S. A. KANNEWASSER Zn. Bij den 75sten verjaardag van Koningin Emma.i NIEUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA Buitenlandsch overzicht. Wij breien!!! alle soorten ISTERsMfllICPlUEH! „Omdat jij mijn geluk bent". No. 7308 EERSTE BLAD DINSDAG 1 AUGUSTUS 1933 61ste JAARGANG Mussolini s antipathie tegen conferenties. De erken ning van Sowjet-Rusland door Spanje. - Het conflict tusschen Bolivië en Paraguay. Een aanslag op minister Fey te Graz. in 50 dessins, kleur-eoht, - wasch-echt, FEUILLETON HE COURANT Abonnement per 3 maanden bij vooruitbet.: Heldersche Courant f 1.50; voor Koegras, Anna Paulowna, Breezand, Wieringenen Texel f 1.65; binnen land f 2.— Nederl. Oost- en West-Indië per zeepost f 2.10, idem per mail en overige landen f 3.20. Losse nos. 4ct.;fr.p.p.6ct. Zondagsblad resp. 0.50 f 0.70, f 0.70,f 1.—. Modeblad resp. f 1.20, f 1.50, f 1.50, fl.70. Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag. Redacteur: P. C. DE BOER. Uitgave N.V. Drukkerij v/h C. DE BOER Jr. Bureau: Koningstraat 78 Telefoon: 50 en 412 Post-Girorekening No. r6066. ADVERTENTIËN: 20 ct. per regel (galjard). Ingez. meded. (kolombreedte als redaction. tekst) dubbele prijs. Kleine advertentiën (gevraagd, te koop, te huur) van 1 t/m. 3 regels 40 ct., elke regel meei 10 ct. bij vooruitbetaling (adres Bureau v. d. blad en met br. onder no. 10 ct. p. adv. extra) Bewijsno. 4ct. Mussolini heeft een antipathie tegen conferenties, waarvan we de vorige week in een overzicht reeds een staaltje gaven. Wij kunnen ons den tegenzin volkomen begrijpen en staan in dezen aan den kant van den Duee. De conferenties van de laatste jaren zijn een aanfluiting voor de wereld geworden en het is beter in het geheel geen conferenties meer te houden, dan bijeenkomsten waarvan het resultaat nihil is, het wantrouwen wordt daardoor immers vergroot, en dat moet met alle middelen voorkomen worden. Doch, om terug te keeren tot Mussolini; de Duce publiceert in de Annales een ar tikel, waaraan Vaz Dias het volgende ont leent: „Zooals ik in mijn rede in den Senaat op 7 Juni zei, moet men zelfs ten aanzien van het vier-mogendhedenverdrag geen te groote illusies koesteren. De beteeke- nis van dit verdrag bestaat in het feit, dat het de vorming van elkaar vijandig gezinde groepen in Europa uitschakelt en dat het den vier West-Europeeschen1 mogendheden, die met hun koloniën een derde van de wereld-bevolking vertegen-j woordigen, de mogelijkheid heeft ge schonken, samen te werken voor den vrede. Deze samenwerking zal niet altijd gemakkelijk zijn. Zij zal echter steeds bij dragen tot elke werkelijke en oprechte ontspanning, waardoor, zooals men thans reeds heeft kunnen waarnemen, de at mosfeer in Europa sedert twee maanden veranderd is. Het denkbeeld, dat gedu rende tien jaar Europa rustig zal zijn, is een prikkel voor verbetering van den ge- heelen toestand. Er zullen geen tweedui zend afgevaardigden komen, die om een tafel zullen gaan zitten om te onderhan delen, doch verantwoordelijke vertegen woordigers van vier mogendheden, wier werk van tevoren in de kanselarijen en door officieele onderhandelingen ls voor bereid. Ik geloof, dat het in het belang van het moreele en politieke prestige der naties goed zou zijn, geen conferentie meer te organiseeren. Dit woord moet ge durende eenige jaren uit het woorden boek der moderne internationale politiek worden geschrapt. Slechts door onthou ding corrigeert men het misbruik. Ik heb reeds op dat gebied eenige politieke er varing. Thans is het begrip conferentie in miscrediet gekomen. Binnen eenige jaren zal het nieuwe beteekenis hebben en nuttig gebruikt worden, op voorwaar de dat men het tot bepaalde problemen en bepaalde landen beperkt en dat een even- tueele conferentie er naar streeft, de op zich genomen verplichtingen zoo nauw keurig mogelijk uit te voeren. Doch zelfs hiervoor zal het noodig zijn, het misbruik en de dwalingen van een verkeerd begre pen democratie te corrigeeren, die niet toelaat dat een stuurman het schip be stuurt, doch onwetenden, die zelfs geen compas kunnen lezen". De erkenning van de Sowjet-regeering door Spanje waarvan we Zaterdag mel ding hebben gemaakt, is hoogere politiek van de zijde van Rusland, omdat deze er kenning voor Rusland zelf van weinig be teekenis kan zijn. wollen kleeding, ook badpakken, kousen en sokken (ook de allerfijnste) JAAP SNOR, Zuidstraa 19 (Let op den gelen winkel). Het „Handelsblad" schreef er 0.111. over: De overwinning is meer van moreelen dan van practiscüen aard te beschouwen. De Russische regeering hoopt onge twijfeld dat deze den weg zal effenen voor andere, en dan waardevoller erken ningen, waarbij zij in de voornaamste plaats het oog gericht houdt op Wash ington, waar de neiging 0111 tot nauwere betrekkingen te komen met Rusland in verband met de daar gelegen handelsmo gelijkheden, in den laatsten tijd voort durend sterker wordt. Voor het oogen- blik denkt men in Amerika aan niets an ders dan aan het groote Roosevelt-expe- riment, maar de mogelijkheid schijnt groot, dat binnen niet al te langen tijd het economisch contact, dat tusschen beide landen in den loop der laatste jaren is ontstaan en onlangs weer in belang rijke mate versterkt is door de verlee ning van credieten aan de katoenexpor teurs naar Rusland, ook door een poli tieke toenadering zal worden gevolgd, zoodra een weg is gevonden om tot over eenstemming te komen betreffende een regeling der Tsaristische en Bolsjewis tische schulden, welke quaestie tot dus ver de voornaamste hinderpaal was voor een de jure-erkenning. Van uit dezen gezichtshoek beschouwd kan de erkenning door Spanje, als de eerste van een nieuwe reeks van derge lijke diplomatieke stappen, voor Sowjet- Rusland van groote beteekenis worden. Vanuit Madrid zou dan voor Moskou de victorie beginnen. Het is niet voor het eerst, zegt het blad, dat de groote Zuid-Amerikaansche staten hun invloed doen gelden om aan het chronische conflict, dat ook in 1879, 1887, 1894, 1913 en 1928 scherpe vormen aannam, een einde te maken. In 1928 is een oorlog voorkomen door tusschen- komst van de staten, die juist te Wash ington bijeen waren voor een Pan-Ame- rikaansche conferentie, welke ten doel had een multi-lateraal verdrag van arbi trage en verzoening en tot waarborging van den vrede op de Amerikaansche con tinenten te ontwerpen. Vier jaar later, in Juli 1932, zijn de poppen evenwel toch weer aan het dan sen geraakt en zij dansen nog steeds, ondanks de vruchtelooze pogingen van de Zuid-Amerikaansche staten om den vrede te herstellen. HENRY PU YI, president van den staat Manchoekwo, welke nu waarschijnlijk tot koning zal worden gekroond. Het conflict tusschen Bolivië en Pa raguay baart den Volkenbond opnieuw zorgen zegt de Nw. Rott. Crt. De Zuid-Amerikaansche kemphanen hebben, naar men weet, tot Genève het gemeen schappelijk verzoek gericht, de door den raad benoemde commissie van vijf, die naar het omstreden gebied van den Gran Chaco zou gaan, om daar met de beide regeeringen te onderhandelen over sta king der vijandelijkheden en een vergelijk te ontwerpen ter regeling van het ge schil, niet uit te zenden en de bemidde lingsactie toe te tertrouwen aan de A.B.C.-republieken en Peru. ARTHUR HENDERSON, voorzitter van de Ontwapeningscommissie, zal in het najaar zijn lezingen in de ver schillende Europeesche hoofdsteden over de ontwapeningskwestie voortzetten. En juist, nu het den Volkenbond ge lukt scheen een weg te vinden, die het geschil eindelijk voor goed uit de we reld zou helpen, komt het voor den Raad hoogst pijnlijke verzoek om de zaak maar aanstonds weer uit handen te geven. Hoe valt dit te verklaren? Wij hebben op 4 Augustus 1932, na de pogingen van den Volkenbond om den strijd vreedzaam te beslechten, te hebben geschetst daaraan toegevoegd: „De inmenging komt ook nog uit an deren kant, n.1. van de Noord- en Zuid- Amerikaansche staten onder leiding van Washington, die meenen dat het aanzien van de leer van Monroe in het gedrang zou raken, als zij alles van Genève uit lieten bedisselen." De Raadscommissie voor het geschil heeft thans den Volkenbondsraad telegra fisch tegen Dinsdag a.s. (3 Aug.) bijeen geroepen om het lastige geval te behan delen. Voor den Raad zal er veel niet veel anders opzitten dan het verzoek in te willigen, nu beide partijen in het ge ding dat hebben gedaan.... tenzij de ABC republieken en Peru mochten wei geren de zaak uit handen te nemen van den Volkenbond, die ze pas op den goe den weg had gebracht. Een traangasbom treft vijf men- sehen. De minister ongedeerd. De Oostenrijksche bondsminister voor de veiligheid en bondsleider van burger wacht, majoor Fey, kwam, naar Wolff meldt. Vrijdag te Graz, de hoofdstad van Stiermarken, aan voor een inspectietocht. 's Avonds hield hij in de Industriehalle een politieke rede. Op den Osternring, buiten de zaal stond een groote menigte en hadden eenige demonstraties tegen Fey plaats. Plotseling weerklonk een har de slag: een traangasbom was ontploft, waardoor vijf personen gewond werden, waarvan één, een soldaat van het Oosten rijksche leger, nogal ernstig. De politie en de landjagers grepen onmiddellijk in, zonder veel moeite kon de Osternring ont ruimd worden. Zooals men zich zal herinneren is de vorige week te Weenen de Duitsche graaf Alvensleben aangehouden, die een aan slag had gepleegd op Steidle. Hij had van de Miinchener politie een valsche pas gekregen om naar Oostenrijk terug te keeren en had zijn aanhouding te wijten aan het feit, dat hij onder den invloed van alcohol gesnoefd had, dat er nog meer aanslagen zouden volgen, in de eerste plaats op minister Fey. Von Alvensleben is onschadelijk ge maakt, maar andere agenten van de Nazi's schijnen gereed te hebben gestaan om zijn taak over te nemen. Dit zal de stemming in officieele Oostenrijksche kringen tegen de Nazi's zeker niet verzachten. Dr. HUGO ECKENER, de bekende luchtschip-piloot, zal op 10 Aug. a.s. zijn 65en verjaardag herdenken. Toen onze Koningin, Koningin Wilhel mina, in 1898 de regeering aanvaardde, las men in haar schoone proclamatie schoon zoowel van inhoud als van taal o.a. deze woorden: „Mijn innig geliefde Moeder, aan wie ik onuitsprekelijk veel verschuldigd ben, gal' mij het voorbeeld van een edele en verheven opvatting der plichten, die nu op mij rusten. Ik stel mij tot levensdoel, dat voorbeeld te volgen". Naar wiens en naar wier voorbeeld zou zij zich ook beter hebben kunnen richten dan naar dat van haar Koninklijke Moe der, de Duitsche prinses, die sinds zij door haar huwelijk met Willem III Ne- derlandsche was geworden, zich een eere plaats in het hart van het Nederlandsche volk had weten te veroveren? Het moge waar zijn, dat de jeugdige prinses, de eenige overgebleven telg uit het Oranjehuis, de oogappel was van het jovergroote deel van het volk, door de j wijze, waarop zij met het volk meeleefde, de echt constitutioneele manier, waarop zij zich als Regentes van haar taak kweet, de wijze, waarop zij haar dochter voor haar zware taak voorbereidde, had ook Koningin Emma zich bij het volk geliefd weten te maken. In 1870, den 7en Januari was Adelheid Emma Wilhelmina Theresia, tweede doch ter van vorst George Victor van Wal deckPyrmont en prinses Helena van Nassau, in het huwelijk getreden met Koning Willem III, wien zij den 31sten Augustus 1880 een dochter, thans Konin gin Wilhelmina, schonk. Zij werd spoedig populair en in nog grootere mate, toen zij na den dood van Willem III, 23 No vember 1890, volgens het voorschrift der Grondwet, het regentschap voor haar dochter aanvaardde, welk regentschap zij ook tijdens een zware ziekte van den Koning reeds had waargenomen. Hoe zij haar taak als regentes vervulde, moge hier blijken uit een persoonlijk woord van den alom geëerden Staatsraad mr. A. P. M. Cort van der Linden, oud premier tijdens de oorlogsjaren en oud minister van justitie tijdens het regent schap van de Koningin-Moeder, in het Gedenkboek, dat ter eere van Koningin Emma is uitgegeven: „De Koningin-Moeder! In den loop der „tijden heeft deze naam een eigen betee kenis gekregen. „Zij, die evenals ik het voorrecht had den als minister samen te werken met „de Koningin-Moeder, toen Zij Regentes „was of later Haar mochten benaderen „in moeilijke omstandigheden en bewo- „gen tijden, zij weten, wat Zij geweest is „voor Haar nieuw gekozen vaderland. „De Koningin-Moeder heeft ons volk „lief gekregen, want Zij zag in ons volk, „zijn zeden en gewoonten bijna alleen het „waardevolle en goede: spiegelbeeld van „Haar eigen moed. Zij heeft Hare liefde „betoond door Haar trouw medeleven met allen, die Haar dienden, door Hare onver moeide belangstelling in ziekenverple ging, in wetenschap en kunst en door „Haar stille hulp in nood. En ons volk „heeft Hare liefde met liefde vergolden. „Moge ons volk zijn Koningin-Moeder „nog lang behouden en steeds met dank baarheid gedenken den zegen, dat deze „hooge vrouw uit den vreemde tot ons „kwam". De dankbaarheid van het Nederland sche volk voor hetgeen Koningin Emma tijdens haar regentschap had gedaan, uit te zich, toen Koningin Wilhelmina meer derjarig werd, in het aanbieden van een 1 groote som gelds, die zij, belangstellend als steeds in het lot der zieken, aanwend de tot het oprichten van het sanatorium Oranje-Nassauoord bij Renkum, waar tu berculoselijders worden opgenomen en verpleegd. Op het Regentesseplein te 's-Gravenhage werd den 23sten Septem ber 1906 een monument tot herinnering aan haar regentschap plechtig door Ko ningin Wilhelmina onthuld, onmiddellijk voor de indrukwekkende Nieuwe Kerk, welke de Koningin-Moeder zelf inwijdde. Nadat haar dochter den 31sten Augus tus 1898 meerderjarig was geworden, gaf Koningin Emma haar bestuur over. Zij bleef echter bij haar koninklijke dochter inwonen, totdat deze den 9en Februari 1901 met Prins Hendrik van Mecklenburg in het huwelijk trad. Daarna betrok zij het paleis op het Lange Voorhout, dat zij des winters bewoont, terwijl zij 's zomers meestal op het haar toebehoorend lust verblijf Soestdijk vertoeft. In 1928 herdacht zij haar 70sten ver jaardag, waar zij zelve verzocht de hul diging, welke men haar wilde doen ten deel vallen, te verschuiven naar den 7en Januari 1929, toen het 50 jaren geleden l was, dat zij door haar huwelijk Neder landsche was geworden. Over talrijke be wijzen van aanhankelijkheid zijn haar toen ten deel gevallen. Niemand heeft dan ook meer aanspraak op de erkentelijkheid van het Nederland sche volk dan de Koningin-Moeder. per el. Verkrijgbaar bij: Let op naam op den zelfkant Vraagt onze Stalen-collectie Tegenover niemand wordt die erkenning levendiger gevoeld. In het hart van hon- derdduizende worde voor haar geluk de beste weschen gekoesterd. En dat is niet meer dan natuurlijk. Want Koningin Em ma heeft de kunst verstaan ieder met wien zij in aanraking kwam, te overtuigen van den diepen ernst, waarmee zij haar taak als gemalin des konings, als moeder der toekomstige koningin, als regentes, als Koningin-Moeder vervulde. Veel meer, zij heeft door de natuurlijke opge wektheid, waarmee zij haar verantwoor delijk werk deed, wellicht meer dan ooit eenige andere vorstin in Nederland den band tusschen dynastie en volk aange haald. En in de poging daartoe was niets opzettelijks, niets geraakts. De Koningin- Moeder bereikte dit resultaat door niets anders dan door haar innemende per soonlijkheid en door haar toewijding. Men bespeurde terstond, dat de belangstelling, die zij toonde, niets kunstmatigs had. Alles wat het Nederlandsche volk belang in boezemde, interesseerde haar, omdat zij zich steeds ten volle gaf aan de taak, waartoe zij zich geroepen gevoelde. Steeds en steeds weer gaf zij typische blijken, hoezeer zij zich bewust is, van de waarde der directe aanraking van de vorstelijke familie met het volk, waar zich dat doet gelden .Grooter waarde evenwel wist de Koningin-Moeder aan dip b°zo°ken te Indien gij voortdurend last hebt van schele hoofdpijn als gevolg van een slechte spijsvertering, gebruik dan eens een poosje Foster's Maagpillen, het betrouwbare, zacht werkende laxeermiddel. Alom vtrhrijgbc"" j 0.65 per flacon. Een Heldersche roman door WILLIARIS. 18) u 1 Het was aandoenlijk om te zien, hoe hq de gebaren van zijn dominé trachtte na te bootsen. Door zijn totale gemis aan ontwikke ling maakte hij zich in het oog der men- schen belachelijk. Vooral ook in zijn spreken kwam zijn domheid aan het licht. Hij deed altijd alsof hij het geweldig druk had met zijn werk in de gemeente. Door zijn optreden bewees hij in t minst niet geschikt te zijn voor het ouder lingschap. Hij had geen slag om met de menschen 0111 te gaan. Zonder kloppen kwam hij binnen, keek de kamer eens rond, nam een stoel en ging zitten als was hij in eigen huis. Onder veel aandachtvragend keelge schraap legde hij voorzichtig zijn hoed voor zich op de tafel. Nog steeds zonder te spreken, keek hij van den een naar den ander. Geïnteresseerd volgde de Kluif al zijn langzame bewegingen, ook zonder iets te zeggen. Wat is dat voor een „orang gila" 1) dacht hij. 1) Vreemde kerel: letterlijk, gek mensch Ha daar gaat zijn mond open. Nu zul len we het hebben. Het spel gaat begin^ nen. Hoofdschuddend keek hij eerst nog eens naar Truus, die Flora op haar schoot had genomen en de armen om haar schouders sloeg, als wilde zij het kind beschermen voor den komenden storm. „Ik heb eindelijk toch eens tijd weten te vinden 0111 hier eens te komen kijken. Nu zou ik wel eens heel precies willen weten, hoe het zaakje eigenlijk met jullie in elkaar zit. Ik wil niet veroordeelen voor ik zelf gehoord en gezien heb. Maar alles wat van jou verteld wordt Truus, dat is meer dan treurig. Ik kom hier nu niet alleen als je oud ste broer, dus als je natuurlijke bescher- I mer, maar ik kom hier ook in mijn kwa- I liteit als ouderling der gemeente." De man begon zich blijkbaar warm te maken. Gewichtig schraapte hij weer zijn keel en vervolgde met verheffing van stem: „Nu zie ik met eigen oogen, wat men mij gezegd heeft; namelijk dit, dat mijn i eigen zuster leeft in een onwettige ver- i houding. Dat zij zich zelfs tegenover haar kind niet schaamt, 0111 in zoogenaamde vrije 1 liefde te leven en samen te hokken met j een onwaardig individu." Een breede lach gleed over den mond van de Kluif. Truus zat met een bleek gezicht en hield haar oogen neergesla- 'gen, terwijl Flora haar gezichtje verborg tegen haar moeders borst. Zij was blijkbaar bang voor dien def- tigen man. „Kom me niet met praatjes aan boord, dat je het deed uit armoede! Ik heb toch gezorgd dat je zes gulden steun kreeg van de kerk. Het ontbrekende heb je steeds gemak kelijk kunnen bijverdienen en dat had je vol moeten houden. In elk geval had je je tot mij kunnen wenden, alvorens over te gaan tot dezen stap." „Zuster, zuster, je bent op den slechten weg. Je bent ver afgedwaald, zeer ver zelfs. Maar nog is het niet te laat, nog kan je terug." Plotseling veranderde zijn stem en op streng bevelenden toon riep hij: „E11 nu in mijn kwaliteit als broer en als ouderling der gemeente eisch ik, dat je onmiddellijk dien vent daar de deur uitstuurt!" Trpus bleef zwijgen, een donkerrood overdekte haar wangen en haar oogen fonkelden. De Kluif wachtte nog, nieuwsgierig naar wat Truus zou zeggen. „Geef antwoord Truus, wat moet die kerel nog langer hier. Wat is dat voor een snuiter!?" Maar nu vond de Kluif het welletjes. Nu zou hij ook eens wat in het midden brengen. E11 hij deed dat op zijn eigen verrassende wijze. Onverwachts barstte hq los. at ik voor een snuiter ben, brave zooiensteker! Wel, ik ben reiziger in ruk winden en onweersbuien; en ik ben van plan om je op de vlugste manier de deur uit te trappen. Dat komt hier binnenvallen zonder kloppen, neemt een stoel zonder dat die aangeboden wordt en dan wil je hier de wet komen voorschreven!? jy kan in je kwaliteit van ouderling voro mqn part naar de pomp loopen, daar hoor je thuis. Jy wilt je eigen zuster komei bevelen wat ze moet doen en laten, omdat je haar bijna hebt laten sterven van armoe. Die zes gulden waren lang niet vol doende voor haar en haar zieke kind. E11 zq kon niet gaan werken, vooral niet omdat dat kind nergens heenge bracht kon worden. En zoo'n kind kan je nu eenmaal niet alleen laten, is 't wel? Het is een wonder, dat zq het nog twee jaar lang heeft weten vol te houden. Wat zq in dien tqd heeft geleden, zal ik niet trachten jou aan je verstand te brengen, want dat kunnen je stompe her senen toch niet verwerken. Maar ik zeg je, dat ik haar erom be wonder en haar hoog acht. Maar jullie met je praatjes en al dat zoutelooze gezwam, laten iemand in de ellende zitten. En als dan zoo iemand in zqn wan hoop een voet verkeerd zet, ben je dade lijk klaar om te veroordeelen. Van die praatjes kan niemand leven. Daar is de maag nog niet mee gevuld, maar daden man, daden!! En nu had jq in je kwaliteit als broer en als ouderling toch zeker wel de eerste moeten zqn om daadwerkelijke hulp te verleenen. Maar jq, in je zelfgenoegzaamheid van ouderling der gemeente, ging eiken avond naar bed met een volle maag, ter wijl je zuster en haar kind gebrek leden. Dat weet je natuurlijk niet, hé? Och kom, vertel mq nu wat! •»-- Je begrijpt natuurlqk ook niet, dat het voor een vrouw als Truus pqnlqk is om van aalmoezen te leven! Jij komt hier dadelijk oordeelen en de wet voorschrqven. En dat gaat nu juist niet, mannetje!" De Kluif stond voor hem, met zqn bloote armen heftig gestieuleerend. „Het is omdat je zooveel ouder bent dan ik, anders zou ik je werkelijk de deur uitsmijten." Hq hield de deur voor hem open. „En nu, dappere voorvechter der ge meente; eruit en niet meer erin. Kom me nooit meer aan boord met je praatje, die kunnen we missen als kies pijn. Begrepen? Hij sprak geen woord meer en liep met een schuwen blik langs den Kluif heen, naar buiten. Op straat aangekomen her nam hq onmiddellijk weer zqn zelfbe- I wuste houding. De Kluif zag het wel, maar haalde slechts minachtend de schouders op. „Ziezoo Truusje, dat hebben we alweer j gehad. Ik denk dat we wel geen last meer van dat heerschap zullen hebben." Truus knikte slechts. Zij had altqd geweten, dat dat bezoek zou komen en ze had er erg tegenop ge- jzien. Nu was het voorbq en voelde ze zich opgelucht. Het was gelukkig nog goed afgeloopen, dacht ze. „En nu klein vrouwtje, jij naar bed. Het I is hoog tijd voor zulke kleine meisjes als jq." Maar Flora spartelde dezen keer tegen. „Oom, oom," riep ze, met haar mollig knuistje naar het raam wijzend, waar Hans voor stond en naar binnen keek. Hq wuifde tegen Flora. „Dat is waar ook," riep de Kluif. „Dat was ik door al die soesah alweer ver geten." „Hq heeft een meisje bq zich," zei Truus. „Doe de deur eens gauw open, man!" De Kluif floot tusschen zqn tanden. „Haha," lachte hq. „Het meisje van gis terenavond!' I11 de Keizerstraat, in een huis, be woond door een oude weduwe en haar dochter, had Hans een kamer gehuurd. Het was een zitslaapkamer, boven en aan den straatkant gelegen. Een groot raam gaf een mooi uitzicht in de drukke straat. Hq had de kamer gehuurd, om er rus tig te kunnen studeeren, want hq stu deerde altijd nog, al was het dan ook niet zoo hard als vroeger. De vriendelijke weduwe had de kamer verhuurd, omdat ze hem toch niet ge bruikte en ook al om wat meer gezellig heid te hebben. Zij vond dat ze het goed had getrof fen met Hans. Hij bezorgde haar niet de minste last en al was hij wel eens wat stil en druk bezig met zijn studie, ze had hem maar liever zoo. dan al die drukte, die sommige menschen met zich mee brengen. Hij was juist aan zqn boord bezig, tocri zqn hospita boven kwam met een kopje thee. (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1933 | | pagina 1