II AMSTERDAMSCHE Iw
BRIEVEN
Vriendschag tusschen Kind
en dier.
leste het doel van de zeereis: de
Eordkaap!
I (jmspof'd door de golven van de
v»ordeliike IJszee, staan de bergen
Jfj| uit zee. onbewogen in een dood
stil Praoht' men nerKens zoo kan
rös'
»iin te ledigen op het einde van de
j|p - «w
.ntreffen. On d-«n h0o«s«en top ver
ft,, een bescheiden restaurant, waar
ieder gewoon is een glas schuimen-
ïliP
*un '""Kr" "ii "ei eiiuie van oe
|inZ, reize naar het hoogtepunt van de
„jS- de Noordkaap! Des winters moet
M hier een beklemmende eenzaamheid
als alles rondom zwijgt en zoowat
v... spoor van menschelük leven is te
jennen. Dan zorgen alleen de vlam-
ffl?n van het Noorderlicht voor iets
meer wezenlijken aard in de duis-
jpfjjis. die alomme heerseht. Maar des
diners, met de witte nachten van het
yoordelitkste punt van het lang-gerekte
doorwegen, gaat de zon er niet meer
^der en staat de nacht de midder-
nachtszon haar purperen gloed uit te
stralen.
Het terugkeeren gaat nu zeer snel,
de booten doen dan geen havens
mffr aan, varen geen fjorden meer in,
stevenen recht aan naar Bergen. Sta
ringen en Oslo, waar de tocht een einde
jeemt.
Keen, nog niet geheel, want nu staat
psnemarken nog op ons programma,
ils 'aatste der Skandinavische landen,
poch daarover in een slotartikel.
ONBREEKBAAR...,
reeds te loeren toepassen, dan moet het
kind pen kameraad hebben in dm vorm
van een huisdier, waarvan hti kan iou-
aen en voor zorgen en wiens liefde hii
moet trachten te winnen.
Zijn er bezwaren dat het kind een
hond krijgt, dan vervangt men deze
iOf>i pen kaf of door eon vogel.
Gevleugelde vrienden zijn zóó ver
trouwelijk tegenover het kind. leeren
h't zijn hand eten en begroeten hem
•voor een vroolyk op en neer springen
o> het stokje.
eelal hebhen kinderen plezier in het
aquarium met goud- of andere vischjes.
hetgeen kinderen eveneens afleiding
geeft en hen leert de dieren te bestu
deer en.
Ouder geworden zijn er mooie tropi
sche vischjes waaraan zij h".r. zvrgen
kunnen besteden, en waarvoor b.v. door
hen het water op temperatuur gehou
den moet worden door electrische
lampjes e. d.
Een schildpad, die des zomers buiten
en des winters in huis is. leert het
kind. dat hem dagelijks voedsel geeft,
kennen en" komt bij het hooren van zijn
naam naderbij.
Dieren kunnen zich zóó hechten aan
kinderen, dat zij dit op verschillende
wijzen zullen toonen en het kind hier
door tevens gezelligheid in huis ver
schaffen, doordat hij n.et hen kan pra
ten en begrepen wordt.
(Dit Ente, Berlijn)
„Djt ral een dure grap voor je vader
•orden, kwajongen! Het U onbreekbaar
(Im!"
DE HOND
door
MOHIKAAN'.
at is nti eigenlijk een hond?
Een dier, dat me. je gaat en komt!
Het gaat mee uit, 't trouwe dier....
II ar of je heengaat, daar of hier.
Overal volgt het je. nooit gaat 't heen!
I jand'n en booswichten bijt hij in 't been'
En als je hem roept, dan antwoordt hij
ti'. „Waf!"....
D>t noemen de menschen nu het „geblaf
Ziehier de beschrijving van het beest,
Hij is de trouwste, die er ooit is geweest!
Lerend speelgoed, dat bij
draagt tot de opvoeding.
Een geZjD roet meeriere zusjes en
hertjes biedt paedagngen veel studie-
Materiaal, lazen wij in een vakkundig
MNschrift.
Maar, vragen wij ons af. hoeveel ge-
innm zjjn er tegenwoordig niet, cie
Wn, hoogstens twee kinderen be-
5"8an?
1'eze worden jammer genoeg veelal
er*end, leeren zich te weinig geyen
*j?enover anderen en het gevolg hier-
n 18 ego-centrisrh w orden en dat zi.i
lateren leeftijd moeten boeten, wan-
r z.Ü in het werkelijke leven komen
«Hn. Zij zullen dan ervaren dat nien
J1'rekening houdt met kuren en gri -
3 die ip het ouderlük huis door de
"Iters werden gezien,
j.ten onrechte geldt het spreek-
J!" Wat gij niet wilt dat II Re-
Krlt, doe dat ook san een ander niet.
]3 barheid, die in den schoot des
„/"s ai vroeg geleerd en toegepast
•Jpj worden, wil men zijn naaste op dr
*iize behandelen,
hri er in een gezin niet meerdere
au au principe onder mg
Waar zijn we thans aan toe?
Nog heeft ons nieuwe bestuurscol
lege geen nieuwe daden laten zien
waaruit we zouden kunnen opmaken
waar we nu, na de wethouderscrisis
tenslotte aan toe zijn. Daar is in den
korten tijd, dat het aan het bewind is
ook nog niet veel gelegenheid voor ge
weest Maar zoo goed als de drie afge
treden socialistische wethouders reeds
in het publiek rekening en verant
woording hebben afgelegd van de op
positie die zjj en hun fractiegenooten
van plan zjjn in den Raad te gaan voe
ren, zoo hebben dezer dagen twee
van de nieuw gekozen wethouders na
melijk de Vrijheidsbonders Walrave
Boissevain en dr. Vos per redevoering
in een openbare vergadering duidelijk
te kennen gegeven hoe het huidige
„burgerlijke" college zijn eigen positie
ziet. Die positie is er een waarbij h^t
zeker niet vast kan rekenen op een
meerderheid in den Raad; de Midden
standers, die, om zoo te zeggen, voort
gaan met het voeren van een zig-zag
politiek zijn daarvoor een te onzeker
element en zullen in vele gevallen op
de wip zitten. Het nieuwe college
weet, aldus genoemde woordvoer
ders, dat het „elk oogenblik gemaakt
en gebroken kan worden", dat het,
bij het doorvoeren van bezuinigings
maatregelen, b.v. die het voor ae „sa
neering" van de. stadsfinanciën, zoo
als die thans door de stedelijke regee
ring begrepen wordt, noodig oordeelt
„elk oogenblik een motie van afkeu
ring te wachten heeft". Bij voorbaat
werd echter nu verklaard, dat het col
lege zich daarvan niet veel van zal
aantrekken. „Wij zijn de laatste moge
lijkheid om Amsterdam te regeeren"
Amsterdam moet geregeerd worden,
verklaarde hjj verder; „als het kan met
medewerking van den Raad, als het
moet zonder zijn medewerking". En dr.
Vos zeide hetzelfde met de nog wat
sterker woorden: „Wij hebben thans
een homogeen college, dat voor niets
zal wijken, ook voor geen politieke
moties". Daarenboven haalde hij, door
te verklaren dat, naar zijn meening,
de Landsregeering voor 100 peet. ach
ter dit College zal staan, ook nog even
de stok van achter de Haagsche deur
vandaan.
Ik geef hiermede zuiver objectief het
standpunt weer waarop het nifuwe
college zich schijnt te stellen. Even
zuiver objectief blijvend kan men niet
ontkennen, dat door dit standpunt
heen, als 't ware, een ietwat met fascis
tische tendenzen bezwangerde wind
waait. Een wind die ongetwijfeld den
laatsten tijd vaak ook in vele hoofdste-
deiyke kringen krachtiger is gaan
waaien, al kan men nog lang niet van
een storm spreken. Een stevig briesje
is het echter al wel-
Subsidie-schemering.
Dat het in de komende begrootings-
debatten overigens flink zal stormen
tegen de verschillende nu reeds voor
gestelde bezuinigingsmaatregelen en
vooral ook tegen diverse subsidiever-
lagingen is zeker. Thans reeds be
merkt er men allerwege de voortee
kenen van, bestaande uit de oprichting
van verschillende Comités van Actie
uit de bedreigde vereenigingen en de
tallooze pers-conferenties die deze vei-
eenigingen en comité's beleggen ten-
einde den voike kond te doen. dat als
PT bezuinigd moet worden (en dat
er, wij zijn ruim van geest ge
noeg om dat zelf ook wel te zien. -
Hit <>r dan meestal, met een soort
zelfvoldoening, aan toegevoegd!) an
deren maar moeten voorgaan en -deze
instelling ..deze" vereeniglng. \o -
recht cn Wildheid pas ir de al-
lerlaatste plaats komt. Op het pad der
bezuiniging, kan men zeggen, heerseht
een beleefdheid als nergens anders ter
wereld! Een ieder, geen een uitge
zonderd! zegt tot al de anderen, met
een beleefd en uitnoodigend gebaar
"Gaat U voor, gaat U voor!"
In de komende begrooting wordt
vooropgesteld, dat er op de gemeente
lijke subsidies minstens drie ton moet
bezuinigd worden. Van de vereenigin
gen en instellingen met „sociaal-
hygiënische" strekking wil men dan
het minste afnemen: hun subsidie wil
men met niet meer dan 2l/j verla
gen; aan de andere instellingen en
vereenigingen, die thans mede eten uit
de gemeentelijke ruif, zal vervolgens
10 a 15 van het stedelijk voer ont
nomen worden; enkelen zullen er zelfs
geheel en al van dien ruif verwijderd
worden. Het spreekt vanzelf, dat nu
ook letterlijk iedere gesubsidieerd
lichaam recht meent te hebben op de
omschrijving „sociaal-hygiënisch". En
het moet gezegd: de omschrijving is
vaag. Maakt men eenmaal onderscheid
in de verschillende subsidie-verminde
ringen en wil men niet een bepaald
percentage vermindering over de ge-
heele linie, dan ondervangt men
met zulk een omschrijving als maat
staf toch niet een zekere „willekeur".
Het ware dan ook misschien maar
beter geweest indien B. en W. eenvou
digweg verklaard hadden „wjj vermin
deren die en die vereenigingen meer
dan de anderen" omdat wij ze nu een
maal van minder groot en algemeen
nut achten. De „zekere willekeur"
ware daarmede niet uit de wereld ge
weest, maar men had dan tenminste
eerlijk gezegd, waar het nu tenslotte
toch ook op neer komt. Op de opvat
ting namelijk, die men op liet Prinsen
hof nu eenmaal over de waarde van
een particuliere instelling voor de stad
in het algemeen heeft. Over die „op
vatting" valt eigenlijk moeilijk te pra
ten ook; zij berust eerder op een „ge
voel" dan op tastbare feiten en bewijs
bare gegevens. Er over debatteeren
lijkt vrij vruchteloos. Eenvoudigweg
laten voor of tegenstemmen is eigen
lijk de eenige, eerlijke— weg.
Nochtans zal, zooals het nu is, ge
lijk gezegd, de woordenstorm over
de nieuwe subsidieregeling in den
Raad niet gering zijn
Colportage-waan zin
Zooals in den aanhef ook reeds ge
zegd wachten we nog op de eerste
nieuwe daden van onze nieuwe stede
lijke regeering. Enkele kleinere nieuwe
maatregelen dan altijd uitgezonderd.
Tot die kleinere maatregelen valt te
rekenen het onlangs afgekomen ver
bod om met luider stem met gedrukte
of geschreven stukken of afbeeldingen
te venten in verschillende, met name
genoemde straten van de binnenstad.
Een terecht genomen maatregel, die
niemand met eenige rechtvaardig
heidszin zal kunnen uitleggen als ge
richt tegen een bepaalde richting of
partij. Tmmers het feit bestaat, dat par
tijen van de meest uiteenloopende
richtingen de laatste maanden steeds
orootere aantallen colporteurs met
populaire bladen en geschriften de
straat op stuurden, waar zy, dik
wijls ook nog getweeën en in duo de
meest krachtige en onwelluidendste
refreinen aanhieven om hun papieien
heilboodschappen aan den man te bren
eren Vooral de Kalverstraat en het
Damrak, mitsgaders de naaste omge
ving hadden te leiden van dit offen
sief; dat veelal het toch al ingewik
kelde voetgangers-verkeer belemmer
de en het toch al beruchte Amsterdam-
sehe stads-lawaai nog wat meer be
rucht en onuitstaanbaar kwam maken.
- et IS, ook uit dit hand over hand,
of liever keel over keel toegenomen
colporteeren, valt het op te maken,
merkwaardig hoevele lieden achter
hun schrijftafel precies weten waar de
redding uit den crisisnood ligt, en waar
ons toekomstig heil en hoe weini
gen achter de bestuurstafel iets tot die
redding en dat heil weten bij te dra
gen Met dit al is het nieuw e eoipor-
tage-verbod, dat niet absoluut is,
want in de opgesomde straten blijft
colporteeren, mits niet met „luider
stemme" toch nog geoorloofd, een
zeer noodzakelijke en gerechtvaardig
de correctie op een uitwas die lang
zamerhand bepaald ziekelijke vormen
dreigde aan te nemen. Wie hier
spreekt van „een eerste stap in een ge
vaarlijke richting" en van het gevaar
dat hieruit „al te spoedig verdere vrij
heidsbeperkingen kunnen voortvloei
en" bedrijft een nare vorm van dema
gogie. Niets meer en niets minder
Onze moderne afgod.
Men zou het ook eeu vorm van rnis-
leiuing, uezen keer uan eenter van een
soort zeuuiisieiüiug van net geneeie
ïneuscnenjiie ras, aluinen noemen, nat
wjj, nu er zoowel te water ais te
iaiiU al te veel vervoermidueien zijn en
er, op geen enkele economiscne oi an-
uereii leuenjae gronu vait te bewijzen
uat we steeds maar weer nieuwe en
snellere verpiaatsingsmogenjkneaen
noodig heboen, aitya maar weer
uoorgaan nieuwe tecniusche uitvindin
gen te uoen op vervoergebied eu de
snelheid altijd maar weer traenten op
te voeren. De techniek tn de snelheid
is van den modernen mensen een soort
aigod geworden oie hij aanbidt,
waarvoor hy altijd weer in vervoering
geraakt, zonuer eigeniyk te weten
waarom. Zoo ging uan ue iaatste dagen
veler belangstelling weer uit naar net
z.g. „bliksemvaariuigdat den Zand-
voortenaar Stoete omangs uitvona en
waarvan hij een model met succes oe-
monstreeru. Deze nieuwe vinding,
die een soort kruising tusschen een
tractor en een boot is, en die hy deze
demonstratie, als model tenminste, zeer
voldeed, is misschien wel de voor-
iooper van het schip der toekomst,
waarmede men op het water al dade
lijk, naar de uitvinder vast geleefd,
„ver over de honderd kilometer" zal
kunnen halenEnfin: het water
verkeer mocht dan ook wel eens een
knipoogje hebben van den afgod voor
noemd, de afgod die de laatste jaren
het luchtverkeer zoo kennelijk voor
trok! Trouwens nog dezer dagen heeft
hij ook dat laatste verkeer niet geheel
en al van zjjn gunsten verstoken ge
laten. Op Schiphol toch stond hij tevens
ais wonder-fee aan de wieg van het
jongste Pander-Indië-vliegtuig, waar
mede luitenant Asjes binnenkort in
niet meer dan drie en een halven dag
naar onze Oost hoop te vliegen met
een snelheid van gemiddeld 365 km
per uur.
Het goede van al deze snelheids-ver
overingen en afstandoverwinningen is
misschien in hoofdzaak nog wel dit:
dat we in de toekomst elkaar zoo snel
en gemakkelijk kunnen bereiken ten
einde zoo efficiënt mogelijk te confe-
reeren en tot besluiten te komen over
de meest geschikte wijze om van het
noodlot, dat onze moderne afgod ons
oplegt, af te komen Maar dit is mis
schien een wat al te pessimistische en
al te philosofische beschouwing! En
overigens moet deze brief thans op de
snel-werkende tram-bus en op den
snellen trein naar Den Helder. Toch
maar makkelijk, dat je zoo laat nog
kunt posten!! Neen, die afgod heeft
toch nog wel iets goeds ook
IDYLLE IN DE BERGEN.
„Liefde maakt Wind".
(Guérin McscWno, Milaan)