mm mm wf' mm fm m mm J SCHAKE DAMMEN. 1 1 1 mm Bridgerubriek. Contractbridge -LL<m ■9 De driezet van Niemeyer zal ik de volgende week behandelen. De Teplitz- Schönauer Anzeiger hield in 1932 een tournooi voor Meredith problemen, met hoogstens 12 stukken, waarbij onderstaand probleem den eersten prijs kreeg. O. Mansfield. Teplitz Schönauer Anzeiger 1932. Ie prijs. dÉïi Jk Wit begint en geeft mat in twee zetten. Wit: Kg3, Tdl, Pfl en f3, La8. Zwart: Khl, Tal en a2, Lb2, pi c3 en gl. Ook de volgende partij is uit het landentournooi te Folkestone. Flohr. Rosselli der Turco. 1. c4 e6 2. Po3 d5 3. d4 Pf6 4. Lg5 Le7 We zijn in het orthodoxe damegambiet beland. 5. Pf3 0-0 6. e3 b6 Reeds Eilguer noemt deze voortzetting verouderd. Men speelt nu Pbd7. 7. cdö: ed5: 8. Ld 3 Le6 Lb7, zooals in een partij Pillobury Marco 1900 geschiedde, lijkt beter. 9. Dc2 h6 10. Lh4 c5 11.. dcö: bcö: Deze pionnen zijn nu geisoleerd. 12. 0-0 Pbd7 13. Tfdl Ph5 14. Le7De7: 15. Lb5 Pb6 Aanval op het hangende centrum 1 16. a4 a5 17. Td2 Pf6 18. Tadl Tfc8 Nu dreigt zwart d4. 19. Tel g6 Zwart weet niet goed raad meer. 20. Ddl Kg7 21. Pe5 Lf5 22. f4 h5 Pd5: kan niet wegens kwaliteitsverlies 23. Del De6 24. Pf3 Pg4 Wit's e pion hangt nu ook. 25. Te2 Le4 26. Pg5 Df5 27. Pge4: de4: 28. Tcdl De6 29. Ted2 Db3 Er dreigde Td6. Na Pe4kan nu De3 Toch is deze zet een noodsprong. 30. h3 Pf6 31. Td6 Pc4 32. Lc4Dc4 33. f5 Pe8 Na gf5 Dg3+gaat het paard verloren. 34. Td2 Ta6 35. Dh4 Tf6 Wat moet zwart doen? Na gf5: ont wricht zijn koningsvleugelmaar fg5: fgöDe7f is ook niet prettig. 36. f g6Tg6 37. Pd5 Tb8 Dreigt dóódsimpel Pe7. 38. Pf4 Db3 Zwart besluit tot kwaliteitsofferna Tb6, Td5 is het uit. 39. Pg6De3 :f 40. Khl Kg6: 41. Td5 Pf6 42. Td6 Dg5 Zwart overziet een listigheidje van wit 43 Tf6 opgegeven. Na Df6:, Dg3f gaat Tb8 verloren, na Kf6volgt Td6+. Dr. P. FEENSTRA KUIPER. Alles betreffende deze rubriek te adresseeren aan: G. L. GORTMANS Roerstraat 10111 Amsterdam (Z.) Probleem van P. J. Eype, Haarlem. Zw. 6, 8. 10, 12, 14, 16, 18/20, 22, 24. Wit 21, 26, 27, 30, 32/5, 38, 39, 42. Wit speelt en wint. Eindspel van C. Blankenaar, Rottendam. 6 16 26 36 46 eüH JU ÜP^ m ill m m 1 5 15 25 35 45 Zw. schijf op 40 en dam op 45. Wit 3 sch. op 14, 20 en 49 en dam op 41. Wit speelt en wint. Oplossingen Zw. 2 sch. op 9 en 40 en dam op 43. Wit 3 sch. op 19, 39 en 50 en dam op 48. 1. 19—14 43X25 Op 9X20; 50-45, 43X25; 45X 34, 25X39; 48X3. 2. 14X3 40X45 3. 3—12 25-14 Op 25-3; 48 - 26. 4. 12—40 45X34 5. 48X3 Zw. 3, 10, 11, 13/16, 19, 23 en dam op 6. Wit 21, 22, 25, 27, 28, 30, 32/4, 40, 45, 49. Wit speelt en wint door: 1. 22—17 11X31 2. 34—29 16X38 3. 29X20 15X44 4 49X40 38X29 5. 40-34 6X30 6. 25 Xö Oplossing Leekenprobleem Zw. 4 sch. op 9, 10, 20 en 37. Wit 4 sch. op 29, 32, 35, 41. Zwart is er tusschen en er in ge- loopen. Wit wint door 32 naar 28 te schuiven, zwart slaat met 37 naar dam, wit speelt nu 29 naar 24, de zwarte dam moet twee slaan naar ruit 30, en de witte schijf 35 neemt alles weg slaande naar 13. De notatie in cijfers is aangegeven bij een der diagrammen. Zwart speelt naar beneden, wit naar boven. Alleen de 50 ruiten waarop wordt gespeeld hebben nummers. KEUZE UIT TWEE KLEUREN. Indien een openingsbod is gedaan en dezelfde speler, weer aan de beurt zijn de noemt een andere kleur, dan is de partner verplicht, indien de tusschen- zittende speler, na dit tweede bod past, een keuze uit de beide kleuren te ma ken, ook al zou hij in gewone omstan digheden moeten passen. Het bieden door den opener moet als volgt worden opgevat: partner, ik heb 2 kleuren om in te spelen, kies daar de volgens de kaart in je handen de bestb van uit! Het antwoord van den partner wil dus niet met zekerheid zeggen, dat hij voldoende steun in die kleur heeft, doch geeft alleen te kennen, dat de genoem de kleur volgens hem de beste, mis schien wel de minst slechte is. Wordt b.v. geopend met 1 R. en daar na geboden 2 K. door denzelfden spelei, dan moet de partner antwoorden; luidt zijn antwoord dan 2 R., dan wil dit niet zeggen, dat hij normale steun in R. heeft, doch dat hij met die kleur betere resultaten verwacht. Is de kracht in beide kleuren onge veer dezelfde, dan is het meestal het beste de eerst geboden kleur te kiezen; is echter de lengte in de eene kleur beter dan de kracht in de andere, d'an moet hij de kleur met de grootste lengte kiezen. Heeft de opener echter eerst een lage, daarna een hoogere kleur genoemd, dan moet de partner in elk geval er rekening mede houden, dat de partner hiermede te kennen geeft wel 2 speel- kleuren te hebben, doch dat de lage kleur beduidend beter is dan de hoogi,, was dit niet het geval, dan toch zou hij zich aan de regels hebben gehouden en de hoogste kleur eerst hebben geboden. In zoo'n geval mag de partner zijn keus alleen dan op de tweede kleur laten val len, indien deze in zijn hand beduidend sterker is. Indien hierdoor het contract ver zwaard moet worden, dus in de lage kleur één hooger bieden, waardoor weer een slag meer moet worden ge haald, dan heeft die eerste kleur toel» nog voorkeur boven de tweede, de bie der weet dit ook, dus zal hiermede rekening houden en de partner niet noodzaken een onnoodig hoog bod te doen. Heeft b.v. de opener eerst 1 R. en daarna 1 of, gedwongen door hu-dingen van de tegenpartij, 2 S., dan moet de partner, met in handen: S. 10 9, 8: R. v, b, 8, 5; R. 4, 3, 2; K. 7, 6, 4; zijn keuze op de R. laten vallen, dus 2 of 3 R GEEN PREËMPTIVE BI JBIEDIN GEN. Bij de verschillende openingen wer den ook de verdedigende, die wehce de tegenpartij beletten elkander te vinden of de noodige biedingen te doen. be handeld. In de Lulbertson-methode i? echter geen plaats voor verdedigende biedingen door den partner van een openingsbieder. Elk antwoord van den partner moei op de hiervoor gegeven regels berus ten, zou de partner hiervan afwijken, en hoog gaan bieden teneinde de tegen partij in bied-moeilijkheden te oren- gen. dan zou hij den opener hopeloos in de war brpngen, die uit bet ant woord absoluut verkeerde gevolgtrek kingen zou makdn. Alle bijbiedingen in dezelfde kleur of sprong-biedingen in andere kleuren toonen in de hand van den partner de daarvoor vereischte sterkte, nooit iets anders, waardoor de opener in de war kan komen! N. D. S. LACH UZELF GEZOND! Menschen, die o.i. een saai en moei lijk leven hebben, zijn dikwijls opge wekt Wij verbazen ons er dan over, hoe ze zoo aanstekelijk opgeruimd kun nen zijn onder werk, dat ons zou ver velen. De fout is, dat wij hen teveel uit ons eigen standpunt bekijken; het werk, dat ons zou vervelen, doet het hen blijkbaar niet. Er behoort zelfbeheersching toe, om taai werk goed te verrichten, en niet voortdurend in gedachten af te dwalen naar werk dat ons beter zou lijken. Maar eentonig werk vergt veel en veel minder van de energie, dan interes santer werk. Wie saai werk heeft, zal dikwijls aan het einde van zijn dagtaak tot de ontdekking komen, dat hij heelemaal niet moe is. En er is groote voldoe ning in het besef, dat men zijn taak in de puntjes vervuld heeft, juist als die taak niet naar genoegen is. Onverschillig wat onze omstandig heden zijn, waarom zouden wij geen vroolijkheid aankweeken? Het is een klein kunstje om mistroostig te kijken en te beweren dat het leven zwaar en treurig is. Wat bereiken wij daarmee? Is het niet een heel wat verstandi ger levensopvatting om overal het beste van te maken? Tevredenheid is geen gevolg van omstandigheden, louter van levensopvatting. Andeis zouden er geen opgeruimde menschen zijn onder degenen die hard moeten werken voor een bescheiden inkomen- tje, en geen ontevredenen onder de welgestelden, die in voorspoed leven; Het is maar een kwestie van ge woonte, of men van alles den donkeren of den lichten kant wil opzoeken. Weg met neerslachtigheid! Laat ons het leven aanpakken, energiek en hoopvol. Er zit meer gezonde levensfilosofie in een lach dan in tranen. Hopen is voor- uitloopen op een mogelijkheid dat uw idealen vervuld worden, een mogelijk heid die heel goed werkelijkheid kan worden voor hen die ernstig willen Men zegt weieens: Zoolang er leven is, is er hoop. Ja, en waar hoop is, is leven, is activiteit, energie, opge wektheid. Hoopvol zijn en energiek, en zich niet terneer laten slaan, een tegenslag beantwoorden met verdubbelde inspan ning. Wie zich dit voor oogen houdt, die zal slagen! Dr. Jos. de Cock. X' *-x B El X, XL É|Ji Qfml „Piet, vertel jij me eens welke pro ducten we uit Indië krijgen!" „Dat weet ik niet, meester!" „Kom, dat weet jej wel. Waar krij gen we de suiker vandaan?" „O, die leenen we bij de buren!" („Ric et Rac). Per vliegtuig naar de zon... In een vliegtuig, dat ongeveer 28 m. per seconde (ruim 100 km per uur' aflegt, zou men in 170 jaar de zon kun nen bereiken. (Nadruk verboden).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1933 | | pagina 20