In zijn Paleis... verhongerd! In December 1825 werd er in Rus land een bloedige opstand onderdrukt! De samenzweerders werden allen naar de Peter en Paulsvesting gezonden en verzochten daar als eenige gunsi, aangezien lezen verboden was, om Dit verzoek werd hun al dadelijk ge- Dit verzoek ewrd hun al dadelijk ge weigerd, omdat ze elk afzonderlijk zouden worden opgesloten. Desniettegenstaande wisten de Rus sen zich te behelpen. Zij maakten schaakborden en kneedden figuren van hun brood. Zoo wisten zij een spel op touw te zetten. Door kloppen op de inuren van hun cel wisten ze zich onderling verstaanbaar te maken. Op die manier lukte het zelfs twee be roemde schaakmeesters van dien tijd, Lunin en Annenkow, achter den rug van hun cipier om, een schaakwed strijd op touw te zetten. De liefhebberij ijin het schaken is den Russen door alle tijden heen bijge bleven. Ook thans nog worden in het kleinste provinciestadje schaakwed strijden gehouden. Tot slot nog een gebeurtenis, die zich in Engelsch-Indië afgespeeld moet hebben. Zijn Koninklijke Hoogheid, de Rad- jah van Baghadur, was in Indië wijd en zijd bekend als de beste schaak speler. Hem kwam op een goeden dag ter oore, dat er onder de Engelsche theeplanters één was dei al drie maal bij schaaktournooien den hoogsten prijs had gewonnen. Den dag daarop daagde de Radjah den Engelschman uit, zich eens met hem te meten. De schriftelijke uitnoodiging werd den Engelschman in een prach tige, gouden doos overhandigd. De theeplanter nam de uitnoodiging aan en begaf zih op reis. Tot zijn groote verbazing haalde Z.H. hem persoonlijk aan het station af. Nadat de begroeting was afgeloopen, stapten beiden in de vorstelijke koets, die begeleid werd door een 100-tal ruiters. Bij aankomst aan het paleis stonden op het voor plein een groot aantal soldaten opge steld. die eerbiedig het militair saluut brachten. De ontvangst was dus werke lijk vorstelijk. De eerste twee dagen werd er over het schaakspel niet gerept, maar uit sluitend feest gevierd. Men ging op jacht, maakte groote rijtoeren, enz. Den derden dag eerst gaf de Radjah bevel, dat het tournooi zou beginnen. Daartoe begaven ze zich naar de groote zaal, waar op een tafeltje een schaak bord gereed stond. De Engelschman zette groote oogen op, toen hij het ge waar werd. Zulk een kostbaar schaak bord had hjj nog nooit gezien. Het was van ebbenhout en zilver en de stukken waren van zuiver goud! Het eerste spel duurde twee uur en werd door den theeplanter gewonnen. Na afloop was het duidelijk te merken, dat Z.H. eenigszins ontstemd was. Hij groette den Engelschman met een kor ten knik en zei, voordat hij de zaal verliet: „Morgen het tweede spel, Sir!" Den volgenden dag duurde het spel drie uur en won Z.H. Hoewel de Rad jah niets gezegd had over het succes van zyn tegenstander, zei deze thans op hoffeljjken toon: „Het doet me ge noegen dat Uwe Hoogheid gewonnen heeft! De Radjah maakte een af werende houding met de hand en trok zich dien dag verder in zijn vertrekken terug. Dienzelfden middag zat de eer ste minister van Baghadur met den gast op den divan. Nadat ze een poosje over allerlei dingen hadden ge sproken, zei deze eindelijk op veelbe- teekenenden toon: „Ik maak u erop opmerkzaam, dat Z.H. de Radjah van Baghadur zichzelf beschouwt als de wereldkampioen van het schaakspel! Hij heeft al met de knapste schaak meesters gespeeld en nooit heeft iemenad van hem gewonnen, heeft hij daarentegen gewonnen, dan overlaadt hij zijn tegenpartij met kostbare ge schenken!" De Engelschman haalde zijn schou ders op en antwoordde niet Het derde spel werd buiten in den tuin gespeeld, in de schaduw van prachtige palmen. Er ontstond een ge duchte strijd, doch na vier uur lukte het den Engelschman pas. den Koning van den Radjah voor den eersten keer schaak te zetten. „Schaak!" riep de theeplanter ein delijk verheugd. De Radjah stond op en zei kortaf: „Ik ben dadelijk terug!" Daarop verdween hij in het paleis. De Engelschman wachtte geduldig, met de beenen over elkaar geslagen, terwijl hij zijn volgende zetten nauw keurig overdacht. Na een poos kwam de radja weer terug, thans vergezeld van zijn eersten minister. Voor het spel hervat werd vond deze nog gele genheid den Engelschman in het oor te fluisteren: „De gevolgen zouden voor u niet te overzien zijn, als Z.H. verliest! Bedenk dat!" Het scheen, dat deze den wenk niet wilde verstaan, want de strijd werd met steeds grooter heftigheid voortge zet. Meer en meer kwam de koning van den Radjah in het gedrang! Nog drie zetten en hij zou schaakmat zijn! Bij den tweeden zet plaatste de minister een schaal vol juweclen en gouden munten naast den Engelsch man op tafel. „Dat is de belooning voor dengeen, die verliest!" klonk het zacht in het oor van den theeplanter. Deze maakte een onwillig gebaar en deed den tweeden zet. HU was zoo In zUn spel verdiept, dat hU in het geheel niet lette op hetgeen er rondom hem heen gebeurde. Daardoor ontging het hem ook. dat er een gedaante uit het paleis was ge komen, die zich achter zUn stoel had geplaatst. Evenmin zag hU de scha duw van een opgeheven zwaard hoven zijn gebogen hoofd. Het kasteel van den Engelschmangat den koning van den Radjah eindelek den genadc- slag. „Schaakmat!" juichte de theeplan ter. Verder kwam hij niet, want tegelUk viel zijn hoofd onder het scherpe lemmet van het zwaard op het schaakbord... De universiteit van Chicago heeft een nieuw, prachtig klokkenspel van 250,000 dollar gekregen, een geschenk van Rockefeller. Het klokkenspel be staat uit 27 klokken met een totaal gewicht van 206000 Kilogram. Om de klokken te kunnen ophangen, moest men een staalconstructie vervaardigen met een windas en stalen trossen. Het duurde slechts 6 minuten en 35 secon den om de 18,500 Kilo zware klok op haar plaats te brengen. rutken, hij koos liever het zekere voor liet onzekere. Eenige dagen ginen voorbij en Mu riel wachtte tevergeefs op tegenbericht. Zij begon wel eenigszins ongerust te worden, maar George op zijn kamer op zoeken, viel haar niet in. Zij was er nooit geweest en daar George niet ge schreven had. dat hii graag wilde, dat zij hem kwam opzoeken, was zij over tuigd, dat hii dit liever niet had. Maar toen een kleine week met wach ten verloopen was, hakte Maud den knoop door. Ik begrijp niet, dat je niet onge ruster bent. Muriel. zei ze. Of liever, ongerust ben ik zelf niet, en jij hoeft het natuurlijk ook niet te zijn. Maar als we nu eens samen gin gen? George is toch geen boeman? Muriel liet zich door haar jongere zuster overtuigen en zü gingen samen naar George. De hospita ontving hen beiden vriendelijk. Ja, ze konden best even naar de kamer van George gaan. Hij had wel een onrustigen nacht ge had. en de koorts had hem leelijk ver zwakt, zooals bijna altijd een aanval van griep, waar de sterkste menschen niet tegen kunnen. Pratende liet zij de da mes de trap opgaan. Maud was al met een paar sprongen bij de deur, terwijl haar zuster al pra tende mot de oude dame achter haar aankwam. Een kort tikje en Maud trad de kamer binnen. George had zich opgericht en steun de met den arm op het hoofdkussen. Een koortsachtige gloed schitterde in zijn oogen. Hij breidde de armen uit en een van vreugde trillende stem riep hii uit: Heerlijk, dat je gekomen bent. Maud. mijn vrooliik meisjel Je wéét niet, hoe ik naar je verlangd heb je wéér te zien. Ontsteld deinsde het meisje terug. Muriel stond in de deuropening en rilde naar het bed. George'» krachten waren ten einde. Hij zonk met uitgebreide armen voor over en bleef bewusteloos zitten. Lang bleven de beide meisjes aan het ziekbed zitten en het was heel laat eer zij terug keerden. De dokter, dien Muriel had laten ko men, had géén hoop op herstel gegeven. Eén, op zijn hóógst twee dagen had de jongeman nog te leven. Zonder een woord te praten gingen de beide zusjes naar bed. Muriel lag nog wakker. Zij had be grepen, dat Maud haar, zonder het zelf te willen, haar gróótten schat ontsto len had en dien bijna gelijkertUd zelf had verloren. y y v "V of Een mllUonnalr, door ongeluk vervolgd, verhongert ln z-ljn palelswonlng. Het tragische einde van den kolenkoniug Thompson. Geen geval is wel zoo geschikt, om de tragische vergankelijkheid van aardsch geluk te deinonstreeren. als dat van den Amerikaanschen kolenkoniug Josiah van Kirk-'l'hompson. die in ztjn enorm paleis in Union-Town (Penns.vl- vania) verhongerd werd aangetroffen. Deze man. die ln het economische le ven van Amerika een leidende positie innam, had niet alleen tengevolge der wereldcrisis maar hoofdzakelijk ten gevolge van verkeerde speculaties, ziin reuzenvermogen volkomen verloren en was in zoo'n toestand van armoede en ellende geraakt, dat de wereld niet eens iets van zUn dood bemerkt zou hebben, had een miauwend poesje niet de aan dacht der voorbijganger* op het ver waarloosde paleis van den ex-mi lion- nair gevestigd. Men verschafte zich toe gang en.... stond versteld over het geen men daar te zien kreeg. De glans, de schitterende luxe van dit paleis, welks interieur de e egante wereld der „upper ten" voortdurend stof tot bewondering gaf. was geheel verdwenen. Kale muren, een beeld van verval en verwoesting dat was het geen de binnentredenden te zien kre gen.... En in een bovenkamer van dit paleis vond men op een bos slroo het lUk van een in lompen gehulde, ver waarloosden man. in wiens zak geen cent meer te vinden het Ijjk van den vroegeren kolenkoniug der Veree- nigde Staten.... Het zal nog geen 25 jaar geleden zijn. dat men het particuliere vermogen van Thompson op 75 millioen dollar schatte. In het huis van dezen geweLigen man. die de kool- en anlhracietmarkt van ge heel Noord-Amerika beheersrhte. kwam toentertUd nog de geheele Amerikaan- sche „society" tezamen; en het middel punt van dat schitterende gezelschap was zonder eenigen twUfel de echtge- noote van Thompson. ZU was het echter ook. die het hare ertoe bijdroeg, den mammon wederom zoo spoedig mogelijk onder de menschen te brengen. Natuur lijk was een dergelUke buitensporige wee'de een factor, die de geldmiddelen van Thompson wel zwaar aantastte, maar bU den rijkdom van den kolen- koning kon dit toch geenszins de aan leiding vormen tot zUn déblacie. Er waren andere, drukkender zorgen. Reeds spoedig na het einde van den wereldoorlog ging het met Thompson spoorslags berg-af. Mislukte specula ties. dure processen met aandeelhou ders. dat alles maakte den magnaat binnen tien jaar tot een arm man! Zoo kwam de dag. waarop „teergevoelige" schuldeischers besloten den inboedel van het paleis gedurende de nachtelijke uren te laten weghalen, om zich op deze discrete wijze schadeloos te stellen voor het dregiende verlies. En de vrouw, die in den glanstijd als echtgenoote aan de zijde van den kolenkoning ge leefd had. en met volle handen zUn geld links en rechts had weggesmeten deze vrouw verliet den man. die door zUn energie haar dit alles had ver schaft, in zijn moeilijkste uren, toen het met hem afliep De tragedie van Thompson is ten einde... Een millionnair. voor wiens afkeurenden blik een wereld sidderde, stierf op een vuil strooleger.van den honger] Een leeg. half-vervallen reuzenhuis staat er nog: het eenige. dat nog aan het leven en den glans van den Do larkoning herinnert.... Sic transit gloria mundi. Zoo ver gaat de heerlijkheid der wereld. „Juffrouw Willen». «den laatst en tijd van tw twij felachtig gehalte geweest." .Dank #fL m|)DheCT toch nog van eenlg gehalte. Dat eerste complimentje, dat «evoor gekregen heb." Nou, m'ii zussie hep 't gehad! Et heel flesschie wonderolie ln twee u' ren leeggegooid in een koppie ihee! Ik hep toch de vorige week geacht*. ven, datte ik wonderolie in d'r thee zou stoppen. Nou. dat hep ik nou jftdajn Maar weet u wat ik nou zoo gek vin dat de eene beter wordt van wonderolie en de ander ziek. Gek hè. En nou is 4 dokter d'r al weer. maar niet voor mij maar voor tu'n zussie. vanwege di. wonderolie snap ie. Maar de dokter ij ook bU mijn gewees. „Ben je nou weer heeleniaal bete Wirupie?" vroeg de dokter. „Ja dokter", zei ikke. „Weet je ook wat je zussie h«ef?~ vroeg ie. „Nee dokter", zei ikke. „Ik hep Wimpie gelezen ZatenS^" zei le toen weer. „Ik ook dokter", zei ikke. „Ben jö dat. die Wimpie?" vroeg it toen. „Weet ik niet. dokter", zei ikke. „Waarom weet Je dat niet?" wou weten. „KeuakHiegeheim. dokter", zei ikke. „Dus ze heef wonderolie gehaoZ* «ei de dokter toen. „Aappenooljes. geloof ikke. dokter", zei Ikke toen weer. want daar hout w nog al van". Nou en toen was ik mur blU datte ie weg ging want anders had ik vas moeten zeggen dat ze won.rrwie hep gehad en in Kaasiennoo zijn te rou weer hard aan de gang met boren op 't 100nee! te spelen en allemss! fee* te vieren en dat hep Onderling Belang ook ge 'aan Zaterdagavond, maar m'n zuseie is d'r niet naar toe grw^s ook al van wege die wonderolie en ze hebben fr van «'•es gedaan en ook die kleine me neer Davids hep d'r gezongen en ite zeg nou altUd maar aan de menschen. datte ze ook op 't tooned naar Neder lands fabrikaat morton küken. maar die menschen die met hem meespeelden wa ren allemaal huiten'andsch dus datte wbs herlemaal gren Nederlandse!) fa brikaat want ze hadden ook geef feg- getje op en dat moeten al die dingen hebben as ze Nederlands zUn hè net zoo as ikke en ik hep heel gek geJroo»p en hoe dat nou ken dat weet ik ook niet. De var. Nes en de Banckert die gas" nou gauw weg he naar de Dos en «f hep ik nou van gedroomd. Want k droomde dat ikke d'r ook op was en die meneer de Haan van de polisie die *ss derook en meneer Davids die in Ka^ sienoo hep gezongen die was kapp'tem geworden van de van Nes. En toen droomde ik dat die meneer van de po; liaie net as dik trom op een koe zat dei ze op de van Nes gezet hadden nmdattt ze geen flessies melk hadde en die wees met z'n gummiestok aan meneer Pavx» de weg aan waar ie vaaren moes en toen de de haven uitgingen toen gin* mf- neer LHstiekouw heelemaal alleen oP zoo'n dik ding b'azen van: Naatje de dam. Nou dat was mooi. En toen is meneer Davids hee.eiuaai alleen hoven op de brug van de van V» gaan zitten zingen van: mosselèèèèèn.. mosselèèèèèè.Fljplandsche mo9St" lèèèèèèn nou en toen werd ik wakker. Jammer hé, want dat zou beel hebbe kenne worden in Mussies Sakru® hebben nou alleen maar Friessen (t* speeld. Dat zün nou menschen die Friesland woonen en heel gek pt"8'6 Want wat ze zeggen is anders dan Be woon. maar 't was toch mooi en ik hep d'r niks van verstaan. Nou ik hep toe maar in m'n handen geklapt andere menschen dat ook deejen dj dat zal wel goed gewees zztin hè en nou is 't al gauw Sinterklaas en ik nou al aan 't sparen voor van alle® koopen. Ik hep m'n eene oog nou eens gedaan en met m'n andere oog in varreke gekeken, waar de centen i"2' ten maar ik kon niks zien maar 't melde wel hard en as 't dan dig bil terklaas is dan gooi ik 'm kapot en mag ik van alles koopen Ik zal nou maar weer eens ophot" want ik moet ook nog strafregels tr» maken, want ik hep die van de vonie week nog niet af. en as ik ze nog niet af hep dan moet ik terug men Zaterdagmiddag en daar hep heelemaal geen zin in. Daaaaaaaag,

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1933 | | pagina 14