1 F3FVUHE RUB8IEK
LINDBERGH IN HET LAND ZIJNER VADEREN
VAN ZATERDAG 23 SEPTEMBER 1933.
(AUTEURSRECHTEN VOORBEHOUDEN)
't Jutlertje in een nieuw kleed.
De oceaanvlieger wars van uiterlijk vertoon.
Een kwestie van busparing.
Heden versc hijnt ons „Juttertje" met
nieuwe hoofdjes boven verschillende
rubrieken: een nieuw kleedje, dat wij
bet hebben aangetrokken. In den regel
is bij ons, menschen, het voorjaar de
tijd voor nieuwe kleeren; des winters
wurdt de voorraad geïnspecteerd; wat
nog kan worden hersteld, wordt zoo'n
beetje bijgestopt. maar dikwijls moet
<]e kleermaker of de coupeuse er aan
te pas komen voor een algeheele ver
nieuwing. Voor ons „.luttertje" daaren
tegen is de beste tijd voor een nieuw
toilet de winter; nu komen weer de
lange avonden en de tijd voor lectuur,
raadsels, dam- en schaakproblemen en
*at dies meer zy. En toen wij nu eens
onze geestelijke spruit inspecteerden,
hier met den kleerborstel werkten,
ginds een paar pluisjes verwijderden, en
z'n haar, dat wat in de war zat, weer
wat netjes opkamden, toen bleek ons,
dat zijn pakje eigenlijk wel heel erg
versleten en afgedragen was en dat hij
noodig een nieuw jasje noodig had.
Toen ia onze teekenaar aan het werk
gegaan, heeft op zijn duim en tevens
op zijn potlood gezogen en het resul
taat van een en ander vindt U in het
nummer van heden.
Wy meenen te mogen kunnen zeg
gen, dat ons „Juttertje" een populaire
verschijning is geworden sinds den
datum zijner geboorte en dat een
„Heldersche Courant" zonder „Jutter"
niet wel denkbaar is. Wy hopen ook
1 den inhoud voortdurend te kunnen
vernieuwen en verfrisschen, opdat het
blaadje een welkome gast in de huizen
onzer abonné's blyve!
En hiermede ga dus ons „Juttertje"
in zyn nieuw kleed wederom zijn tocht
voortzetten!
..Dt auto t maken Je mca-
k hen lui".
..Maar flirt rif vnrfnannrre".
Hij onttrok zich aan alle huldigingen.
door
ERIC PF.TTERSOX.
In verband met het feit, dat
het echtpaar Lindbergh ook
een kort bezoek aan Amster
dam zal brengen, geven wij
onderstaand artikel van on
zen Scandinavischen mede
werker, die hierin de ont
vangst van het beroemde
vliegend echtpaar beschrijft
Zooals bekend bevindt Lindbergh
zich thans met zijn vrouw op een nieu
we rondvlucht door Europa om de mo
gelijkheden te bestudeeren van ten ge
regelde transatlantische verbinding met
watervliegtuigen. Hij heeft een uitvoe
rig onderzoek ingesteld, eerst op Labra
dor, toen op Groenlond, IJsland, de Fa-
roer-eilanden, om de meest geschikte
punten te vinden voor de toekomstige
tusschenlandingsplaatsen. En daarna
heeft hli zijn reis voortgezet tot in De
nemarken en Zweden, het land, waaruit
zyn familie stamt.
Kopenhagen In een vreugderoes.
Zoodra het bézoek van Lindbergh aan
Kopenhagen vaststond, was de vroolijke
en gastvrije Deenachc hoofdstad niet
meer te houden Van vreugde, ongeduld
en opwinding. Dagelijks verwachtte
men zyn aankomst, telkens werd men
teleurgesteld en onder dat alles nam de
spanning steeds toe. Toen hij eindelijk
arriveerde, kende de uitgelatenheid
geen grenzen. De eerwaardige straten
van Kopenhagen hadden nog nooit zulk
een schouwspel gezien. Bij tienduizen
den begaven de menschen zich naar de
beroemde Langentinië van de handels
haven om de horizon af te zien naar
het vliegtuig van den „vliegenden
dwaas". Anderen, wier aantal eveneens
in de tienduizenden liep, hadden zich
naar het vliegveld begeven, waar zy
vanaf de vroegste morgenuren bleven
wachten. Er hecrschte een onbeschrij
felijk gedrang onder de meedoogenloos
brandende zon. Straatkooplieden met
waaiers, worstjes en bier deden schitte
rende zaken. Uren gingen er op die
wijze voorbij. Het ongeduld der menigte
nam met elke minuut toe. 's Middags
was de hitte ondragelijk geworden, doch
niemand wilde zijn plaats verlaten. Ge
heel Kopenhagen wachtte op Lind
bergh, bezweet, met opeengeklemde lip
pen, eenvoudig fanatiek.
Tegen twee uur 's namiddags zag de
menigte een paar prachtige auto's van
het Amerikaansche gezantschap naar
het vliegveld rijden. De vrouwelijke ge
zant, Mrs. Owen, een goede vriendin
van de familie Roosevelt, begaf zich
met haar gevolg naar de eerepiaats,
waar zy echter evenveel last van de
felle zon had als ieder ander. Spoedig
daarna was het geheele corps diploma-
tique van Kopenhagen compleet. Ook
de koninklijke familie liet niet lang op
zich wachten. Maar Lindbergh kwam
nog niet.
De kijkers bij den neus ge
nomen.
Tergend langzaam ging de tijd voor
bij. Drie uur, half vier. Er kwamen
telegrammen van de Beensche eilanden
binnen om het passeeren van den lueht-
held te melden. En tegen 4 uur kwam
het ongelooflijke bericht, dat Lindbergh
reeds in Kopenhagen was aangekomen!
Zonder dat één van de 400.000 men
schen in de stad hem zelfs maar had
den zien voorbijvliegen!
Dit bericht was waar, hoe ongelooflijk
het ook klinkt. Lindbergh had de drukte
op het vliegveld verwacht en terwijl
iedereen naar hem uitkeek als uit het
Noorden komende, was hij ten koste van
een grooten omweg de stad uit het Zui
den genaderd. Hy was dan ook niet ge
daald op dat gedeelte van het vliegveld,
waar de menigte hein verwachtte, maar
op het tegenoverliggende gedeelte. Een
paar honderd menschen hadden zich
ook daar opgesteld; zij hadden iets der
gelijks verwacht en werden nu voor hun
Inzicht in Lindbergh's karakter auto
matisch beloond. Op deze plaats lagen
een paar booten in het water; toen de
inenschen Lindbergh zagen naderen,
haastten .zii zich hierop. Lindbergh
landde op het water en trachtte de
nieuwsgierigen te verjagen door met
zijn vliegtuig naar de booten taxiën.
Leeken als zy' waren, vermoedden zij
echter geen gevaar. Om een botsing te
vermijden, moest L-nöbergh weer op
stijgen. Hierop deelde hy aan de Aero-
club mede, dat hij weigerde te landen
en zelfs oogenblikkeliik Kopenhagen
zou verlaten, als de nieuwsgierigen niet
op een afstand werden gehouden. Aan
dit verzoek werd dadelijk voldaan.
De onwillige Lindbergh,
Maar intusschen waren een aantal
autoriteiten naar de landingsplaats ge
sneld. Zii trachtten ook hier zoo góed
mogelijk een officieele ontvangst te or-
ganiseeren, waar Lindbergh absoluut
niets voor voelde. „Ik ben geen kalf
met vijf pooten! Laat ons met rust!"
riep hij in het Engelsch uit. Maar het
gaf hem niets. De president van de
Aeroclub sprak een welkomstrede uit
en daarna verzocht men Lindbergh om
er voor den inderhaast opgestelden
microfoon op te antwoorden. Dat was
meer dan hij verdragen kon en zijn
energiek „Nej! nol., no!.." klonk in
alle Deensche radiotoestellen.
Intusschen was het comité van ont
vangst vrijwel compleet aan de landings
plaats aangekomen. Men verzocht het
beroemde echtpaar om in een luxe auto
naar de eere-tribune te rijden, waar de
koninklijke familie, het corps diploma-
tique en tal van hooggeplaatste perso
nen wachtten.
„Men kon toch geen dames laten
wachten?" protesteerde het comité.
„My'n vrouw is ook een dame en
heeft behoefte aan rust", weerde Lind
bergh af. Het eenige. wat hy wilde doen,
was: in een gewone taxi naar het stad
huis ry'den, en zijn handteekening in
het Gulden Boek zetten. En dan nog
alleen, als er door niet te drukke zij
straten gereden werd!
Toch raakte het geval bekend en toen
Lindbergh met zijn vrouw aan het stad
huis aankwam, had zich daar reeds een
groote menigte verzameld, die brulde
van enthousiasme. De filmcamera's leg
den het komische tooneel vast van de
lange boonenstaak Lindbergh. die
blootshoofds de eeretrap oprende en
zijn kleine vrouw, in een leeren broek
gekleed, achter zich aan trok, alsof het
een ledepop was. Eenmaal binnen,
door
GUUS BETLF.M Jr.
Nee, oordeelde Papa van Driei
gedecideerd, en hij schraapte gewich
tig zijn keel het is er de tijd niet
v»or. Ik zal het niet ontkennen, zoo'n
radio geeft een boel gezelligheid in
huls, maar. het kost een schép geld,"
dat staat vast!
Och, pa. schalde hier de stem van
de achttienjarige Dixy U weet niet
wat u versmaadt! Uw beursberichten.
Papa aarzelde.één oogenblik
slechts, doch Dixy maakte hiervan snel
Sebruik.
Uw beursberichten hebt u toch
ü't de éérste hand... jubelde ze.
Jawel, meesmuilde pa, die zijn
dochter doorzag en jy de danspla-
ten!
Da's flauw! vind Dixy, een pruil-
hp trekkend, maar dan erkende ze
foyaal: Nou ja, waarom ook niet? Ik
n.'n dansplaten, en u uw beurs....!
Zoc hebben we allemaal wat! Ma d'r
kooklessen.
Hier protesteerde mama echter met
klem, betoogend, dat ze in het ge
lukkige bezit van een groote dochter,
toch waarlijk geen kooklessen meer
behoefde te volgen.
Maar onverstoorbaar vervolgde
Dixy, met een guitigen blik op haar
die jaar jongeren broer: En Jan z'n
kinderuur.
Deze snoof hoorbaa>- en tilde met
verontwaardigd gebaar z'n linker elle
boog op.
Ja, ja, vond Papa hier, haar in de
rede vallend, jij verdeelt maar,
n.eisje jij verdeelt maar. Maar d'r
valt niks te verdeelen, want ik koop
géén radio-toestel, ik dót hét niét.
Bah1 zeurde Dixy nog even
door, wie heeft er nou tegenwoor
dig géén radio.
Wjjl constateerde papa met klem.
een donkere dreiging in z'n oogen. En
hiermede was de zaak afgeloopen,
want als papa op deze manier begon,
dan was het beter over deze kwestie te
zwijgen, hetgeen Dixy dan ook maar
wijselijk deed.
Doch voor papa zélf was de kwestie
niet afgeloopen. Integendeel.in z'n
hart moest hij zijn dochter gelijk ge
venwie had er tegenwoordig nou
géén radio. Wie? Alleen zijde fa
milie van Driell Maai tochhet
kostte een schep zeld, zoo'n toestel, en
zelfs centrale.al was het nog zoo
weinig, kwam hem nog te kostbaar na
die laatste salarisvermindering. Het
waren dan ook tijden tegenwoordig..
brr.1 En wie weet wat hem nog bovpn
zjjn hoofd hing! Neeals ie nou 'ns
een buitenkansje had. een fijn bui
tenkansje.... dat-ie bijvoorbeeld op
een aardige goedkoop» manier aan
zoo'n ding kon komen. ja, dan.
En.... het geluk was hem gunstig.
Van een kennis, die plotseling naar
het buitenland vertrok, kon pa een
luidspreker overnemen.voor een
krats, ja, werkelijk, zóóiets mocht je
gewoon niet laten gaan Dat was dus
tenminste iets, nu nog muziek.
Opeens schoot hem te binnen, dat
zijn buurman Halbertsma een toestel
had.... een pracht van een toestel!
Dat was dus een ide mischien,
dat die..., ze gingen nogal goed met
°lkaar om. erg goed. en als-ie hem
nou 'es vertelde. enfin, dat hoefde
hy hem niet te vertellen. Halbertsma
was van z'n omstandigheden goed op
de hoogte. Nee. maar. dat - ie
daar nou niet eerder aan gedacht had.
En opgewekt opeens, stapte hij dien
avond de deur uit.
Wat doe je toch man? informeer
de zijn vrouw, met een lachrimpel om
haar mond, eenige dagen later, terwijl
ze keek naar haar man, die bezig was
met een geweldige boor een gat te ma
ken in den muur, die zijn huis scheid
de van dat van Halbertsma.
O, niets.ehniets.deed
van Driel achterdochtig.
Nou. ja, niets, dat is toch maar
onzin, je boort toch niet voor niets een
groot gat in den muur.
Nou ja. weerstreefde de heer des
huizes, zonder verder op de vraag in
ti gaan en ijverig begon hij met ver
nieuwden moed aan het toestel te
draaien. Op dat moment werd de deur
opengeslingerd en Dixy tolde binnen.
Oh, pa wat eenig. Bent u timmer
man geworden?
Veeg je voeten, kind! zette papa
zyn dochter terecht.
Heb ik altijd wel gezegd, ging deze
onverstoorbaar verder. Dat baantje
bij dien effectenman is niks voor je.
absluut niks, enne.... Ma, vervolgde
ze dan opgewonden mag pa dan
meteen die boekenplank op rayn ka
mer even maken.... dat kan ie dan
meteen mooi doen!
En met een zwaai van haar tasch
schoof ze naar boven, nog vluchtig
omlaag gillend: Je komt wel, hè.
ehtimmerman? Als je niet te duur
bent tenminste.
Maar des avonds, toen ze met zijn
vieren rondom de tafei zaten, werd er
gebeld. Het was Halbertsma. Met zijn
gewone luidruchtighid kwam hij bin
nen.
Menschenblyf zitten, blijf ztï-