P)WS KlNDËRtlO^KIEC] Beste jongens en meisjes! Nog een paar dagen dan hebben jullie xJaasöhvacantie en het ziet er naar uit, dat het een Paaschvacantie wordt, zoo als je nog nooit hebt gehad. Als de zon zoo blijft schijnen, dan kan je mis schien nog bramen zoeken. Maar dat is malligheid, natuurlijk, en het is maar gelukkig ook, dat we nog niet aan de bramen toe zijn, want wat zou je dan van den zomer in de „groote vacantie" uit moeten voeren. Den heelen dag lezen kan je toch niet, want dan was je aan het eind van de vacantie net een mummie en in zee kan je ook niet van 's morgens vroeg tot 's avonds zitten, want dan zou er niet veel meer van je over zijn dan wat vel om been en als de jongens nu van den zomer den hee len dag gingen voetballen, ik ben bang dat er aan het eind van de vacantie alleen nog maar een plas lag, ze waren natuurlijk weggesmolten van de warm te. Dus., van den zomer, in de „groote vacantie" gaan we bramen zoeken en nu, in de Paaschvacantie, gaan we schoolvoetballen, touwtje springen, tol len, schuilhoekje spelen, stekeltjes vis- schen en nog veel meer. Geen tijd ge woon om je te vervelen. Er zijn van de maand nieuwe vriend jes en vriendinnetjes bijgekomen en daar hebben er van vergeten hun voornaam voluit te schrijven en hun adres te vermelden. Die denken daar dus volgende week wel even om. hé? Goed, dan ga ik nu jullie briefjes be antwoorden. Nu heb ik nog een verrassende mede- deeling voor jullie allemaal. Inplaats van een verloting iedere maand, zal ik voortaan iedere week een boek ver loten. Dat is veel leuker en ook wat billijker, omdat het nu voorkomt dat trouwe vriendjes en vriendinnetjes drie weken goed oplossen en dan een fout maken, waardoor hun kans op een prijs verkeken is. Nu maak je dus iedere week een kans en vandaag zijn twee boeken verloot, omdat ik de vori ge week vergeten had den extra prijs te verloten. De prijswinnaars van deze week zijn: Jan Zwanenburg, Jan in 't Veltstraat en Gerard Burger, v. Galenstraat. Germaine Franken. Heusch, Germaine, ik kan geen gedachten raden en ik wist dus niet, dat jij het boek dat je hebt gewonnen, zoo graag wilde hebben. Ik vind het natuurlijk fijn voor je, dat je het zoo hebt getroffen en dat het dus geen April-grap was, toen Ina zei, dat je een prijs had gewonnen. Lauri Hagen. Wat fijn, dat ik nu een groo- ten brief van je kreeg, Lauri, want dat is het beste bewijs, dat je weer beter bent, want als je in bed ligt dan heb je niet veel zin om te schrijven. En er was een leuk versje bij. Alleen heb ik me afgevraagd of je het wel zelf ge maakt hebt. Dat moet je me beslist volgende week schrijven. Joop van Bommel. Joop, die meneer, die de oplossingen de vorige week heeft nagezien, be weert, dat jij een fout hebt gemaakt en dat je daarom niet bij de goede oplossers stond. Je zal het dus zelf niet meer weten. Hennie Hollander. Dat zou een beetje ge vaarlijke April-grap zijn geweest. Hennie, als de onderwijzer voor de grap had gezegd, dat je Maandagmorgen vrij had, terwijl het niet zoo was. Maar 't was gelukkig werkelijk waar en terwijl de andere kinderen de schooldeuren binnengingen bleef jij buiten staan, in de zon. Dat was fijn! Agatha Koelemey. Is er ook nog werk van jou op de tentoonstelling geweest, Agatha? Of doe je niet aan huisvlijt? Bij me thuis staan nu ook alle boomen prachtig, 't is wat een fees telijk gezicht, al dat jonge frissche groen. Nellie Nieuwdorp. Of ik van een versnape ring houd? vraag je. Nu, net zooveel als jij, denk ik. Wie zou daar nu niet van houden. Maar ik heb geen tantes meer, die me er mee verrassen, zooals jij. Wat zal je blij geweest zijn, toen je moeder 's avonds weer uit Haar lem kwam, ik denk, dat je haar extra stevig gepakt hebt. Ab Mulder. Je hebt gelijk, de vorige week hc'o ik me vergist en inplaats van vijf heb ik vier boeken verloot, van de week verloot ik er dus twee, inplaats van één, dan is de fout h-rsteld. Beppic Al. Nee hoor, Beppie, wat jullie aan me schrijven, dat is redactiegeheim en dat ver tel ik niet aan je onderwijzer en dus weet die van mij niet, dat jij zoo verschrikkelijk babbelt, je lijkt wel een grammofoonplaat. Jan Zwanenburg. Nu, loop jij maar gauw naar Jan v. d. Heide en zeg maar, dat je hee blij bent dat je mee hebt gedaan, want je hebt een boek gewonnen. Ben jij even een geluks vogel. Tini Hibma. Dat is een leuke naam voor jullie jonge eendje, Tini, je mag wel goed op hem passen, hoor, anders heb je kans, dat je op een morgen alleen nog een paar veertjes vindt en dat de rest van „piepiep" in de maag van een of andere poes zit. Cobus Nieuwdorp. Gelukkig dat je naast je voetbal nog een andere kameraad hebt, Cobus, je fiets, anders zou je je een aap vervelen, nu je vijfje in de lappenmand ligt. Maar ik lees dat er al weer een drietje op komst is en je rust zal dus niet van langen duur zijn, straks race je weer achter het bruine monster. Loes Robert. Ja, Loes, daar moet je voortaan even rekening mee houden, dat je je raadsels nog op moet schrijven. Je vergeet met t mooie weer toch ook niet dat je moet eten- Martinus Langeveld, de Koog (T Je kan zeker beter paard rijden, dan eieren zoeken, Martinus, anders had je vast wel wat gevon den, want op Texel zijn zooveel vogels, dat je voorzichtig moet zijn om niet op de eieren te stappen, denk ik. Maar je moet ze toch maar niet uit de nesten halen, hoor, kijk er alleen maar naar, maar blijf er af. Je moet eens zien hoe angstig de vogels worden als je bij hun nesten komt en ze hebben er heusch ellende van. Wel gefeliciteerd, dat je overgegaan bent, en Jane ook. Annie Jansen. Een dag te laat, Annie, maar dat geeft niet, hè, ik kom je nog even gauw feliciteeren met je verjaardag en ik hoop, dat je net zoo'n fijnen verjaardag hebt gehad als verleden jaar. Ina Boels. Die Shantung blouse die zou ik nog maar een paar weekjes opbergen. Ina, want je weet „April doet wat hij wil". Om 12 uur transpireer je van de warmte en om vier uur kruip je met je neus in de kachel, zoo koud is het. Jan London. Dat vind ik goed dat jij mee doet, Jan, dat blijkt uit je vérhaaltje dat ik opgenomen heb. Jan Goutier. Ja, dat is waar. Jan, T'ibbe en Ita leveren nogal eens veldslagen, of liever, „kamerslagen", want de drama s spelen zich meestal binnenshuis af, maar meestal zijn ze de beste vriendjes en die kleine Itapiet is nogal een kattekopje, zie je, en dan wil ze de baas over haar groote broertje spelen en dat laat hij niet altijd toe. Wat er 'met die briefjes van jou en Henk gebeurd is weet ik niet. maar ik heb ze niet gehad. Lidi Thijssen. O, o, wat dom, Lidi, nu had je zoo je best gedaan op dat aardige briefje en nu vergeet je het weg te brengen. Daar moet je jezelf ma^r eens een standje voor geven. Jeen v. d. Wal. Die baas van de popjftnkast die heeft jou leelijk te pakken gehad, Jeen,' met te vertellen, dat hij Zaterdagmiddag op het Stationsplein zou komen. Dat is natuurlijk een April-grap geweest. Maar enfin, je hebt dien middag evengoed een heele massa pleizier gehad. Frida v. Straaten. Nu maak je iedere week een kans, Frida, en behoef je dus geen maand te wachten. Dat is nog veel fijner, hè? Leny Hazebroek. Dat was de vorige week voor jou een verrassing dat je een boek 'gewonnen hebt, hè, Leny? Een bijna even groote verrassing als het voor je ouders ge weest zal zijn toen jij van de week op hun koperen bruiloft het bruidskoor uit de Lohen- grin speelde, 't Is zeker een feestdag gewor den en de zon heeft meegeholpen. Tony Sinnige. Ik kan me best begrijpen, Tony, dat jij op zoo'n zonnigen Woensdag middag niet veel zin had om een briefje te schrijven, temeer waar je het toch al zoo druk had en het spel je naar. buiten lokte. Henk Goutier. Ik begrijp er niets van, Henk, dat juist jullie briefjes zoek zijn ge raakt. Ik heb er de meneer, die ze nage keken heeft, nog eens naar gevraagd, maar die wist het zich niet meer te herinneren, 't Is jammer, want nu heb je de vorige week tevergeefsch gezocht. Maar vandaag is het briefje weer present. Catrientje, Laan. Wat is dat leuk, Catrientje, dat jij al in den winkel kan hel pen, als ik dat geweten had dan was ik vast eens appelen of bananen bij je komen halen 't Is wat goed dat je je moeder helpt als ze het zoo druk heeft en dan een beetje van je vrijen middag aan haar afstaat. Ik hoop dat je volgende week met een mooi rapport thuis komt, want daar zal je vacantie dubbel ple zierig om zijn. Jantje Laan. Dat had je niet gedacht, hè Jan, dat je een boek zou winnen? Ik vond het fijn voor je en heb een mooi boek voor je uitgezocht. Corrie José. De vacantie zit alle kinde ren in het hoofd, Corrie, wat zal het volgende week onrustig in de klassen zijn. Ik denk dat jullie den Donderdag niet af kunnen wachten en wat een indianengebrul zal er door de stad klinken, als de deuren voor de vacantie open gaan. Johanna Bakker. Bijna alle dingen moet je beleefd vragen, Joh, behalve als je aan de raadsels mee gaat doen. Je zendt ze gewoon maar in en het is in orde, dat kan ieder kind doen en nu is er ook iedere week een kans om een boek te winnen. Tini Wullems. De meneer die de vorige week de raadsels nagekeken heeft, heeft met roode letters op je briefje gezet „vorige week fout", dat zal dus wel waar zijn, want die meneer vergist zich heusch niet vaak. Laurina v. d. Berg. Tjibbe. Ita en Jaap zijn kindertjes van me, Laurina, dacht jij dat het alleen maar goede kennisjes waren. Nee, hoor, 't zijn m'n eigen levende druktemakers. Jij houdt veel van kindertjes zie ik aan je briefje, zooveel dat je dat kleine zusje van Germaine mee zoudt willen nemen Maar dat zou Germaine vast niet goed vinden. Corrie Smit. Daar kom ik even voor binnen wippen bij je, Corrie, m'n hartelijke gelukwenschen hoor, met je verjaardag. Ik hoop, dat je een zonnigen, fijnen, feestdag hebt, want zoo'n verjaardag moet een van de fijnste dagen van het jaar zijn. vel blijdschap van buiten en van binnen. Nannie v. d. Zee. Jij bent een grappen maker, Nannie, met te schrijven dat van den zomer de zee in de zee gaat zwemmen, maar 't is waar, dat zal gebeuren als jij er straks in rolt. Nelly v. d. Zee. Goeiemorgen dan mag je wel een paar stevige stappers hebben. Nelly, als je met de gymnastiekvereeniging naar Schagen gaat loopen. Ik geloof nooit, dat ik het zou halen en toch houd ik veel van wandelen. Dina IVismeyer. Leuk dat je zoo'n pret- tigen dag gehad hebt, Dina, en dat je groot moeder in de feestvreugde heeft gedeeld. Waar ik woon? In een huis, ergens dicht bij een hoek, in een nieuwe buurt, in een straat die den naam draagt van een man uit de geschiedenis diê je beslist kent. Zoek het nu maar wie. Sientje Nieuwdorp. Dat was nou net iets voor een meisje dat veel van een snoepje houdt, die kruideniersbeurs, je kreeg hier wat lekkers en daar wat lekkers en voordat je buiten kwam was je zoo dik als een ton netje. Zeg, Sientje, je moet me volgende week even schrijven van wie dat vers was, dan zal ik den naam er onder zetten en het overnemen. Nu, tot volgende week. KINDERVRIEND. PAASCH-VACANTIE. Weg straks angst voor fouten maken, Weg straks angst voor het rapport, Weg straks angst voor het nablijven, Weg straks angst voor op het bord, Weg straks angst voor bovenmeester, Weg straks angst voor fluisterij, Weg straks nog meer andere angsten, De vacntie is nabij! Weg straks denken, denken, denken, Weg straks plicht en plicht en plicht, Weg straks hooren, hooren, hooren, Weg straks huilerig gezicht. Weg straks a lerhande schriften. Weg straks atlas, tasch en boek, Weg er mee, wij gaan nu eerst eer Bij het voorjaar op bezoek. Wij gaan straks het voorjaar groeten, Wij gaan straks naar 't schapenkind, Wij gaan straks naar voorjaarsbloemen, Wij gaan straks naar zon en wind, Wij gaan straks naar zand en duinen, Wij gaan strako naar wei en hei, Wij gaan straks naar sloot en grachten, Alles, alles, groeten wij. Wij gaan straks onze longen vullen. Wij gaan straks het mooie zien, Wij gaan straks ons neus trakteerer Wij gaan eten straks voor tien, Wij gaan straks ons wangen kleuren Met een rose roode gloed. En daarna gaan wij drie maanden I.eeren, vol met frisschen moed. Pa en Anni- W. BORDUREN. Borduren met heel fijne steekje ls een werk van vele weekjes, Maar als resultaat, Heb je eenmaal iets gereed, Hetzij een kussen of een kleed, Dat heel prachtig staat. fh. 00 Anni-e W. voor DE PINDAMAN DIE IN VISCHBOc» VERANDERDE. Mijn broertje is twee-en-een-half Toch kan hij al leuk spelen. Laatst ze W-0*' hij pindaman was. Hij had een U(t blokken, dat waren de pinda's. Toen^ hij aan mij of ik ook pinda lustte- V* graag. Toen zei hij: hier zijn tw'ee vu'i11 Maar ik vroeg om pinda. Toen zei hu een vischboer. hl,: 'H, Beppie Al DE DRIE STOUTE EENDJES. Er waren eens drie eendjes. En die erg nieuwsgierig. Op een dag kwam de en legde een kachelpijp in het hok. De eens"' waren zoo nieuwsgierig, dat zij jn d 1!' kropen en er roetzwart uitkwamen Moed' eend was zoo boos op de eendjes, dat z straf vroeg naar bed moesten. Ja* Londot GESNAPT. Twee jongens liepen langs de straat En kuierden heel kalmpjes op. De eene raakte meesterlijk, Den ander met een haringkop. Die was er lang niet lekker mee, Dat 't kopje juist zijn nek in glêe, En sprak: ik zal je leeren Dra was 't gevecht in vollen gang, En regende het slagen heusch, De een die kreeg een dikke wang, De and're een gezwollen neus, En allebei gescheurde kleeren. Daar kwam een diender aangestapt, Met afgemeten stappen, En heeft het tweetal juist gesnapt, Bij het deelen van de klappen. Hij schreef hun beider namen op, Dit werd voor hen een reuze strop, Ze moesten toen mee naar mijnheer, En nooit werd er gevochten meer. Leny Hazebroek, Parallelweg 6 LUILEKKERLAND. 'k Wou dat ik in Luilekkerland was, Dan mocht ik altijd eten, Van suikergoed en chocola.... En hartjes niet te vergeten. 'k Wou dat ik in Luilekkerland Dan mocht ik altijd lezen, Uit boekjes, van dun suikergoed, Dat zou me toch wat wezen. 'k Wou dat ik in Luilekkerland was, Dan mocht ik altijd spelen, Met speelgoed heel van chocola, Ik zou me nooit vervelen. Maar altijd in Luilekkerland, Dat zou me toch niet lijken, 'k Weet dat ik dan een meisje werd. Dat altijd zuur zou kijken. Lauri Hagen, Brakkeveldweg 58. LACH EENS FLINK! Een schoenmaker, die on§te'"kkjyr wijze den naam droeg van K. A. liet een uithangbord schilderen, schilder vergat helaas de punt! zijn naam- Het bord luidde nu: maakt men schoen KAPOT „Hé jongen," riep een man die be^ zig was een kist te verplaatsen, je me een handje helpen met die De jongen, die juist voorHninuten was dadelijk bereid. Na vijf m zuchten en steunen was de even ver! j-ist „Ik geloof heusch, dat we ej nooit naar binnen zullen krijge de man eindelijk..... gen, „Naar binnen?, riep de gj neen maar! Die is goed. ik mijn best om ze naar buiten gen!"

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1933 | | pagina 22