S. A. KANNEWASSER Zn.
Bij den 75sten verjaardag van Koningin Emma.i
NIEUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA
Buitenlandsch overzicht.
Wij breien!!! alle soorten
ISTERsMfllICPlUEH!
„Omdat jij mijn geluk bent".
No. 7308 EERSTE BLAD
DINSDAG 1 AUGUSTUS 1933
61ste JAARGANG
Mussolini s antipathie tegen conferenties. De erken
ning van Sowjet-Rusland door Spanje. - Het conflict
tusschen Bolivië en Paraguay.
Een aanslag op minister Fey
te Graz.
in 50 dessins,
kleur-eoht, - wasch-echt,
FEUILLETON
HE COURANT
Abonnement per 3 maanden bij vooruitbet.: Heldersche Courant f 1.50; voor
Koegras, Anna Paulowna, Breezand, Wieringenen Texel f 1.65; binnen
land f 2.— Nederl. Oost- en West-Indië per zeepost f 2.10, idem per
mail en overige landen f 3.20. Losse nos. 4ct.;fr.p.p.6ct. Zondagsblad
resp. 0.50 f 0.70, f 0.70,f 1.—. Modeblad resp. f 1.20, f 1.50, f 1.50, fl.70.
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag.
Redacteur: P. C. DE BOER.
Uitgave N.V. Drukkerij v/h C. DE BOER Jr.
Bureau: Koningstraat 78 Telefoon: 50 en 412
Post-Girorekening No. r6066.
ADVERTENTIËN:
20 ct. per regel (galjard). Ingez. meded. (kolombreedte als redaction.
tekst) dubbele prijs. Kleine advertentiën (gevraagd, te koop, te huur)
van 1 t/m. 3 regels 40 ct., elke regel meei 10 ct. bij vooruitbetaling (adres
Bureau v. d. blad en met br. onder no. 10 ct. p. adv. extra) Bewijsno. 4ct.
Mussolini heeft een antipathie tegen
conferenties, waarvan we de vorige week
in een overzicht reeds een staaltje gaven.
Wij kunnen ons den tegenzin volkomen
begrijpen en staan in dezen aan den kant
van den Duee. De conferenties van de
laatste jaren zijn een aanfluiting voor de
wereld geworden en het is beter in het
geheel geen conferenties meer te houden,
dan bijeenkomsten waarvan het resultaat
nihil is, het wantrouwen wordt daardoor
immers vergroot, en dat moet met alle
middelen voorkomen worden.
Doch, om terug te keeren tot Mussolini;
de Duce publiceert in de Annales een ar
tikel, waaraan Vaz Dias het volgende ont
leent:
„Zooals ik in mijn rede in den Senaat
op 7 Juni zei, moet men zelfs ten aanzien
van het vier-mogendhedenverdrag geen
te groote illusies koesteren. De beteeke-
nis van dit verdrag bestaat in het feit,
dat het de vorming van elkaar vijandig
gezinde groepen in Europa uitschakelt en
dat het den vier West-Europeeschen1
mogendheden, die met hun koloniën een
derde van de wereld-bevolking vertegen-j
woordigen, de mogelijkheid heeft ge
schonken, samen te werken voor den
vrede. Deze samenwerking zal niet altijd
gemakkelijk zijn. Zij zal echter steeds bij
dragen tot elke werkelijke en oprechte
ontspanning, waardoor, zooals men thans
reeds heeft kunnen waarnemen, de at
mosfeer in Europa sedert twee maanden
veranderd is. Het denkbeeld, dat gedu
rende tien jaar Europa rustig zal zijn, is
een prikkel voor verbetering van den ge-
heelen toestand. Er zullen geen tweedui
zend afgevaardigden komen, die om een
tafel zullen gaan zitten om te onderhan
delen, doch verantwoordelijke vertegen
woordigers van vier mogendheden, wier
werk van tevoren in de kanselarijen en
door officieele onderhandelingen ls voor
bereid. Ik geloof, dat het in het belang
van het moreele en politieke prestige der
naties goed zou zijn, geen conferentie
meer te organiseeren. Dit woord moet ge
durende eenige jaren uit het woorden
boek der moderne internationale politiek
worden geschrapt. Slechts door onthou
ding corrigeert men het misbruik. Ik heb
reeds op dat gebied eenige politieke er
varing. Thans is het begrip conferentie
in miscrediet gekomen. Binnen eenige
jaren zal het nieuwe beteekenis hebben
en nuttig gebruikt worden, op voorwaar
de dat men het tot bepaalde problemen en
bepaalde landen beperkt en dat een even-
tueele conferentie er naar streeft, de op
zich genomen verplichtingen zoo nauw
keurig mogelijk uit te voeren. Doch zelfs
hiervoor zal het noodig zijn, het misbruik
en de dwalingen van een verkeerd begre
pen democratie te corrigeeren, die niet
toelaat dat een stuurman het schip be
stuurt, doch onwetenden, die zelfs geen
compas kunnen lezen".
De erkenning van de Sowjet-regeering
door Spanje waarvan we Zaterdag mel
ding hebben gemaakt, is hoogere politiek
van de zijde van Rusland, omdat deze er
kenning voor Rusland zelf van weinig be
teekenis kan zijn.
wollen kleeding, ook badpakken, kousen en
sokken (ook de allerfijnste) JAAP SNOR, Zuidstraa
19 (Let op den gelen winkel).
Het „Handelsblad" schreef er 0.111.
over:
De overwinning is meer van moreelen
dan van practiscüen aard te beschouwen.
De Russische regeering hoopt onge
twijfeld dat deze den weg zal effenen
voor andere, en dan waardevoller erken
ningen, waarbij zij in de voornaamste
plaats het oog gericht houdt op Wash
ington, waar de neiging 0111 tot nauwere
betrekkingen te komen met Rusland in
verband met de daar gelegen handelsmo
gelijkheden, in den laatsten tijd voort
durend sterker wordt. Voor het oogen-
blik denkt men in Amerika aan niets an
ders dan aan het groote Roosevelt-expe-
riment, maar de mogelijkheid schijnt
groot, dat binnen niet al te langen tijd
het economisch contact, dat tusschen
beide landen in den loop der laatste jaren
is ontstaan en onlangs weer in belang
rijke mate versterkt is door de verlee
ning van credieten aan de katoenexpor
teurs naar Rusland, ook door een poli
tieke toenadering zal worden gevolgd,
zoodra een weg is gevonden om tot over
eenstemming te komen betreffende een
regeling der Tsaristische en Bolsjewis
tische schulden, welke quaestie tot dus
ver de voornaamste hinderpaal was voor
een de jure-erkenning.
Van uit dezen gezichtshoek beschouwd
kan de erkenning door Spanje, als de
eerste van een nieuwe reeks van derge
lijke diplomatieke stappen, voor Sowjet-
Rusland van groote beteekenis worden.
Vanuit Madrid zou dan voor Moskou
de victorie beginnen.
Het is niet voor het eerst, zegt het
blad, dat de groote Zuid-Amerikaansche
staten hun invloed doen gelden om aan
het chronische conflict, dat ook in 1879,
1887, 1894, 1913 en 1928 scherpe vormen
aannam, een einde te maken. In 1928 is
een oorlog voorkomen door tusschen-
komst van de staten, die juist te Wash
ington bijeen waren voor een Pan-Ame-
rikaansche conferentie, welke ten doel
had een multi-lateraal verdrag van arbi
trage en verzoening en tot waarborging
van den vrede op de Amerikaansche con
tinenten te ontwerpen.
Vier jaar later, in Juli 1932, zijn de
poppen evenwel toch weer aan het dan
sen geraakt en zij dansen nog steeds,
ondanks de vruchtelooze pogingen van
de Zuid-Amerikaansche staten om den
vrede te herstellen.
HENRY PU YI,
president van den staat Manchoekwo,
welke nu waarschijnlijk tot koning
zal worden gekroond.
Het conflict tusschen Bolivië en Pa
raguay baart den Volkenbond opnieuw
zorgen zegt de Nw. Rott. Crt. De
Zuid-Amerikaansche kemphanen hebben,
naar men weet, tot Genève het gemeen
schappelijk verzoek gericht, de door den
raad benoemde commissie van vijf, die
naar het omstreden gebied van den Gran
Chaco zou gaan, om daar met de beide
regeeringen te onderhandelen over sta
king der vijandelijkheden en een vergelijk
te ontwerpen ter regeling van het ge
schil, niet uit te zenden en de bemidde
lingsactie toe te tertrouwen aan de
A.B.C.-republieken en Peru.
ARTHUR HENDERSON,
voorzitter van de Ontwapeningscommissie,
zal in het najaar zijn lezingen in de ver
schillende Europeesche hoofdsteden over
de ontwapeningskwestie voortzetten.
En juist, nu het den Volkenbond ge
lukt scheen een weg te vinden, die het
geschil eindelijk voor goed uit de we
reld zou helpen, komt het voor den Raad
hoogst pijnlijke verzoek om de zaak maar
aanstonds weer uit handen te geven.
Hoe valt dit te verklaren? Wij hebben
op 4 Augustus 1932, na de pogingen van
den Volkenbond om den strijd vreedzaam
te beslechten, te hebben geschetst
daaraan toegevoegd:
„De inmenging komt ook nog uit an
deren kant, n.1. van de Noord- en Zuid-
Amerikaansche staten onder leiding van
Washington, die meenen dat het aanzien
van de leer van Monroe in het gedrang
zou raken, als zij alles van Genève uit
lieten bedisselen."
De Raadscommissie voor het geschil
heeft thans den Volkenbondsraad telegra
fisch tegen Dinsdag a.s. (3 Aug.) bijeen
geroepen om het lastige geval te behan
delen. Voor den Raad zal er veel niet
veel anders opzitten dan het verzoek in
te willigen, nu beide partijen in het ge
ding dat hebben gedaan.... tenzij de
ABC republieken en Peru mochten wei
geren de zaak uit handen te nemen van
den Volkenbond, die ze pas op den goe
den weg had gebracht.
Een traangasbom treft vijf men-
sehen. De minister ongedeerd.
De Oostenrijksche bondsminister voor
de veiligheid en bondsleider van burger
wacht, majoor Fey, kwam, naar Wolff
meldt. Vrijdag te Graz, de hoofdstad van
Stiermarken, aan voor een inspectietocht.
's Avonds hield hij in de Industriehalle
een politieke rede. Op den Osternring,
buiten de zaal stond een groote menigte
en hadden eenige demonstraties tegen
Fey plaats. Plotseling weerklonk een har
de slag: een traangasbom was ontploft,
waardoor vijf personen gewond werden,
waarvan één, een soldaat van het Oosten
rijksche leger, nogal ernstig. De politie
en de landjagers grepen onmiddellijk in,
zonder veel moeite kon de Osternring ont
ruimd worden.
Zooals men zich zal herinneren is de
vorige week te Weenen de Duitsche graaf
Alvensleben aangehouden, die een aan
slag had gepleegd op Steidle.
Hij had van de Miinchener politie
een valsche pas gekregen om naar
Oostenrijk terug te keeren en had zijn
aanhouding te wijten aan het feit, dat hij
onder den invloed van alcohol gesnoefd
had, dat er nog meer aanslagen zouden
volgen, in de eerste plaats op minister
Fey. Von Alvensleben is onschadelijk ge
maakt, maar andere agenten van de Nazi's
schijnen gereed te hebben gestaan om zijn
taak over te nemen. Dit zal de stemming
in officieele Oostenrijksche kringen tegen
de Nazi's zeker niet verzachten.
Dr. HUGO ECKENER,
de bekende luchtschip-piloot, zal op 10
Aug. a.s. zijn 65en verjaardag herdenken.
Toen onze Koningin, Koningin Wilhel
mina, in 1898 de regeering aanvaardde,
las men in haar schoone proclamatie
schoon zoowel van inhoud als van taal
o.a. deze woorden:
„Mijn innig geliefde Moeder, aan wie
ik onuitsprekelijk veel verschuldigd ben,
gal' mij het voorbeeld van een edele en
verheven opvatting der plichten, die nu
op mij rusten. Ik stel mij tot levensdoel,
dat voorbeeld te volgen".
Naar wiens en naar wier voorbeeld zou
zij zich ook beter hebben kunnen richten
dan naar dat van haar Koninklijke Moe
der, de Duitsche prinses, die sinds zij
door haar huwelijk met Willem III Ne-
derlandsche was geworden, zich een eere
plaats in het hart van het Nederlandsche
volk had weten te veroveren?
Het moge waar zijn, dat de jeugdige
prinses, de eenige overgebleven telg uit
het Oranjehuis, de oogappel was van het
jovergroote deel van het volk, door de
j wijze, waarop zij met het volk meeleefde,
de echt constitutioneele manier, waarop
zij zich als Regentes van haar taak kweet,
de wijze, waarop zij haar dochter voor
haar zware taak voorbereidde, had ook
Koningin Emma zich bij het volk geliefd
weten te maken.
In 1870, den 7en Januari was Adelheid
Emma Wilhelmina Theresia, tweede doch
ter van vorst George Victor van Wal
deckPyrmont en prinses Helena van
Nassau, in het huwelijk getreden met
Koning Willem III, wien zij den 31sten
Augustus 1880 een dochter, thans Konin
gin Wilhelmina, schonk. Zij werd spoedig
populair en in nog grootere mate, toen
zij na den dood van Willem III, 23 No
vember 1890, volgens het voorschrift der
Grondwet, het regentschap voor haar
dochter aanvaardde, welk regentschap zij
ook tijdens een zware ziekte van den
Koning reeds had waargenomen.
Hoe zij haar taak als regentes vervulde,
moge hier blijken uit een persoonlijk
woord van den alom geëerden Staatsraad
mr. A. P. M. Cort van der Linden, oud
premier tijdens de oorlogsjaren en oud
minister van justitie tijdens het regent
schap van de Koningin-Moeder, in het
Gedenkboek, dat ter eere van Koningin
Emma is uitgegeven:
„De Koningin-Moeder! In den loop der
„tijden heeft deze naam een eigen betee
kenis gekregen.
„Zij, die evenals ik het voorrecht had
den als minister samen te werken met
„de Koningin-Moeder, toen Zij Regentes
„was of later Haar mochten benaderen
„in moeilijke omstandigheden en bewo-
„gen tijden, zij weten, wat Zij geweest is
„voor Haar nieuw gekozen vaderland.
„De Koningin-Moeder heeft ons volk
„lief gekregen, want Zij zag in ons volk,
„zijn zeden en gewoonten bijna alleen het
„waardevolle en goede: spiegelbeeld van
„Haar eigen moed. Zij heeft Hare liefde
„betoond door Haar trouw medeleven met
allen, die Haar dienden, door Hare onver
moeide belangstelling in ziekenverple
ging, in wetenschap en kunst en door
„Haar stille hulp in nood. En ons volk
„heeft Hare liefde met liefde vergolden.
„Moge ons volk zijn Koningin-Moeder
„nog lang behouden en steeds met dank
baarheid gedenken den zegen, dat deze
„hooge vrouw uit den vreemde tot ons
„kwam".
De dankbaarheid van het Nederland
sche volk voor hetgeen Koningin Emma
tijdens haar regentschap had gedaan, uit
te zich, toen Koningin Wilhelmina meer
derjarig werd, in het aanbieden van een
1 groote som gelds, die zij, belangstellend
als steeds in het lot der zieken, aanwend
de tot het oprichten van het sanatorium
Oranje-Nassauoord bij Renkum, waar tu
berculoselijders worden opgenomen en
verpleegd. Op het Regentesseplein te
's-Gravenhage werd den 23sten Septem
ber 1906 een monument tot herinnering
aan haar regentschap plechtig door Ko
ningin Wilhelmina onthuld, onmiddellijk
voor de indrukwekkende Nieuwe Kerk,
welke de Koningin-Moeder zelf inwijdde.
Nadat haar dochter den 31sten Augus
tus 1898 meerderjarig was geworden, gaf
Koningin Emma haar bestuur over. Zij
bleef echter bij haar koninklijke dochter
inwonen, totdat deze den 9en Februari
1901 met Prins Hendrik van Mecklenburg
in het huwelijk trad. Daarna betrok zij
het paleis op het Lange Voorhout, dat zij
des winters bewoont, terwijl zij 's zomers
meestal op het haar toebehoorend lust
verblijf Soestdijk vertoeft.
In 1928 herdacht zij haar 70sten ver
jaardag, waar zij zelve verzocht de hul
diging, welke men haar wilde doen ten
deel vallen, te verschuiven naar den 7en
Januari 1929, toen het 50 jaren geleden
l was, dat zij door haar huwelijk Neder
landsche was geworden. Over talrijke be
wijzen van aanhankelijkheid zijn haar
toen ten deel gevallen.
Niemand heeft dan ook meer aanspraak
op de erkentelijkheid van het Nederland
sche volk dan de Koningin-Moeder.
per el.
Verkrijgbaar bij:
Let op naam op den zelfkant
Vraagt onze Stalen-collectie
Tegenover niemand wordt die erkenning
levendiger gevoeld. In het hart van hon-
derdduizende worde voor haar geluk de
beste weschen gekoesterd. En dat is niet
meer dan natuurlijk. Want Koningin Em
ma heeft de kunst verstaan ieder met
wien zij in aanraking kwam, te overtuigen
van den diepen ernst, waarmee zij haar
taak als gemalin des konings, als moeder
der toekomstige koningin, als regentes,
als Koningin-Moeder vervulde. Veel
meer, zij heeft door de natuurlijke opge
wektheid, waarmee zij haar verantwoor
delijk werk deed, wellicht meer dan ooit
eenige andere vorstin in Nederland den
band tusschen dynastie en volk aange
haald. En in de poging daartoe was niets
opzettelijks, niets geraakts. De Koningin-
Moeder bereikte dit resultaat door niets
anders dan door haar innemende per
soonlijkheid en door haar toewijding. Men
bespeurde terstond, dat de belangstelling,
die zij toonde, niets kunstmatigs had. Alles
wat het Nederlandsche volk belang in
boezemde, interesseerde haar, omdat zij
zich steeds ten volle gaf aan de taak,
waartoe zij zich geroepen gevoelde. Steeds
en steeds weer gaf zij typische blijken,
hoezeer zij zich bewust is, van de waarde
der directe aanraking van de vorstelijke
familie met het volk, waar zich dat doet
gelden .Grooter waarde evenwel wist de
Koningin-Moeder aan dip b°zo°ken te
Indien gij voortdurend last hebt van
schele hoofdpijn als gevolg van een
slechte spijsvertering, gebruik dan
eens een poosje Foster's Maagpillen,
het betrouwbare, zacht werkende
laxeermiddel.
Alom vtrhrijgbc"" j 0.65 per flacon.
Een Heldersche roman
door
WILLIARIS.
18) u 1
Het was aandoenlijk om te zien, hoe hq
de gebaren van zijn dominé trachtte na te
bootsen.
Door zijn totale gemis aan ontwikke
ling maakte hij zich in het oog der men-
schen belachelijk.
Vooral ook in zijn spreken kwam zijn
domheid aan het licht.
Hij deed altijd alsof hij het geweldig
druk had met zijn werk in de gemeente.
Door zijn optreden bewees hij in t
minst niet geschikt te zijn voor het ouder
lingschap.
Hij had geen slag om met de menschen
0111 te gaan. Zonder kloppen kwam hij
binnen, keek de kamer eens rond, nam
een stoel en ging zitten als was hij in
eigen huis.
Onder veel aandachtvragend keelge
schraap legde hij voorzichtig zijn hoed
voor zich op de tafel.
Nog steeds zonder te spreken, keek
hij van den een naar den ander.
Geïnteresseerd volgde de Kluif al zijn
langzame bewegingen, ook zonder iets te
zeggen.
Wat is dat voor een „orang gila" 1)
dacht hij.
1) Vreemde kerel: letterlijk, gek mensch
Ha daar gaat zijn mond open. Nu zul
len we het hebben. Het spel gaat begin^
nen.
Hoofdschuddend keek hij eerst nog
eens naar Truus, die Flora op haar schoot
had genomen en de armen om haar
schouders sloeg, als wilde zij het kind
beschermen voor den komenden storm.
„Ik heb eindelijk toch eens tijd weten
te vinden 0111 hier eens te komen kijken.
Nu zou ik wel eens heel precies willen
weten, hoe het zaakje eigenlijk met jullie
in elkaar zit. Ik wil niet veroordeelen
voor ik zelf gehoord en gezien heb.
Maar alles wat van jou verteld wordt
Truus, dat is meer dan treurig.
Ik kom hier nu niet alleen als je oud
ste broer, dus als je natuurlijke bescher-
I mer, maar ik kom hier ook in mijn kwa-
I liteit als ouderling der gemeente."
De man begon zich blijkbaar warm te
maken. Gewichtig schraapte hij weer zijn
keel en vervolgde met verheffing van
stem:
„Nu zie ik met eigen oogen, wat men
mij gezegd heeft; namelijk dit, dat mijn
i eigen zuster leeft in een onwettige ver-
i houding.
Dat zij zich zelfs tegenover haar kind
niet schaamt, 0111 in zoogenaamde vrije
1 liefde te leven en samen te hokken met
j een onwaardig individu."
Een breede lach gleed over den mond
van de Kluif. Truus zat met een bleek
gezicht en hield haar oogen neergesla-
'gen, terwijl Flora haar gezichtje verborg
tegen haar moeders borst.
Zij was blijkbaar bang voor dien def-
tigen man.
„Kom me niet met praatjes aan boord,
dat je het deed uit armoede!
Ik heb toch gezorgd dat je zes gulden
steun kreeg van de kerk.
Het ontbrekende heb je steeds gemak
kelijk kunnen bijverdienen en dat had
je vol moeten houden.
In elk geval had je je tot mij kunnen
wenden, alvorens over te gaan tot dezen
stap."
„Zuster, zuster, je bent op den slechten
weg. Je bent ver afgedwaald, zeer ver
zelfs.
Maar nog is het niet te laat, nog kan je
terug."
Plotseling veranderde zijn stem en op
streng bevelenden toon riep hij:
„E11 nu in mijn kwaliteit als broer en
als ouderling der gemeente eisch ik, dat
je onmiddellijk dien vent daar de deur
uitstuurt!"
Trpus bleef zwijgen, een donkerrood
overdekte haar wangen en haar oogen
fonkelden.
De Kluif wachtte nog, nieuwsgierig
naar wat Truus zou zeggen.
„Geef antwoord Truus, wat moet die
kerel nog langer hier. Wat is dat voor
een snuiter!?"
Maar nu vond de Kluif het welletjes.
Nu zou hij ook eens wat in het midden
brengen. E11 hij deed dat op zijn eigen
verrassende wijze. Onverwachts barstte
hq los.
at ik voor een snuiter ben, brave
zooiensteker! Wel, ik ben reiziger in ruk
winden en onweersbuien; en ik ben van
plan om je op de vlugste manier de deur
uit te trappen.
Dat komt hier binnenvallen zonder
kloppen, neemt een stoel zonder dat die
aangeboden wordt en dan wil je hier de
wet komen voorschreven!?
jy kan in je kwaliteit van ouderling
voro mqn part naar de pomp loopen, daar
hoor je thuis.
Jy wilt je eigen zuster komei bevelen
wat ze moet doen en laten, omdat je haar
bijna hebt laten sterven van armoe.
Die zes gulden waren lang niet vol
doende voor haar en haar zieke kind.
E11 zq kon niet gaan werken, vooral
niet omdat dat kind nergens heenge
bracht kon worden.
En zoo'n kind kan je nu eenmaal niet
alleen laten, is 't wel?
Het is een wonder, dat zq het nog twee
jaar lang heeft weten vol te houden.
Wat zq in dien tqd heeft geleden, zal
ik niet trachten jou aan je verstand te
brengen, want dat kunnen je stompe her
senen toch niet verwerken.
Maar ik zeg je, dat ik haar erom be
wonder en haar hoog acht.
Maar jullie met je praatjes en al dat
zoutelooze gezwam, laten iemand in de
ellende zitten.
En als dan zoo iemand in zqn wan
hoop een voet verkeerd zet, ben je dade
lijk klaar om te veroordeelen.
Van die praatjes kan niemand leven.
Daar is de maag nog niet mee gevuld,
maar daden man, daden!!
En nu had jq in je kwaliteit als broer
en als ouderling toch zeker wel de eerste
moeten zqn om daadwerkelijke hulp te
verleenen.
Maar jq, in je zelfgenoegzaamheid
van ouderling der gemeente, ging eiken
avond naar bed met een volle maag, ter
wijl je zuster en haar kind gebrek leden.
Dat weet je natuurlijk niet, hé?
Och kom, vertel mq nu wat! •»--
Je begrijpt natuurlqk ook niet, dat het
voor een vrouw als Truus pqnlqk is om
van aalmoezen te leven!
Jij komt hier dadelijk oordeelen en de
wet voorschrqven.
En dat gaat nu juist niet, mannetje!"
De Kluif stond voor hem, met zqn
bloote armen heftig gestieuleerend.
„Het is omdat je zooveel ouder bent
dan ik, anders zou ik je werkelijk de
deur uitsmijten."
Hq hield de deur voor hem open.
„En nu, dappere voorvechter der ge
meente; eruit en niet meer erin.
Kom me nooit meer aan boord met je
praatje, die kunnen we missen als kies
pijn. Begrepen?
Hij sprak geen woord meer en liep met
een schuwen blik langs den Kluif heen,
naar buiten. Op straat aangekomen her
nam hq onmiddellijk weer zqn zelfbe-
I wuste houding.
De Kluif zag het wel, maar haalde
slechts minachtend de schouders op.
„Ziezoo Truusje, dat hebben we alweer
j gehad. Ik denk dat we wel geen last meer
van dat heerschap zullen hebben."
Truus knikte slechts.
Zij had altqd geweten, dat dat bezoek
zou komen en ze had er erg tegenop ge-
jzien. Nu was het voorbq en voelde ze zich
opgelucht. Het was gelukkig nog goed
afgeloopen, dacht ze.
„En nu klein vrouwtje, jij naar bed. Het
I is hoog tijd voor zulke kleine meisjes
als jq."
Maar Flora spartelde dezen keer tegen.
„Oom, oom," riep ze, met haar mollig
knuistje naar het raam wijzend, waar
Hans voor stond en naar binnen keek.
Hq wuifde tegen Flora.
„Dat is waar ook," riep de Kluif. „Dat
was ik door al die soesah alweer ver
geten."
„Hq heeft een meisje bq zich," zei
Truus. „Doe de deur eens gauw open,
man!"
De Kluif floot tusschen zqn tanden.
„Haha," lachte hq. „Het meisje van gis
terenavond!'
I11 de Keizerstraat, in een huis, be
woond door een oude weduwe en haar
dochter, had Hans een kamer gehuurd.
Het was een zitslaapkamer, boven en aan
den straatkant gelegen.
Een groot raam gaf een mooi uitzicht
in de drukke straat.
Hq had de kamer gehuurd, om er rus
tig te kunnen studeeren, want hq stu
deerde altijd nog, al was het dan ook niet
zoo hard als vroeger.
De vriendelijke weduwe had de kamer
verhuurd, omdat ze hem toch niet ge
bruikte en ook al om wat meer gezellig
heid te hebben.
Zij vond dat ze het goed had getrof
fen met Hans. Hij bezorgde haar niet de
minste last en al was hij wel eens wat
stil en druk bezig met zijn studie, ze had
hem maar liever zoo. dan al die drukte,
die sommige menschen met zich mee
brengen.
Hij was juist aan zqn boord bezig, tocri
zqn hospita boven kwam met een kopje
thee.
(Wordt vervolgd.)