IN DIENST VAN HET VADERLAND
ALFRED NOBEL (18331933)
VAN ZATERDAG 7 OCTOBER 1933. (AUTEURSRECHTEN VOORBEHOUDEN)
DESILLUSIE
HINDENBURG Stf JAAR.
Eeu leven van groote plichtsbetrachting.
door
Dr. J. SCHENK HOF.
Hoevele jaren zün nu reeds op eiken
tweeden Oetober onze gedachten uit
gegaan naar den man, die van zoo be
slissende beteekenis is voor een der
groote mogendheden van Europa? Hoe
is nu ai minstens 20 jaar lang de naam
Hindenburg als weinig andere gewor
den tot een symbool van wat boven
politieke verdeeldheid staat, boven
kleinzielige twisten, zuiver en onbe
smet, zelfs door tegenstanders geacht!
Wat kunnen wjj zeggen, bü den 86sten
verjaardag van den grijzen veldmaar
schalk, zonder in herhalingen te ver-
Rljkspresident von Hindenburg.
vallen? Zijn figuur, zijn bewogen leven,
zijn zoo door en door bekend. Zeif zei
hy toen hij I deed aan het verzoek om
den zwaren last van het presidentschap
op zich te nemen: ..Mijn leven lig: open
voor de geheele wereld. Ik meen, ook
in moeilijke tijden mijn plicht te heb
ben gedaan. Als deze plicht mij nu ge
biedt om met de grondwet als basis,
zonder op partijen, personen en af
komst te letten, op te treden als rijks
president, dan zal ik niet te kort schie
ten!"
Met die eenvouJige woorden nam de
toen reeds 78-jarige de zware taak op
Z'ch. ge'rongen coor zijn onw.-'.khnpr
plichtsbesef, dat wel het beste zijn per
soonlijkheid teekent. Hil is een Prui
sisch edelman, een Duitsch militair.
os
doch bü hem denken wü daarbij slechts
aan het goede, niet aan verwerpelijke
eigenschappen. Hü heeft eens gezegd:
..Voor het vaderland kan men mij de
beide handen afhakken, doch voor de
partijen voel ik nieis!" Zoo kon hij de
verantwoordelijkheid van zün hoogs
ambt dragen op voor de geheele wereld
voorbeeldige wijze.
Zijn groote gaven en bewonderens
waardige eigenschappen huizen ge
lukkig voor zjjn land in een krachtig
lichaam, door ouderdom nog niet ge
broken. Geheel ongebroken is ook zijn
geest; heeft hij niet nog betrekkelijk
kort geleden gezegd: „Ik ben door mijn
leeftijd en ambt er op aangewezen om
met oude menschen te verkeeren en
samen te werken, doch ik hoop en leef
mee met de jeugd ce toekomst en de
ktacht van het voik
Wjj kunnen over zijn eigenlijke car
rière, die overigens schitterend verliep,
k'irt zün. Hü had z'ch daaruit reeds
t* mggetrokken. was reeds drie jaar op
pensioen, topn N ui op 22 Augustus
1114 de keizenyke kabinetsorder be
rt ikte, die hun tot opperbevelhebber
maakte van her achtste leger in Oost-
Pu.isen. De maand was nog niet om,
of Hindenburg's naam weerklonk loor
de wereld na zijn geweldige overwin
ning bü Tannenberg.
Het woord plicht wordt in het leven
va:i Hindenburg met hoofdletters ge
schreven. Plichtsvervulling Ln den bes
ten zin beteekent echter zichzelf over
winnen, het eigen welzijn onderge
schikt maken aan dat van de samen
leving. De persoon van den veldmaar
schalk heeft dit woord op voorbeeldige
wijze belichaamd. Zich nimmer bekom
merd om eigen populariteit heeft hij
zijn leven lang zoo gehandeld, zooals
zijn plicht voor God en de verantwoor
ding voor zijn volk geboden heeft. Men
heeft den veldmaarschalk wel eens ver
weten, dat hü verkeerd gehandeld heeft,
toen hij in de Novemberdagen van 1918
zijn keizer zelf den raad gaf zich van
het leger te scheiden en naar Holland
uit te wijken. Dergelijke critiek is niet
geheel terzake, zii treft niet de kern dér
zaak. daar zij de persoonlijkheid van
Hindenburg geen recht laat wederva
ren Voor dezen man, die soldaat en
opperste legeraanvoerder was, beston
den er geen politieke overwegingen,
maar er was allereerst de plicht om als
trouw paladijn zijn vorst te redden. En
om zijn keizer het twijfelachtige lot te
besparen in een muitend en -revolutio
nair vaderland terug te keeren, legde
hij zichzelf de taak op het leger in een
voorbeeldige tucht naar Duitschland
terug te brengen. Deze daad alleen is
beslissend; politieke beschouwingen
achteraf hierover of Hindenburg's raad
voor de aanstaande ontwikkeling van
het Duitsohe lot doelmatig was oi' niet
zijn overbodig, veranderen in elk geval
niets aan de waardeering van de hooge
zedelijke handeling op zichzelf.
De wijze, waarop Rijkspresident Hin
denburg zich van zijn moeilijke taak
heeft gekweten temidden van politieke
verwarring, kan slechts gekenmerkt
worden met dat eene woord: Plicht.
Hindenburg heeft altijd boven de par
tijen gestaan en heeft dikwijls met
straffe hand geleid. Maar zelfs zijn te
genstanders, die zoowel in rechtsche als
linksche groepeeringen bestonden, heb
ben steeds met grooten eerbied van de
waarachtige grootheid van zün figuur
getuigd. In tijden van groote verwar
ring was hii het. die het Duitsohe volk
bijeen heeft gehouden. Hij legde een
groote trouw aan den dag voor hel
Duitsohe volk en het Duitsohe land.
De figuur van von Hindenburg is
den laatsten tijd sinds hü het kanselier
schap opdroeg, moest opdragen aan
Adolf Hitier, wat op den achtergrond
geraakt. Slechts in enkele gevallen nog
wordt de grijze president uitgenoodigd
met zijn persoon feestelijkheden of
groote gebeurtenissen op te luisteren.
Het is moeilijk na te gaan of von Hin
denburg de huidige ontwikkeling van
het politieke leven in Duitschland zoo
gewenscht heeft. In alle geval wordt hij
door de nationaal socialisten op het
tweede plan gedrongen. De leiding van
den Duitschen staat heeft hij tegelijker
tijd met het kanselierschap in handen
van Adolf Hitier overgedragen. Hinden
burg is een embleem geworden, een
schoon embleem van een voorbijen tijd,
een figuur, die eens in verkiezingen
tegen Adolf Hitier werd geplaatst en
het van hem won...Nu is hij in zeke
ren zin een overwonnene, die met ge-
pasten eerbied, een oprecht tegenstan
der waardig, door de tegenwoordige
macht-hebbers in Duitschland behan
deld wordt.
door
ir. A. SLINGERVOET RAMONDT.
De heer Slingervoet Ramondt schreef
naar aanleiding van het feit, dat het op
21 October a.s. 100 jaar geleden is, dat
de groote natuurkundige Alfred Nobel
(stichter van den Nobelprys werd
geboren, in een vaktijdschrift een
artikel over dezen geleerde, en was
zoo vriendelijk dat ter overname
aan de „Heldersche Courant" af te
staan. Wy meenen, dat ook velen van
onze lezers gaarne iets meer van deze
groote figuur zullen willen vernemen
en hebben dan ook dankbaar van dit
aanbod van onzen stadgenoot gebruik
gemaakt.
Hier volgt het eerste gedeelte van
bedoeld artikel.
Redactie Held. Crt.
I.
Het gebeurt niet vaak, dat de naam
van een wetenschappelijk werker, van
een groot-industrieel of van een uitvin
der eene groote bekendheid krijgt on
der het publiek van alle landen. Namen
van zich bizonder onderscheidende vor
sten, van veldheeren, van groote staats
lieden bereikten vroeger, en thans nog
veel meer door liet verspreidend ver
mogen van de pers en den radio-om
roep, de groote massa; we denken
slechts aan Napoleon, Bismarck, konin
gin Victoria, Kruger, Wilson, Focli en
tal van anderen. Sneller evenwel spre
ken namen van film-helden en boks
kampioenen tot het gemoed van die
groote massa. Maar als troost mogen
we bedenken, dat die dan ook spoedig
weer vergeten zijn.
Namen echter van groote ontdek
kingsreizigers, zoowel op het gebied
der geografie, als op dat der andere na
tuurwetenschappen blijven voor het pu
bliek meestal nietszeggend. Wat weet
de „man in the street" van'Ph. Visser,
van Einstein, van Van 't Hoff, van
Bernard Shaw, van Deterding? Hy kan
u beter vertellen, welke scheidsrechter
by den voetbalwedstrijd HollandBel
gië fungeerde en wat het nieuwste
mopje van Louis Davids is.
Tot de uitzonderingen op den in den
aanvang genoemden regel behoort o. in.
Edison. Ook vóór de lichtweek van
1929 werd gehouden, was zijn naam bij
groot en klein bekend. En zoo is het
ook, maar slechts ten deele, met den
door
GUUS BETLEM JR.
Het was één dier vele, mooie na
Jaarsdagen, dat Bert Gom pers in z n
eentje wat doelloos over het nagenoeg
verlaten strand wandelde.
Frisch woei de wind door z'n blonden
haardos en onwillekeurig wierp hij
hoofd met een ruk naar achteren.
U staarde even over het woeligt.
8,'huimende water, dat er plotseling
^eer geheel anders scheer uit te zien
°aii nog slechts enkele weken geleden.
'hep ademde Bert den geur, die op-
uit de duinen.
Hij prefereerde sterk de stilte van
het na-zeizoen boven het roezemoezi
ge, mondaine leven in de Augustus
dagen, toert de badplaats letterlijk nog
overstroomd was door pensiongasten
en dagjesmensehen.
O, niet dat hij niet hield van uit
gaan. zeker, alles op z'n tijd....
maar toch zou Bert nooit de natuur
verwaarloozen voor eenig amusement
in een dompig, afgesloten lokaal, daar
mee doelende op de bioscopen en dan
cings, waarvan de badplaats er vele
rijk was.
Een oogenblik stond Bert stil om
een sigaret aan te steken. Den lucifer
achteloos wegwerpend, volgde hy on
willekeurig met de oogen de richting,
waarheen het kleine stukje hout dooi
den wind werd gedreven.... en tege
lijkertijd viel zijn blik op een pakje,
dat even verder op het strand bleek te
liggen.
Met eenige haastige sprongen was
Bert erbij en even later hield hy op
gewonden, een gele enveloppe in de
hand.
Een oogenblik keek hy verwonderd
naar het blanco papier, dat hij om &u
om draaide; dan, bemerkend, dat zii
niet was gesloten, opende hij de enve
loppe en haalde met voorzichtige, aar
zelende vingers den inhoud eruit. Het
waseen foto! Een oude, maar nog
vry duidelijke fotol
Beduusd staarde Bert naar het
knappe, aantrekkelijke gezichtje, dat
hem opeens voor oogen werd getoo-
verd en peinzend, met een diepen rim
pel tusschen de wenkbrauwen, nam hij
plaats in het zand.
Dit moest overdacht worden....
ernstig overdacht!
Meer nog dan hij ontvankelijk was
voor de schoonheid van de natuur,
was hy voor de lieftalligheid en aan
trekkelijkheid van een aardig, spre
kend meisjeskopje, en Bert was er
geenszins de jongen naar dit onder
stoelen of banken te steken. Integen
deel, graag roemde hy de frischheid
van een gebruind, vroolyk meisjesge
zicht en het was dan ook geen wonder,
dat hy thans, bij het zien van deze
foto, een oogenblik in de war raakte.
Hij floot eens tusschen zijn tanden. En
onwillekeurig rees de vraag by hem
op, of het meisje in kwestie nog hier
zou zijn. in de badplaats. Bijna on
middellijk kwam hij tot de conclusie,
dat dit waarlijk het geval moest zijn,
aangezien de enveloppe er nog tame
lijk schoon uitzag en dus betrekke
lijk pas moest zijn verloren.
O, maar dan zou hij haar ook vin
den dan moést hij haar vinden,
of hij heette geen Bert Gompers. De
kans was té mooi om te laten voorbij
gaan, nu hij, door middel van de foto,
een ongezochte gelegenheid kreeg met
haar in kennis te komen. Een gele
genheid, waarvan hij zou weten te pro
fiteert)), dat was zeker!
Edoch.... er gingen drie dagen
voorbij, waarin Bert tot bij het onbe
schaamde al', het armzalige restje pen
siongasten, dat in de kleine badplaats
was achtergebleven, bestudeerde en
het bezorgde hein reeds raenigen boo-
zen blik uit de oogen van de bescher
mende mama's, die onder zijn vor-
schende, zoekende blikken hun doch
ters in gevaar dachten.
De geheimzinnige schoone was en
bleef onvindbaar.
Bort was wanhopig en al besloten de
toto te verscheuren, toen bya plotse-