i cekcirusfplannen voor Curaoao
Het schaakspel.
Het zusje.
door
&Öue Excellentie
B. W. T. VAN SLOBBE,
i-otrverneer van Gura^ao.
Thans is het wel de meest ongun
stige tijd toekomstplannen uit te voe
ren. Voor zoover ze in uitvoering zijn,
of zijn opgezet, maken de moeilijke
economische omstandigheden, die ook
voor West-lndië gelden, het wellicht
onmogelijk ze verder door te voeren
of daadwerkelijk in uitvoering te bren
gen. Want ieder toekomstplan kost nu
eeumaal onvermijdelijk geld. En het is
de zeer groote vraag, of het benoo-
digde geld ter uitvoering, wel zal kun
nen worden gevonden.
Uit de Troonrede blijkt, dat de toe
stand te Cura^ao nog niet zoo heel erg
ongunstig was. Maar florissant is de
toestand er natuurlijk evenmin. De
handel vooral heeft leelyke klappen
gekregen. Wat de scheepvaart aan
gaat, zijn te Cura<;ao weliswaar onge
veer evenvefr schepen binnen geloo-
pen, maar de vrachten waren veel en
veel minder, wat te wijten is aan de
vermindering van den doorvoer van
en naar Zuid-Amerika. Het havenbe
drijf is dus wel terdege verminderd.
Nu kan niet worden ontkend, dat de
toestand op t'ura?ao, vergeleken met
de situatie elders, niet zóó zorgwek
kend is.
Alaar daarmede is dan ook alles ge
zegd. Dit blijkt wel voornamelijk uit
het feit, dat de begrooting sluitend is
kunnen worden gemaakt Slaar te ont
kennen valt niet, dat dit slechts moge
lijk is geweest door het doorvoeren
van ingrijpende bezuinigingen.
/.ooura echter de toestand zich iets
mocht herstellen, zullen de verschil
lende plannen, die er nog waren, ook
metterdaad tot uitvoering moeten ko
men.
De laatste jaren is reeds veel tot
stand gebracht op het gebied van ha-
Venverbetering te Cura^ao en Aruba,
gelijk ook de wegen duchtig zijn na
gezien. Maar er blijft nog veel te doen.
Hoofddoel voor het bewind zal steeds
moeten zijn de haren te Willemstad
zoo goed en zoo goedkoop mogelijk te
houden. Want we moeten alles pro-
heeren om de schepen naar CuraLao te
hl ij ven trekken, wat voor gouverne
ment en bevolking van net allergroot
ste belang is. Daar er geen havengel
den worden geheven en alleen loods
gelden verschuldigd zijn, kan het niet
anders, of Willemstad is een geliefde
aanloophaven voor het verkeer tus-
schen Noord-, Midden- en Zuid-
Amerika.
Eisch is verder, dat Willemstad een
goede bunkerhaven blijft voor de daar
werkende petroleum-maatschappijen.
Eisch is ook, dat men er goed, goed
koop en overvloedig water kan krijgen.
De oude toestand was, dat men er al
leen een beetje landbouw en een weinig
veeteelt had. De haven van Willemstad
heeft Cura^ao er bovenop gebracht,
daar de Koninklijke-Shell-groep, waar
van de Curacaosche Petroleum In
dustrie Maatschappij, als ressorteeren-
de onder de Bataafsche. een onderdeel
vormt, de haven van Willemstad noo-
dig had.
De haven van Maracaibo is n.L onge
schikt voor groote zeeschepen, omdat
zich daar ene dermpel voor de kust be
vindt, zoodat schepen boven de drie- en
vier duizend ton er niet binnen kunnen
loopen.
Kleine tankschepen halen dus de
olie van Maracaibo, brengen die naar
Willemstad, vanwaar de tien- tot twin
tig duizend tonners de petroleum en
andere producten overal heen voeren.
Was jaren geleden het havenbedrijf
en de handel onvoldoende om de be
volking een bestaan te verschaffen, dat
is na de vestiging van het petroleum
bedrijf volkomen veranderd. Het komt
dus thans zoo goed als niet meer voor,
dat een deel der bevolking b.v. naar
Ouba gaat, om daar in de suiker-in
dustrie te werken. Evenzeer is het
werkzoekpn in Venezuela bijna afge-
loopen.
Door de groote olie-maatschappijen
is de toestand wel veel veranderd, maar
deze medaille heeft een keerzijde.
Mocht de Petroleumnijverheid een an
dere politiek moeten volgen, dan kan de
hoofdbron van het volksbestaan op
'uragao grootendeels verloren gaan.
In de dagen van welvaart was de toe
stand dusdanig, dat landbouw en vee
teelt in het gedrang kwamen, want de
bewoners gingen liever in de stad bij
de olie-maatschappij werken, dan er
gens op het eiland den grond te bewer
ken. Die arbeid is n.1. moeilijk, omdat
de grond wel zeer vruchtbaar is, doch
de regenval volkomen onberekenbaar
blijft Daardoor zijn de loonen bij land
bouw en veeteelt vanzelfsprekend laag,
terwijl de olie-nijverheid veel hoogere
loonen kan betalen!
Men kan dus niet met vrij groote
zekerheid voorspellen, dat een moeilijk
einde van de huidige malaise voor
Cura^ao vrijwel onmiddellijk gepaard
moet gaan met gunstige, zelfs vermoe
delijk zeer gunstige, economische om
standigheden te Willemstad.
Maar het nadeel is anderzijds, dat een
product als petroleum bij veranderde
wereldomstandigheden geen constante
factor voor de welvaart is. Gesteld, dat
over tien jaren de olie-politiek zich wij
zigt, Willemstad niet meer als belang
rijke raffinaderij en opslagplaats zal
worden gebruikt, elders in de wereld
nieuwe olievelden worden aangeboord,
wat moet er dan van Willemstad terecht
komen?
Het gouvernement dient met een der
gelijke moeilijkheid rekening te hou
den. Derhalve dient men er voor zorg
te dragen, dat de oude middelen van
bestaan voor de bevolking van Curagao
in goeden staat blijven. Aan landbouw
en veeteelt dient men ook thans voort
durend aandacht te wijden. Hetzelfde
is het geval met het havenbedrijf.
In betere tijden was Willemstad
zelfs de plaats, waar vele bewoners van
Zuid-Amerika hun inkoopen kwamen
doen. Aan onzen handel mag men dus
geen belemmeringen in den weg leg
gen. Zware invoerrechten zijn derhalve
voor Curagao onwenschel ijk.
Uit Noord-Amerika kwamen dit jaar
ongeveer 30 groote passagiersschepen
te Willemstad aanloopen op z.g. „crui
ses" door de Caraïbische Zee. Ieder
schip heeft 600. 700 tot 800 passagiers
aan boord, allen natuurlijk min of meer
welgestelde personen. Al ligt het schip
dus maar eenige uren te Willemstad
aan wal, al die passagiers gaan de stad
in, doen daar inkoopen, wat voor han
del en nijverheid van groote beteeke-
nis is.
En zlja historieReeds heel wet
Moed Is er om dR spel gevloeid!
door
W ALTER ROOBAERS).
Rusland was het eerste Land ia
Europa, waar het schaakspel niet
alleen dadelijk ingang vond, maar ooi
■vu gtliefd spel werd. De Russen leer
den dit ingewikkelde spel van de Tar
taren, die-m de J8de eeuw, na een ver-
woeden strijd Rusland wisten te ver
overen. De Tartaren waren groote
meesters in het schaakspel en daarby
tevens voortreffelijke onderwijzers!
Onder de vele Russische Czaren be
vonden zich ook knappe schaakspelers;
zoo worden in de historische boeken
o.a. genoemd Iwan de verschrikkelijke,
Feodor, Boris, Alexëi, enz.
Ten tijde van Catharina de Groote
leefde er een groot staatsman, die
Potemkin heette. Deze had grooten in
vloed aan het hof en beschikte daar
door over het leven van menigen on
derdaan. Potemkin was een hartstoch
telijk schaakspeler. Als hij een be
kwaam tegenstander had gevonden,
bestonden er geen staatszaken meer
voor hem. Hij ging in zjjn spel op en
gaf steeds bevel hem voor niets, let
terlijk niets, te storen! Zoo kon hij
urenlang de ministers met de gewich
tigste rapporten laten wachten. De
Russische geschiedschrijver Derscha-
win oordeelde als volgt over hem; „Met
zijn eene hand speelt hij schaak, met
de andere speelt hij met ons volk!"
(Slot volgt volgende week).
Waardoor hen je zoo arm geworden,
arme man?
Omdat ik te veel geld weggegeven
heb net als u.
door
A. KONIJNENBURG.
George Campbell stond onder zij"
vrienden bekend ais „de stille George
kantoor noemden de collega s hem
0ll(1er elkaar den grooten zwijger. Hy
Wa® niemand onsympathiek en men
nam zjj,| zwijgenden aard voor lief. 0["'
'nen begreep, dat hii. door ziin nie
al te sterke gezondheid, weinig lust had
met anderen mee te doen. Aan sport
^e:l hU niet en nooit sprong hij uit den
Een meisje had hii niet. hoewel
J* ]|em. met zijn prachtig zwart haar
zou Dro,tel niet moelliik
om zich te verloven.
(31 "ai" bet leven ernstig op. Air
ouders waren jong gestorven, beiden
ooit 'onKen' Mocht hij dóórom we
a«n trouwen denken? Deze vraag
hii herhaaldelijk bil zichzelf gesteld
en met neen beantwoord. De bewonde
rende blikken, die hij op straat dikwijls
van passeerende meisjes opving, brach
ten zijn besluit niet aan het wankelen.
Hy wist te goed. dat het geluk van een
eigen gezin niet voor hem weggelegd
was.
Op een morgen stapte hii een winkel
binnen om een paar sokken te koopen.
Het meisje achter de toonbank had een
lief ernstig gezichtje. Ze liet hem
eenige soorten zien. en vroeg welke
kleur hij wilde hebben.
Och, geeft u maar een paar; de
kleur doet er niet toe, antwoordde hy.
Toen hoorde hii een onderarukt,
maar helder lachje. Hii keek op en zag
in een paar diep zwarte oogen. Als be-
tooverd bleef hy kijken. Een beetje lang
en een ongeduldige vraag, of meneer
nu maar zelf een keus wilde doen,
maakte een eind aan zijn eersten die
pen blik in een paar meisjesoogen. Hy
nam bet eerste beste paar, groette be-
t-efd en stapte den winkel int.
Dienzelfden avond, toen de winkel
gesloten werd. wachtte hü het meisje
buiten op. De kennisnia^ng bep vlot
van stapel. George verontschuldig»
zich over ziin vry gedrag van dien x-h;
teitd Hii bad ziin knappe uiterlijk e
Ie manieren mee en het meisje - Mu-
riel Wilkinson sloeg z""
haar een eind weegs naar huis te ge
den, niet af.
De volgende avonden kwam George
weer en zy gingen spoedig geregeld,
hetzij samen naar huis, hetzij eerst een
uurtje in de bioscoop. Muriel was een
lief meisje. Even ernstig als hij, want
ook zii had het leven al spoedig door
ook zij had 't leven al spoedig door ach-
van den ernstigen kant leeren kennen.
George werd tot over de ooren verliefd
en dacht niet meer aan den zin. dien
hy vroeger zoo dikwijls aan zichzelf had
voorgelegd.
Het duurde niet lang ot hy maakte
keunis met haar ouders, die op het eer
ste gezicht al erg met hem waren inge
nomen. Er stond weinig in den weg om
het tot een verloving te doen komen en
zii spraken af, dat de kaarten vóór
Kerstmis zouden worden verzonden.
Een week voordien gewichtigen da
tum kwam Muriel's zusje, de zeventien
jarige Mand, thuis van haar tante, ten
huize van wie zii werd grootgebracht.
George kon zijn oogen niet van het dar
tele kind afhouden. Wat een tegenstel
ling tusschen de twee zusters, dacht hii.
Muriel altijd even bedaard en ernstig,
Mand. een en al beweging en leven.
Verstrooid antwoordde George op de
vragen die Muriel hem stelde. In ge
dachten verzonken ging 1'M dien avond
„aar huis. Hii was niet tevr^eu over
zichzelf. Wat wilde hy toch? Was Mu
riel niet geknipt voor hem? ern
stig meisje, dat geheel by hém paste.
En dat kind, een grooler woelwater kon
hij zich niet voorstellen. Toch kon hij
dien nacht den slaap niet vatten en al
door keerden zijn gedachten terug naar
Maud.
Den volgenden dag zond hy een
briefje naar Muriel's winkel, met de
mededeeling, dat hy dien avond niet
kon komen door verkoudheid.
Hii g'ng liever een nacht vroeger
slapen, dan was hii zooveel te eerder
beter, schreef hy. Maar dien avond ging
hy niet van ziin kantoor naar huis. Hy
had géén rust en hoopte, dat een lange
wandeling hem goed zou doen. Nadat
hii i" een restaurant had gegeten, ging
iiii op weg. Het was guur, nattig weer,
maar hij lette daar niet op. Het was
hem zelfs welkom om op de hoeken
tegen de windvlagen te moeten vechten.
Zyn gedachten welke hem zoo vreese-
lijk vermoeiden, waren dan tot zwijgen
gebracht.
Laat in den avond kwam hy door
weekt, nat thuis. Rillend van de kou
ging lui naar bed en sliep spoedig in.
Maar midden in den nacht werd hy
wakker, met hooge koorts en den vol
genden dag bleef hii in bed. Hii schreef
een kort briefje aan Muriel, dat de kou
niet beter geworden was en dat hii mis
schien in een dag of twee weer geheel
de oude zou zijn.
Ze moest zich in géén geval ongerust