DE TIEN ZWABEN Beste jongens en meisjes! Nu gaat het met m'n vriendjes en vriendinnetjes als in het voorjaar met de bladeren aan de hoornen, telkens komen er nieuwe bij, iedere week nieuwe verrassingen, nieuwe gezichten, ik bedoel, nieuwe briefjes, waarop vaak met bevende lettertjes gevraagd wordt of ze „ook mee mogen doen" en dan antwoord ik weer: „Maar natuurlijk mag je meedoen, dat heb je niet te vragen, je komt zoo maar binnen loo- pen in onzen kring en zegt: „Hier ben ik, ik doe ook mee". Er Is echter één voorwaarde aan verbonden: ze moeten thuis een abonnement hebben op de „Heldersche Courant". Maar dat be- grüp Je natuurlijk zelf ook wel. Weet je wie er van de week een boek gewonnen heeft? Dat zal ik je eens gauw vertelen, door met groote letters zijn naam hier af te drukken: JAN SANDKUYL, Basstraat 54. Kom je boek maar gauw halen, Jan, en zeg maar aan Marietje dat ze natuur lijk welkom is en dat jij haar ook wel een „klein beetje" mag helpen als de raadsels moeilijk zijn. Omdat ze nog zoo klein is, snap je? Marie Maigret. D«t is nu wat ie noemt heel toevallig, Marie, dat jij nu net het eerste briefje krijgt, zoo heelemaa! bovenaan in de krant, het eerste wat de menschen lezen. Dat ia dus wel een verrassing voor je, denk ik, omdat je vandaag voor het eerst meedoet. Helln Boot, De Waal (T.) Het weer is zeker alleen op Texel niet zoo ruw meer, Nellie; hier in Den Helder wel, hoor, de storm die trekt je af en toe bijna van je fiets af en hij huilt om ons huis als een troep hongerige wolven, al heb ik die nog nooit ge hoord. Je denkt soms dat je je bed uitwaait en dan bind ik me maar met een stevig touw aan den schoorsteen vast, want het is 's nachts geen pretje als je midden in de straat terecht komt. Je ziet wel, dat het hier in Den Helder nog barbaarsch weer is. Tony Sinnigt. Ja, dat is jammer dat dat slootje voor jullie nu dicht is, daar heb ik nog eens schaatsen gereden, toen ik twee keer in de vijf meter languit op de baan viel. Nu kan dat niet meer, want er ligt zand en straks staan er huizen. Ja, zoo gaat het. Van daag of morgen wandelen we door de stad naar Huisduinen. Tmy Dol. Je vader heeft ongelijk ge kregen, Tinv, je raadsels zijn goed en het is dus verstandig dat je ze „op goed geluk" hebt ingezonden. Je ziet alweer, je moet ook eens wat wagen in je leven. Sientje Warmerdam. Mijn kleine jongen wint het van jou kleine zusje, Sientje, want die heeft vijf tanden, dus dat is er één meer. Maar jouw zusje kan weer kruipen en dat kan die kleine aap van ons nog niet, al zal het geen twee weken meer duren, want hij richt zicht al op en kijkt met lachende oogjes boven z'n wieg uit en hij heeft bijna altijd pret. 't Is wat leuk zoo'n klein Hef kindje, hè? Jij houdt zeker ook heel veel van je zusje. Nu, wij thuis van het kleine broertje, hoor. Germaine Franken. Zoo'n verjaardag als jij gehad hebt, vergeet je niet meer, Ger maine, want iederen dag zit je op het nieuwe zadel en Zondags glimt het nieuwe armbandje om je pols en als je tijd hebt 's wintersavonds dan komt het „vlooienspel" voor den dag. Dat zijn allemaal dingen die je weer terug doen denken aan dien feestdag in October, toen je 12 jaar werd. Sara Kramer. Verdraaid, hoe zou ik ie nu ook weer noemen, dat ben ik hcelemaal vergeten. Schrijf me dat dus volgende week. Wat een fijnen dag heb jij van den zomer ge had in dien speeltuin in Scboorl, dien ken ik ook, hoor; daar ben ik van den zomer ge weest en heb gewipt en geschommeld en ge draaid tot ik er zelf draaierig van werd. Maar 't was fijn en ik kan me dus begrijpen dat jij veel pret hebt gehad, met je broertjes en zusjes en vader en moeder. Süentfe Niemwdorp. Nu, die Fratisehe leeraar van jou ken ik, hoor Sientje, daar heb ik vroeger ook nog Fransche les van ge had, dat is twintig jaar geleden. Je ziet wel dat ik al een „ouwe baas" ben, bij jou verge leken. Met kleine Jaap gaat het goed, maar Itapiet die heeft al een paar dagen tamelijk hooge koorts en moet dus onder de wol blij ven en Tjibbe is op de Fröbelschool Hij vindt het nu wel fijn, maar de eerste dagen kwam hij thuis met klachten dat het zoo lang duurde en die kinderen zoo'n herrie maak ten. En dan moet je weten wat het zelf voor een drukteschopper is. Leentje de Groot. Dat wist ik. Leentje, dat je boodschappen gedaan had met je vriendinnetjes, want dat had Marie me ge schreven en je moest zeker in den winkel van Jamin zoo lang wachten, want daar is het Zaterdags altijd zoo druk. Of vergis ik me? Je had nu tamelijk netjes geschreven, hoor. maar dat moet ook, want het is voor ren jon gen leelijk als hij slordig is, maar voor ren meisje is het nog veel leelijker. Marie de Groot. Dat was een mager briefje, Marie, ik bedoel, daar stond niet veel in, ik denk dat er toch wel meer dingen ge beurd zijn waar je me over had kunnen schrij ven. Volgende week moet er een massa nieuws komen, hoor. Hermien v. d. Braak. Kom, dat vond ik aardig, Hermien, zoo'n brief op rijm. Ik weet nu hoe oud je bent, waar je op school bent en wat je graag doet en ik wil het ook aan de andere kinderen laten vertellen, dos laat ik hier een gedeelte van je briefje vol gen: Mijn leeftijd, nu, die is tien jaar, En Ik heb kort geknipt boby-haar, Ik zit in de vijfde klas van de zusterschool. En heb met m'n vriendinnetjes daar heel veel jool. M'n adres, dat weet u al. Ik hoop dat ik u ook eens ontmoeten zal. Zingen is m'n lust, daarom ben ik ook op zang. Bij de operettevereenighif „O. G.", directeur miinheer Krijgsman. Maar nu ga ik eindigen, hoor, want het is al negen uurt En als ik dan niet naar bed ga, dan kijkt m'n moeder zuur. Dina Wismei/er. Hier ben ik om je te feliciteeren met je verjaardag, Dina. Geef me maar een stevige hand van je. Veel plezier, hoor, vandaag, en morgen natuurlijk ook, als het Zondag is en al de dagen van het nieuwe levnsjaar dat je bent ingegaan en als het een keertje eens niet zoo vroolijk is in je leventje, dan moet je er maar aan denken, dat de regen en de wind ook noodig zijn en dat de zon niet altijd kan schijnen. Hennie Hollander. Fijn, dat je vriendin netje, Corrie Smit, nu al weer toopen mag, nu krijg ik zeker weer gauw een briefje van haar en de raadsels. Wat een plezier zullen jullie Zondag gehad hebben, zoo den heclen dag bij elkaar, 't Leek natuurlijk net of Corrie jarig was. Jullie alle twee de har telijke groeten en Corrie heelemaal beter schap gewenscht, zoodat ze weer gauw kan huppelen als in het voorjaar de lammetjes in de weide. Annie lansen. Jij ziet nog veel te veel iedere week naar een boek uit, Annie, en dan brengt de Zaterdag natuurlijk vaak een te leurstelling voor je, omdat je, zooals begrij pelijk is, niet iedere week een boek wint, nee, zelfs niet iedere maand of ieder jaar. Dat hangt van de verloting af. Doe dus van van daag af mee omdat je het gezellig vindt aan ons „Kinderhoekje" mee te werken, en als je dan een boek wint, welnu, dan is het een dubbele verrassing. Geertje Putting. Je krijgt van de week een Lilliputtersbriefje, Geertje, want ik heb van jou ook maar een kabouterbriefje gehad, waar zoowat niets instond. Volgende week dus beter. Trijntje van Til. Tegen den tijd, dat je jarig bent mag je wel een beetje nieuws gierig zijn, Trijntje, net als tegen St. Nico- laas, dan loop je ook den heelen dag met vraag-oogen rond en zou je wel naar Spanje willen reizen om te weten wat je nu eigenlijk krijgt. Maar je moet in beide gevallen toch geduldig afwachten. Lieny v. Loptk Hè. Lieny, wat fijn, hè, die voorbereidingen voor „het avondje van Sinterklaas", je kan bijna niet meer wachten tot het zes December is en je zou al vast wel de blaadjes van den scheurkalender af willen halen, als dat tenminste hielp. Maar ik moet jou al denzelfden mad geven als 1 Trijntje, geduld houden en dan komt het feest vanzelf, gauwer dan je denkt. DimU Korsmon Stuk voor stuk komen m'n oude vriendjes en vriendinnetjes weer terug, Dinie, vandaag ben jij er weer en ver schillende anderen en zoo wordt het weer net aoo'n gezelligen groot en kring als vorig jaar, toen er over de honderd kinderen mee deden. Piet en Mtentje Perburgt Je mag best nog meedoen, hoor, Mientje, al ben je gisteren dertien jaar geworden en ik feliciteer je van daag nog meteen met je verjaardag en hoop dat je veel plezier hebt gehad. Jan G out ter. Dat dacht ik wel. dat je een gat in de lucht zou springen. Jan, met het prachtige boek dat je vorige week ge wonnen hebt en het was ook wel een paar bokkesprongen w aard, want het zag er mooi uit, hé, en de inhoud is vast net zoo fijn. Henk Gomt ter Fijn, Henk, dat je even blij als Jan met het boek bent, dat hij ge wonnen heeft en het is waar, je kunt liet samen lezen en iccniet er beiden van en het renigste verschil is dat het Jan zijn eigen dom ia. Volgenden keer ben jij misschien weer de gelukkige en dan is Jan daar ook blij om. Zoo moet het tenminste zijn. K inden-rt end Grappige verhalen van (ioiB<»oreB. door WOUTER DAKMANS. Het ja bekend, dat er eeua 10 Z»aben geweest zijn, die eikaar nooit verlieten en altijd tezamen gingen, «aar het ook «as. Nu «*et je zeker wel, dat Z*a- ben een heel dom volkje ia en vroeger «aren er zooveel Zwaben. dat er heele troepen van rondzwierven. Heden ten dage treffen onder de menechen soms nog wel eena zoo'n Zwaab aan en hun domheid is zoo spreekwoordelijk geworden, dat men in vele landen, hoofdzakelijk in Duitaohiand. want daar hoorden de Zwaben thuis, nog wel plaatsen heeft die er aan herinneren als b.v. de Zwabenpoort in Freiburg (Ba den) en het biermerk Schwabenbrfiu, dat als het ware demonstreert, hoe ver keerd het is, en hoe dom het ia, zich aan bier te buiten te gaan. De tien Zwaben, waarvan ik je wilde vertellen, waren altijd hang, dat er iemand van hen zou verdwalen of weg zou raken. Daarom hadden ze iemand aangesteld, die steeds moest tellen, of ze er allemaal waren. Ze dachten na tuurlijk niet eraan, dat die man óók wel eens weg zou kunnen raken. Die man nu begint eiken keer te tellen: 18 lk'Een. twee, drie. vier, vijf, zee waVntnika^ nf>ffenI E<1" inkeert er! «i /r m2ar n€Kon!" I)fin wordt roktelt anfkrf bÖW^ald, die enz nl i8,lk'tléén- drie necen' Pr te' er °°k nuiar T' Lr..18 weg! Wie weg is. zegt ja. Niemand.... i)an moeten we meaneTSarnz danrKaan ze allemaal tegenkorrfen ToWat ip™nd KE eaaTd"; VraaKt' wèt zoeken. W*i£Wr8?°n aan bet tellen en 3d ,;;Kaen' Je bebt verkeerd ge- dat wHden ze nüft 'l tienenI" Maar wuaen ze met gelooven! Toen zau en ffff "KorTSïi ni*'id maal eeng je neus tïw», ,JuUil,nu a,l(- dal deden En zwarte modderneuzen mpt zei de rpsn Ts I.11 RtorKlen. Nu nu gaatjes in modder maar".... en toen 10 Z*abeii uit: „Hoera, n? met z'n tienen!" En ze namen 'hl van de modder mee, om op o# stee s gemakkelijk te kunnen kb De tien Zwaben hadden j^J bedden. Zoo k«am het. dat er iJ één bed moesten slapen! Op J avond kwam er één een bee:>> 1 thuis. HU was ook niet hee*-^ j der meer. had misschien enJ bier te veel gedronken, dan J hem «as enkroop in het itrtj bed waar er reed» twee in UjtL j de Zwaben altijd met hun hooft «I hun kussen sliepen, kon hij mi dat er al twee in lagen. Mjurne hij het kussen over zijn fig« trok. keek hij naar het voeten*» zag daar drie paar voeten! S'il tü te tellen: „Dat zijn de m|ji».É Jan'a voeten, maar «al zijp da 1 voeten?" HU prakkizeerde':oq blikje en kreeg toen een scfciise idee. HU eerst uit bed kllms dan behoorlUk te kunnen leUnll hU voor het voeteneinde stool a hU te tellen: „Dit zUn mijn wz dat zijn Jan'a voeten! Wel, bet 11 in orde en ik knn met een zenal gaan slapen". En hU klauterde 1*-' bed. Een half uur later zakvdU' hevig gekraak .n eikaar en idte' drie slapen over den grond! De tien Zwaben «aren dol op den. Maar zU bezaten pooit gei: noeg om «r een te k00pen. Op w dag zagen zU op het cak nn eet 1 renachuur een stapel meloenen vroegen den boer of dal pundentf waren. Om hen voor den gek dan iel de boer: .Ja". En MF een meloen om op te gaar hu*® waren vrecaelük in hun schik den lang zaten ze er op bun b.®f« broeden, maar geen paardje het „ei"!.... Toen werden zflJ» dig en moedeloos en besloten paarden-ei van een h<s>gen b^V ïaten rollen, zoodat het kon open* en het paardje eruit kon k«n't gezegd, zoo gedaan. De fUn naar beneden en kreeg grof'' F.ken keer. als de meloen over effenheid van den grond rok* zü een heel eind omhoog. van de snelheid, waarmede t rolde. Juist, toen de meloen boechje heenvloog. sprong hertje uit „A!" riepen ..daar is ona paardje". En zijv hertje achterna, al roepend: kom toch hier! Je bent van Maar tevergeefs, het ..pas™ wild. dst het hard wegliep! De Zwaben hadden er al jp verlangd eens visch te eten. M er nog nooit een gezien pn "l'! gegeten, maar ze wilden 1('' eens graag proeven Topr. J iemand hun wijs. dat een 1 j was. als men het dier flin* J bestrooide. En hU wees hen rivier waar visch in zat! H«' zU daar in handen kregen »a ker. ZU wreven hem met P F de kikker spartelde hevig hU het niets pleizierig vorto zeiden: „Of jU kwaakt of k«* .p gende visch. *-e eten je toch j aten don rau*vn kikker nP- j a per brandde hun zoo in de f vijf minuten later hun hooi -W)Pl vier moesten steken om vf ^j| zoeken. Toen zwoeren ze „visch" te zullen eten!.."

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1933 | | pagina 18