd
zestig pond wogen.
Terwyl we over gorilla's spraken, ver
telde Pawko, dat hy het bosch beter ken
de dan eenig ander. Ik besloot daar goed
nota van te nemen en schreef een woordje
aan den leider van het district Lubero,
met het verzoek om ons Pawko te leenen.
Twee dagen later kwam hy by ons terug
met de vergunning daarvoor en ook hem
voegden we by ons kleine leger.
Dadelijk ging Pawko onderhandelen
met de inboorlingen, want hij zou zich aan
het hoofd stellen van de gorillajacht.
Ieder van zyn vrienden bedacht een an
der plan, of hield er een ander inzicht op
na. Maar eindelijk gingen wij toch op pad.
Twee uur lang liepen we door de bijna
ontoegankelijke Jungle, vaak op handen
en voeten en eindelyk bereikten we het
oerwoud. Daarby zetten de zwarte inboor
lingen steeds hun gebabbel voort en de
honden blaften, en gaven de gorilla's zoo
doende te vëel gelegenheid om ons vóór
te blyven. Osa wilde, dat dit lawaai zou
ophouden. Ik klaagde dus myn nood aan
Pawko, die mij echter doodernstig verze
kerde, dat dit nu de manier van de in
boorlingen was om gorilla's te vangen.
Zoo sukkelden wy voort. We hoorden
de gorilla's steeds in de verte gillende en
schreeuwende en ze waren voortdurend
bezig zich op de borst te slaan. Eindelyk
zouden we dan aan het hoogtepunt van
onze jachtpartij komen. De honden wer
den werden losgemaakt ten teeken van
den aanval. Onmiddellijk begonnen zij,
met den staart tusschen de beenen, naai
de achterhoede te loopen. Vijftien minu
ten lang trachtten de jagers hen met lieve
woordjes terug te roepen, doch ze wilden
niet komen. Osa en ik wenschten van de
heele comedie rustig af te zien, ik begon
er schoon genoeg van te krijgen.
(Wordt vervolgd.)