MARINE-BRIEVEN UIT INDIË. SNIPPERTJES. (H. Tollens). verstandhouding tot heil van de ge- heele gemeente had samengewerkt", strekt hem tot eer. Het strekt, hem tevens tot eer, dat hij enkele dagen later een dagorder tot de politie richtte, waarin hij het corps een, zeer ver dienden! dank bracht voor 't voortref felijke werk, verricht in verband met de orde-lrandhaving en verkeersrege ling op meergenoemden Zaterdag en zich niet liet beïnvloeden door hen. die onze politie in een kwaad daglicht wensohen te stellen naar aanleiding van bet feit. dat een deel der georganiseer de politiemannen geen vertegenwoor digers zond om aan het défilé deel te nemen Wethouders-schemering. Intusschen: al keurt men den boven gememoreerden front-aanval van ds. v. Hoogenhuize ten sterkste af en al ver heugt men zich in de afweer daarvan door dr. de Vlugt en mr. Roëll (een af weer. die, naar wij geiooven. werd in gegeven door eenvoudigen rechtvaar digheidszin en niét, zooals nier. het thans van zekere zijde voorstelt, door politieke taktiekl). te ontkennen valt niét. dat de S.D.A.P.-sche Raadsfractie overigens nog wat anders dan de drie roode wethouders zélf, tijdens de eerste openbare phase van onze wet houders-crisis op z'n minst genomen zonderling gemanoeuvreerd heeft.... Naar men weet hadden „haar" drie wethouders op haar advies en op dat der Partij-federatie Amsterdam, ontslag genomen. En alhoewel men daarna brieven zond aan de Roomsche fractie en die der Vrijzinnig-Democraten (die beiden, naar het heette, „contract breuk" hadden gepleegd) waarin be toogd werd, dat nu eigenlijk ook de R.K. wethouder Kropman en de V.D. dito Abrahams dienden af te treden.— wenschten de roode gemeentelijke poli tici toch in den grond kennelijk niét dit heengaan; en zeker wenschten zij dat ook niet van den A.R. wethouder Douwes. Zij wenschten, dit is duide lijk, dat de drie aanblijvende wet houders zouden worden aangevuld met nog twee andere „burgerlijke" bestuur- deren, zóó. dat zij zéPf in de sterke positie van „oppositie" konden komen. fn de eerste Raadsvergadering na de vacantie heeft nu echter de Midden stander Weiss roet gegooid in dit nogal doorzichtige tactische spel! Zelf c'aoh- ten zij er klaarblijkelijk niet over per motie het aftreden van de drie genoem de wethouders te eisohen. Maar toen de heer Weiss per motie met zulk een eiseh kwam, durfden zij toch ook niet daartegen te stemmen en zoodoende is nu_ thans het geheele college demissio nair geworden, Nu zal men moeten trachten te ko men tot samenstelling van een geheel nieuw college op zoo breed mogeliiken basis; En dat zal niet gelukken zonder tóch weer den directen of indirecten steun der S.D.A.P.-sche Raadsfractie! oa! zjj hiertoe genegen zijn; zal zij als- rog bet, tegen de Raadsverkiezingen tactische voordeel van in de oppositie staan willen prijs geven?.... En zoo n'pt. wat dan? Dreigt dan niet een in menging vanuit „Den Haag"?.. Dat zin vragen, die men zich thans, gezien e thans ingetreden ingewikkelde s> uatie op gemeentelijk politiek ge- s,p'f- Met spanning stelt! En daar- m nordt, óók niet spanning, nitge- a s e\l naa' Raadsvergadering van het nr'aK< waarin men althans met eantwoorden van die vragen een n^ang zal moeten maken De G E. W. 30 jaar! ste^i-? .'ians' een kwade kans, dat a 'n ^eze kwestie ongetwijfeld, m'pei. pamentelijke autonomie nog I ln hto gedrang komt dan zij den „]!-en tiid, niet alleen hier maar ook meent! reeds geraakte, dat de ge- houw 1102 W0er minder vrijheid van wat 7i"1R kïvsrt dan zij nu heeft; en heel -] 1?-U opzeiht heeft is al een Hettoi-'l minder- mede door de nieuwe schen ^V^ncieele verhouding tus- Dat in f on Gemeenten, dan vroeger, meer w*r2e'bkp omstandigheden nog deer i ,vr°eger die zaken gewaar- een eeh0' i'en- we'kc voor de gemeente komsten ei2en, vaste bron van in- te zien Xor!llen-valt gemakkelijk in veel troi- nder die „zaken", staan als Srne fJd i°»-Paardje zeker Ce Ge- steeds v ü-iectriciteits Werken nog _us .vooraan. volksninf a Vlert °nze G.E.W., in den heeten no2 alUid „Elecira" ge- meenteliilr aar 3°;jarig bestaan a s g- H-as óm overheidsbedrijf. „Electra" liere" X<ü° te zeggen haar „particu- a s die moeder werd in 1890 tio-'s" voor Electrische Sta- geboren en nas in den beginne allerminst een voordeelig kind. In 1892 had deze Mij. nog slechts 227 „verbrui kers"; heel langzaam klom dit aantal tot 500 in 1897. In haar dertiende le vensjaar gaf zij. na geboorte aan de de G.E.W. te hebben gegeven, haar doodsnik. De Gemeentelijke Centrale aan de Hoogte Ivadiik begon in 1903 stroom te leveren. Ook de eerste jaren van het kind waren niet bijster voor spoedig. Het schoot eigenlijk pas met de oorlogsjaren goed in de hoogte. We gens de kolenschaarschte moest men toen wel het electriciteitsbedrijf bevor deren en zoo de oorlog iets goeds heeft opgeleverd dan is het misschien wel dit, dat hij in zoo goed als alle Amster- damsche huizen de gloeilamp heeft doen binnendringen. De stijgende be hoefte deed de Centrale Noord aan den overkant van het IJ verrijzen. Daarna komt een tusschenperiode, waarin de hoofdstad niet meer haar eigen stroom leverde. In 1922 ging het productiebe drijf over naar de P.E.G.E.M. (Prov. en Gem. Electriciteits Maatschappij), welke onder Rijksconcessie werkte, waarmede het Rijk zich het recht had verschaft om, zonder het parlement er in te ken nen, invloed op de electriciteitsvoorzie- ning der districten uit te oefenen. De twee Amsterdamsche Centrales en die te IJmuiden en Haarlem wekten toen den stroom op voor Noord-Holland. De G.E.W. werd niet meer dan een distri butiebedrijf en leverde stroom aan bijna 809.000 personen, die per inwoner ge middeld 300 K.W.U. gebruikten. De ta rievenpolitiek is er in Amsterdam steeds op berekend geweest om door zoo klein mogelijke winst per verkochte K.W.U. den omzet te doen stijgen en dus de totaalwinst te vergrooten. Be langrijk meer stroom per inwoner wordt hier dan ook verkocht dan in steden als Den Haag en Rotterdam, waar de tarieven hooger zijn. Meer dan onge veer 8 millicen per jaar vloeiden de laatste jaren via de G.E.W. in de ge meentekas..Sedert eenige jaren is er geen belangengemeenschap meer tussohen Amsterdam en Noord-Holland wat de electriciteitsvoorziening betreft. We produceeren en distribueeren thans weer uitsluitend en alleen onzen eigen stroom. Een merkwaardigheid van dit succes volle gemeentebedrijf is zeker wel, dat d© bedrijfspolitiek er op even scherp concurreerende w ijze gevoerd wordt als in particuliere bedrijven en men er ook even efficiënt pleegt te werken. De successen, die de G.E.W. in den loop der jaren wist te boeken, zijn zeker niet „slapende" verkregen. De leiding heeft nooit het principe gehuldigd, dat 't er bij een overheidsbedrijf „niet zoo erg op aan kwam" en ook niet, dat er geen reden bestaat in den loyalen concurren- tie-strijd geducht mee te doen. Integen deel: men heeft bij de G.E.W. steeds een scherpe concurrentie gevoerd tegen Darticuliere ondernemingen (tegen in dustrieën en zaken b.v., die met „eigen kracht" werken b.v.) zoowel als tegen andere overheidsbedrijven, met name de Gemeentelijke gasfabrieken. Dat laatste heeft men dikwijls van vele zij den zonderling en niet juist genoemd. De gemeente behoort zichzelf, in eigen huis, geen concurrentie aan te doen, redeneert men dari. De G.E.W. stelt zich evenwel op het standpunt, dat elec- triciteit het voor bepaalde doeleinden in efficiency en practische doelmatig heid verre van gas wint en dat het niet goed is „met kunstmatige middelen de ouderdomskwalen van het gaskous.ie te maskeeren". Overigens dient te worden opge merkt, dat op den duur wel blijkt dat „het gas" zich toch wel degeliik op zijn eigen terrein kan handhaven. Er is in het verbruik dat in 1916 met 104 mil- lioen verkochte kubieke meter een hoogtepunt bereikte een sterke inzin king geweest, maar dat vroegere top- ciifer is thans, tengevolge van verbe terde productiewijzen en verbeterde propaganda, al weer belangrijk over schreden. Zoodat de opgang van den dertig jarigen-jubilaris. die met deze woor den herdacht zij! den eertijds voor- naamsten concurrent niet heeft „weg gedrukt", maar hem zelfs op eigen terrein steviger heeft laten bloeien. 29 Augustus 1933. Beste Jan, De Marine leed in de afgeioopen week weer een gevoelig verlies door den dood van den hoofdingenieur van het M.-E. Van de Wind. Weer een slachtoffer van een van-die gevaarlijke infecties, die je in de tropen op kunt loopen. Velen van ons, marinemannen, zullen den overledene slechts noode missen. Hoe behulpzaam w-as bii niet, als wü iet-s van het M.-E. noodig had den, ai tiid stond hii ons met raad en daad terziide, alles „kon" altijd, kortom, het was een prettige man om mee te doen te hebben. En niet alleen voor de officieren was hij de bereidwilligheid in persoon, maar ook de schippers, de chefs d'euuipages liepen met hem weg, omdat hij aan hunne verzoeken altijd een willig oor verleende. Ook in Nieu- wediep zal zijn verscheiden diep be treurd worden, in het bijzonder door de mannen van het onderzeebootvak, want jarenlang was de heer v. d. Windt be iast met de reparaties aan de onderzee- booten. Dit samengenomen met het feit, dat er in de afgeioopen dagen tot tweemaal toe een luitenant ter zee wegens over lijden uit de ranglijst geschrapt moest worden, maakt, dat er een zekere ver slagenheid over ons komt, waar we toch vooral in Indië aan moeten trachten te ontkomen, omdat dit land reeds depri- meerend genoeg kan werken. We zijn alweer in Balik Papan ge weest. slechts één morgen lagen we te gen den in olie gedrenkten steiger, tot groot misnoegen van een ieder wien het uiterlijk aanzien van zijn schip aan het hart gaat. Alles olie en nog eens olie. Mijlen ver vanuit zee ruiken we den oliewalm al en zie je lang voor het licht schip al den -vuurgloed van de raffina derijen. In de haven drijven plassen stookolie, de fundaties van de steigers zijn bedekt m«i een dikke brei van olie- vet. Loop je met witte schoenen op de steigerplankieren, je kunt ze weg gooien omdat ze onder het vet zitten. De wegen zijn bedekt inet asfalt van de B P M de auto's zijn van de B.P.M., het vervoermiddel de autobus eveneens, de huizen zijn van de directie, de soos is B P M Kortom, er is nergens een plaats aan'te wijzen, waar het bedrijf zoo zijn stempel op de samenleving heeft ge leed als in onze Oost Borneosche olie- haven. Het gezag, het gouvernement, ambtenaren, elders in den Onent zoo een voorname plaats in de samenleving innemende, staat hier geheel op het tweede plan, men merkt er niets van, de oliedirectie regeert daar. Waar er tegenwoordig met ons vaste schip in Curacao verscheidene inwoners van Nieuwediep zijn, die de samenleving van Emma stad aan het Schottegat heb ben meegemaakt, vertel ik deze niets nieuws meer, alleen merk ik voor de zulken op. dat, Koning Olie in Balik Papan veel meer alleenheerscher is dan in de West, daar bestaat tenminste aan den anderen kant van het „Schotte- gaatje" nog een andere samenleving, namelïk die van het gouvernement met zijn ambtenaren, leger en vloot en de goede Curacuuenaars. welke geheel in hun zaken opgaan. De haven verlaten de, zagen we de „Gouden Leeuw" bin- nenstoomen, welke bodem voor een heele poos hier gestationeerd ligt. Dit samenvoegende met de suppletoire aan vraag voor Marine in den Volksraad voor den aanbouw van een mijn en ma gazijn. wijst op het feit, dat onze navy haar stations ook nog buiten Java heeft. En de aanvraag blijkt te noodzake lijker, als je weet hoe er bij ons aller- wege bezuinigd wordt. Reserveofficie ren worden niet meer opgeleid, herha lingslichtingen niet meer opgeroepen, onze goede oude „Hercules" zal niet worden vervangen, en het bassin voor het vliegkamp in Priok zal niet worden uitgebaggerd. Toch vernam ik in Soera- baja. dat, in Holland een Staatscommis sie is ingesteld, welke ook de financiën van de Marine nog eens onder de loupe zal nemen, hetgeen naar mijne meening deze rustig kan doorstaan. Na een week end op Soerabaja. waar we de stafmu- ziek voor de Parade in Batavia meena men. zijn we nu op weg naar de groote haven van West-Ja va. De vlootvoogd (kortgeleden benoemd tot commandeur in het legioen van eer), zal dan eenige dagen met het eskader meegaan en zul len er groote tactische oefeningen ge- houaen worden. Ook zullen we den Gouverneur-Generaal escorteeren op zin reis naar het terrein van de aard bevingsramp op Zuid-Sumatra, kortom samen met de parade en haar vooroefe ningen staat er weer een drukke tiid oor de Marine voor de deur. i. oversteek van Borneo naar Java kenmerkte zich door regen, kou. wind en hooge zee. zoodat er voor de Inlan ders pas van de K.I.S. wel het een en ander te doorstaan viel. Wij zijn dat in Hol.and nog wel zoon beetje gewend, maar hier in de Oost komt dat niet zoo heel veel voor. Mochten wij ons verheu gen op een weekeind in de oorlogsha ven, de divisie onderzeebooten ging door naar Semarang, alwaar de Marine zich in langen tijd niet had laten zien, ter wijl dit toch een van de manieren is om de verloren populariteit terug te win nen. We kwamen afgeioopen week niet in het M.-E. te liggen, maar de boeien op de reede worden door de jagers be zet, terwijl het vlaggeschip de „Java" ten anker kwam. Dat begint weer op vroeger te lijken, niet kameraad? In de Heldersohe Courant volg ik be langstellend de étalage-prijsvraag, maar moet ik tot mijn schande bekennen, dat ik nu reeds na die twee jaren dat ik weg ben, verscheidene winkelpuien niet thuis kan brengen. Is er dan zooveel nieuwbouw en zooveel veranderd? Ook zag ik een opname van de Posthrug. prachtig gewoon het heele aspect van den Kanaalweg schijnt me er door ver anderd. Wat ik echter mis in ons over de ge heele wereld verspreide Juttertje zijn de verslagen der wedstrijden van de Tennisclub „Animo", destijds een der meest gevreesde tweede klassers in Noord-Holland. Bestaat er geen animo meer voor „Animo"? of is het compe- titiespelen er aan gegeven? Daar moet je me toch eens uitvoerig over inlich ten. De tennisbanen op Modderlust worden nu ook keurig onderhouden. Modderlust, onze sociëteit, bestaat al weer een jaar in haar nieuw uitgevoer- don vorm. We kunnen er trotsch op zijn. Lang niet meer zooals vroeger zijn we aangewezen op de Simpang soos en nu geven wij op Modderlust evengroote gastvrijheid aan de burgers van den wal als wü destijds op het platje van Simpang genoten. Bovendien heeft het marine-veeenigingsleven nu ook veel meer op eigen terrein plaats. Onze goede oude Pandjang had het moeten beleven, zoo'n drukte als er nu soms kan zijn (en bovendien geschiedt het innen van de kwitanties lang niet meer op die typeerende wijze als vroeger, nu we den vaderlijken bestraffenden blik van dien knaap moeten missen). Voor Tandjong Priok komende flik kerde het ééne havenlichtje nog even irritant als vroeger. Vertrouwelijk knip- oogende als wilde het zeggen: „Ouwe ratten, er is hier Passer Gambir, schrijf je sok A-oor deze maand maar af". „Jan tje Kaas" zal daar wel weer een tracte- mentje laten. Dit alles roept oude her inneringen bij ons wakker. Jan, en ik ga er diep onder gebukt je niet meer op het eskader als passagiermakker te hebben. Straks vertrekt de mailboot naar Holland .stampvol met gelukkigen en er zal weer een brok in de keel schie ten van menig toeschouwer op de vloot. Maar morgen komt er versche aanvoer uit Holland en kunnen we de baren weer toeroepen: „Hé, je gaat den ver keerden kant uit!" Met eerstgenoemde boot gaan mijn beste wenschen mee, voor jou. de jou wen en geheel de Jutterij. Gonje, HENK. Ervaring blijlt de meesteres van het leven. (Goethe). Doet, wat iedereen loven zou, indien de heele wereld het wist. (Rückert). Wat baten kaars en bril, als d'uil niet zien en wil. (j. steen). Wees uzelf! zei ik tot iemand, maar hii kon niet hij was niemand. (De Genestet). Men blijft, aan het winnen, als men genot opoffert cm smart te ontgaan. (Schopenhauer). Wie den eenen Aoet verplaatst, zet zoo licht er d'ar.d'ren ntist. Een schilder kAAam in een dorpje. Op zekeren dag toen hii op zoekn aar schil derachtige gezichten rond liep te speu ren, passeerde hii een boer. een échte, zoo met een hooge züde. klompen en diepe groeven in zijn bruinen nop. Deze zou ik goed voor mün schilderstuk kun nen gebruiken, dacht hij. Daarom volg- ae hii den boer raar diens woning, trad binnen en gaf ziin wensch te kennen. „U behoeft het met voor niets te doen", ilaar de hoer was er nog niet erg voor te vinden. „Kom man. ik maak "r 12 pop van! zei de schilder. „Och. dat is met was het onverwachte antwoord. Z6i mi, „u krijgt van mij een tien-tie'" „maar", hoe krijg ik' die verf van min gezicht?" t

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1933 | | pagina 15