12.
Springende planten.
liet bieden \au sans a tout.
Men kan bij liet bridger, sans a tout
op verschillende grondslagen, en vol
gens 'verschillende systemen bieden,
hetzij volgens Culbertson, volgens
Goudsmit, volgens Comraon senee enz.
Een zeer gemakkelijke methode, die
in de praktijk zeer goed voldoet is de
volgende, waarbij z.g. punten geteld
worden.
Een aas telt 4, een heer 3, een vrouw
2 punten en een boer 1 punt. De an
dere kaarten tellen niet mee.
In een spel zitten dus totaal 40 pun
ten. Heeft men 15 punteii, dan kan men
1 sans bieden, bij 19 punten 2 sans, bij
23 punten 3 sans, enz.
De partner mag bij 7 punten he.
bod met 1 verhoogen, bij 11 punten
met 2, bij 15 punten met 3.
Voorbeeld. Zuid heeft:
Schoppen: aas. boer, 8, 7 y 5 pnt.
Harten: aas, vrouw, 9 6
Ruiten: vrouw, 7. 0, 2 l -
Klaveren: aas, 10
Totaal 17 pnt.
Zuid kan dus bieden 1 sans a tout
en heeft 2 punten over:
Noord heeft b.v.:
Schoppen: vrouw, 10, 2 - I»nt.
Harten: 10, 6, 5, 3 0
Ruiten: aas, 10, 8 i 4
Klaveren: heer, vrouw. 8 5
beeren. Uw partner moet °P
vertrouwen. Dat Is
eischte voor behoorlijk bieden.
Totaal 11 pnt.
Noord moet dan 3 sans a tout bieden,
hetgeen naar alle waarschijnlijkheid
ook gemaakt zal worden.
Bij deze bied wijze moeten een aan
tal regels in acht genomen worden,
waarvan men nimmer moet afwijken.
Deze zijn:
1. Open nooit met 3ant a tout, als
ge een biedbare kleur hebt. Hieronder
te verstaan b.v. aas vrouw vierde,
heer vrouw vierde, en iedere vijfkaart.
2. Open nooit met sans a tout, als
niet alle kleuren gedek zijn. (Culbert
son doet dit wel). Onder gedekt zijn
wordt verstaan aas sec, heer kleintje,
vrouw derde, boer vierde of 10 vierde.
3. Biedt als volgbod nooit sans
tout. als ge geen dubbele dekking hebt
in de door de tegenpartij geboden
kleur, tenzij ge slechts een enkele
dekking in die kleur hebt en uw spel
overigens van dien aard is, dat ge aan
uw contract kunt voldoen, zoodra ge
aan slag komt.
4. Biedt sans 5 tout ineens op volle
kracht, doch zeg niet 1 sans als ge 21
punten hebt, doch biedt dan 2 sans.
Uw partner weet dan, dat ge minstens
19 en hoogstens 22 punten hebt.
5. De partner van iemand, die met
sans a tout geopend heeft, moet zoo
mogelijk in sans steunen, tenzij hij een
uitgesproken lange kleur heeft en dan
bij voorkeur schoppen of harten. Men
bedenke n.1. dat men voor sans slechts
3 aan trek behoeft te behalen voor een
manche, voor schoppen of harten 4 en
voor ruiten en klaveren zelfs 5 aan
trek.
6. De partner moet ineens volle
kracht steunen in sans. Is er geopend
op l sans en heeft men j1 punten,
dan n i e t 2 sans bieden, maar in ieder
geval 3 sans.
IS er op 2 sans geopend, dan beeft
4 sans geen zin, want slem is dan toch
niet te halen. In dit geval is 3 sans
voldoende.
7. Anders wordt het. wanneer de
partner op 2 sans opent en ge hebt b.v.
16 punten. Biedt dan 5 sans. Zelf hebt
ge 1 punt over, wellicht heeft uw
partner 2 of 3 punten over. in welk
geval hij klein slem soms mag ris-
keeren.
8. Heeft uw partner met sans ge
opend en hrbt ge zelf een lange kleur
zonder rentree in eenige andere
kleur en voldoet uw spel overigens
aan het vereischte aantal honneurtrek-
ken, biedt dan in ieder geval die kleur,
(laat uw partner daarna door in sans,
biedt dan uw kleur nog eens. Tfet moet
uw partner dan duidelijk zijn. dat uw
spel zich absoluut niet voor sans a
tout leent, dat uw kleur lang is en dat
in die kleur zoo mogelijk een manche
gehaald moet worden. Uw partner
heeft immers het bijspel.
9. Nogmaals de ernstigs waarschu
wing, om nooit met sans te openen,
als ge een biedbare kleur hebt (zie
punt D. Dit is een zeer duidelijke aan
wijzing voor uw partner.
Men probeere het eens maar houde
zich aan de regels, dus niet het maar
een* met één ongedekte kleur pro-
|>E VERDEDIGENDE HAND.
Een verdedigend bod, een bod dus
nadat de tegenpartij heeft geopend,
kan op veel minder kracht worden ge
daan dan een opening, het zou ondoen
lijk ziih te wachten totdat een voor een
opening sterk genoeg zijnde kaart in
handen van de verdedigers zou komen.
Ook hieraan zijn echter bepaalde
eischen verbonden, die moeten worden
nagevolgd, en waaruit de partner de
noodige conclusies kan trekken. In het
kort willen wij deze nog even her
halen.
Biedt uw partner op een opening
van 1 in een kleur:
één in een hoogere kleur, dan mag
de partner hieruit afleiden:
a. niet kwetsbaar, een biedbare vijl'-
kaart met in totaal ongeveer 1hon-
neurtrek, of een biedbaie vierkaart
met een totaal 2 honneurtrekken.
b. kwetsbaar, dezelfde eischen, doch
de geboden kleur moet behoorlijk sterk
zijn.
twee ia een lagere kletir: dan heeft
de verdediger:
a. niet kwetsbaar, een behoorlijk
sterke vijfkaart met ongeveer 4 troef-
trekken in totaal minstens l1/' hon-
neurtrek.
b. kwetsbaar, een sterke vijfkaart
met minstens 4 troeftrekken en in
totaal minstens 2 honneurtrekken.
Hy die het verdedigend bod doet re
kent op resp. 2 en 3 slagen kwetsbaar
en niet kwetsbaar by zijn partner te
vinden.
Doordat twee en hoogere volgbiedin-
gen slechts bij uitzondering op vier-
kaarten mogen worden geboden, kan
de partner reeds de zelfde kleur steu
nen, indien hij van die kleur slechts 3
kleintjes heeft, in plaats van de an
dere vereischte v.x.x. of 4 kleintjes.
Indien men gedwongen wordt een
hooger dan 2 verdedigend bod te doen,
zonder dat de tegenpartij met een for-
cing heeft geopend, moet de geboden
troefkleur minstens op een vyfkaart
berusten met meer dan 4 trekken.
liefst met 5, en bovendien eenige ver- i
(ledigende kracht in de overige kien- 1
ren.
Heeft de tweede hand na een ope
ning van 1 H.:
S. h„ 10. 8, 7, 6; H. 3; R. v., 9, 8, 7,
6, 5; K. 0, of
S. v.. 10, 8, 6. 5, 4, 3, 2; H. 8, 3; R. v..
9, 2; K. 6; dan moet hy passen, omdat
minder dan l1/» honneurtrek aanwe
zig is.
Komt die hand. na éénmaal gepast te
hebben nog eens aan het bieden, dan
mag de meest biedbare kieftr worden
genoemd.
Is de 2de hand niet kwetsbaar, dan
mag hy na l H. bieden 1 S. met:
S. v, b. 8. 7. 6: H. 9, 4; R. a, 7, 5;
K. 8, 3, 2; of met
S. a, v, 7, 6; II. 9, 4; R. h, 8, 7, 5; K.
8, 3, 2.
Kwetsbaar moet hij voor 1 S. hebben:
S. v, b. 8, 7, 6; H. 9, 4; R. a, 7, 5; K.
h, 8, 3 of met
S. a, v. b. 9; H. 9. 4; R. h, 10, 8, 7; K.
8, 3. 2.
Na een opening van 1 S., waarop dus
een tweebod in een kleur moet volgen,
moet de tweede hand passen met:
S. 4. 3: H. a, V. b. 9; R. h. 8. 7. 5: K.
8, 3, 2, omdat slechts bii uitzondering
op een vierkaart twee mag worden ge
boden en passen met:
S. 4, 3; H. v. 10, 8. 7, 6; R. a, 7, 6; K.
8, 3, 2. omdat de vyfkaart te zwak is.
Een vervolg bod van 2 H. mag niet-
kwetsbaar worden gedaan met:
S. H. a. v, 7, 5. 4; R. h. b, 6. 4: K.
8. 6, 2, doch kwetsbaar moet hij daar
mede passen, en slechts twee i-f. bie
den met:
S. 2; H. a, v, v, 7, 4. 3; R. a, 9, 6, 2:
K 8. 5.
Met de laatste kaart kan men prak
tisch in eigen hand rekenen op (5 sla
gen, waarvan 4 met de troefkleur wor
den gemaakt.
N. D. S.
Dank zij de strenge gezondheids
voorschriften in de Londensehe haven
is de laatste 20 jaren geen enkele epi
demie voorgekomen, zooals vroeger
herhaaldelijk het, geval was, toen de
quarantaine der vreemde schepen nog
gebrekkig was.
Zoo juist is er een film gereedgeko
men. waarin uitsluitend mannen mee
spelen. Het is een 100-procentige
spreekfilm. Blijkbaar hebben de man
nen de hun geboden kans hier terdege
uitgebuit.
De oplossing van het probleem van Weyl is 1 Dh5. Na KdB volgt De8, Kc4
Doet iu de laatste zetten blijkt, waarom Df7 niet opgaat. De oplossing V,D
het pro leem van Kubbel is 1 Df2. Deze zet beteekent een vijfvoudig dflfü,
offer erl verschaft twee vluchtvelden. Daartegenover staat, dat een dut^
schaak dreigt. De varianten zijn eenvoudig.
A. M. Broer.
Tijdschrift N. S. B. 1933.
Wit begint en geeft mat in drie zetten.
Wit: Kd8, Td7, La8 en el, Pd6 en g7. pi e2. Zwart: Kef», pi f6.
Bij den in gang zijnden wedstrijd te Parijs verliep de partij tusscben de
Aljechin I'artakower
1. e4 Pf<5
Het best bestrijdt men Aljechin met
zijn eigen opening, denkt zwart.
2. e5 Pdö
3. P13 d6
Gewoonlijk speelt men c4. Pb6,d4en*.
4. Lc4 (tt
Reeds dreigde na Pb6, Lf7 :t, K17:,
Pg5t, Kg8. Df3, De8, e6. b6, Df7f,
d f7 ef7 :t
d4 Pc6
6. 0-0 dea
7. deö: Pb6
Wit was van plan De2 en Tdl te spelen.
8. Ld3 Pb4
9. Lgö Le7
Wit tracht druk te houden.
10.
11.
13.
Le7
Le4
c3
Dc2
Getuigt van durf!
14. ef6
Wit slaat en passant.
15. Pbd2
De7
0 0
P4d5
fó
gf6:
Ld7
16.
Tfel
Tf7
17.
Pc4
c6
Na Pc4
volgt 1x15
18.
Pb6:
Pb6:
19.
Pd4
Kh8
20.
Tadl
TadS
Om de d lijn niet over te laten.
2i. urn
eó
22. Pfö
1.15
28. Dfó:
TT f8
24. Td8
Td8
25. Tdl
Tdl :t
26. Ld 1
e4
Belemmert LfS.
27. Kb3
e3
28. Kfl
ef2
29. Kf2:
De5
Wil duidelyk remise.
30. Dg4
Df5
31. Dg5:
fR6:
32. Kf3
Kg7
remise.
Het wederzydsche foutlooze spel
keurig.
Dr. P. FEENSTRA KUIPER.
Een wonder der natuur, de
„Jotl-Mek".
Hebt ge wel eens van „springende
planten" gehoord? Waarschijnlijk niet,
want in Europa komen ze niet voor.
Wel echter in het Westen van Noord-
Amerika, in den staat Kansas.
De plant is zeer groot cn heeft een
betrekkelijk dunnen stengel. Is ze vol
komen ontwikkeld, dan verdroogt ze
en krijgt zoo den vorm van een groo-
ten bol. Wanneer nu de wind opsteekt,
dan breekt de stengel af en rolt de
plant als een bal over den grond. By
storm vliegt de bal zelfs door de lucht
en springt omhoog, als hy den grond
maar even heeft aangeraakt!
Door de bewoners van Kansas wordt
deze plant „springend onkruid" ge
noemd. Eenige Engelsche reizigers,
die op een buffeljacht waren, verha
len, wat hun met deze vreemde gewas
sen overkomen is. Na den gansehen
dag te hebben rondgeloopen zonder
eenig wild te hebben ontdekt, meen
den zij in den laten middag eindelijk
een dier te zien, dat zich langzaam
voortbewoog. Plotseling stak een ster
ke wind op. en zieeen oog.-: blik
later was het dier verdwenen! Maar
neen, daar bemerkten ze he' b< est
weer dat thans met groote sprongen
op hen af kwam. Een der reizigers
legde het geweer aan en schoot, maar
het dier scheen gevoelloos z'jn
want het vervolgde zijn weg. en werd
spoedig door meerdere van die raad
selachtige wezens gevolgd'
De reizigers namen de vlucht. Maat
ie^ldeeme^°rllngPn hun avo"t"»r
vertelden, werden ze hartelijk uitge
lachen. Die raadselachtige wezens, die
monsters, waren eenvoudig de boven
omschreven planten geweest!
Dergelijke springende planten *or
den ook nog in de steppen van Turk?-
stan aangetroffen en heeten daar
„Joti-Mek" hetgeen „windheks"
teekent! Ze worden door de bewoners
van die streken als brandstof gebruikt
Ëverybody'*
Zeg vrouw, wil je me even zeg9ea'
waar we oaar toe gaan? 't Is m®»' vo°*
dea kruier, weet je.