ft
Beste jonnens en meisjes!
Er zit storm in de lucht.
ni« io deze briefjes leest, raast hu al
om ie huis en speelt een kleppermarsc
rnet de luiken. Hoe ik dat weet? Dat
Ml ik je vertellen. Woensdagmiddag
zijn een'heel stel meisjes met zoo^^l
drukte en lawaai de vestibuie van ons
kantoor binnengerold, dat 1 et
kantoor vol leven was en Itapiet i»
driemaal uit baldadigheid in den tuin
tusschen de bloemen neerploft en
Tiip loopt met builen op z«n hoo|cl, f'
kapotte knieën. Dat zijn aliemaal tee
kenen van een storm en ais ik thuis
een stormbal had gehad dan had ik
hem wel op dak kunnen huschen, want
je zal zien, dat ik gelü'k heb, als t van
daag niet is, dan morgen. ,,j
We zijn nu ook byna aan de hondeid
vriendjes en vriendinnetjes toe; Ji va
ren er vandaag, als we met naar den
zomer toegingen, dan durfde ik steil g
te beweren, dat we volgende week het
eerste honderdtal vol hadden, want als
er honderd zijn, dan gaan we natuurlijk
op de tweehonderd al maar dam
we nog niet aan toe. Gelukkig. Want
als ik nu al de stapel briefjes zie, dan
zucht ik al eens, hoe moet ik ei dooi
komen als de stapel gegroeid is tot bo
ven mijn hoofd. O! maar dan helpen
jullie, hè?
Bcppie Al. Weet je wie de schuld is dat je
de vorige week zoo naar de oplossing van dat
raadsel hebt moeten zoeken, Beppie? Dat moet
je eens aan je vader vragen. Misschien durft
hij het niet eens te zeggen, maar hij weet het
wel- j
Nanny v. d. Zee. Ik geloof dat jij uit je bed
op de fiets stapt, Nanny, en dat je op het
zadel zit te eten en als je uit school komt dan
zoek je weer gauw je vehikel op en daarom
kan je natuurlijk zulke groote tochten maken,
zooals Zondag, 't Was prachtig langs de bol
lenvelden, hè? Ik ben er Zaterdag geweest.
Tini Hibma. Wat zal jij het fijn gevonden
hebben dat je moeder aan de schoonmaak was.
Nu mócht je lekker lang buiten spelen en je
moeder had het zoo druk dat ze bijna vergat
dat het tijd was om te eten en dan werd je
gauw geroepen en dan keek je op de klok en
dan was het al zeven uur. Jammer, dat die
.choonmaak maar twee weken duurt, hè?
Agatha Koelemey. Laat eens even zien:
„Nu schei ik uit, want ik ben erg boos dat
was het laatste zinnetje uit je brief. Ziezoo,
dat weet ik, ik zie je nog zwart naar me kij
ken en dat alles omdat ik de vorige week geen
tijd meer had om je briefje te beantwoorden.
En ik kan je geen beterschap beloven, Agatha,
want ik zal je misschien nog wel eens heel boos
moeten maken, als ik weer geen tijd heb, als
je dan maar niet van nijdigheid op kantoor
komt mopperen.
Tony Sinnige. Nu, dat begrijp ik, dat je
begint te verlangen naar strand en duin, I ony,
ik ook, van de week op een avond ben ik het
strand rondgefietst en toen kwaakten er hon
derden kikkers in de slooten, dat was zoo n
leuk gehoor in de stilte. Kan je dat ook hoo-
ren als je in bed ligt? Die kikkers zingen altijd
's avonds, als de zon weg is, dan hoor je ze
van heel, heel ver.
Henk Goutier. Dat wordt een eerste klas
dub, die voetbalclub van jullie, Henk, en van
daag of morgen verslaan jullie andere school
clubs en dan voel je je natuurlijk zoo trotsch
als een pauw, want daar heb je ook je portie
aap meegedaan.
Dina Wismeyer. Wat zal dat broertje van
jou blij geweest zijn met zijn fiets op zn ver
jaardag, Dina, als hij het loopen maar niet
verleert, want zoo'n jochie van zeven jaar vin
fietsen natuurlijk veel fijner dan loopen en van
daag of morgen dan weet hij niet meer hoe hij
zijn beenen moet verzetten als hij vooruit moe
Jan Goutier. Je telt zeker de weken al, Jan,
dat je vader nog wegblijft, je moet zoovee
hokjes trekken op een blanco vel PaP1" a s
hij nog weken wegblijft en dan zet je lederen
Zondag in zoo'n hokje een kruis, dan kan je
zien hoe snel de weken minderen en als je
vader dan thuis is dan gaat hij misschien wel
eens een keertje met je mee voetballen in de
duinen.
Rietje Wullems. Wie zijn dat, Rietje, de
kleppers, waar je mee getennist hebt. Je zal
wel niet veel van de duinen gezien hebben,
vrees ik, toen je aan het tennissen was. je ha
natuurlijk alleen oog voor de ballen en dan
kan je niet meteen naar de bloemetjes kijken,
daar zal je broer meer van zien, die in de
donkere duinen werkt.
Gré Bakker. Wat een kattenfeest zal dat
bij jullie in huis geweest zijn. Zes kleine poesen.
Ga je ze nu uitbesteden? Jammer dat de mooi
ste dood gegaan is. Een heel muisgrijs poesje
zie je niet zoo vaak en er waren vast wel lief-
hebbers voor geweest.
Tini Wullems. Ja. dat is waar wat je moe-
der zegt, Tini, als de muggen dansen, dan kan
je er wel van op aan, dat het den volgenden
dag weer mooi weer is. Je moet maar eens op
mooie zomeravonden zien, dan kan je niet bui
ten zitten van die lastige muggen, want die
steken je overal, maar het fijne is, dat je weet
dat ze heerlijk weer voorspellen en daar heb je
wel een prik vooor over. Of jij niet?
Johan Bonte. Hebben je dikkopjes al poot
jes, Joh, of scharrelen ze zoo nog maar wat in
het aquarium rond? Ik vind het zoo leuk om
dat kleine goedje te zien groeien, tot het kleine
druktemakers van kikkers geworden zijn, dan
moet je ze naar de sloot brengen, want anders
houd je ze toch niet in leven.
Ina Boels. Of jullie een fijne Zondag heb
ben gehad, Ina, jij en Germaine, je. was des
avonds zeker wel heel erg moe en je verlangde
er vast wel naar om heerlijk te gaan droomen
van alle pret, die je gehad hebt of heb je van
heel andere dingen gedroomd? Van een tocht
rond de wereld of zoo?
Annie Jansen. Nee, dat geloof ik ook niet,
Annie, dat er veel kinderen een hekel aan
school hebben. Ze zeggen het misschien wel
eens, maar ze meenen het zoo erg niet en dat
is maar goed ook, want je moet toch naar
school of je wilt of niet. En dan kan je beter
met een opgewekt gezicht heengaan als een
gezicht, waarop drie dagen slecht weer te
lezen staat.
Nellie van Dok. Vandaag krijg je na
tuurlijk een briefje, Nellie, want morgen ben
je jarig en dan zou ik toch niet graag vergeten
je geluk te wenschen, dat doe je toch altijd aan
een vriendinnetje en dat ben je van mij. Dus,
heel hartelijk gefeliciteerd, Nellie, en een pret-
tigen dag en leuke cadeaux. Als je tenminste
krijgt wat je denkt, nu, dan heb jij vast een
goeden dag.
Lidi Thijssen. Wat kan jij heerlijk fantasee-
ren, Lidi. Je tante en je moeder leken net
„dwergjes toen jullie op de hoogste duinen
waren geklommen. Nu, ik denk wel, dat het
groote dwergen geweest zijn. Voor jullie was
het fijn, zoo hoog boven het land, hè, als je
vleugels had gehad, dan was je zeker zoo naar
beneden gevlogen.
Germaine Franken. Dat was we! een klein
briefje, Germaine, maar je hebt ook wat tijd
moeten besteden aan het rijmpje en dus heb je
toch wel heel erg je best gedaan en dat vind
ik altijd fijn.
Jans en Netty Jjap, Den Hoorn (TDat
is een feest dat jullie alleen maar vieren, Jans
en Netty. Meierblis. Wat gebeurt er dan alle
maal? Worden de meisjes dan Morianen, zoo
als jij, Netty, en de jongens roodhuiden en
wordt er dan een groot vuur gemaakt? Je moet
me er de volgende week eens over schrijven,
hoor.
Jeantje Felkers. Stelten loopen heb ik vroe
ger ook wel gedaan, Jeantje, en toen ik van de
week met Tjibbe langs een steltenlooper wan
delde, juichte hij van plezier, zoo leuk vond
hij dien jongen op die houten stelten.
Jan Zwanenburg. Nee, Jan, daar moet je
voor op school zijn, zooals jij, of rijksambte
naar voor zijn, om met de verjaardagen van de
Koningin, den Prins of de Prinses, vrij te heb
ben. Meestal hebben wij het op die feestdagen
extra druk. Jammer dat je 's middags niet naar
de duinen kon, hè. Maar je zal ook wel ple
zier in de straat hebben gehad.
Corrie Smit. Dus jij zucht niet als een oude
dame als je raadsels op moet lossen, Corrie.
Nu, er zijn heel wat vriendjes en vriendinnetjes,
die puffen als een stoommachine, als ze klaar
zijn. Zie je al met een beetje spanning uit naar
de groote vacantie, als je overgaat naar de
zesde. Want je gaat natuurlijk over, hè? Nog
maar flink je best doen die paar maanden.
Sientje Nieuwdorp. Zoo'n zetfout in de
raadsels scherpt je verstand, Sientje en
maakt het raadsel nog raadselachtiger. En
het fijne is dat de meeste kinderen de fout
hadden opgemerkt, voordat ik het Dinsdag
ir, de krant had gezet. Wat is dat jammer
dat die groote moederpoes van zijn kindje is
wcggeloopen. Zij moet vast een ongeluk heb
ben gekregen, anders was ze wel terugge
komen. Of is ze er al weer?
Tini Stam. Zeg, Tini, taartjes zijn niet
bestemd voor je beenen, maar voor je mond,
hoor, jij liet de lekkernij in Amsterdam te
laag verhuizen. Je hebt het zeker fijn gehad
in Purmerend en Amsterdam?
Mientje Bieze. Dat is een mooie tocht
geweest op dien vrijen middag, Mientje. Jul
lie zijn toch wel heel voorzichtig geweest bij
dat broedende vogeltje, zoodat het diertje
niet verschrikt is weggevlogen, 't Is wel
heel mooi dat vogelleven zoo van dichtbij te
mogen zien, maar je moet heel voorzichtig
zijn met dat teere goedje. Hoe vind je
dat je een boek en een zaklantaarn gcw
nen hebt?
Lieny v. Lopik. - Je vriendinnetje heef
je zeker een beetje jaloersch gemaakt met
haar mooie boek, Lieny, en nu vlieg je og
vlugger naar de krant om te zien of JU nog
niets gewonnen hebt. En dat is vandaag niet
het geval.
Nellie Nieuwdorp. Nu staan alle vruc i-
tenboomen feestelijk in bloei, Nellie, t ge
beurt dat je door het raam van een woning
zoo in den tuin kijkt, waar boomen vol met
witten bloesem staan. Dat is een prachtig
gezicht en honderden mcnschen gaan er voor
naar de Betuwe, om er van te genieten.
Cobus Nieuwdorp. Als jij zoo van de
duinen rolt, dan denk je zeker dat je je
„drietje", of is het een „vijfie"? bent. Als
er dan maar geen jongens beneden aan de
duinen zijn die je weer naar boven willen
trappen, zooals jij dat je bal zou doen, want
dat zou je slecht bekomen, denk ik en dan
kwam je ook niet zonder kleerscheuren thuis
en dat wil je natuurlijk niet graag voor je
moeder, want die heeft wel wat anders te
doen met haar drietal.
Martinus Langeveld. De Koog (1.) Is
het een groot vuur geworden met de Meier
blis, Martinus. Dat is een fijn fantastisch ge
zicht, hè, die wilde vlammen in den donke
ren avond. Als ik op "lexel woonde, vierde
ik het feest vast mee.
leen v. d. Wal. Ja, thuis hebben we ook
al een paar maal geprikt voor het reisje van
jullie Zondagsschool, Jeen, maar daar was op
die kaarten wat vergeten. Er stond niet op
voor welke Zondagsschool het was. En dat
behoort wel, de mcnschen moeten direct kun
nen zien. dat is daar voor, omdat er meer
dan één Zondagsschool in Den Helder is en
de menschen recht hebben te weten waarvoor
ze geven. Als jullie reisje naar Bergen en
Schoorl gaat, zal je wel genieten, want daar
is het mooi, hoor.
Trijnie Aggenbach. Dat vind ik fijn,
Trijnie, dat je van het boek genoten hebt,
de boeken van Ethel Turner zijn ook mooi
en Adriaan heeft dus de zaklantaarn gewon
nen, nu, ik wil meneer Günthert graag
namens hem bedanken, hoor, want ik zelf
vond het ook wat een aardig idee. Volgende
week wordt de laatste zaklantaarn verloot,
dan zijn de vier weken om.
Trijn v. d. Werf. Ach nee, zoo'n klein
meisje van zes jaar, die kan me natuurlijk
nog niet veel schrijven, maar je krijgt toch
een briefje van me terug, hoor, want ik be
grijp dat die paar regeltjes jou meer tijd
gekost hebben, dan een heele brief vol van
m'n groote vriendinnetjes. Zeg dat Antje wel
wat meer had kunnen schrijven, want die is
al negen jaar.
Geertje Putting. Daar staat je naam nu,
Geertje, bij al de namen van m'n andere
vriendjes en vriendinnetjes. Dat is dus het
bewijs dat jij in onzen kring bent opgenomen.
Ik hoop natuurlijk al je briefjes te beant
woorden, maar als het een keer niet gebeurt,
dan mag je niet zoo boos zijn als een ander
vriendinnetje, die al eenige boeken gewon
nen heeft en waarvan ik zoo'n boos en on
beleefd briefje kreeg, omdat ik tweemaal
geen tijd had haar te schrijven. Jij bent zeker
wel wat geduldiger.
Liesje de Vries. Het briefje van je buur-
meisje heb ik hierboven al beantwoord,
Liesje, en hier is het briefje voor jou, want
natuurlijk vind ik het heel goed dat jullie
meedoen en ook dat jij dus meedoet. Dag,
hoor.
Grietje Mastemaker. Of heet je geen
Grietje, dat komt er stond alleen maar een
G. en dan kan ik natuurlijk moeilijk raden
hoe je heet. Ik geloof, Grietje, zoo zal ik
je dan van de week maar noemen, dat de
heele Brouwerstraat mee gaat doen met
raadseloplossen. Maar dat vind ik best,
hoor.
Rein Daems. Nu weet ik tenminste dat
je een Juttersjongen bent, Rein, en als je
nu net zooveel van Den Helder houdt als
ik, dan vindt je het vast niet vervelend dat
je hier woont.
Froukje Zegel. Je behoeft je heusch
niet te haasten, hoor, met het inzenden van
je raadsels, want ik begin toch niet eerder
aan de beantwoording van jullie briefjes
dan Donderdagmiddag.
Nilly v. d. Zee. Jij sluit deze week de
rij, Nelly. Je briefje lag heelemaal onderaan.
Je ziet wel dat er deze week weer heel wat
briefjes ingezonden waren en ik heb er niet
een overgeslagen om te beantwoorden. Ik
vind het zelf ook fijn dat ik nu weer eens
tijd had om alle briefjes te beantwoorden,
want nu weet ik tenminste dat er niemand
van mijn vriendjes of vriendinnetjes tever-
geefsch zoekt.
Nu, tot volgende week.
K-IN DERVRIEND.
Het boek en de zaklantaarn zii„
week gewonnen door: Mientio p
Schagenstraat 73. J 0
DE GROETEN.
Uit zijn de rijmpjes
Van Annie en Pa;
Nee, hooren wij zeggen.
Maar wij zeggen: ja.
Waarom, wilt gij weten?
De vruchten zijn zuur.
En voor dat werk
Een beetje te duur.
Vriend, vriendjes en vriendinnen
Blijft gij onze vrienden, ja?
Ontvang dan hier de groeten
Van Annie en van Pa.
''a cn Annie \v,
DE ZOMER.
De zomer moet nog komen,
Voor bloeiende boomen,
Voor vergeet-mij-niet.
Dan zingen de vogels,
Hun mooiste en hoogste lied.
Dan gaan wij naar strand,
En .naar duin,
En zoeken daar ons fortuin.
Daar spelen we ook met lieve lust,
Tot 't zonnetje rust,
En slapen gaat,
Dan komt er 't maantje,
Dat altijd lacht,
En zegt dan tot allen:
Goedcnnacht.
G. Fronten.
FIETSEN.
Kees gaat fietsen leeren,
Dat vindt hij heel erg fijn,
Want fietsen wil hij, fietsen,
Al is hij nog maar klein.
Dan kan hij tochten maken,
Naar d'Oostkant of 't Zuid.
Tot de vacantie om is,
Dan is fietsen uit.
Annie Jansen.
HET MUISJE.
Ik ben een jolig dier,
Ik leef voor mijn plezier,
Terwijl mijn huisheer tobt en wroet,
Heb ik het als een prins zoo goed.
Ha, ha, zie zoo, ik dartel in het stro"
Ik zorg niet voor de pot,
Dan was ik wel een zot.
Al vraagt mij niemand op diner
Ik krijg van alle porties mee.
Mijn snuit, mijn snuit
Pikt de eelste brokjes uit.
Doch laatst terwijl ik stil
Mijn poortje in sluipen wil,
Springt een poes op me ar,
In dolle vaart,
Sinds heb ik maar een halven staart,
Och mij, och mij,
De andere helft heeft zij.
Uit schoolboek overgenomen door
Rein Daems.
HONDENTROUW.
Ik ken een leuke zwarte hond,
Die zwerft dikwijls langs de straat,
Tom heet hij en hij wacht eiken dag,
Wie hem weer binnen laat.
En als men Tom heeft goed gedaan.
Vergeet hij dit niet gauw,
Dit kunt u lezen in dit rijm,
Dat zwarte Tom is trouw.
Een Zaterdag gingen we vare.
Al met de motorvlet,
Ons reisje ging naar Texel,
Daar hadden we 't op gezet
We tuften in de haven
En keken naar den wal,
Wie zagen we daar draven,
Dat raad u zeker al?
Tom rende langs de haven
En blafte maar waf, waf,
En bij het hoofd gekomen,
Spromg hij den walkant af.
Wij zagen hem toen zwenime-
In de richting van de vlet.
We stopten en we keerden.
En tilden hem in de vlet.
U ziet wel dierenvrienden,
De echte hondentrouw
Van dezen leuken zwerver
Vergeet men toch niet gouw.
Haf® 1***