abonnementsgelden onder het licht n Lange Jaap tweede blad heldersche courant van zaterdag 8 april 1033. Stadsnieuws. Gemeenteraad. Het heeft nog niemand ooit berouwd Op kwaliteit te hebben gebouwd. KRIGÉE's KRENTENBROOD! Gevuld met spijs f 0.60 Het visscherijbedrijf te IJmuiden. Wij danken onze abonné's, die ons het abonnementsgeld voor het tweede kwartaal 1933 reeds opzonden. Zij, die hot abonnementsgeld nog niet betaalden verzoeken wij vriendelijk dit vóór 15 April a.s. Ie doen per postwissel of giro 16066. Na dien datum wordt door ons gedisponeerd met 15 cent verhooging. Op- en ondergang van Zon- en Maan en tijd van hoogwater (Texel). Wintertijd. April Z 9 17.43 M 10 19.13 D 11 20.47 W 12 22.22 D 13 23.52 V 14 Z 15 1.07 Maan op: ond.: 4.37 4.50 5.04 5.23 5.52 6.33 7.33 Zon opond 5.16 18.45 5.16 18.45 5.12 18.48 5.10 18.49 5.08 18.51 5.06 18.53 5.04 18.55 Hoogwater sm. nam. 8.03 8.21 8.37 8.53 9.09 9.26 9.43 10.01 10.21 10.41 11.01 11.23 11.45 Licht op voor alle voertuigen) Zaterdag 8 April 19.13 Zondag 9 April 19.15 Maandag 10 April 19.18 APOTHEKEN. Van hedenavond 10 uur tot Maandag morgen is alleen gepoend de apotheek van W. H. Kingma, Kanaalweg. Van Maandag 10 April tot 17 April wordt avond- en Zondagdienst waargeno men door H. J. Rootlieb, Binnenhaven. IETS NIEUWS. Van de Firma Talens ontvingen wij een flacon Oost-Indische Inkt. Het is een nieuw model flacon, welke voorzien is van een speciale stop voor het vullen van trekpennen. Ieder die met trekpennen teekent weet wel hoeveel moeilijkheden het vullen daar van soms oplevert. De Firma Talens heeft in dit ongemak voorzien door haar Patent Trekpenvullen, waarmede men zeer nauwkeurig en ge makkelijk de inkttoevoer in de pen kan regelen, hetgeen een groot voordeel is bij het teekenen van dikke of dunne lijnen. De „Rembrandt" zwarte tëefceninkt, waarmede de flacon gevuld was, is Talens' nieuwste product. Behalve in zwart is het in nog- 17 kleuren verkrijgbaar. Bü het onderzoek door het Rijksbureau voor Wa renonderzoek is gebleken, dat deze inkt aan de hoogste eischen voldoet en inten siever zwart is dan andere (buitenland- sche) soorten. Wii gelooven wel, dat hiermede de voor uitstrevende firma Talens eer van haar werk zal hebben. WINKELNIEIJWS. De aloude Heldersehe firma C. J. Wes- terbaan, aan de Weststraat, heeft begre pen, dat men, wil men kunnen meekomen en meegaan met zijn tijd en zijn zaak moet aanpassen aan de eischen die dezen tijd nu eenmaal stelt. De bestaande win kelzaak, zooals wij die jaren lang kennen, was voor onzen tijd te zeer verouderd en moest noodzakelijkerwijze worden gemo derniseerd. Vroeger was een winkel het domein van den winkelier; de klant vond er voor de toonbank een bescheiden plaatsje, waar hij zijn zaken kon afdoen. Tegenwoordig is het standpunt, dat de winkelruimte er is voor de clientèle. De heer Westerbaan heeft thans zijn bene denwoning bij den winkel aangetrokken en deze geheele ruimte als toonkamer in gericht; in het midden is een opstelling van fornuizen, baden, enz., terwijl men langs de kanten een groote sorteering vindt van wasehstellen in allerlei soorten en prjjzen, geysers, enz. Het nieuwste is een warmwatergeyser, die het geheele huis voorziet, het is dan ook niet meer noodig zijn geyser boven het bad aan te brengen. Verder zijn er ook verschillen de soorten warmwaterapparaten. Ook de allernieuwste constructie gasfornuizen, die op de laatste Jaarbeurs werden ge demonstreerd, vindt men er vertegen woordigd. De bezoeker kan 1111 geheel in de rondte loopen en van alle nieuwe snufjes ken nisnemen. De betimmering is geheel van eikenhout en aangebracht door de firma M. C. van der Plas, Keizersgracht; de be kleeding is van beschilderd jute. Het een en ander maakt een aardigen indruk evenals het schilderwerk geleverd door Gebr. Kramer. Hedenmiddag wordt de vergrootte en gemoderniseerde winkel geopend. VRIJSPRAAK VAN DEN CHAUFFEUR STUART. De Haarlemsche rechtbank heeft den chaufeur J. F. Stuart, uit Den Helder, die in September 1932 een Poolschen wereldreiziger heeft aangereden en waar bij deze en zijn 12-jarig dochtertje op slag werden gedood en zijn vrouw en een 6-jarig zoontje zwaar werden gewond, vrijgesproken. Aanleg weg door de duinen. Ten behoeve van het publiek, dat het eenige kilometers ten zuiden van Huis duinen gelegen zeestrand bezoekt, achten 0. en Vhet gewenscht, dat tusscheii dat strand en het punt, waar de Strooweg in den Zanddijk overgaat, ter hoogte van de uitspanning „Duinoord", een behoorlijke verbinding wordt verkregen. In verband hiermede is door den Direc teur van Gemeentewerken een plan ont worpen voor het aanleggen van een rij wielpad door de duinen, dat tevens vol doende ruimte zal kunnen bieden voor net voetgangersverkeer. olgens het plan zal de weg ter lengte ra 700 meter, over een breedte van z.50 meter gedeeltelijk van een tegelbe strating, gedeeltelijk van een houtbeklee- dmg worden voorzien, terwijl de totale breedte, met inbegrip van de bennen dus, 5 meter zal bedragen. De kosten van het aanleggen van den weg worden geraamd op J 6500.—. Voorgesteld wordt dit werk aan te be steden. Wijziging salarisvererdening 1920 (adminlstr. personeel der politie). B. en W. schrijven aan den Raad: De administratieve dienst bii het poli- tie-korps dezer gemeente js steeds ver richt door brigadiers of agenten van po litie, die daarvoor aan den gewonen dienst onttrokken moesten worden. In alle an dere plaatsen van eenige beteekenis is voor den administratieven dienst afzon derlijk personeel werkzaam, dat op poli- tiegebied. natuurlijk zeer zaakkundig on derlegd is. doch dat geen andere bestem ming heeft dan de zorg voor de admi nistratie. en dat dan ook in burgerklee- ding dienst doet. Daar het noodzakelijk is, dat het voor den bewakingsdienst uitgetrokken aan tal manschappen ook inderdaad voor den dienst beschikbaar blijft, komt de wen- schelijkheid dringend naar voren om ook in deze gemeente voor den administratie ven dienst, welke een belangrijke plaats onder de politioneele werkzaamheden in neemt, afzonderlijk personeel aan te stel len met een behoorlijken administratie- ven aanleg en met voldoende politieken- nis. Reeds is destijds hiermede een begin gemaakt door de aanstelling van een bur ger-schrijver. De positie, waarin deze verkeert, is echter niet zooals die be hoort te zijn, en hij behoort feitelijk niet tot de sterkte van het politiepersoneel. Voorgesteld wordt thans de salaris verordening 1920 te wijzigen in dien geest, dat in de loontabel voor het politie-per sonee! wordt opgenomen de rang van klerk 16002000 met vier éénjaarlijk- sche verhoogingen van 100). Belooning plaatsvervangende schoolhoofden. Door de plaatselijke afdeelingen van den Bond van Nederlandsche Onderwij zers en van de Vereeiwging van Hoofden van Scholen in Nederland werd in den loop van het vorige jaar aan den Raad het verzoek gerich.t een regeling in het leven te roepen, volgens welke aan die leden van het onderwijzend personeel, die, in het bezit van een aanwijzing als zoo danig gedurende een zekeren tijd als plaatstvervangend hoofd dienst doen, daarvoor een belooning wordt toegekend. Het komt B. en W. billijk voor, dat zij, diie met de waarneming van het hoofd schap eener school gedurende een zeke ren tijd belast, daarvoor een belooning ontvangen. Het bedrag der belooning meenen B. en W. te moeten berekenen naar het ver schil tusschen het salaris van den ver vanger en het salaris, dat hij, volgens het 1 Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijks ambtenaren 1928, zou genieten, indien hij gedurende den tijd der vervagning inder daad hoofd der school zoude zijn geweest. Een verordening in bovenbedoelden geest wordt den Raad ter vaststelling aan geboden. Wijziging verordening buitengewoon lager onderwijs. Nu de openbare school voor buitenge woon lager onderwijs in deze gemeente eenige jaren bestaat en de wijze van toe lating van leerlingen tot die school, over eenkomstig de 'bepalingen der betrekke lijke verordening, gedurende dien tijd aan de praktijk is getoetst, meenen B. en W. dat er aanleiding bestaat, om in die rege ling eenige wijziging aan te brengen. Een en ander is verwerkt in een con cept-wijzigingsverordening, welke ter vaststelling wordt aangeboden en is op genomen in Bijlage No. 56. Verlenging dienstverband. Op grond van het bepaalde bii art. 25 W.R. kan het dienstverband van een werk man der gemeente, na het bereiken van den leeftijd, waarop hij pensioengerech tigd is geworden, ten hoogste vijfmaal, uitsluitend' op grond van het dienstbelang, bij besluit van den Gemeenteraad, met één jaar worden verlengd. Ten aanzien van den gasstoker J. P. Kos heeft deze bepaling reeds drie maal toepassing gevonden. Waar betrokkene op 22 Augustus 1934 den 65-jarigen leef tijd zal bereiken komt het B. en W. ge wenscht voor, om het dienstverband thans nog eenmaal tevens voor de laatste maal te verlengen, tot en met 21 Augus tus 1934. Aangaan van een «lading. In de raadsvergadering van 10 Decem ber 1929 werd besloten tot het voeren van een rechtsgeding tegen A. A. M. van Gorp, bioseoop-explodtant te Bergen op Zoom. tot betaling van een bedrag ad 1664.51. wegens gedurende het tijdvak Augustus 1920 tot en met Januari 1921 door de gemeente geleverd gas en water en door baar gepresteerde reinigings diensten. Ingevolge dit besluit is tegen van Gorp bii de Arrondissements-Rech tbank te Breda een rechtsgeding aanhangig ge maakt. Tot nog toe is geen definitieve uitspraak gevailen. omdat de tegenpartij telkens voorstellen beeft gedaan tot het treffen van een minnelijke schikking. Die voorstellen zijn door B. en W. afge wezen, omdat de aangeboden bedragen te laag waren, of geen voldoende zekerheid ter voldoening dier bedragen bestond. Thans doet de tegenpartij bet voorst" om genoegen te nemen met de betaling in eens. op 30 April a.s., van een bedag ad 1500.—. B. en W. stellen voor het aanbod te aanvaarden. Iedere partii zal haar eigm kosten betalen. Nieuw Reglement van Orde v«x>r de raadsvergaderingen. B. en W. bieden aan den Raad aan een ontwerp voor een nieuw vast te stel len Reglement van Orde. De voorraad van bet geldende reglement was reeds sedert eenigen tijd uitgeput. Mede in verband daarmede is een geheel nieuw ontwerp-reglement samengesteld, waarbij uiteraard rekening is gehouden met de wijzigingen, welke de Gemeentewet in 1931 heeft ondergaan. Verschillende artikelen zijn of geheel onveranderd of met een kleine wijziging uit het bestaande reglement overgenomen andere bepalingen zijn, al dan niet ge wijzigd, ontleend aan wat elders op dit stuk is geregeld, terwijl verder zooveel mogelijk aansluiting is gezocht met wat hier bestaande practijk is. Bouwterrein Tuintjesweg. Mede naar aanleiding van een destijds door C. Roskam alhier gedaan verzoek om voor den bouw van een woonhuis, een gedeelte grond, Oostelijk van den Tuin tjesweg en behoorende tot het gemeente lijk waterleidingbedrijf, uit te geven, is bij B. en W. de vraag gerezen of het wensehelijk moet worden geacht 0111 be doeld terrein, groot pl.m. 12.500 m2, voor bouwterrein te bestemmen. Naar de meening van het College dient deze vraag bevestigend te worden beant woord, omdat het zich laat aanzien, dat in de toekomst, wanneer eventueel de aanhangige plannen voor bebouwing van de aan de Westzijde van den Tuintjesweg gelegen, in het uitbreidingsplan Huis duinen begrepen, gronden in uitvoering zullen komen, naar bedoeld terrein, dat door zijn ligging als bouwgrond zeer ge schikt is, evenzeer vraag zal ontstaan. In dezen geest wordt een voorstel ge daan. Vergoeding art. 13 L. O.-wet 1920. Door J. Andringa, wonende Rijksweg 25 en L. M. Kalfsvel, wonende Rijksweg 34, te Koegras, is een verzoek tot den Raad gericht om in aanmerking te mo gen komen voor den in artikel 13 der L, O.-wet 1920 bedoelden steun ter tege moetkoming in de kosten, verbonden aan het vervoer hunner kinderen naar de openbare school voor gewoon lager on derwijs te Julianadorp. I11 Bijlage 58 is nader omschreven wel ke vergoeding wordt voorgesteld. Binnenland. Nog meer tegenslagen. Een somber verschiet. Uit IJmuiden meldt men aan de „Nw. Rott. Crt.": IJmuiden heeft verleden jaar een slech ten tijd doorgemaakt, maar zoo somber als thans heeft het er zeker wel nooit uitge zien. En bii alle ellende, die er al is door «le staking en de contingenteeringen, ko men nog telkens nieuwe tegenslagen. Onlangs werd bekend, dat gedurende het tweede kwartaal naar België 2.885.00G kg visch zou mogen worden uitgevoerd uit ons land. Dat is een mooi kwantum en liet zou niet zooveel minder zijn dan in vorige jaren, als dit kwantum ook werkelijk ver zonden kon werden. Maar daar is geen sprake van. Ondanks het verdrag van Ouchy en ondanks dat er in België een te kort is aan visch en de vischhandel aldaar onze visch gaarne zou zien ingevoerd, maakt België onzen export steeds meer onmogelijk. Immers mag visch beneden de maat van 40 cm niet worden ingevoerd. Daaronder vallen heel wat vischsoorten, diie voorheen van IJmuiden naar Belg'ë werden gezonden. Ook de Zuiderzeeharing valt er onder. En aangezien de invoer al leen mag plaats hebben met visch, gevan gen door Nederlandsche schepen, en ge dekt door certificaten, is onze vischhandel op België zeer beperkt. Al deze moeilijkheden zijn nu nog weer vergroot door het besluit van de Belgische autoriteiten, waarbij de minimum maat voor kabeljauw van 40 op 60 cm is ge bracht. En het ergste is nog, dat de groote soorten kabeljauw en schelvisch, die wel zonden mogen worden ingevoerd, niét worden gevangen. Dit is een gevolg van de staking, die nu reeds meer dan drie maanden duurt. Er is weinig hoop, dat de staking spoedig zal worden opgeheven. Het is geenszins denkbeeldig, dat het conflict tot September zou voortduren, om dat eerst dan waarschijnlijk loonende rei zen voor de schepen zijn te maken. Voor den middenstand is de toestand echter ho peloos en wat het worden moet, als het conflict nog vier maanden zal duren, is niet te overzien. INBRAAK IN EEN R.K. KERK TE WATERINGEN. Beeldenstorm. Inbrekers hebben voor de tweede maal ingebroken in de R.-K. Kerk te Wate ringen. Ditmaal bemerkte de koster des morgens, dat de inbrekers zich door een klein zijraampje toegang tot de kerk had den verschaft en daar eenige offerblok ken hadden gelicht. Met dezen buit stel den de inbrekers zich echter ditmaal niet tevreden, want tot zijn ontsteltenis moest de koster der kerk ervaren, dat de onge- noode gasten zich als ware vandalen ge dragen hadden en verscheidene kruisen in de kerk hadden vernield. Twee beelden waren aan gruizelementen geslagen; ko peren kandelaren waren moedwillig tegen den grond' geworpen en gedeeltelijk ver nield. De koster waarschuwde onmiddellijk de gemeentepolitie, die een uitgebreid onder zoek instelde. Hieruit bleek, dat de daders enkele kruisen van het altaar hadden ge nomen en'deze naar buiten hadden ge bracht. waar zü in de sloot, langs de kerk liggende, werden neergesmeten. Door middel van dreggen zijn zij later door de politie gevonden. Langs en aan het altaar van de kerk zijn verschillende sporen van vernieling zichtbaar. Uit het voorloopig 462e STAA 1 tsLU l E.K1J (Niet officieel) 2de kl&ese 4de lijst Trek kin* *an Donderdak 6 April 1933 HOOGE I'HIJSEN No. 1Q372 t 1000 No. 10888 100.— PrUzen van 15. 107 129 634 906 1371 1482 1908 2609 '2573 3057 3223 3658 3788 4147 4351 4887 4561 4652 5097 5165 5182 5202 5229 5264 5453 5983 6684 6727 6811 6991 7173 7264 7577 7650 8437 8571 8767 8879 8951 9241 9556 9825 ÏOOOO 10085 10297 10558 10583 10782 11145 11160 11241 11530 11600 12108 12204 12347 12411 12624 12754 13027 13082 13130 13268 13666 13680 13922 13974 14346 14702 14847 15072 16100 15191 15341 15416 15571 15831 16598 16649 16689 16951 17051 17252 17463 17591 17592 17595 17616 17678 17686 17936 18112 19415 19486 19491 20034 0146 20755 politic-onderzoek is reeds gebleken, dat de inbrekers met de plaatselijke situatie vol ledig op de hoogte moeten zijn geweest. De wijze waarop zij zich tot de kerk toe gang wasten te versohaffen bewijst dit zeer duidelijk. Diefstal kan men moeilijk als de directe drijfveer aanmerken. Het is n.1. zoo goed als zeker, dat hier wraak zucht in het spel is. Een altaarwacht. De pastoor van de parochie te Waterin gen is zich niet bewust van persoonlijke vijanden en kan niet verklaren om welke redenen men in zijn kerk dit vandalisme heeft gepleegd. Op zijn verzoek hebben inwoners van de gemeente een z.g. altaar- wacht betrokken, teneinde herhaling van het gebeurde te verhoeden. VEROORDEELING VAN EEN NEDERLANDSCHEN SMOKKELAAR. In België. De correspondent van de Nw. Rott. Crt. te Brussel meldt: Te Lier werd eenigen tijd geleden een Nederlandsche veehandelaar, J. J. uit 's-Hertogenbosch, onder verdenking van smokkelhandel in vee gearresteerd. Voor de rechtbank te Antwerpen gedaagd, weigerde J. echter op de hem gestelde vragen te antwoorden. Daar uit het on derzoek wel degelijk zou zijn gebleken, dat bij verscheidene stuks smokkel vee leverde aan een Mechelschen veehande laar, werd J. veroordeeld tot het betalen van een geldboete van 100.000 frank. Bo vendien is zijn anto in beslag genomen. AUTEURSkECHT VOORBEHOUDEN DOOR YVEL DLAWNURG HOOFDSTUK I. DE GORREL ONTMOET EEN ZWART VARKEN. Toen ie me op den dijk zag aankomen, strekte de Gorrel afwerend zijn gerim pelde handen uit: Wat mot je van me, wat mot je van me, schorde hij met zijn rauwe stem. Nee man, ik zeg niks, ik geef geen draad sjoege. Mot je wat wete van mewil je me weer te graze nemeje staat er naastniks, zeg ik, niks, heelemaal niks. As ik één woord teuge je zeg, zal ik gekielhaald worre; als ik één woord zeg dan schrijf je der vijfhonderd over in de krant. Ik zal niet zegge dat je leuges spreekt, maar ik mot niet man, ik mot niet, ik zeg niks. Hou je haaks, Gorrel, zeg ik. Ik wil niet eens wat van je weten, maar je alleen maar zeggen, dat je de knapste, typische, meest markante kop hebt van heel Neder land. Dit is nou de Gorrel Spreek geen steenkolen-Engelsch, met je murkante en hypische kop; spreek je moerstaal. Je mot wat van me; je zoekt ine, dat heb ik allang al in de rame, man. De beenen, waarover nonchalant de pijpen van de manchester broek vielen, wijd uitgeplooid, stond daar de Gorrel, als het praeht-type, van een raseehten Jutter. Het hoofd bedekt, met een oude, Zwarte, vilten, versleten hoed, de oogen fel op de zee gericht, mij negeerend, stond hij tot afweer gereed, de bijna 80-jarige Gorrel. Je bent lucht voor me, ik zeg toch niks, niks meer. Toe nou, Gorrel, beste Gorrel, zei ik smeekend. Zonder jou heb ik geen in spiratie, man, zonder één woord van jou ben ik als een uitgebluschte krater ben heelemaal uitverteld. Nee, ik zeg niks. Jij krijgt voor ieder woord dat je schrijft in de Heldersehe krant, een riksdaalder, een riksdaalder, schreeuwt hij verwijtend. Jij boort mijn niet door me neus, mannetjede Gor rel weet der alles van... Ik zeg niks... Een riksdaalder voor één woord van mijn. Voor een riksdaalder mot ik heel wat bal lek ies jutte. Nou wil ik niet eens meer wat van je wete, zeg ik van tactiek veranderend. Ik |had trouwens geen opdracht je te inter- viewen, maar most alleen maar vragen, of je portret in de krant mag worden 'gezet? 1 Me pertret, me pertret, denk je dat ik pertretten van me hebw at mot ine pertret in het „Vliegend Blaadje"? Zal ik je zeggen: zoo ik zei, heb je de meest markante kop van heel Neder land. .Begin nou niet opnieuw met je koe- terwaalsch, dan smeer ik 'm direct, zegt de Gorrel. Wat is er loos met me per tret? Je hebt in Nederland den eersten prijs behaald op de tentoonstelling, Gor rel. zeg ik, je kop is met den eersten prijs bekroond, ik zal als een haring ingezou ten worre as ik leugen spreek! Jij, jouw facie, heeft den eersten prijs behaald als de meest markante kop, omdat het zoo'n fijne kop is. Mot je nog peultjes, de Gorrel lacht schorik de mooiste kop van Holland, ik een fijne kop 't meisie mot nog ge hore worre, die dat gezeid heb teuge me. Maarga je gang, man, zet me in de krant, maar niks der bij, hoor je, want je liegt toch de helft... Niks der bij, ver staan je? Dat kan niet Gorrel, dat kan niet, dat is idioot, d'r mot toch wat onder staan. Zet er dan alleen onder, zegt ie sar castisch: Dit is nou de Gorrel met zijn mooie geziggiehi-hi-hi. Gaat niet, gaat niet, zeg ik zuch tend. Toe nou Gorrel, vertel nou wat van je avonturen, 't Is zoo interessant, een sigaar? Jk laat me niet omkoope.... ik zeg niks, houdt hij vol. Kijk, daar hei je een vlet uit Nieu- wediep met haringtrekkers van de Nieuw e Brug, ze gaan naar huis. 't Was zeker weer niks gedaan! Op de vlet, die vlak langs de steenen vaart, hebben ze de Gorrel bemerkt. Ze kennen 'm allemaal en de schipper aan 't roer zet zijn handen als een scheepsroe per aan den mond en luid, lang gerekt roept-ie: Go je, GorrelSalu Go-o-o-r-r-e-1. Is je zwart varreke nog gezond? De Gorrel brengt nu ook zijn oude, ver weerde, ruwe hamien vlak bii zijn, in den i voorjaarswind wapperende snor- en sik haren en schreeuwt vroolijk terug: Vuile haringdief.. lilleke zeesterre- vréter.mot je mijn hebben of knudde? „Een plankie.... een gejut ballekie, dat wille we van je", juicht de bemanning van de haringvlet. Mot je bii me konmie hale.... dat gejutte ballekie, dan zal ik je daarmee on je tabernakel rammele!.trompet de Gorrel terug. Dan informeert hii belang stellend: Veul gevange? Twee knorhane, een zwart varreke en een paar krabbionisse, meer niet.. Go je, Gorrel Gojede complemente en zeg maar, dat bii de Gorrel 't kleedje leit.... roept de ouwe jutter terug. Het discours is genoopt te eindigen, want door fiksche riemslagen voortge- roeid gaat de haringvlet in de richting van de haven. 't Is ommers alles maar een lolletje, zegt-ie, we maken pret.Waarom zouwe we geen lol maken? As je 't niet maakt, vanzelf komt 't nietas je je eige niet kietelt hei je nooit geen lol. Wat was dat met dat zwarte varken, Gorrel, zeg ik. Wat heb een jutter als jij nou met zwarte varkens te maken? Je bent toch geen varkensslager? Ik niet, ik niet, zegt de Gorrel. Och man, dat zit zoo, zie je, ik heb deres var rekes geslacht op een vrak.... midden in zeeik zeg maar lekka.. lekka.. was dat gejutte varrekesvleesch.Ik heb me d'r pijn in me huik, an de hamme van gegete.De heele buurt heb d'ran mee gedaanOch, och, dat was me een pret! 't Is zeker al een vijftig jaar geleje... messie en ham van je vrete. Knor, knor, knor, zeit ie. Ik wil 'm bij zijn krulstaart grijpen, begint dat Spaansche varreke te gille, precies als een Hollandsche var ken, dat bij Schrieke geslacht wier. Der w-as geen verschil in hè in dat ge schreeuw. De varrekes over de heele wereld zijn een stuk wijzer als de men- schen, want de varrekes spreken beslist allemaal esperauto allemaal hetzelfde geluid geven ze, man. Pak jü nou eres een Engelschman bij zijn kraag en hij zal zeggen: Jo want toe boks? Trek je een Duitseher an zijn oorlel, dan zeit die wat anders, iets wat geen fatsoendelijke Jut ter verstaat. Maar dat Spanjoolsehe var reke uit Spanje... och man, dat gilde als een gewoon varreke, had niks bezonders, as dat ie zwart was. Nou dat duvelt niks, dat is alleen maar omdat ie van een ander ras is, as een wit varreke hè, daar was ie geen haar minder om, dat geeft geen snars! Een zwart varreke is net zoo goed as een wit varreke.een varreke. Net as een blanke menseh niks meer is as een negermensch. As je al de varkes en al de witte, zwarte, bruine en rooie menschen n .door elkaar, in een haringnet bij elkaar 't Was toen niet de stranding* van de „Pre- (heb, och man, dan zijn het niks anders as mida". Wé komme d'r bij met de vlet om j menschenen varrekes of misschien de mensche te redden, 't Was een Span- a]]een maar varrek€% dat mot nog uitge- jool en er zat een Engelsche loods op, |zocht WOrre. Maar nou was het voor dat nou, we halen het volk van boord en toen ivarreke op de „Premida" iillijker, dat ik dat er af was, denk ik, weet je wat je doet Gorrel, laten zullie maar naar huis 'm achter zijn krulstaart an zit. Hij loopt man, over het gebarsten dek van dat roeien, ik blijf alleenig op het wrak ach- wrak en net toen ik >m by zyn staart terDaar zat ik dan zoo alleenig op i die verlaten boot. Heelemaal alleen heelemaal alleenIk was gevallen met jmijn hoof ie op een steen... neuriet de I Gorrel. Nee, niet op een steen, maar op iden Razenden Bol, daar zat de Gorrel, midden in den razenden storm, op een [lekgeslagen boot (Lekka!) Afijn, ik vond [het wel lollig, ik was nooit benauwd van I een zeegolfie. Hoor ik in eene geknor, pak... wip! springt ie dat bassin, vol met pieterolie, in. Ik hou 'm vast en met een smak trek dat varreke me mee in dat pie- teroliebassin. Ik kon niet zwemme, dus ik denk: nou Gorrel, nou verzuip je in de pieterolie! Maar de Gorrel laat zich toch niet door een zwart varke te graze neme. Terwijl dat beest zoo zwemt, door de pie terolie, zakte ik tot mijn sik in dat bas sin weg. De pieterolie komt me al in me mond. Nou, dat smaakt niet hè. Ik heb liever een neutje uit de Pottenwinkel. Dus, trek ik me op an dat Spanjoolseh zwarte, dikke varreke. Bii zijn staart trek ik me op en klim op zijn spekrug. Daar zat ik as een ruiter te varreke! Ik neem me zakmessie en zeg: ouwe jonge, as ik je hier an boord alleenig laat, verzuip je in zee of in de pieterolie en vrete de krabbi-jonissen je op, dus ga je in eigen belang d'r an. Ik spring van het varreke af en hijsch me an de kant op; neem een ijzeren staaf en geef 'm daarmede een tets op z'n harses, dat ie van zijn stokkie valt. Ik grijp zijn eene oor en begin 'm op t$ hale. In eene hoor ik lachen. Zijn me n i kammerade met de vlet van de dijk stikum De Gorrel achter het zwarte Spanjoolsehe teruggekomme om ok eres te neuze. Nou varken in de petrohe zwemmend. ik denk, wa's dat? Is d'r nog ander gezel schap aan boord van deze schuit? In eene rust iets teuge me an, dat ik teuge de toen was het kinderspel hè. Hebbe we dat varreke opgeheschen, het eerst met zee water van de pieterolie vrijgemaakt en toen hebbe we het met zakmessen in 'vlakte leg, onderste boven, me Een vlet met haringtrekkers brengt de Gorrel een ovatie. 1 wie stu^ken gesneje en we hebbe eerlijk ge- deeld. Dat dat in de lucht. Ik ben niet benauwd, zoo ik zeg, maar, als je in het holst van den nacht, op een schip, een spanjool, dat in brokken is geslagen, in eene geknor hoort, en teuge de vlakte leit. dan ver schiet je een beetje, waar of niet? Plots breekt de maan door de wolken en zien ikeen zwart varreke, een dik vet zwart Spaansch knorrend varreke! Ik kijk as gek, wat mot dat Spaansche var reke hier? Hoe komt ie hier? Dat var reke is passagier op een door den kapitein verlaten bootdat varreke is dus nou van niemand andei's as van de Gorrel, da's de wet denk ik, en de wet mot nage leefd, waar of niet? Ik ren achter zijn spek an hè, springt ie in zijn benauwde- geid in het ruim. Ik denk: ga jij je gang maar, Spaansche dikzak, ik krég jou wel en ik blijf dus op het wrak zitten en blijf rustig mijn pijpie rooke. Ik denk: onkruid vergaat niet. Breek de dag anzie ik het zwarte varreke in het ruim kuiere. Man~kenrje komme. Ik ga naar me kasteel, 't Was een peetrolieboot hè en nou wasse naar me ridderburcht kijke of de hooze De heele Jutterbuurt at die week zwart varrekesvleesch. Ippes, petul smaakte dat! We hadden an boord ok nog een klein vaatje jenever gevonden en toen hebben we 'm gehijscht, dat ken je denke 't Was een reuzekeet. Ik heb mjjn baard je daar ok nog kwijt geraakt; want een van me vletterlui hield stiekum d'r een 'brandende lucifer onder en floep door de pieterolie vloog ie net as een flambouw bij de marine-taptoe in de brand. Maar nou zeg ik niks meerdat zeg ik. Sallu je hoeft niet meer terug te kom me ik zeg niks meer teuge jou. Sal- luutga maar naar Janus Kuiper, die heb ook heel wat beleefd, die was ok niet bang van een zeetjeen Jan Bijl en Diedenhoven en Boy Zeeuw en Snoer- wang, die Kenne je ok heel wat vertelle. Bij mijn hoef je in geen veertien dage an te komme. Met Sint-Juttemis, as de var rekes op het ijs van de fortgracht danse, zeker, een partij vate stukgeslagen, zoo dat in het midden een heel meer van pietrolie was. Kom hier, zwart diei\_zeg ik, kom hier bij mijn, bij je baas. bij de Gorrel, dan zal ik je kele met me zak- gevet sallu zijn. Sallu Ik zeg niks... (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1933 | | pagina 5