'I-Mv fafatn.
&4K id\
596
VAN ZATERDAG 10 JUN9 1933. (AUTEURSRECHTEN VOORBEHOUDEN)
pe Anonyme briefschrijver verraadt zich zelf!
Ontgoocheling.
TlüTTEETlE
Vormaal en nagebootst schrift. Een gecompliceerd identiteitsbewijs.
door
F. HOCKE,
Weenen.
Het geruchtmakende geval te
Winterswijk van een dominee, die
wegens anonieme briefschrijverij
door de rechtbank werd veroor
deeld, blijkt niet alleen te staan.
Ook in het buitenland wordt dit
minderwaardige werk druk uitge
oefend. Een bekend Weensch gra-
pholoog, die ook deel uitmaakt van
de speciale politieafdeeling, die de
anonieme brieven behandelt, deelt
ons hierover dc volgende interes
sante bijzonderheden mede:
Het nabootsen of veranderen van een
Handschrift geschiedt meestal zoodanig,
eegt de beroemde grapholoog prof.
iVerner in een van zijn geschriften, dat
de schrijver vooral de voor ons van be
lang zijnde uiterlijkheden poogt te ver
anderen, waarbij hij hoofdzakelijk, en
misschien zijns or.danks, te werk gaat
volgens het „principe der tegenstellin
gen", Bezit hij een groot handschrift,
dan neemt hij een klein. Is zijn schrift
naar rechts overhellend, dan verandert
hij het zoo, dat het naar links helt,
enzoovoorts. Terwijl hier reeds buiten
gewoon gewichtige regels aangegeven
liggen voor de vaststelling van het
handschrift Van den dader, kunnen wij
uit de schriftuurbijzonderlieden, waar
op de schrijvers haast nooit letten,
als richting en verloop der regels,
scheiding en verbinding van de letters,
de hoek-, guirlande-, arcade- en naald-
letters, kleine haaltjes aan bepaalde
letters, als b.v. de t en de f, plaatsing
en vorm van dubbele punten, deeltee-
kens, accents circonflexe, letter- en
leesteekens, dwarsstreepjes, ziekelijke
sehriftuurkenmerken, a!s bevend schrift
of gapingen in de op- en neerhalen, de
rest aflezen.
Raar op den duur in een langer
schriftstuk een algeheele verandering
niet consequent door te voeren is, en
vooral tegen het einde van het stuk de
schrijver spoedig verleid is tot over
gangen naar zijn eigen schrift, kan men
vel aannemen, dat het slot van den
brief in kwestie het vruchtbaarst zal
zijn voor een onderzoeking. Het is zon
der meer duidelijk. dat karakteristieke
eigenaardigheden in zoogenaamd „loo-
pend" schrift veel gemakkelijker te vin-
deii zijn, dan in het schrift van per
sonen, die niet gemakkelijk schrijven.
Bij vergelijking der verschillende over
eenstemmende opmerkelijkheden kent
men steeds de meest-onopvallende
schriftmirbijzonderheden primaire be-
teekenis toe. Alle andere, het schrift in
groote trekken veranderende bijzonder
heden worden meer beschouwd van het
standpunt der tegengesteldheid.
Zoo tracht de schrijver van proef 1
(veranderd schrift) volgens het „prin
cipe der tegenstellingen" te werk te
gaan, waarbij hij echter alleen te werk
gaat in verandering van afmetingen.
Daardoor worden onwillekeurig twee
factoren beïnvloed: zijn op zichzelf
klein schrift, werd door de ver
grooting erg gedrongen en de tusschen-
ruimte der zinnen leidde zelfs door de
vergrooting tot aanraking van lussen
7/) /i
fav fa.
en staarten van de boven- of onder-ge
legen zinnen. Ook werd het veranderd
schrift opvallend onregelmatig. De
vaststelling van de identiteit tusschen
de beide geschriften is niet moeilijk:
de drukletter-hoofdletters, de aanbren
ging van de letterteekens, de typische
h-vorming, de laatste haal van de m en
het scheef zetten van de n,, het onder de
lijn doortrekken van de n, het boog.je
aan de d en de vorm: gedeeltelijk arca
de, gedeeltelijk guirlande, dat alles duidt
onmiddellijk op geforceerdheid.
In vele van de gevallen maken de
schrijvers van anonieme brieven ge
bruik van het schoolschrift, het schoon
schrift, d.w.z. dat alle kenmerken van
een karakterhandschrift worden onder
drukt, hetgeen natuurlijk een kwestie
van groote oefening is en hetgeen een
groote handigheid vereischt. Als dit in
derdaad slaagt, is dit een van de moei
lijkste schriftvervalsehingen, die op te
lossen is. Figuur 1 is een voorbeeld van
het veranderde schoolschrift. Wel zijn
er kenmerken, die hier getuigenis af
leggen van een niet-volmaakte bedre
venheid in deze „kunst", maar moeilijk
maakt het de zaak altijd. Maar zins- en
woordsafstanden, dikte van het schrift,
de plaatsing der punten op de i, precies
in het verlengde van deze letter, plaat
sing en vorm der Umlaut-teekens, groo-
tere onderlengten tegenover de boven-
lengten, de eenigszins op- en neer
gaande richting der regels, dat zijn toch
kenmerken, die wel eenige conclusie
rechtvaardigen, hoewel deze altijd bui
tengewoon moeilijk is en nooit perti
nent mag worden uitgesproken, zoodra
met eenig succes van schoolschrift ge
bruik wordt gemaakt.
In andere gevallen wordt weer naar
het linkshandige schrift gegrepen en
ontstaat daardoor een tamelijk onbehol
pen aandoend, moeilijk te lezen schrift
beeld, dat weinig kenmerken bezit. De
kenmerken van een dergelijke schrijf
methode bestaan uit: een stijve pen
voering, vooral bij lussen en bogen en
dan enkele verdraaiingen. Meestal is
het schrift stijl of helt het naar links
evenals het schrift van menschen,
die niet gewend zijn veel te schrijven.
Heeft de schrijver reeds met de rech
terhand een eenigszins naar links ge
neigde schrijfwijze, dan zal dit bii link-
sche schrijf stift voering nog sterker
uitkomen. In verreweg de meeste ge
vallen is het niet mogelijk links schrift
van een rechtsschrijver duidelijk te
identificeeren, zonder de vermoedelijke
schrijver een sc-hriftproef met de lin
kerhand te laten maken, waarbij men
natuurlijk wèl resultaten verkrijgt....
•ioor
A. KONIJNENBURG.
t
Re vaardigheid was van vader op
*oon overgegaan. Jasper's grootvader
vus al bekend geweest om zijn mooie
°uten tobbetjes, ter grootte van een
fsc'kbakje. Met vlijmscherpe scheérmes-
Jes bad hij ze uit eikenhout gesneden,
1 ringetjes van geel koper aangezet
netjes afgewerkt met groene verf
en een rood biesje.
L^e bezoekers van het eiland namen
eon aardig souvenirtje graag mee
®r buis. De prijs was matig, maar de
ude man kwam er mee uit. Het was
oor hem een soort massaproductie ge
worden. Altijd hetzelfde model. Hij kon
■*'6l met gesloten ocge nmalcen.
•«spots vader had de zaak op den
zelfden voet voortgezet, maar Jasper
zelf had haar moderner opgevat. Hij
draaide tobbetjes op een bank en verf
de ze machinaal groen. Zelfs het biesje
werd er met een machinetje opgezet.
De prijs werd er lager door en de winst
oneindig veel grooter.
Bij partijen tegelijk verkocht hij ze
nu in binnen- en buitenland.
Hij nam knechts aan en ging zelf in
een villa wonen, naast de fabriek. Toen
hij eenmaal zoover was, begon hij aan
trouwen te denken en het duurde niet
lang of hij voerde de dochter van den
dominee als zijn gade huiswaarts.
Er kwam één kind, een jongen, die
flink opgroeide en zijn vreugd en zijn
leven werd. Zijn opvolger in de fabriek.
Een jongen met hersens. Wat kon Jas
per nog meer verlangen?
Op een van zijn vele bezoeken aan
Berlijn, waar zijn product al jaren lang
een goede markt had gevonden, bleef
hij in de Friedrichstrasse met open
mond voor een winkel staan. Er ston
den tobbetjes geëtaleerd. Zijn model,
ook groen geverfd en met een rood
biesje Maar de prijs was eenvoudig
ongelooflijk hoog. Wel driemaal zoo
duur als de zijne.
Hij stapte naar binnen en vroeg een
tobbetje te zien.
De bediende, een slanke jongeling,
die eer op een deftigen diplomaat, dan
op een winkelbediende leek, reikte hem
het verlangde over.
Mooi meneer, zei hij met over
tuiging. Zooiets vindt u alleen bij ons.
Echt handwerk.
Hoe komt u eraan? vroeg Jaspers
verbaasd, terwijl hij het coneurreeren-
de product met critischen blik bekeek.
De bediende begreep de vraag niet
goed. Hoe hij er aan kwam? Natuurlijk
geleverd door een artist-houtsnijder.
Het was eigenlijk geen vraag, meende
hij. Wat ging het een klant aan, waar
de firma haar goederen betrok?
Is meneer bijgeval ook winke
lier?
Toch niet, antwoordde Jasper een
beetje uit de hoogte. Ik ben fabrikant.
Die tobbetjes maken wij machinaal en
gros, en de prijs is driemaal zoo laag.
We hebben er ook een partijtje
van verkocht, zei de bediende, glim
lachend. Maar de importeur heeft zich
den tweeden keer al gauw laten over
tuigen, dat de patroon die dingen niet
meer hebben wil. Kijk eens, wat een
kostelijk handwerk. Juist die kleine on
regelmatigheden, die doen het hem bij
het betere publiek. En daar moeten wij
het van hebben.
Jasper begon zich op te winden.
Het betere publiek! Had hij maling
aan het betere publiek! Hij moest het
van de massa hebben. Hij kocht een
exemplaar van zijn artistieken concur
rent, om het thuis te laten zien, als een
voorbeeld van het getob van iemand,
die niet met zijn tijd meekon.
Toen hij eenige dagen later thuis
kwam, vond hij zijn vrouw in den
salon.
Zie je nog niets? vroeg zij, nadat
ze elkaar verwelkomd hadden.
Kijk eens op den schoorsteen!
Jasper keek en werd bleek.
Een rijtje handwerk-tobbetjes stond
er tusschen de andere versieringen.
Jasper keek er sprakeloos van woede
en verbazing naar. Moest hij die ellen
dige dingen nu ook al in zijn eigen
huis dulden!
Gooi die prullen weg, zei bij
barsch.
Dien dag kreeg hij voor den eersten
keer werkelijk woorden met zijn vrouw.
Had hij maling aan artisticiteit. Hij
kon het woord nauwelijks uitspreken.
Vooral niet nu hij zoo woedend was,
dat hij toch ai over zijn eigen woorden
struikelde. Maar zijn vrouw gaf geen
krimp. En het ergste was, dat hij
voelde, hoe een tikje minachting voor
zijn opvoeding plotseling in haar op
treden doorschemerde.
Met een rood hoofd maakte hij een