DIAMANT
^ïlihifw ulïó
Bak- en Braadvet
Liefde in de Wildernis
NrtiUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA
Buftenlandsch overzicht.
UMA miMeiistaiiilslüiili
No. 7351 EERSTE BLAD
61ste JAARGANG
on ADVERTENTIËN:
Het ontvvapcningsvraagstuk in het Engelsche Lager
huis. - Bernard Shaw over liet verlaten van den
olkenbond door Duitschland. - Moeilijkheden met
de arbeidsvoorwaarden in de Ver. Staten. - De ver
betering in de betrekkingen tusschen China en Japan.
KONINGSTRAAT 7
Effecten Coupons
Depot DEN HELDER
M. A. GRUNWALD
Ford en de N.R A.
FEUILLETON
Mag men oude kennissen vergeten
En de dagen van weleer?)
DONDERDAG 9 NOVEMBER 1933
CHE COURANT
Abonnement per 3 maanden bij vooruitbet.: Heldersche Courant f i 50- voor
Koegras, Anna Paulowna, Breezand, Wieringen en Texei f t.^fbinnen-
rnail ,n' n' r. ,0St~ en Uest*lndië P" zeepost f 2.10, idem per
r' VJITJ f™ 3,2°' L0SSC nos* 4ct.fr. p.p. 6 et. Zondagsblad
f 0..0,f 1Modeblad resp. f 1.20, f 1.50, f 1.50, f 1.70.
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag.
Redacteur: P. C. DE BOER.
Uitgave N.V. Drukkerij v/h C. DE BOER Jit.
Bureau: Koningstraat 78 Telefoon: 50 en 412
Post-Girorekening No. 160(50.
- t. per regel (galjard). Ingez. meded. (kolombreedte als redaction.
tekst» dubbele prijs. Kleine advertentiën (gevraagd, te koop, te huur)
bij ooruitbetaling 10 ct. per regel, min. 40 ct.; bij niet-contante be
taling 15 ct. per regel, min. 60 ct. (Adres Bureau van dit blad en met
brieven onder no.: 10 ct. per advertentie extra). Bewijsnummers 4 ct.
Het ontwapeningsvraagstuk in het Engel
sche Lagerhuis. Het Engelsche Lagerhuis
is Dinsdag, na de zomervacantie, weer
bijeengekomen en na afloop van eenige
officieele verklaringen is een debat ge
houden over het ontwapeningsvraagstuk.
waarbij de minister van buitenlandsche
zaken, sir John Simon een overzicht gaf
Van de gebeurtenissen, die geleid hadden
tot het voorstel van MacDonald, dat een
zeer essentieele en belangrijke werkelijke
ontwapening zou beteekent hebben en te
vens aan vele bezwaren trachtte tegemoet
te komen. Het voorstel werd allerwege
goed ontvangen en in beginsel zoowel
door Frankrijk als Duitschland aanvaard.
De politieke gebeurtenissen in Duitsch
land en de algemeene oeconomische om
standigheden in de wereld veroorzaakten
echter, helaas, ook te Genève, eenige stag
natie en ten slotte is Duitschland ongedul
dig geworden en heeft plotseling den Vol
kenbond zoowel als de ontwapeningscon
ferentie verlaten.
Voor spr. nader in deze kwestie trad.
gaf hij eenige feiten en cijfers, waaruit
opnieuw bleek, dat Groot-Brittannië het
niet bij woorden gelaten had, maar inder
daad tot de uiterste grens van ontwape
ning was gegaan.
Spr. noemde in dit verband de effectie
ven voor het Indische leger, die van
80.000 in 1924 tot 24.600 in 1932 waren
teruggebracht, en in het bijzonder de cij
fers der linieschepen, die van 69 in 1914
gedaald waren tot 15 op het oogenblik.
Het besluit van Duitschland van 14
October heeft de moeilijkheden van het
ontwapeningsvraagstuk ongetwijfeld ver-
root. maar niettemin meende spreker, dat
et de plicht van de Engelsche regeering
bleef aan haar vredes- en ontwapenings-
politiek te blijven vasthouden.
In de hoofden van Franschen en Duit-
■chers wisselden de herinnering aan ne
derlagen en overwinningen met elkaar af
en daarom was het probleem feitelijk
teruggebracht tot de oplossing van de
vraag: hoe is de Fransche eisch van veilig
heid te rijmen met de Duitsche van rechts
gelijkheid? Het zou de taak der Engelsche
regeering blijven om als bemiddelaar tus
schen dezfe beide landen te blijven optre
den en te trachten gelijkheid en veiligheid
nader tot elkaar te brengen.
Spr. zeide vervolgens, dat het verdrag
van Locarno, volgens de meening der En
gelsche regeering niet getroffen of ont
bonden was door het Duitsche besluit.
•De Engelsche regeering bleef het ver
drag van Locarno dan ook beschouwen als
den hoeksteen van stabilisatie van een
Vredelievend Europa, aan welks uitbouw
moest verder gewerkt worden.
Vrede en ontwapening waren in Enge
land gelukkig geen partij-belangen en dus
vertrouwde spr. op de medewerking van
alle partijen tot de bestendiging van En-
gelands beproefde politiek.
Aan het slot van zijn rede zeide Sir
John nog: De deur voor Duitschland is
ook door het uittreden van dit land, niet
gesloten voor verdere besprekingen, die
l
steeds van de zijde der Engelsche regee
ring een willig oor zouden vinden.
Bernard Shaw over Duitschlands uit
treden uit den Volkenbond. Het is onge
twijfeld interessant om het oordeel van
Bernard Shaw te weten over het uittreden
van Duitschland uit den Volkenbond. De
groote Shaw heeft, in antwoord op een
vragenlijst van de Europeesche revue, zijn
meening als volgt te kennen gegeven.
..Dit besluit van Hitier is een meester
stuk, aangezien het zijn aanzien in Europa
gewijzigd heeft. Tot dusver had zijn hou
ding tegenover de Joden een heel slechten
indruk in het buitenland gemaakt en Ein-
stein werd in Londen met een ovatie ont
vangen. Dit alles werd vergeten, toen de
rijkskanselier aan de wereld meedeelde,
dat Duitschland den Volkenbond verliet
en zich terugtrok van de ontwapenings
conferentie. Zijn vastberaden eisch om
rechtsgelijkheid, zijn weigering om alleen
te worden ontwapend en zijn vredesbetui-
ging beteekenden dat Europa, in plaats
van in een oorlog gestort te worden, daar
van door Duitschland werd afgehouden.
Hitier sprak op het juiste oogenblik en
hij sprak het juiste woord. Europa her
ademde en in Engeland kwam een begin
van populariteit op voor Hitier, zooals dit
jaren geleden het geval was geweest voor
Mussolini.
In de komende verkiezingen is het niet
denkbaar dat een enkele stem zich tegen
hem zal uitspreken, zelfs niet van den
meest verbolgen Jood of communist. Ik
moet er aan toevoegen, dat ik persoonlijk
de sterkste redenen heb om mij tegen het
Nazi-regiem te keeren.
Als ik daarom Hitler's voornoemd be
sluit goedkeur zoo zegt Shaw, dan is
dit de intellectueele instemming van een
verontwaardigd slachtoffer.
De moeilijkheden met de arbeidsvoor
waarden in de Ver. Staten. Het is voor
president Roosevelt en zijn medewerkers
een allermoeilijkste zaak. de bestrijding
van de malaise door verruiming van
werkgelegenheid en te werkstelling van
werkloozen schrijft de Nw. Rott. Crt.
Heeft de president ergens succes, dan
loopt het onmiddellijk ergens anders
spaak en men is geneigd te vragen of er
inderdaad wel vorderingen gemaakt wor
den. wanneer men leest, dat in de vet-
koolmijnen van Pensylvanië 20.000 sta
kende mijnwerkers weer aan den arbeid
zijn gegaan, maar dat dan ook in het an-
thracietbekken 40.000 mijnwerkers het
houweel er bij hebben neergegooid.
Roosevelt heeft snel ingegrepen nu de
toestand in de landbouwdistricten drei
gend begint te worden. Hij heeft Johnson
naar de woelige streken gezonden om per
soonlijk te onderhandelen met de farmers
en hun bezwaren tegen het herstelprogram
te vernemen. Desondanks neemt de onrust
toe en dreigt de gouverneur van Iowa
den staat van beleg af te kondigen, wan
neer de sabotage voortgezet wordt. Onder
de incidenten, die teweeg zijn gebracht,
worden genoemd: het doen ontsporen van
een vrachttrein en het loslaten van het
daarin vervoerde vee, het blokkeeren van
een hoofdweg door auto's, het doorsnij
den van intercommunale telefoonlijnen
het uitgieten van petroleum in een kaas-
fabriek, het leeggieten van een hoeveel
heid van 500 gallons melk, het bestrooien
,van naar de markt leidende wegen met
kopspijkers en glasscherven e.d. De offi
cieele opvatting is, dat de herstelcampagne
KANTOOR BEN HELDER
in een verkeerd daglicht is geplaatst en
dat het noodig is, inlichtend te werken in
de landbouwdistricten.
De verbetering in de betrekkingen tus
schen China en japan heeft een politie-
ken achtergrond. Een van de groote bla
den wees er de vorige week op, dat het
de bedoeling van Japan is om vriend
schappelijke betrekkingen met China aan
te knoopen, dat met het oog op een even-
tueele botsing met Rusland. Het zou te
gevaarlijk worden om met Rusland in het
strijdperk te treden als er een aanval in
den rug van China verwacht kan worden.
Vandaar dus de poeslieve toenadering.
De Londensche Times verneemt uit Pe
king. dat ten bewijze van de toenemende
verbetering in de betrekkingen generaal
Okamoera. de onder-chef van den staf
van het Japansche leger in Kwantoeng.
uit Tsjintsjou te Peking is aangekomen,
om een bezoek te brengen aan de Chi-
neesche ambtenaren aldaar. Okamoera
heeft verklaard, dat de Russisch-Japan-
sche betrekkingen gespannen zijn. Echter
zijn de Japansche troepen, die uit het ge
bied ten zuiden van den Grooten Muur
worden teruggenomen, niet bestemd om
naar Noord-Mantsjoerije te worden ge
dirigeerd. waar het op het oogenblik rus
tig is.
Daar er in Jehol voor de Japanners
geen winterkwartieren in gereedheid zijn
gebracht, blijven de Japanners de passen
in den Grooten Muur bezet houden tot
het voorjaar. Dan komen de passen weer
terug aan de Chineezen.
In Chineesche kringen wordt volge
houden, dat de Japanners Sjanhaikwan
nog in hun macht hebben en de toekomst
van deze ommuurde stad zal met be
langstelling worden in het oog ge
houden. De onderhandelingen over de
treindiensten vorderen: zoo is er een voor
stel gedaan tot stichting van een Chi-
neesch-Japansche maatschappij. Chinee
sche regeeringstroepen hebben met de
hulp van artillerie uit Tientsin de plaats
Foening heroverd. Dit geschiedde nadat
de bandieten een poging hadden gedaan
om, na vrouwen en kinderen in de stad te
hebben opgesloten, te ontkomen met
medeneming van buit. Bij de gevoerde ge
vechten moeten honderden bandieten zijn
omgekomen. Wie er het leven afbrachten,
zijn naar het gebergte gevlucht. Met de
vermeestering van Foening is het ban-
dietenvraagstuk voor het gebied aan de
Lwanrivier beschouwd als vrijwel op
gelost.
DE BELGISCHE BUITENGEWONE
BEGROOTING VOOR 1931.
In totaal 1100 millioen, waar
van 400 voor defensie.
De corr. van de Nw. Rott. Crt. meldt:
In den Dinsdagavond gehouden minis
terraad is het totaal-bedrag van de buiten
gewone begrooting voor 1934 vastgesteld
op 1100 millioen francs. Daarvan zijn 700
millioen bestemd voor de uitvoering van
groote werken van openbaar nut en 400
millioen voor de landsverdediging. Ook is
overeengekomen dat minister Devèze in
1935 nog over 359 millioen francs voor de
voltooiing van den fortenbouw en het aan-
koopen van geschut, machinegeweren,
enz. zal mogen beschikken.
Wat de Volkenbond aan België
kost.
Het aandeel van België in de begroo
ting van den Volkenbond bedraagt
4.165.000 francs terwijl bovendien voor de
Belgische delegatie te Genève in totaal
950.000 francs kosten worden voorzien.
HET BEZOEK VAN GOERING AAN
ROME.
Maandagavond heeft Goering een kort
bezoek gebracht aan Mussolini in het
Palazzo Venezia.
Dinsdagochtend zou de Pruisische pre
mier nogmaals door den duce worden
ontvangen, met wien hij zich. naar V. D.
uit Rome verneemt, zal onderhouden over
den algemeenen toestand in Europa.
Engelsche persstemmen over
het doel van h*t bezoek.
De meeste Londensche bladen vragen
zich af, welk doel Goering's plotselinge
tocht naar Rome eigenlijk zou kunnen
hebben. De diplomatieke correspondent
van de Herald brengt haar in onmiddellijk
verband met een wenk, dien Mussolini
aan Hitier zou hebben gegeven en
volgens welken wenk Mussolini een
Italiaansch leger over de Oostenrijksche
grens zou doen trekken, wanneer Hitier
pogingen mocht aanwenden tot annexatie
van Oostenrijk. Vandaar een besluit om
het legercorps te Verona naar Bolzano
over te brengen.
De tocht van Goering naar Rome zou,
volgens den correspondent van de Herald,
het doel hebben Mussolini zoet te houden.
45 ets p. pond -
22 ets p. half pond
OV.Z- 6
De nieuwe werkregeling, waar
door bij toerbeurt 90011 arbiederg
van Ford werkloos zijn; dit be
teekent hervatting van den strijd
met Johnson.
Henry Ford heeft een nieuwe werkre
geling toegepast, volgens welke bij toer
beurt 9000 arbeiders van zijn fabriek
werkloos zullen zijn. Deze stap is klaar
blijkelijk ondernomen om overeenkomstig
de N.R.A.-voorschriften het minimum aan
tal werkuren op 35 uur te kunnen be
palen. De maatschappij weigert zich uit
te laten met betrekking tot het voorstel
van generaal Johnson, die Ford een 40
urige werkweek wil toestaan. Het onder
havige plan van Ford is stellig een bewijs
voor de hervatting van den strijd van Ford
met de N.R.A.
DE STAKING DER LANDBOUWERS
IN DE VER. STATEN.
Onlusten.
Reuter meldt nog uit New York, dat de
staking der landbouwers in het Middel
westen voortduurt. Er zijn dan ook weer
onlusten voorgevallen en vermeldt twee
dooden en verscheidene gewonden, die
vielen bij botsingen tusschen stakers en
boeren, die met hun waren ter markt wil
den gaan.
Brug vernield.
Uit Sioux City meldt men het vernielen
door brand van een spoorbrug op 5 km
van genoemde plaats gelegen. De over
heid heeft hulp gevraagd van bondstroe-
pen.
ALBANIË BEZUINIGT.
Op leger en vloot.
De Albaneesche regeering heeft, onder
den druk der finaneieele en oe«uioim-
sche moeilijkheden besloten tot aanzien
lijke bezuinigingen op het leger, met
name op de zware artillerie en op de ma
rine. In een ministerraad onder voorzit
terschap van koning Zogoe heeft de mi
nister van financiën uiteengezet, dat Al
banië uit eigen kracht binnen afzienba-
ren tijd niet tot een evenwichtige begroo
ting kan geraken, en dat dus radicale
maatregelen noodig waren, om de uitga
ven te verminderen.
DE ZESTIENDE VERJAARDAG VAN
DE OCTOBERREVOLUTIE.
Het Sowjettelegraafagentschap meldt
uit Moskou:
De werkenden van de Sowjetunie vieren
den 16en verjaardag van de October-revo-
lutie met groote successen op alle gebie
den van de volkshuishouding en den cul-
tureelen opbouw. Onophoudelijk komen
uit alle deelen van de Sowjetunie berich
ten binnen van de vervulling en overtref
fing van de plannen en de indienststel-
ling van nieuwe fabrieken. Nieuwe zie
kenhuizen, scholen en clubs zijn geopend.
Honderdduizenden keurarbeiders zijn in
nieuwe woningen ondergebracht. Talrijke
delgaties van buitenlandsche arbeiders
en boeren zyn aangekomen, om aan de
plechtigheid deel te nemen. Moskou heeft
een feestelijk aanzien gekregen. Duizen
den schilders en beeldhouwers hebben de
pleinen, fabrieken en winkelpuien ver
sierd. In het middelpunt van de aandacht
staat een panorama van den ondergrond-
schen spoorweg, die op het oogenblik in
aanleg is. Tegenover den Grooten
Schouwburg zijn maquettes van het Wit
te Zee—Oostzeekanaal en 't thans in voor
bereiding zijnde Wolga—Moskwakanaal
opgesteld. Een der andere pleinen ver
heerlijkt het werk van de Noordpool-
^ioMüfn 75ct
Bij Apoth. en Drogisten
expedities en den stratosfeertocht. Overal
getuigen affiches, grafieken en maquettes
van den vooruitgang van de Sowjetunie.
In den Grooten Schouwburg heeft gis
ter een plechtige zitting van den Mos-
kouschen sowjet plaats gehad, waaraan
vertegenwoordigers van organisaties en
fabrieken deelnamen. Stalin, Molotof, Ka-
ganowitsj en Kalinin werden bij hun ver
schijning achter de tafel van 'het presi
dium luide toegejuicht. Molotof heeft ecu
rede gehouden.
LITWINOF TE NEW-YORK
AANGEKOMEN.
Maatregelen voor zijn veiligheid.
De volkscommissaris van buitenland
sche zaken der Sowjetunie, Litwinof, is
Dinsdag aan boord van de „Berengaria"
te New-York aangekomen. Hij werd bij
het Quarantainestation door den chef van
het protocol, Dunn, verwelkomd en aan
boord van een regeeringsschip naar Jer
sey City gebracht, waar vandaan hij per
extra trein naar Washington zou reizen.
De Amerikaansche politieautoriteiten
hadden voor de aankomst van Litwinof
bizondere voorzorgsmaatregelen getroffen.
Tal van rechercheurs en meer dan hon
derd agenten zorgden voor de veiligheid
van Litwinof. Litwinof ontvangt alle eer
bewijzen van een bizonderen ambassadeur.
Vrijdag zuilen waarschiinliik de onder
handelingen met Roosevelt kunnen aan
vangen.
Aan boord van de ..Berengaria" heeft
Litwinof een toespraak gehouden tot de
aanwezige journalisten, waarbii hij o. a.
zeide. dat de tusschen Rusland en de Ver-
eenigde Staten bestaandp moeiliikheden
binnen een half uur zouden kunnen wor
den geregeld. De beide grootste republie
ken ter wereld, de Vereenigde Staten en
Rusland,, hebben in de afgeloopen 15 jaren
dezelfde vredespolitiek gevoerd. Deze pa-
raiellen moeten door de hervatting der di
plomatieke betrekkingen met elkander
worden verbonden, waardoor de zekerste
garantie voor den vrede ter wereld toe
stand wordt gebracht.
KNUD RASMUSSEN.
Ernstig ziek.
Reuter verneemt uit Kopenhagen: De
Deensche Noord pool onderzoeker dr. Knud
Rasmussen is ernstig ziek tengevolge van
van voedsel-vergiftiging, welke hit bii zijn
jongste expeditie in Groen'and heeft op
gedaan.
Dr. Rasmussen, die dezer dagen uit
Groenland te Kopenhagen is aangekomen,
was niet in staat iemand te spreken en
moest in een ambulance-wagen van het
schip naar het ziekenhuis worden ge
bracht, waar hij ter behandeling is opge
nomen.
WEER EEN INCIDENT AAN DE
RUSSISCH-MANTSJOERIJSCHE
GRENS.
200 Mantsjoe-boeren vermoord?
Naar Reuter uit Harbin meld, zou een
Russisch militair detachement 200 boeren
van Mantsjoekwo vermoord hebben, die
aan den oever van de Amoer bij Pe-
trofsky wonen, omdat zij geweigerd had
den hun graanoogst aan de militaire auto
riteiten af te staan.
Naar het Engelsch
OTTWELL BINNS.
..Should auld acquaintance be forgot
iAnd never brought to min?
Should auld acquaintance be forgot
And days of auld lang syne?"
(Mag men oude kennissen vergeten
En nooit meer aan ze denken.
Onder bet gezang van die eenvoudige
melodie kreeg Stane's gpzicht een bittere
uitdrukking, want het liedje wekte oude
herinneringen in hem op, deed hem den
hen aan tijden, die bij beter deed te ver-
Keten.
Hij sprong op en buiten de tent begon
Mi rusteloos op een neer te loopen. De
muziek hield op en hij stond stil om te
luisteren. Er was nu niets meer te hooren
dan het geklots van de rivier en dus
knikte hij tot zich-zelf: „Nu zal bij wel
Kauw komen".
Hij hoorde het zachte gezoem van een
muskiet in de stilte, voelde hoe Iets op
ltJn hals ging zitten en hij kreeg een
fjrierpen steek, als van een naald. Dade-
sloeg hij met zijn hand naar de plek
®h trok zich weer achter zij') gordijn van
rook terug. Daar zette hij zich neer op
het pak, dat hem tot zetel diende en
wachtte, naar het hem toescheen, einde
loos.
Het vuur ging uit, de rook belemmerde
het uitzicht niet meer en door de nabij-
zijnde wilgen ruischte een windje dat op
stak. Een roodborstje begon te tjilpen en
weer klonk de kreet van een parelduiker
over de wijde rivier. In het noorden werd
de lucht met een rooden gloed overgoten,
toen kwam de zon goud en schitterend
op.
Een nieuwe dag was aangebroken en
Stane had een korten zomernacht in dit
land van het noorden, wakend doorge
bracht, om te wachten op een man, die
niet was gekomen, en, zooals hij nu ook
wel begreep, niet komen zou, Hij lachte
bitter, en schopte het vuur bij elkaar,
gooide er nieuwe brandstof op en na een
blik geslagen te hebben op de nederzet
ting, die in rust was, keerde hij weer in
zijn tent terug, wikkelde zich in een de
ken en viel kort daarop in slaap.
Drie uur later werd hij gewekt, door
het geluid van stemmen en het geblaf
van honden en ontwaakte, als een gezond
kind, dat van diepe rust overgaat in
klaar wakker zijn.
De deken van zich schoppend stapte
hij in zijn macossins en ging naar buiten,
waar hij de oorzaak van ai dit lawaai dui
delijk zien kon.
Een troep Indianen had juist zyn ka
no's aan land gesleept en begroette een
anderen troep, waarschijnlijk dien, waar
van hij de tenten had gezien op het wei
land buiten de omheining, want onder de
vrouwen herkende hy het Indiaanselie
meisje, dat langs de wilgen was gevlucht,
toen ze hem ontmoet had. Hij keek een
poosje met loome belangstelling naar
hen, nam toen een zeildoeken emmer
om water te halen en begon zijn toilet te
maken. Daarmee klaar, bereidde hij zijn
ontbijt, nutigde dat, ruimde alles weer
op, stak 'n pijp aan en begaf zich naar
het plein van de nederzetting. Verschei
dene Indianen stonden buiten voor de
bazaar en binnen waren de agent en zijn
klerk bezig met anderen te onderhande
len over de pelzen, die uit het hooge
noorden kwamen om de grillen der mode
in warmere landen te dienen.
Midden op het plein stond de gezette
heer, die den vorigen dag was aangeko
men en die nu sprak met een kruiperigen
halfbloed, terwijl eenige dames, die bij
hem stonden, de roodhuiden buiten den
bazaar met nieuwsgierige oogen gade
sloegen.
Stane keek verder op. Twee mannen
waren buiten den bazaar bezig, een twee
de halfbloed lag op de bank bii den ba
zaar, maar de man, op wien hij den ge-
heelen avond gewacht had, was nergens
te zien.
Met een teleurgestelde beweging begaf
hij zich naar den bazaar. Op weg daar
heen hoorde hij een weiluidenden lach
en zich snel omkeerend zag hij den man,
dien hij zocht den hoek bij den bazaar
om komen, vergezeld van een meisje, dat
hartelijk lachte om een opmerking van
haar metgezel. Stane bleef staan en keek
naar het tweetal dat zich misschien op
twaalf meter afstand van hem bevond.
Amley. met zijn monocle, moest weten,
dat bij daar stond, dat kon niet anders,
maar hij hield zijn blik vastbesloten van
hem afgewend en verried dooi' niets, dat
hij hom zag. Doch het meisje keek hem
onbevangen aan en Stane keek juist ook
naar haar en werd toen bijna ademloos
van verrassing, waar dan ook alle reden
toe was.
Zij was als een Engelsche roos zoo
schoon, haar gestalte in groote lijnen ge-
teekend als van een dochter der goden,
met een aureool van kastanjebruin haar,
hier en daar mat goud doorgloeid, in
strengen eenvoud om haar hoofd gestren
geld.
Een gevoelige mond, met een kin, zacht
maar flink, een ronde, ferme hals als van
een Grieksch standbeeld en haar oogen
blauw-grijs, als de mist, die over de bos-
schen in het noorden hangt. Blond was ze
en sterk het ware evenbeeld der vrou
wen, die in de Engelsche landouwen opge
groeid, met haar manvolk wegtrokken om
ep ver verwijderde plaatsen der aarde
nieuwe nederzettingen te stichten. Ze zag
met haar grijze oogen Stane vrijmoedig
aan, zonder ze neer te slaan, wendde zich
toen onbevangen naar haar metgezel en
Stane, die toekeek, zag haar iets vragen.
Toen Amley vlug zyn blik naar hem toe
wendde, alvorens met een schouderopha
len te antwoorden, kon hij makkelijk gis
sen, dat het meisje iets over hem gevraagd
had. Op zes meter afstand trokken ze hem
voorbij. Amley met een gezicht als uit
steen gehouwen, het meisje, met een on
derzoekenden, zijdelingsc-hen blik. die
Stane's bloed deed koken. Hij stond hen
na te kijken, tot ze het werfje bereikt had
den, zag hen in een kano stappen en toen
begonnen beiden te pagaaien naar het
breede middengedeelte der rivier. Toen
eerst wendde hij zyn blik van hen af en
keerde hy terug tot zijn omgeving.
De groote man van de maatschappij was
nog steeds bezig met den halfbloed te
spreken en de andere halfbloed was op
gestaan en keek naar iemand in den
bazaar. Hij keek om toen Stane naderde.
„Drommels", zei hij verrukt, „dat is een
mooi Indiaansch meisje daar."
Stane keek door de openstaande deur
naar binen en zag toen, dicht bij de lange
toonbank, het mooie Indiaansche meisje
van den vorigen dag staan, dat toekeek,
terwijl de lange Indiaan zijn ruilhandel
met den agent dreef. Hij knikte toestem
mend en van de gelegenheid gebruik ma
kend om zich wat in te lichten, sprak hij
den man aan.
„Ja, maar dat meisje, dac daar met den
heer Amley ging.
„Ja, mijnheer, maar dat is geen In
diaansch meisje. Die is heel voornaam en
is op reis met den chef."
„O, de chef maakt een rondreis?"
„Ja, ja. In ouden stijl, met een troep
kano's en een jachthoorn. Een zoinerreisje
weet u, naar al de nederzettingen in deze
provincie. Zoo gaat het als men een groot
man is!"
„En de heer Amley, wat doet die hier
in Fort Malsum?"
„O, de heer Amley, die is ook een groot
man.'Die wordt een dezer dagen ook nog
eens chef. Hij reist ook van nederzetting
tot nederzetting en zal zeker verder wel
in gezelschap van den chef reizen, want
die protegeert hem."
„Is dat zoo?"
„Dat is zoo. Hij is de gunsteling, weet
u?"
„Dat wist ik niet."
„Niet? Nu, toch is het zoo. En Louis en
ik, wij reizen met hem mee in zyn kano
om hem te bedienen. Ofscnoon ik liever
hier zou blijven 0111 met dat mooie In
diaansche meisje te praten."
Stane gaf hier geen antwoord op. Hij
groette den man en ging den bazaar in.
Rodwell, de agent, keek op, toen lui bin
nentrad en nam hem eens op, zooals men
doet, wanneer men iemand niet kent, gaf
hem toen een kort knikje en zette zijn on
derhandelingen met den Roodhuid voort.
Daar zijn bediende ook met iets bezig was,
wendde Stane zich tot het Indiaansche
meisje, wier gevoelvolle oogen eenigszins
verlegen op hem gericht waren en sprak
haar in de taal der Roodhuiden aan.
„Jonge zuster, waarom zijt gij gisteren
van mij weggeloopen?"
Het meisje werd zeer verlegen dat hij
dit zoo op den man af vroeg en 0111 haar
over haar verlegenheid heen te helpen,
begon de jonge man te schertsen:
„Je zag me toch niet aan voor Moor
seen, den zwarten beer of voor den grij
zen heer met het kale gezicht, is het
wel?"
Dat maakte het meisje aan het lachen
en ze schudde het hoofd ontkennend.
„Ik ben heusch maar een man en niet
eens een grijze. Waarom ben je van mij
weg gevlucht, jonge zuster?"
„Ik had nog nooit een man, als u bent,
gezien".
Het openhartige van dit antwoord, dat
op een bedeesde manier gezegd werd, ver
baasde hem. Nu werd hij op zyn beurt
verlegen en trachtte liet voor hem vlei
ende antwoord wat te verdoezelen.
„Hebt gij nog nooit een blanke ge
zien?" riep hy met geveinsde verwonde
ring.
(Wordt vervolgd).