U De. Jos. de Cock. Bridge-rubriek. Contract-Bridge. L SCHAKE LEEFT U VOLGENS REGELS OF FEITEN? Wij hebben eenige bezwaren tegen menschen, die alles volgens een regel willen doen. Misschien heeft u in ge dachten altijd een onverbrekelijk ver band gezien tusschen feiten en regels. Laat ons u verzekeren dat dit onjuist is. Maar zelden gaan feiten en regels hand in hand; veel meer komt het voor dat ze met elkaar in tegenspraak zijn en botsen. Het overdreven vasthouden aan regels is een van de grootste be zwaren om menschenkennis op te doen. Wanneer de feiten een vriendelijk be roep op ons gevoel doen, komen de regels van het verstand en slaan hen de deur voor den neus dicht. Het is onze zwakheid, en niet onze kracht die zich aan regels vastklampt. Wanneer u uw leven inricht volgens bepaalde regels allright. Wij ver zetten ons slechts tegen de bekrompen heid van hen die de fouten in de regels volgens welke zij leven, niet willen er kennen en veranderen wanneer de fei ten aantoonen dat zij in een of meer dere opzichten aan den verkeerden kant staan. Wie zijn principes niet weet te wijzigen volgens zijn ervaring, deed beter, er heelemaal geen principes op na te houden. Klinkt dit u als anarchie of bolsje wisme in de ooren? Geheel ten on rechte; noch anarchie noch bolsjewis me heeft onze sympathie vanwege de buitengewoon on-soepele en harde regels waarop deze twee levensopvat tingen berusten. De regels, waarop de slavernij bij de oude Romeinen en het lijfeigen schap in ons eigen land berustten, waren verfoeielijk. In Frankrijk heeft een regel ge- heerscht, die de bevolking in drie groepen verdeelde; de aristocratie, waaraan alles geoorloofd was; de bour geoisie die recht had op hetgeen de aristocratie overliet, en de armsten, n.1. de boeren en de arbeiders aan wie niets toekwam. De aristocraten vonden dit stelsel buitengewoon geschikt. Hoe glorierijk kwam Frankrijk hen voor met henzelf aan het bewind. Toch was de sterkste kanting tegen deze funeste en onrechtvaardige regel: de Fransche revolutie! Er is een regel geweest, die verbood dat de vrouwen stemden. Er is nu een andere regel, volgens welke zij zelfs strafbaar zijn wanneer ze niet gaan stemmen. Elke regel, zelfs de beste regel, moet gewijzigd worden naarmate de omstandigheden veranderen. Dikwijls verzuimt men deze wijziging en wordt iets zus of zoo gedaan, omdat het al tijd zoo gedaan is. En er is niets meer afstompend voor den menschelijken geest dan het handhaven van welke gewoonte dan ook uit sleur. Dus geen regels. Wat dan? Wel, feiten! Feiten zijn levend en blijvend. Slechts onze indruk onze opvatting van een feit kan veranderen en daarna kunnen wij ons richten. Wij kunnen Maandag den indruk hebben, dat mijnheer D een innemend mensch is en Dinsdag een even ster ken indruk dat deze heer een brompot is. Dit komt, doordat mijnheer D. een een levend wezen met een humeur is, en wij kunnen Maandag een heel an deren kant van zijn karakter te zien krijgen dan Dinsdag. Wij moeten ons ook afwennen om autoritair te zeggen: „de feiten zijn zóó". Want xen ander kan van diezelf de feiten een geheel anderen indruk gekregen hebben. Wanneer wij ver standig en breeddenkend zijn zullen we zeggen: de feiten zooals ik ze zie zijn zoo". Bijna geen mensch is in staat om ineens de waarheid, volko men te zien, en hoe dikwijls komt het niet voor dat voor elk van twee tegengestelde standpunten wel wat te zesgen valt? Wanneer u voor alles een vasten re gel wilt stellen legt u zichzelf aan ban den en beperkt de levensmogelijkhe den zoowel voor uzelf als voor een ander. Oordeelt u echter volgens feiten, d.w.z. volgens wat u in verband met feiten bekend is, dan staat u veel vrijer en veel sterker in het leven. Hoeveel beter en vlugger kan men hinderpalen overwinnen, wanneer wij onszelf geen hinderpalen erbij schep pen in den vorm van zes "u redelooze regels! In zijn systeem-1933 heeft Culbert- son enkele noodzakelijk gebleken wij zigingen aangebracht, die, voor zoover zij betrekking hebben op de reeds in deze rubriek verschenen artikelen, worden weergegeven. Het minimum-vereischte voor een opening in Sans-Atout is, wanneer men reeds kwetsbaar is, verzwaard tot 4 vaste trekken. Door de verzwaring van dezen eisch, was het echter tegelijkertijd noodza kelijk, de minimum-eisehen voor de honneur-kracht in een geboden kleur te verminderen, aangezien anders te veel spellen, door passen, noodgedwon gen omdat de vereischte troefkracht niet aanwezig zou kunnen zijn, ver loren kunnen gaan. Indien de te bieden kleur een vier kaart is, moet men verschil maken tus schen de hooge (S. en H.) en de lage (R. en K.) kleuren. Is het een hooge kleur, dan is de plaats van a, v, x, x nu b.v. h, b, 9, x reeds voldoende. Is het een lage kleur, dan kan reeds wor den geopend met h, b, x, x; is de kaart- verdeeling 4441, dus met 3 vier- kaarten, kan men met nog iets minder volstaan; het allerminste waarop mag worden geboden is v, b, 19, x. Is de te bieden kleur een vijfkaart, dan wordt evenveel kracht vereischt als voorheen, dus resp. h, x, x, x, x of v, b, x, x, x of v, x, x, x, x, x of b, 10, x, x, x, x. In het aantal benoodigde vaste trek ken voor een opening is geen wijzi ging gekomen, zoodat, wanneer met minder kracht in de troefkaart wordt geopend, de kracht van de andere kleu ren zooveel sterker zal moeten zijn. Misleidende openingen. Nog maar al te dikwijls komt het voor, dat een speler bij zijn kaarten een zoodanige lange kleur heeft, dat hij, niettegenstaande een tekort aan kracht, het zonde vindt te moeten pas sen en dus maar opent, en maar al te dikwijls loopt het goed af door een gunstige kaartverdeeling of, minder goed tegenspel van de tegenpartij, maar ook heel veel punten worden er door verloren en wat eigenlijk van nog grooter belang is, de partner ver liest het vertrouwen in zoo'n speler en durft later niet zijn volle kracht bij te bieden, waardoor eenige manche en/of robber verloren gaat. Zoo'n spel is bijvoorbeeld: S. v, b, 10, 8, 6, 2. H. v, 9, 7. R. v, b, 9. K. 4. Niettegenstaande slechts 1-plus vaste trek kan worden geteld, wordt op een dergelijk spel soms zelfs kwets baar geopen met 1 S., verleid door de lange S.-kleur en door het hebben van maar 1 K.; een dergelijke opening is absoluut foutief, opdat op meer dan S slagen van den partner wordt gere kend, waar deze niets van kan weten, zoodat hij, wanneer hij bijbieden moet, te hoog zal gaan. Heeft de partner een slechte kaart, waarin iets minder zit, dan de 3 slagen waarop mag worden gerekend, dan zal men meestal een dergelijk spel niet behoeven te spelen, omdat bij de tegen partij de vaste slagen zitten en zij dus wel hooger zullen spel, en dat is dan maar gelukkig, het spel zou zeker down gaan, b.v. Partner. Speelsl. S. 9, 7, 5, 4. 7a H. b, 10 1 R. 10, 8, 7, 5 V2 K. h, 8, 7 V, Totaal 21/2 Deze partner is dus slechts iets min der dan waarop gerekend mag worden, in de meeste gevallen zullen echter verloren worden: in S. 2, in H. 2, in R. 2 en in K. 1 slag, zoodat het gevolg 1 down is. Kan de partner in dezelfde kleur, door voldoende steun in troef bijbie den, en doet hij dit volgens de regels voor het verhoogen in dezelfde kleur, dan gaat het ook meestal verkeerd, nu nog zooveel te eerder, omdat de kans het spel te moeten spelen veel grooter geworden: de tegenpartij heeft minder goede kaarten. B.v.: Partner. Speelsl. S. 9, 7, 5, 4, 3 17. H. h. b, 10 17, R. 10, 8 1 K. a, 8, 7 1 Totaal 5 De partner houdt zich ana de voor schriften en biedt zijn volle kracht uit: 5 3 is 2 slagen bijbieden, dus 3 S. In de meeste gevallen zullen wor den verloren: in S. 2, in H. 1 en in R. 2 slagen, dus weer 1 down. Partner. Speelsl. S. 9, 7, 5, 4 7, H. a, h, b 2 R. a, h, 10, 7 27, K. a, h 3 Totaal 8 De partner moet nu met 8 speelsla- gen en voldoende steun in troef zijn volle kracht bijbieden, dus verhoogen met 5 tot 6 S. (klein slam); de eenige kleur waarin de opener vaste slagen kan hebben, is volgens partners kaar ten Schoppen, hij verwacht zelfs groot- slam. Bij goed spel van de tegenpartij zullen altijd 2 slagen worden verloren, n.1. S. a en S. h, dus 1 down. Zitten deze beide kaax-ten in één hand, dan wordt natuurlijk gedoubleerd verloren. Dikwijls maakt degene, die foutief heeft geopend, wanneer het spel ver loren blijkt, den partner dan nog het verwijt, dat hij te veel heeft bjjgebo- den! N. D. S. RANGLIJST HELDERSCHE DAMCLUB. Groep 1. gew. rem. 14 10 3 8 „Geloof mij maar Amalia, als een jong meisje zegt, dat ze een collier van Laar oom gekregen heeft, dan is of hot collier of de oom onecht!" gesp J. Stoll D. C. W. Rab 11 A. J. José 13 7 A. A. Bremer 12 6 D. Dissel 10 5 S. Slort 14 5 J. C. Kossen 16 4 P. H. C. Groene- meijer 16 2 Joh. Bremer 15 3 L. Simonse 15 3 Groep II. P. J.Smolenaars 14 8 H. G. Fonteijn 18 O. Ottervanger P. J. Arends Jn. Bremer B. de Best 15 17 12 13 A. J. Beezemer 15 W. Wieren P. Slort A. Bosman J. Ja gel 8 6 6 6 5 5 4 3 3 3 Groep III, 17 14 11 14 18 11 J. Elzas W. v. Brederode 19 C. G. J. Lokkers 14 C. Thomas G. v. Roekel R. Dol M. v. Kalken W. Dienaar W. Slort F. Leijtenaar W. Volkers H. Thijssen 16 20 14 19 18 15 17 19 16 11 10 8 8 7 7 7 5 6 4 2 2 2 2 3 2 4 6 3 8 5 3 5 4 5 4 3 4 5 5 3 2 4 2 4 4 4 1 0 3 1 1 0 ver]. 1 1 4 4 2 7 1 7 4 7 2 4 r» l 3 6 10 1 4 2 4 8 3 11 11 7 10 14 14 Pnt. 23 18 16 14 13 12 12 10 21 19 17 16 15 14 13 121 U 11 9 30 26 22 20 20 18 15 14 13 13 De wedstrijd wordt gehouden iederen Donderdagavond van half 8 tot 11 uur, in de bovenzaal van het Evangelisatie- gebouw, Palmstraat, De wedstrijden zijn ook toegankelijk voor niet-lden. De oplossing van het probleem van Shinkman is 1 Db7. Na f3 volgt dan ef3:. De oplossing van het probleem van Rietveld is 1 De4. Er dreigt dan Pa3+. Na Pac4: volgt Db7+, na Pdc4: kan Ta5:f. Een mooi voorbeeld van zelfpenning. M. D. L. Artz. Tijdschrift N. S. B. 1932. Wit begint en geeft mat in drie zetten. Wit: Khl, Tg2, Ld6 en h5, Pa3 en g3, pi b5 en e5. Zwart: Kd3, pi e3. Nu Spielmann ons land bezoekt, geven we een matchpartii uit zijn laatste match in Stockholm. Spielmann. Stahlberg. 1. d4 d5 2. Pf3 c5 3. e3 cd4 Ook kan c4 voor wit, met cd4cd5:, Pd4: enz. 4. ed4Lg4 5. Lf4 Pc6 6. c3 e6 7. Db3 Dd7 8. Pbd2 Pge7 9. a4 Pg6 Wit speelt niet het gewone Ld3, maar bestormt den damevleugel. 10. Lg3 Le7 11. h4 Lf6 Hier moest hö van zwart geschieden. 12. h5 Pe7 13. h6 g5 Zwart wil g6 vrij houden. Beter was echter gh6. 14. Lb5 Pg6 15. Pe5 Le5: Zwart dacht, dat Pe5 na Pg6 niet meer kon. 16. Leq; Pc:5 deö; Dc7 18. 0-0 De5 19. a5 0-0 Er dreigde Da4. De rochade is ge* vaarlijk. 20. a6 Tab8 21. ab7Pd8 22. La6 Df4 Te overmoedighier moest Lfö. 23. Ta4 Df5 Na Dd2Tg4 dreigt Tfdl. 24. Db4 25. g4 26. Dd4 Anders mat op g71 27. 28. 29. 30. 31. 32. 33. Deö: Td4 Td5: Lc4 Td6 b3 Tel Lh5 Dc2 e5 Pe6 Lg6 Da4 Tb7 Te8 Da3 Kf8 af te De inbraak op ed is niet meer wenden. 34. Le6opgegeven. Er kan volgen: fe6:, Te6Te6:, De<>: met dreiging Df6 en Dc8. Dr. P. FEENSTRA KÜHJER-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1933 | | pagina 18