mm u m
wf
wf
wf
wfm
wf
16.
1
i m
nP
if81
iP
p11
if
J1
li
S.O.S. van een drijvende
ijsschots.
Bridge-Rubriek.
Contract-Bridge.
3 s.
De oplossing van het probleem van Holzhausen is 1 Tgl. Na Lg6 volgt Tg6:,
na Lt'5 kan Tg8f en na een zet van den pion Tal. De oplossing van het
probleem van Heathcote is i La4. Er dreigt nu Tc6f. Aardige ontpenningen
volgen na Pd4, Pe5 en pi e5.
J. Pospisil.
Zlata Praha 1908.
Wit begint en geeft mat in drie zetten.
Wit: Kdl, De2, Ld2, Pf7. Zwart: Kd4, Lb6, Pa5, pi c6, c5 en f6.
De volgende partij is op den wedstrijd te Alkmaar op Hemelvaartsdag
gespeeld.
J. G. van Burken. Dr. P. F. Kuiper.
1. Pf3 Pf6
2. d'4 e6
3. b3 Lb4f
Ik ben niet overtuigd, dat het door
wit gekozen »Nimzowitsch«-systeem
past tegenover de West-Indische
opening. Lb4+ geeft al eenige moei
lijkheden. Ook cö kon.
4. c3 Le7
De diagonaal voor Lb2 is nu versperd.
5. Lb2 b6
6. Pbd2 Lb7
7. Dc2 d6
8. e4 Pbd7
Na eö zou Pd5 volgen, met goed spel
voor wit.
9. Ld3 e5
Zwart besluit in het centrum te ope-
reeren.
10. 0-0 0-0
11. c4 Phö
12. de5de5
Zwart biedt den e-pion aan, om met
Pf4 en Pc5 aanval te krijgen. Wit
accepteert niet:
13. g3 Ld6
14. Ph4 g6
15. Lel Pc5
Lel blijkt een zwakke zet. De druk
op e5 verdwijnt en detorens werken
niet meer samen.
17.
Pg2
Pe3
Pg7
Pd3:
Beter was Pf3 voor wit.
18. Dd3Lcö
Wit's stukken hinderen nu elkaar.
19. Dd8Tad8:
20. Pf3 Le4
21. Pg5 Ld3
22. Tdl f6
Dit is zwak. Beter was e4. Na Lb2
kan dan f6.
23. Pdó Ld4
24. Td3f g5
Na Lal: kan Pe7t, Kh8, Td8:, Td8:
en Pf7f
25. LgóTd6
26. Tfl Tf7
Zwart moet zich nu nauwkeurig ver
dedigen.
27. Kg2
Pf5
Na g4 kan nu h6.
28. f3
Kg7
29. g4
Ph6
30. h3
Pg8
31. f4
h6
32. f e5
Le5:
33. Tf7 :f
Kf7
34. Tf3f
Kg7
remise.
Dr. P. FEENSTRA KUIPER.
f
DAB^wien. L
Partij gespeeld tusschen de heeren
J. Stoll (wit) en P. B.
1. 32—28, 20-252. 37—32, 15—20
3. 41—37, 10—15; 4. 46—41, 5-10
5. 34—29, 19—23; 6. 28X19, 14X34
7. 39X30, 25X34; 8. 40X29, 10-14
9. 44-39, 20-25; 10. 50-44, 14—20
II. 32—28, 17-22; 12. 28X17- 11X22
13. 37—32, 13-19; 14. 41-37, 9—13
15. 31—26, 4-9; 16. 37—31, 7—11
17. 32-27, 1—7; 18. 29-24, 20X29
19. 33X24, 19X30; 20. 35X24, 9—14
21. 44-40, 13—19; 22. 24X13, 18X9
23. 27X18, 12X23; 24. 39-33, 7-12
25. 42-37, 8—13; 26. 37-32, 14-19
27. 40—34, 15—2028. 49—44, 20—24
29. 44-39, 24—29; 30. 33X24, 19X30
thans diagram
li II s m
WTz/s <y//w.
üb WÊ w
Wfflk WW/.
ÜP HP iü
Ésl
üi
mm. fca»
81. 47-42, 12-18; 32. 38-33, 30-35;
33. 42—38 (1), 9—1434. 45-40,35X44
35. 39X50, 14-19; 36. 43—39, 3-9;
37. 48-43, 2-8; 38. 50—45, 8-12
39. 45 40, 121740. 4035, 914
41. 33—29, 14—2042. 35—30, 20—24
43. 29X20, 25X1444. 39-33. 17-21
45.26X17, 11X22; 46.33-29,6-11
47. 31—27, 22X3148. 36X27, 11^-17
49. 43-39, 17-22; 50. 27-21, 16X27
51. 32X21, 23—28; 52..39—33, 28X39
53. 34X43, 19—23; 54. 29—24, 23—28
55. 21—16 remise.
(1) 33 28 zou dwingend spel geven,
indien zwart niet eenvoudig 23—29 en
11—17 zou laten volgen.
Hoewel de partij aardige momenten
heeft, hebben wij geen enkel kunnen
ontdekken waarin een bepaalde winst
lag verborgen.
Wit speelt en wint door:
Oplossing eindspel C. Dijker, Texel.
Zwart schijf op 20 en dam op 4.
Wit schijf op 38 en twee dammen op
37 en 47. v
1. 47-36 4-15
Op 20-25; 37-32, 4—15; 36-47,
15X42; 47X24 w. Op 20—24; 37—14,
415; 38—32 wint als in hoofdvariant.
2. 37—32 20—24
3. 32—14 24—29
Op 15-4; 38-32, 4-15; 14-10;
15X432—27, 4X3136X30 w.
4. 38—32 15—24
5. 14-23 29X18
6. 36X35 w.
Oplossing probleem I. Weiss.
Zw. 6,8/11,13,15,20, 35,43 en dam op 12
Wit 17, 22, 24,26, 28, 29, 32, 34, 37, 4 4.
1.
44—40
12X38
2.
37—32
38X18
3.
26-21
35X44
4.
21—17
11X33
5.
29X40
20X29
6.
34X5
Eindspel van C. Blankenaar,
Rotterdam.
6
16
26
36
46
w
15
25
35
45
Zwart 1 schijf op 7 en een dam op 5.
Wit 2 schijven op 25 en 46 en een dam
op 4.
Wit speelt en wint.
Oplossing Leekenprobleem No. 5-
Wit speelt schijf 28 naar 22. Er is
nu slagkeuze op verschillende manie
ren, doch meerslag gaat voor en de
zwarte schijf 18 moet de witte schijven
22, 32 en 33 slaan naar 29, waarna de
witte schijf op 44 slaat naar 24.
Leekenprobleem No. 6.
Zwart heeft 2 sch. op 17 en 33 en
wit heeft een enkele dam op ruit 16.
Wit speelt en wint in enkele zetten.
Dit eindspelletje is een der meest tref
fende principes in het damspel en
degeen, die het voor het eerst zelf
ontdekt, heeft daarvan zeer groote
voldoening.
In de damspelnotatie zijn alleen de
ruiten gemerkt waarop wordt gespeeld
en wel van 1 tot 50 zooals bij een der
diagrammen aangegeven. Wit speelt
naar boven, zwart naar beneden.
Alles betreffende deze rubriek te
adresseeren aan:
G. L. GORTMANS
Roerstraat 101
Amsterdam (Z.)
Een expeditie gered door de
radio.
Nu de leden der mislukte Zuidpool
expeditie van Riiser Larsen in de Ver-
eenigde Staten zijn teruggekeerd, heeft
men ook de nadere bijzonderheden ver
nomen betreffende hun dramatische
redding. De ijsbarrière, waarop de ex
peditie zich bevond, was tijdens een
hevigen storm van het landijs losgerukt
en in zes afzonderlijke stukken naar de
open zee gedreven. Volkomen hulpe
loos gingen de poolonderzoekers den
dood tegemoet; hun toestand was voor
al hierdoor zoo moeilijk, doordat hun
voorraden en uitrusting over de ver
schillende ijsschotsen verdeeld bleken
te liggen. Zij moesten het bijv. aanzien,
hoe met een dezer ijsschotsen 59 van
hun honden afdreven. Het was dan ook
slechts een gelukkig toeval, dat de
kleine, draagbare telefunken-zender
zich juist op de ijsschots bevond, waar
de drie leden der expeditie voortdre
ven.
Op hun S.O.S.-bericht kwam er ver
rassend snel hulp opdagen. Ze kregen
dadelijk antwoord van walvischvaar-
ders, die onder het wisselen van nadere
telegrammen te hulp snelden. De kot
ter „Globe 5" bereikte hen het eerst.
De redding was met groot gevaar ver
bonden, doordat de ijsschotsen de wal-
vischvaarders dreigden te vernietigen.
De kortegolftelegrafie-zender van lo
V att was door de expeditie uitgekozen
om zijn klein gewicht en volume.
Drie kinderen staan op een hoekje
en spelen yo-yo. Een oude, vriendelij
ke heer komt voorbij en vraagt, om
de kinderen een pleziertje te doen, of
hij het ook eens mag probeeren. Waar
op kleine Max wantrouwend zegt: „.Ta,
hè! En dan krijg je d'r schik in en
dan loop je d'r hard mee weg! Niks
hoorl"
Het sprong-volgbod
In voorgaande artikelen werd aan»
toond, dat men met een sterke kaf!i
achter een openingsbod van een tor.
den partner omtrent de kracht van T
kaart in te lichten. ae
Door de hieraan verbonden gevare
die ook reeds werden besehrevp» 3
beschreven ont
stond de noodzakelijkheid, naast de at
neem-double tevens een ander middei
tot inlichting ter beschikking te heh
ben; het sprong-volgbod, dat is een bod'
in een andere kleur dan geboden werd
doch één hooger dan noodzakelijk bv'
na een opening van 1 H. door de tegen'
partij, antwoorden met 2 S.
Het sprong-volgbod toont evenals de
afneem-double een zeer sterke kaart
waarbij meestal nog als bijzonderheid'
wordt bedoeld, dat de kaart geschikt is
om in 2 kleuren te worden gespeeld
dus een grillige distributie.
Men moet er echter rekening niede
houden, dat een sprong-volgbod wel
sterkte en bijzondere distributie aan-
geeft, doch voor den partner geen ab
solute dwang beteekent om te antwooi..
den, alleen een vriendelijk verzoek, in.
dien eenigszins mogelijk het bieden
open te houden, zoodat ook de tweede
kleur nog kan worden genoemd.
Dat een dergelijk bod niet als dwang,
bod wordt gebruikt, is zeer juist, om
dat men reeds weet, dat de tegenpartij,
in elk geval de opener, minstens 2 Vi
honneur-trek in handen heeft, de mo-
gelijkheid is dus in 't geheel niet uiv-
gesloten dat de partner niets heeft.
Heeft de partner werkelijk niets, dan
kan hij na een sprong-volgbod rustig
passen, heeft hij echter ongeveer i
honneur-trek in handen, dan moet hij
het bod open houden.
Het sprong-volgbod heeft dus nok het
voordeel, dat door den partner een be
paalde inlichting moet worden gege
ven, met niets moet hij passen, doch
met ongeveer 1 honneur-trek het bod
open houden; met een afneem-double
is de verkregen inlichting, door het
gedwongen antwoord, van vrijwel geen
waarde.
Heeft een spel derhalve voldoende,
kracht voor een afneem-double, en is
de distributie zoodanig, dat in twee
kleuren kan worden gespeeld, dan
wordt het sprong-volgbod gebruikt, dat
veel minder risico's medebrengt dan de
afneem-double.
Het sprong-volgbod mag dan ook
nooit worden gebruikt als verdedigend
bod, waardoor men hoopt de biedingen
van de tegenpartij te stoppen, de part
ner kan nooit weten in welk geval men
dit zou doen en derhalve geheel ver
keerde volgtrekkingen maken.
N
W
Z
S. a.v.b.7.4.
H. a.h.9.6.3.
R, 7.
K. h.8.
Bieden:
Zuid. (gever) West.
1 R, 2 S.
pas 4 H.
O
S. 6.5.2.
H. 5.4.
R. 10.8.5.3.
K. a.1.62.
Noord. 9ost.
pas
pas 4
rbeeld
West heeft in het gegeven Y,oor,
een zeer sterke kaart, waarbij 4
neur-trekken en krijgt door net v
hoogen van het bod door den pat'
de zekerheid, dat in beide na
tezamen minstens 5 honneur-treK^
zitten, dus hoogst waarsfchijaUlk 1
manche.
Zou West in dit geval het bod
1 R. gedoubleerd hebben, dan va.
partner genoodzaakt een bod te
en wel 2 K., zoodat West dan nog
omtrent de sterkte van O.'s kaart
en de bij hem
trekken wel alle in
ontbrekende honnel|[e
handen yan
-hehah-n
tegenpartij zouden kunnen
dat de
van een
mogelijkheid' van hot j
manche voor W. nog anti
do»'
onzekerheid zou zijn.
Kan derhalve de afneem-doubi
de grillige distributie van de
worden vervangen door het L e(.
volgbod, dan is dit in de mees
vallen aan te bevelen. g,
gflCiE
PARADIJS VOOR TROUWLÜ
MEISJES. vo(
Macedonië is een paradijs
trouwlustige meisjes, hier toe
aanmerkelijk meer mannen da
wen, de verhouding is als 2 tot .fi
Geen wonder, dat de jonge
gesterkt door deze wetenschap
veel noten op haar zang hébben
fluistert zelfs, dat zij de ovei
hebben, haar gewicht in goud v>
zijn.