S. I. lUKIISil i li.
Vreemde kapers op de kust.
NIEUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA
Buitenlandsch overzicht.
Wenscht gij vrede???
No. 7257. EERSTE BLAD
DINSDAG 4 APRIL 1933
61ste JAARGANG
ADVERTENTIËN:
De één-dag boycot tegen de Joden in Duitschland. -
Een rede van Goebbels over de eenheid van het Duit-
sche Rijk.
Witte tanden: Chlorodont
Rusland door de oogen van een EngeSschen
communist gezien.
in 50 dessins,
kleur-echt, - wasch-echt,
per el.
Ontslag van rijkspersoneel
grond van revolutionaire
gezindheid.
op
MAAGPILLEN
voor Bejaarden
FEUILLETON
COURANT
Abonnement per 3 maanden bij vooruitbet.: Heldersche Courant f 1.50; voor
Koegias, Anna Paulowna, Breezand, Wieringenen Texel f 1.65;binnen-
land 2.— Nederl. Oost- en West-Indië per zeepost f 2.10, idem per
mail en overige landen f 3.20. Losse nos. 4ct.;fr.p.p.6ct. Zondagsblad
resp. f 0.50 f 0.70, f 0.70,f 1.—. Modeblad resp. f 1.20, f 1.50, fl.50, fl.70.
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag.
Redacteur: P. C. DE BOER.
Uitgave N.V. Drukkerij v/h C. DE BOER Jr.
Bureau: Koningstraat 78 Telefoon: 50 en 412
Post-Girorekening No. 16066.
20 ct. per regel (galjard). Ingez. meded. (kolombreedte als redaction.
tekst! dubbele prijs. Kleine advertentiën (gevraagd, te koop, te huur)
van 1 t/m. 3 regels 40 ct., elke regel meer 10 ct. bij vooruitbetaling (adres
Bureau v. d. blad en met br. onder no. 10 ct. p. adv. extra) Bewijsno. 4 ct.
De boycot tegen de Duitsche Joden is
Zaterdagmorgen om precies tien uur be
gonnen, met het gelukkige vooruitzicht
dat hij voorloopig niet langer dan één
dag zou duren.
Men kan zich slechts verheugen over*
de hierdoor geopende kans, dat de rege
ling van het jodenvraagstuk in Duitsch
land, hetwelk natuurlijk onverkort blijft
bestaan, op waardiger wijze, als thans in
de bedoeling scheen te liggen, zal wor
den ondernomen, zoo schrijft het Han
delsblad.
Alles»wat ei' toe kan bijdragen, dat de
zoo hoogst ernstige quaestie zich in zulk
een, meer het algemeene rechtsgevoel be
vredigende, richting kan gaan bewegen,
moet thans worden gedaan door hen, die
zich werkelijk de vrienden gevoelen van
de Joden in Duitschland. Allerwege moge
men daarom den wensch ter harte nemen
van den opperrabijn te Berlijn, Back, om
zich nu verder rustig te houden.
„Wij, joden, hier, verklaart hij in een
Interview, koesteren de eerlijke hoop, dat
wij in alle rust kunnen komen tot vor
ming van onze verhouding tot de nieuwe
heerschers in Duitschland. Wij zijn er
vast van overtuigd, dat wij bij rustige
onderhandelingen en besprekingen tot
een bevredigend resultaat zullen kunnen
komen".
Nu wij dit schrijven (Maandagmiddag)
is nog niet bekend of Woensdagmorgen
de boycot weer zal worden hervat. Wij
mogen verwachten van niet en de hoop
mag gekoesterd worden dat het buiten
land daar ook door geen enkele oorzaak
aanleiding toe zal geven.
Natuurlijk zal Hitier zichzelf ook nog
wel eens bezinnen, alvorens met deze zoo
betreurenswaardige en afkeurenswaar
dige actie voort te gaan. De protesten uit
het buitenland hebben hem niet onver
schillig kunnen laten, omdat hij straks
qp het buitenland is aangewezen en het
dus wensclielijk voor hem is te zorgen
voor een goede verstandhouding.
Êen conservatief Lagerhuislid, majoor
Loeker-Lampson, heeft Zaterdag het vol
gende telegram aan Hitier gezonden:
„Als parlementslid en oud-officier, die
altijd Duitschlands aanspraken op mili
taire gelijkheid en territoriale herzienin
gen gesteund heeft, en sinds jaren een
ernstig bewonderaar van u is, neem ik de
vrijheid uw aandacht te vestigen op het
feit, dat het besluit uitzonderingsmaat
regelen toe te passen op de Duitsche
Joden een hoogst nadeeligen invloed
heeft gehad op de welwillendheid jegens
Duitschland, die bezig was sterker te
worden en haar hoogtepunt bereikte toen
gij aan de macht kwaamt.
„Wij hoopten Duitschland onder uw
leiding versterkt te zien. Deze actie
tegen de Joden maakt het werk van mij
en andere vrienden van Duitschland vrij
wel onmogelijk".
De boycot is over het geheel zeer rus
tig verloopen. Alleen in Kiel heeft een
bloedig incident plaats gehad, dat men
elders vermeld vindt. Ook andere bizon-
derheden zijn daar opgenomen.
Goebbels over de eenheid van het
Duitsche Rijk. Ter herdenking van den
geboortedag van Bismarck hadden de
nationale jeugdvereenigingen Zaterdag
avond bij de Bismarck aan de Miig-
gelsee bij Berlijn een feestavond georga
niseerd, die met een Toespraak van mi
nister Goebbels werd „opgeluisterd". Wij
nemen er een en ander uit over, omdat
liet toch wel interessant is om met de
uitingen van de „groote mannen" van de
Nationaal socialistische beweging op de
hoogte te blijven.
„Kameraden", zeide Goebbels, „is het
niet een heerlijk schouwspel, dat de jeugd
van Berlin, die immers rood was en rood
zou blijven, hier vereenigd is om aan
Bismarks naam en werken hulde te bren
gen? Veertien jaar van vernedering lig
gen achter ons, jaren waarin de geeste
lijke anarchie belichaamd in marxisme en
communisme regeerde, en waarin Bis-
mark's werk te gronde scheen te moeten
gaan. Reeds in 1848 stond deze man van
bloed en ijzer in de Domkerk te Frank
fort om het rijk te helpen smeden, het
geen hem op de slagvelden van 1864, '66
en '71 gelukt is. Welk een tijd van geluk
brak na de Spiegelzaal van Versailles
aan, maar helaas,-Bismarks erfgenamen
waren zijn werk onwaardig, want of
schoon het skelet van het rijk bleef be
staan begon de scheiding alras door te
werken tusschen burgerij en proletariaat.
Zóó sterk was zijn geest toch nog ge
weest dat Duitschland 4 jaar een wereld
van vijanden van zich af wist te houden,
maar daarna kwam de innerlijke ver
brokkeling en tweestrijd des te heftiger
op den voorgrond en daarmee bet inner
lijk verval.
Naar Duitschlands historische taak
werd niet meer gevraagd, alleen nog naar
partijbelangen en groepsvorming, maai
de jeugd heeft de gedachte aan de een
heid van het Rijk niet uit het hart ver
loren, en nu zijt gij, mijn jonge kamera
den, getuigen van de opleving van het
oude ideaal. Wij treden weer in de voet
stappen van den ouden ijzeren kanselier
en meester! Bismarck gaf het rijk zijn
vorm, wij gaven het volk een nieuw een
heidsideaal en aan de jeugd het verlan
gen om in den Staat in te groeien, hem te
bezitten en hem nooit meer aan andere
handen uit te leveren.
zienlijke tariefsverlaging op de Neder-
landsche spoorwegen kwam juist van pas
om deze pro-Hollandsche propaganda
met behulp van de kapitalen der druk
kers een bijzonderen nadruk te geven
DE BRAND IN DEN RIJKSDAG.
Drie Bulgaren gearresteerd.
Naar de rechter van instructie te Ber
lijn meedeelt, zjjn op 9 Maart drie Bul
garen: Demitirof, Taneff en Popoff ge
arresteerd. Zij worden verdacht aan
communistische woelingen te hebben deel
genomen en ook met v. d. Lubbe, die den
brand in den Rijksdag heeft gesticht, in
contact te hebben gestaan.
Oekrajine en Noord-Kaukasië
zijn oorden der diepste trooste
loosheid van verwaarloosde ak
kers en van een verhongerende
bevolking.
Een bijzondere correspondent van den
Manchester Guardian in Rusland heeft
aan dit blad een reeks brieven geschre
ven over hetgeen hij op reis in dat land
heeft waargenomen. Hij heeft zijn waar
nemingen neergeschreven zonder op
smuk en zonder warmte en in een drogen
verteltrant.
De schrijver is niet openbaar bekend
maar er is alle reden aan te nemen, dat
men te doen heeft met een communist,
die met eigen oogen de sehoone triomfen
van zijn denkbeelden bevestigd wilde zien
in het land, waar ze tot het uiterste in
practijk werden gebracht. Hij is klaar
blijkelijk ten diepste ontgoocheld en ge
griefd teruggekeerd. Hier was een man,
die er op een of andere wijze in was ge
slaagd de vrijheid te krijgen op zijn
eentje rond te kijken. Hij is deze winter
in Oekrajina en in Noord-Kaukasië ge
weest. En zijn getuigenis is dat deze vroe
gere korenschuren van Europa oorden
der diepste troosteloosheid, van verwaar
loosde akkers en van een verhongerende
bevolking zijn geworden. De graaninza-
meling voor export heeft er met zooveel
grondigheid en meedoogenloosheid plaats
gehad, dat de boer zelf zonder voedsel
is. Duizenden boeren zijn verbannen. De
bevolking van gansehe dorpen is naar het
Noorden van het land gezonden om er
blik van deze menschen, als soldaten op
een rij gezet, was grotesk; armzalige boe
ren, half verhongerd in lompen en klee-
ren, met verschrikte gezichten, in de hou
ding. Als dat Koelaken waren, aldus de
schrijver, dan hadden zij de kunst van
exploitatie van hun medemenscten al
heel slecht verstaan.
De toestand van hen die achterblijven
is niet beter. Zij bleven onder de terreur
van honger en van de G. P. Oe. De schrij
ver begaf zich op een avond onder de
menigte op straat. Men liep lusteloos op
en neer. Wanneer een politieagent vond
dat de menschen te zeer samenschoolden,
blies hij op een fluit en stoof men uit
een om zoo spoedig mogelijk weer de
vertroosting van de kndde te hervinden.
Sommige menschen hielden stukjes voed
sel in de handen, onbeduidende resten,
die een huismoeder pleegt weg te gooien
of aan de poes geeft. Men inspecteerde
eikaars beetjes en een bedekte ruilhandel
er in had plaats.
Overal waar de schrijver kwam in
Oekrajina en Noord-Kaukasië, vond hij
dezelfde toestanden. De eenige gedachte,
welke er de menschen bezig hield was
hoe genoeg voedsel, genoeg brood bijeen
te schrapen om in het leven te blijven,
van dag tot dag. „Brood" bestond niet
zelden uit onkruid, stroo en wat gierst, j
Oneetbaar, zou men zeggen. Bij de toe- J
standen, waaronder de bevolking in die
streken leeft, is het een zeldzame lek
kernij.
De correspondent wordt bitter bij de
gedachte aan de verhalen van lichtgeloo-
vige reizigers, die onder geleide eenige
Dat is het beeld van de oude graan-
1 schuren van Europa, zooals het gewor
den is onder het vijfjaarsplan. Een op zijn
wijze even afgrijselijk beeld moet opdoe
men voor de ontredderde oogen van deze
boeren in Zuid-Rusland, wanneer zij den
noordelijken hemel afkijken, waar Mos
kou ergens moet liggen. Er kan niet veel
klaarheid zijn in hun hersenen, slechts
een dof bewustzijn. Maar zij moeten be
seffen, dat daar in Moskou de tyrannie
zetelt, die de ellende heeft geschapen. Mis
schien hebben de boeren van Oekrajina
nooit gehoord van de dictatuur van het
proletariaat. Hadden zij er van gehoord,
da nzouden zjj haar niet herkennen. Dat
was de eerste leuze, voordat de nieuwe
macht er was. Zoodra zij er was, was er
geen proletarische dictatuur meer. Het
werd de dictatuur van de communistische
partij; en toen die van de G. P. Oe; en
toen die van Stalin.
DE TWEEDE KAMER OVER DE
STEUNREGELINGEN VOOR 1933.
Garantie voor de kippen- en Verkrijgbaar bij:
ENGELSCHE RECLAMEWEEK VOOR
REIZEN IN NEDERLAND.
De correspondent van de Nw. Rott- Crt.
te Londen schrijft:
Wanneer men op het oogenblik door
de Haymarket- wandelt, dan zal men zijn marcheeren onder gewapend escorte. De
oog door het reehtsche venster van het akkers liggen verwaarloosd en staan vol
reisbureau der firma Miiller en _Co. aan-onkruid. Vee is nergens te bespeuren en
genaam getroffen voelen. Daar is name- paarden zijn uiterst schaarsch. Alleen de
lijk een reclameuitstalling ingericht, met soidaten en de mannen van de politieke
gras en boerderijen en koeien, en een po]itie worden goed gevoed en zien er
dwangarbeid te verrichten in de bosschen deel en van Rusland hebben bezocht. Hoe
van timmerhout, waar bij decreet van
Stalin de productie moet worden verdrie
voudigd en waar zelfs de communistische
opzichters zelf van zonsopgang tot zons
ondergang in het zweet huns aanschijns
en in nijpende ontbering boomen moeten
zagen en vervoeren. Wanneer het ver
trouwde kader van Stalins mannen zoo
moet zwoegen, dan moet men zich afvra
gen wat er nog menschelijks overblijft in
den arbeid der onderworpenen. Zelfs 1111,
schrijft de correspondent van den M. G.
is het nog een alledaagsch gezicht groe
pen mannen en vrouwen, die als Koe
laken worden beschreven, te zien weg
kijkkast met Vlissingen, en vooral door
verrukkelijke ruikers van narcissen,
hyacinten en tulpen. De heer Van Noest,
leider van het bureau, vertelde mij, dat
dit slechts de uiteraard bloemrijkste eta
lage was van alle, die deze week over
heel Engeland tot propaganda van reizen
in Nederland ingericht zijn. Over heel
naar uit. De rest van de bevolking
en
lijdt klaarblijkelijk honger
verkeert in een staat van ontzet
ting.
De schrijver zag in het station
van
Engeland zeg ik, want niet alleen te Lon- Rostof een troep zoogenaamde koelaken
den adverteeren de etallages van alle staan, gereed voor transport. Hij be-
reisbureaux een week lang, van 27 Maartschrijft het tooneel aldus,
tot 3 April, de geneugten van het reizen j Op het perron stonden boeren 111 nn -
in ons land, in de andere steden is het-,taire formatie, bewaakt door vijf soldaten
i i- TT,» movirmil OTÏ VlOU"
met uw man, geeft hem onze sokken an. JAAP
SNOR (hij breit ze zelf BEST). Ie klas reparatie-
Kouten en Sokken^ook de allerfijnste) Zuidstraat 19. zelfde het geval. Laten wij hopen, dat het met geweren. Er waren "'amum en
(Let op den gelen winkel). j doel treft. De aankondiging van de aan- wen, met bundels 111 de handen. De aan
komt het, vraagt hij, dat zooveel opval
lende en fundamenteele feiten doqi' voor
schrander en ernstig doorgaande reizi
gers over het hoofd worden gezien? Een
van die feiten noemt hij. Slechts onge-!
veer 5 pet. der bevolking van gansch I
Rusland komt in zijn stoffelijk welvaarts
peil nabij dat van de werkloozen met den
minsten steun in Engeland. Voor de ver-1
gelijking heeft hij gekozen de cijfers van
Fenner Brockway in diens boek Hungry
England, die waarlijk niet aan den gun-
stigen kant zijn.
Dit is alles verschrikkelijk. Verschrik
kelijker is, dat de schrijver geen uitkomst
ziet voor deze hongerlijdende millioenen,
die de slachtoffers zijn geworden van de
collectivistische bedrijven. „Het ergste
van den klassenstrijd is, dat er nooit een
einde aan komt. Eerst werden de indivi-
dueele klassen vernietigd; daarna groe
pen boeren, thans heele dorpen".
Eerst vernietigde de klassenstrijd de
aristocratie, toen de bourgeoisie, toen den
kleinen boer; en nu moeten de boeren
arbeiders er aan gelooven".
Verder blijkt uit de brieven, dat het
winterzaad slecht is gezaaid. Maar zelfs
al was het goed gezaaid, dan kon toch
slechts een miserabele oogst worden ver
wacht, omdat het land overgroeid is met
onkruid, dat de hoogte van volgroeid
koren heeft bereikt. Het schaarsehe vee,
dat er nog was. was snel aan het vermin
deren. Het werd opgegeten of het stierf
van honger.
eendenhoudcrij.
Aan het verslag over het wetsontwerp,1
houdende wijziging garantieregeling
1933 ten behoeve van de kippen- en een
denhoudcrij wordt het volgende ontleend:1
Hoewel algemeen instemming werd
betuigd met dit wetsontwerp, werd de
vraag gesteld, of het plan der regeering
nog wel uitvoerbaar is, nu Duitschland
inmiddels het invoerrecht op eieren zoo 1
sterk heeft verhoogd. Men meende, dat
zonder export de kippenhouderij niet in
stand gehouden kan worden, terwijl in- i
perking van den pluimveestapel moeilijk
is, daar een kleine pluimveestapel voor
de kippenhouders geen bestaan kan op
leveren.
Gaarne zou men een uitvoeriger toe-
lichting ontvangen omtrent de plannen
der regeering met betrekking tot de
eendenhoudcrij.
De bloemkweekers-
Aan het verslag over het wetsontwerp
betreffende credietverleening ten behoe
ve van bloemkweekers in Aalsmeer en
Haarlemmermeer wordt het voigfnde ont
leend:
Bij dit laatste van de acht snel achter
een door de regeering ingediende wets
ontwerpen worden de volgende, ten deele
reeds bij de voorgaande wetsontwerpen
besproken, algemeene vragen gesteld:
1. Op welke wijze denkt de regeering
de aangevraagde bedragen, in totaal meer
dan 20 millioen, te dekken? Is de regee
ring voornemens en acht zij het mogelijk
op de tot nu toe gevolgde wijze met
steunverleening door te gaan of over
weegt zij andere middelen, die aan het
bedrijfsleven in het algemeen steun kun
nen bieden?
2. Is het wel doelmatig de gemeente
mede te laten dragen in de risicos der
steunverleening, wanneer het gemeenten
betreft, die reeds grootendeels met rijks
hulp op de been worden gehouden?
3. Is het wel juist voornamelijk de
zwakste ondernemingen te steunen in
bedrijven, die noodzakelijkerwijze haar
productie zullen moeten inperken?
4. Acht de regeering het niet noodig in
het algemeen de steunregelingen zoo in
te richten, dat de noodige verschuiving
in de bedrijfsverhoudingen kan plaats
hebben en «wordt daarmede ook steeds
voldoende rekening gehouden?
Wat dit wetsontwerp in het bijzonder
betreft, werd de vraag gesteld waarom de
Let op naam op den zelfkant
Vraagt onze Stalen-collectie
credietverleening wordt beperkt tot de
gemeenten Aalsmeer en Haarlemmermeer
Men meende dat ook de bloemkweekers
uit andere gemeenten voor crediet in aan
merking komen, speciaal zij, die van an
dere plaatsen uit op de Aalsmeersche
veilingen aanvoeren, hetgeen o.m. met
de kweekers van anjers het geval is-
Vergadering van het moderne
A.C.O.P.
Het moderne comité ter behartiging
van de algemeene belangen van overheids
personeel (A.C.O.P.) is Vrijdag te Am
sterdam in vergadering bijeen geweest-
Uitvoerige besprekingen werden ge
voerd over het in de Rijks Centrale Com
missie voor Georganiseera Overleg be
handelde regeeringsvoorstei tot invoe
ging in het Algemeen Rijksambtenaren
reglement van een nieuw artikel, hetwelk,
naar de regeering meent, de mogelijkheid
zou openen 0111 aan rijksambtenaren eer
vol ontslag te verleenen op grond van
revolutionnaire gezindheid en wegens het
zijn Inderdaad het meest
Ideale middel ter bevorde
ring vaD een normalen
stoelgang Gemakkelijk in
te nemen, aangename
smaak, verwekken geen
krampen.
0.65 per flacon.
Naar het Engelsch
door
J. VAN DER SLUYS.
(Nadruk verboden.)
4)
Terwijl hij naar boven snelde, zocht hq
een paar golfschoenen uit; zij hadden
het voordeel van zoowel sterk als geluid
dempend te zijn. Vervolgens liet hij een
geladen pistool in zijn zak glijden- Toen
nam hij zijn fiets uit het gereedschap-
penschuurtje en reed weg 0111 de fiets
van juffrouw Sheila te halen, die nog
goed scheen te rijden. Bij de plaats van
het ongeluk stond hij even stil. Het
ijzerdraad en de pen moesten in veilig
heid gebracht worden. Hij rolde het
ijzerdraad op en stopte het met den
ijzeren staaf in de heg, die den tuin van
den weg scheidde.
Het meisje stond bij de voordeur op
hem te wachten. De maan, die recht op
de voorzijde van het huis scheen, maakte
yan haar een stralende verschijning, om
lijst door het duister van de gang. Ze
had de shawl weer omgeslagen en de
einden op den rug samengeknoopt.
Zij rende hem letterlijk tegemoet en
scheen zich, voor zoover hij zien kon,
zonder moeite te bewegen.
Juffrouw Smithers zal de deur op
slot doen, als wij weg zijn, legde zij uit,
en heeft beloofd op uw kamer te blijven
zitten totdat u terugkomt. Het zal u niet
veel tijd kosten, twaalf minuten of een
kwartier hoogstens. Zullen we naast
elkaar rijden?
Neen, zij hij, rijdt u voor. Ik zal een
paar meter achter u rijden. Dan zal ik
veel vrijer zijn 0111 handelend op te tre
den voor het geval u iets in den weg
mocht worden gelegd- Kijk onder geen
voorwaarden om. Zie goed uit naar even-
tueele hindernissen, ofschoon ik niet ge
loof, dat die er zijn, waar de politie is
voorgegaan- Wanneer ik u zeg om hard
door te fietsen, doe het dan alstublieft.
Bekommer u niet 0111 mij. Ik kan voor
mezelf zorgdragen en voor u erbij, hoop
ik. Neem me niet kwalijk, dat ik een heel
stel orders moet geven, maar zooiets be
hoort tot mijn vak. Is u klaar? In orde!
Daar gaan we!
Het was een buitengewoon stille nacht.
Een lichte bries uit het Zuid-oosten be
woog ternauwernood de blaren van de
boomen, die langs den weg stonden. Zoo
kwam het, dat zij duidelijk het geluid van
een motor hoorden, die zich langs den
hoofdweg in Noordelijke richting van
„The Homestead" verwijderde.
Het meisje ging langzamer rijden. Zij
waren toen vlak bij de poort.
Wat heeft dat te beteekenen? zei -ze.
Dat is de motor, die naar het dorp
ging. antwoordde hij beslist. Natuurlijk
zijn het slechts veronderstellingen, maar
ik vermoedt dat men u vermist heeft en
dat de heer Juan Garcia indien ik den
naam van uw broer goed onthouden heb,
in de richting van Woolcraft tuft. aan
gezien hij nu weet, dat u niet in het dorp
is. Hij nioet in letterlijken zin de politie
in de hoofdstraat tegen het lijf geloopen
zijn, en zij hebben hem waarschijnlijk
verzekerd, dat u daar niet langs geko
men is-
Arme Juan, zuchtte zij. Hij han
delt altijd op den eersten aandrang en
heeft het zoo dikwijls bij het verkeerde
eind-
Eenigszins tot Royson's verwondering
was de groote, witte poort van het land
goed gesloten. Het meisje, dat iets voor
uitgereden was,stapte af. Hij reed 0111
haar heen en toen hij scherp 0111 zich
heen tuurde, zag hij aan den kant van
den weg iets in het gras glanzen, waar
een bundel maanlicht door de olmen viel.
Hij hield stil en was op het punt 0111 te
onderzoeken, wat het was, toen een ruwe
stem van achter de poort kwam:
Halt wie daar?
Het meisje schrok zoo, dat zij struikel
de en bijna viel, maar Royson antwoord
de snel:
Goed volk!
Is dat juffrouw Macdonald? vroeg
de stem.
J-ja, stotterde Sheila.
En wie is daar bij u, juffrouw?
Philip Royson, die in het huis van
juffrouw Smithers woont op den kustweg,
antwoordde Royson.
Een electrische lantaarn scheen tus-
sohen de tralies van het hekwerk door en
de omtrek yan een grooten politieagent
werd vaag zichtbaar. Hij opende de
poort.
Hoe komt het, dat we u niet op den
weg tegen gekomen zijn, juffrouw? vroeg
bij beleefd.
Omdat ik een buiteling maakte voor
het huis van meneer Royson, antwoordde
zij dadelijk. Gelukkig hoorde hjj rajj, ik
was bewusteloos, en ik houd het er voor.
dat u en de dokter met mijn broer voorbij
gekomen zijn, terwijl ik weer op mijn ver
haal probeerde te komen. Is er iets met
mjjn vader?
Wel juffrouw, ik zou het u niet pre
cies kunnen zeggen. Het is daar een
heele herrie in het huis. De chef stuurde
me hierheen om de poort te bewaken, en
dat is zoowat alles wat ik weet. Natuurlijk
heb ik meneer Royson vaak in het dorp
gezien, en dat maakt het nn wel wat ge
makkelijker. U gaat zeker door naar het
huis?
Ja graag. U heeft er toch niets tegen
met mij mee te gaan, meneer Royson?
O, neen, heelemaal niet, zeide hij.
De kapitein had gedurende het korte ge
sprek tusschen Sheila en den politieagent
zijn fiets een eind achteruit gereden, en
een zilveren cigarettenkoker, die op het
gras lag, naar zijn zak doen verhuizen.
Waarschijnlijk zie ik je over een
paar minuten weer, zei hij tegen den
agent. Ik hoop, dat je me niet zult aan
houden wegens rijden zonder licht. Ik
voel er op het oogenblik niets voor, dat
iedereen kan zien waar we zijn.
O, dat is in orde, mijnheer. Niet. dat
er aan dezen kant eenig gevaar dreigt.
De bende, die het huis binnengedrongen
is, schijnt zoowel gekomen als gegaan te
zijn langs den weg naar Woolcroft.
Een onjuiste bewering, dacht Royson;
maar hij zei niets en zijn gezellin even
min, ofschoon zij zeker gehoord had, wat
de agent beweerde. De twee reden zwij
gend verder, terwijl Royson de voor de
hand liggende gevolgtrekking maakte,
dat juffrouw Sheila Macdonald 0111 rede
nen, die zij zelf het best kende, geen kri
tiek wenschte uit te oefenen ©p het feit,
dat haar stiefbroeder het niet gewenscht
1 geacht had aan de politie mede te deelen,
1 dat op hem geschoten was door of dat
hij zelf geschoten had op de inzittenden!
van een auto die ongetwijfeld in de buurt
van de poort gestaan had gedurende den
aanval op het huis.
Hoe het zij, hier waren zij bij „The
Homestead", een comfortabele uitziende
viila, met de vooyzijde naar het Westen
gelegen. De oprijlaan ging langs een
stuk boomgaard, moestuinen en kassen
aan de Zuidzijde, en kwam dan met een
bocht op het stalplein.
Een kort pad tusschen dichte boschjes
laurier en rhododendron voerde naar de
voorzijde van het huis. Een breede zijweg
liep om een gladgeschoren grasveld, in
het midden waarvan drie fraaie ceders
stonden.
Er brandde licht in verscheidene be
nedenkamers. De binnenste deur van een
glazen portiek was vernield. De chef van
de politie was gezeten aan een klein
tafeltje, dat in het midden van de ruime
hall geplaatst was.
Bij hem stonden een man, die de tuin
man bleek te zijn, en twee dienstmeisjes
met bleeke gezichten. Hjj was bezig aan-
teekeningen te maken. Een automatisch
pistool lag op de tafel.
De tuinman was de eerste, die zjjn jon
ge meesteres achter de vernielde deur
zag staan.
Daar heb je juffrouw Sheila! riep
hjj opgewonden!
Vlugge handen verwijderden een «ware
eiken bank, die tegen het versplinterde
houtwerk was geplaatst.
Taylor, zei Sheila met trillende
stem. is de baron gewond?
Neen, juffrouw, luidde het antwoord.
Tenminste, ik geloof van niet. Me
neer was erg van streek, toen we de tou
wen losmaakten, waarmee hij gebonden
was, maar hij is al gauw weer opgeknapt.
Is u meneer Juan niet tegen gekomen?
Neen, waar is mijn vader?
In de bibliotheek, juffrouw, met dok
ter Ensley.
Met een blik, waarmee ze zich scheen
te verontschuldigen, maar zonder een
woord van dank of groet, spoedde ze zich
naar een kamer aan de rechterhand. De
politie-chef keek Royson achterdochtig
aan, maar plotseling klaarde zijn ver
weerd gezicht op.
Is u niet kapitein Royson, meneer?,
vroeg hij, die in „Zeezicht" woont?
Die ben ik. U hebt mij dikwijls in
het dorp gezien, chef. Maar ik wou u een
oogenblik apart spreken. Zoudt u even
mee naar buiten willen komen?
De man aarzelde. Als u iets te zeg
gen hebt, dat op deze zaak betrekking
heeftbegon hjj.
Natuurlijk, heb ik dat, verklaarde
Royson. Ik ben van meening, dat u
terstond handelend moet optreden, en ik
zal u zeggen waarom.
De chef ging met Royson mee naar
buiten en daarop vertelde deze zoo kort
mogelijk, wat hjj gehoord en gezien had,
en drong er op aan, dat er terstond maat
regelen zouden genomen worden om de
schurken in handen te krijgen. Vreemd
genoeg was de politie-chef weinig onder
den indruk en luisterde met lijdelijk ge
duld.
(Wordt vervolgd).