ZetV71TZ' ÏT1 ?'.VVieringen en Texel f u;5; biIinen- S¥1^SSO£l BAAR HONIG S BOUILLONBLOKJES thans 6 voor lOct. Liefde in de Wildernis EÜWSBLAD VOOR DEM HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA Buitenlandsch overzicht. MODERNE WINTERHOEDEN No. 7352 EERSTE BLAD ZATERDAG 11 NOVEMBER 1933 61ste JAARGANG Scherpe critici; over het optreden der nat.-socialisten he ^gebted. - De gevolgen van den moord op den koning van Afghanistan. - Rusland en de Ver Staten De herdenking van den Putsch van 1923. VILT, HOMESPUN, FLUWEEL, VELOURS enz. IN ALLE MATEN EN KLEUREN LAAT UW HOED BIJ ONS VAKKUNDIG VERVORMEN KEIZERSTRAAT (TEGENOVER Fa. PRONK) De nieuwe troebelen op Cuba. De moordenaars van Inoekai. FEUILLETON 4) COURANT Koegras^Aiu'a 'p* "!'m"cle° v°oi-uitbet.: Heldersche Courant f 1.60; voor mail en oirerige,anden2'7^ P" -epost f 2.10. idem per •eap 0.60 f 0.70 f 0 70 f 1m0Tw T*' 4 Ct'1 P'P'6 Ct' ZondaSsblad 'fl—Mot|eWad resp. f 1.20, f 1.50, f 1.50, f 1.70 Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag. Redacteur: P. C. DE BOER. Uitgave N.V. Drukkerij v/h C. DE BOER Jr. Bureau: Koningstraat 78 Telefoon: 50 en 412 Post-Girorekening No. 16066. ADVERTEN TIEN 20 ct. per regel (galjard). Ingez. meded. (kolombreedte als redaction. tekst) dubbele prijs. Kleine advertentiën (gevraagd, te koop, te huur) bij vooruitbetaling 10 ct. per regel, min. 40 ct.; bij niet-contante be taling 15 ct. per regel, min. 60ct. (Adres Bureau van dit blad en met brieven onder no.: 10 ct. per advertentie extra). Bewijsnummers 4 ct. Scherpe crltlek over het optreden van de natlonaal-Mkiallsten In het Saarge- bied. Het Yolkenbondssecretariaat heeft Donderdagmiddag het 5óste rapport van de regeeringscommissie van het Saarge- bied gepubliceerd schrijft de Geneef- sche corr. van de „Nw. Rott. CrL" aan zyn blad, en de corr. deelt dan mede dat het rapport te Genève groote aandacht hoofd van de regeering kwam. waarop de commissie de actie van de na- tionaal-socialistische party heeft gecriti- seerd. De commissie vestigt de aandacht van den Volkenbondsraad op de evolutie van den politieken toestand in het Saarge- bied. waardoor zy sedert Mei 1933 ge noodzaakt is geweest een aantal maatre gelen te nemen voor handhaving van orde en openbare veiligheid. De toestand is echter sindsdien steeds ernstiger ge worden. De commissie wyst erop, dat de nat. soc. partij erop uit is, naast de in rechten optredende regeering een feite lijke regeering in te stellen en dit doel tracht te bereiken door aan alle hande lingen der bevolking een politiek tintje te geven en ook in het openbare en parti culiere leven van de bevolking leidt het nationaal-soeialisme een voortdurende campagne door middel van boycot en an dere maatregelen. Het rapport verklaart verder dat de nationaal-socialistische party erin ge slaagd is door het dreigement van maat regelen te nemen na den uitslag van de volkstelling in het Saargebied, een atmosfeer van opgewondenheid te schep pen, die de reactie van andere politieke partijen, die zich niet aan het nationaal- soeialisme hebben onderworpen, heeft opgewekt, waarvan het gevolg is terreur en gewelddadige handelingen. Deze pressie wordt niet alleen uitge oefend op personen, maar ook op ge heele politieke partijen, sportieve- en kunstvereenigingen en zelfs op de kerk, en het is hoogst ernstig, aangezien ook de regeeringsarnbtenaren onder den nat.- soc. invloed geraken. De commissie, die de plicht heeft alle Inwoners van het ge bied zonder onderscheid te beschermen en niet mag vergeten, dat de volksstem ming in volkomen onafhankelijke om standigheden moet plaats hebben, heeft den Volkenbond moeten verzekeren dat zij onder bovengenoemde omstandighe den genoodzaakt is buitengewone maat regelen te nemen. Deze maatregelen worden door de regeeringscommissie be studeerd en zullen binnenkort aan den Volkpnbondsraad worden voorgelegd. Dit deel n.1. het algemeene van het rapport Is door de geheele commissie met uitzendt ring van een lid dat inwoner Is van het Saargebied, aangenomen. De moord op den koning van Afgha nistan kan van groote beteekenis wor den voor de rust in Rusland en Britsch- Indië. Wij herinneren aan den onrust-tijd voordat de nu vermoorde koning aan het heeft getrokken door de scherpe wijze, Nadir Chan was een man van groot gezag in zyn land schrijft de „N. R. C," die daar, tydens de vier jaar van zijn regeering de orde heeft weten te handhaven en veel goeds heeft tot stand gebracht. Aman Oellah, zijn bloedverwant en gewezen, gebieder was te hard van stal geloopen met hervormingen. Hij had ge meend met zyn land te kunnen doen wat de Gazi in Turkije tot stand heeft ge bracht. Daarvoor echter miste hij de kracht. Ook beging hij de fout, toen zyn bewind nog niet solide gevestigd was, als een nieuwe maar ook oppervlakkiger 1 eter de Groote, al het moderne in de wereld met eigen oogen te gaan bezien, ioen Beter de Groote terug kwam wacht te hem ook opstand. Hy echter had ruim schoots de kracht dien de baas te worden. Aman Oellah bezat die kracht niet. Wel licht zou hij zich toch hebben kunnen handhaven als hij niet tevoren zijn ster ken en in het land hoog aanzien genie tenden minister Nadir Chan van zich had vervreemd. Nadir had zich terugge trokken in een behagelijk beschouwend leven aan de Rivièra, te midden van alle geneugten der Westersche beschaving, die ook hy wist te waardeeren. Nadir wist waarschijnlijk dat zijn tijd nog wel weer zou komen. Hij vergistte zich niet. I'oen Aman Oellah hem terug riep, was het echter reeds te laat. De barbaarsche „waterdrager" Hjabib Oellah had reeds den troon te Kaboel op Aman Oellah veroverd. Na het barbaarsche bewind van Habib Oellah kwam, als een zegen voor liet land, Nadir Chan aan de macht. Opeens scheen alles goed te zullen worden. Orde en gezag werden hersteld; de Wester sche beschaving stroomde het land bin nen, maar bedachtzaam gekanaliseerd. Men kon terugdenken aan den grooten tijd van ongekende rust, die Afganistan 21 jaar lang, van 1880 tot 1901, onder het bewind van den emir Abdoel Raehman gekend heeft. Nadir Chan had alle mo gelijkheden een verbeterde herhaling van die periode te scheppen; nu heeft hem het lot getroffen van zoovelen zijner voorgangers. Het is niet alleen een per soonlijk maar ook een nationaal ongpluk. Als het daarbij nog blijft! Zahir Khan, de nieuwe koning, is slechts 19 jaar oud. De strijd om invloed op den emir te krijgen zal opnieuw opleven. Zeker zullen de Russen probeeren of met dezen jongen man niet datgene te bereiken is waar voor zijn krachtige wyze en ervaren vader niet te vinden was. De gebeurte nissen te Kaboel zullen in deze dagen zoowel te Londen als te Moskou ernstig in beschouwing genomen worden. Het was nu juist weer rustiger geworden aan de Indische uitmonding van den Chaiber- pas, waardoor zooveel onrustwekkende invloeden reeds Noord-Indië zyn binnen gestroomd. Of zullen de Russen nu heel koest zijn, zoo vraagt het blad tenslotte, overwe gende dat zjj op dit oogenblik, met alle gevaren in Oost-Azië, Engeland niet vijandiger mogen stemmen dan strikt noodig is. Rusland en de Ver. Staten. Litwinof, de sluwe en gewiekste Russische diplo maat, is al sinds eenige dagen in de Ver. Staten, om de erkenning van de Sowjets door de Ver. Staten te verkrijgen. Het schijnt hem aan den overkant van den Oceaan wonderwel te gaan, men verwacht zeer binnenkort (er werd Donderdag zelfs gesproken van binnen 48 uur) de erken ning van de U.S.S.R. door de V. St. Het is te begrijpen, dat men er aan den ove:- kant wel iets voor voelt om een goeden vriend in de nabijheid van Japan te heb ben, dat den laatsten tijd zoo dreigend zijn tanden laat zien. Aan dei. anderen kant is de erkenning voor Rusland van groote beteekenis, politiek, maar niet in het minst economisch. Een Vaz Dias-bericht meldde dezer dagen uit Washington over de besprekin gen o. m. het volgende: Hoewel alle gevoerde besprekingep slechts een voorloopig karakter droegen, schijnen zij voldoende te zijn geweest oip een basis te leggen voor de erkenning ct) heropening der diplomatieke betrekkin gen tusschen beide landen. De besprekin gen met Huil verliepen zoo vlot, dat Lit winof reeds verscheidene uren vroeger dan was voorzien, zijn opwachting maakte op het Witte Huis, waar hy na een lang durige conferentie den lunch gebruikte, waarby de meeste lieden van het Ameri- kaansche Kabinet aanzaten. De bespre kingen tusschen Huil en Litwinof worden vandaag voortgezet. LITWINOF, Russisch minister van Buiten- landsche Zaken. Naar verluidt, zou de Amerikaansche regeering van Litwinof een bereidverkb- ring hebben geëisoht, om te onderhande len over een regeling der oude Russische schulden en een garantie voor het staken der communistische propaganda in de Ver. Staten. Litwinof zou in principe met de hem voorgestelde voorwaarden aecoord zyn gegaan. In politieke kringen te Washington neemt men aan, dat de Sowjet-regeering na de erkenning door de Ver. Staten zal streven naar een handelsverdrag, naar een non-agressiepact voor het Verre Oosten en naar het verkrijgen van groote cre- dieten. In hooge regeeringskringen ver klaart men, dat de toenadering tusschen Sowrjet-Rusland en Amerika een gerust stellenden invloed op den toestand in het Verre Oosten zal uitoefenen. Men verwacht, dat de onderhandelingen tusschen de Amerikaansche regeering en Litwinof Zaterdag beëindigd kunnin worden. DE WERKLOOSHEID IN DUITSCHLAND. In October met 103.000 ver minderd. De werkverschaffingsmaatregelen en de verbetering in sommige takken van het bedrijfsleven hebben voor de eerste maal sinds 1928 de werkloosheid in Octo ber doen verminderen. Tegenover een toeneming in October 1928 met 150.000; in 1929 met 233.000; in 1930 met 247.000; in 1931 met 268.000 eu in 1932 met 64.000 staat ditmaal, volgens de statistieken van de gemeentelijke en rijksarbeidsbeurzen een vermindering met bijna 103.000. Het totaal aantal werk- loozen bedraagt nu nog 3s/« millioen tegen 7 millioen op het hoogtepunt in den winter van 1931/'32. Bij de herdenking van den Putsch van 1923 op 9 November, heeft Hitier Woens dagavond voor de oude garde in den Biirgerbrau-kelder gesproken. Hitier betoogde dat de Putsch het mo gelijk heeft gemaakt tien jaar lang te strij den; als wij toen niet gehandeld hadden, zou ik nooit een revolutionaire beweging hebben kunnen stichten, leiden en in stand houden. De gebeurtenissen van 1923 toonen ons de wijsheid der Voorzienig heid en doen ons gelooven, dat de offers, die wij hebben gebracht, niet vruchteloos zijn geweest. Over de beteekenis van de a.s. volks stemming zeide Hitier o.m.: Onder con ferenties verstaan wij bijeenkomsten van gelijkgerechtigde landen. De Volkenbond ziet ons niet terug dan nadat de laatste achteruitzetting van ons volk is weggeno men. De Duitsche volk wil geen oorlog; het wil rust, het wil werken, het wil op zijn eigen manier zalig worder.. Hitier huldigde ten slotte degenen, die hem trouw zijn gebleven. Tegen middernacht zijn op het Ko ningsplein de dooden van 9 November 1923, herdacht, waarbij minister-presi dent Goering het woord heeft gevoerd. In het circus Krone heeft minister dr. Goeb- bels op een vrijheidsbetooging gesproken. Tienduizenden te Munchen. Reeds vroeg heerschte er Donderdag ochtend te Munchen een koortsachtige be weging, welke, naar Wolff meldt, alles in de schaduw stelt, wat de geboortestad der beweging van Hitier ooit beleefd heeft. Meer dan 60 extra-treinen hadden vele tienduizenden naar Munchen gebracht. De gewone treinen hadden alle voortrei nen. Niettegenstaande de verkeersmidde len van de stad al hun rollend materieel in gebruik hebben, waren vooral de trams reeds om 10 uur propvol. Receptie In het Bruine Huis. In het Bruine Huis te Munchen is Don derdagmorgen receptie geweest voor de gouwleiders uit alle deelen des lands. De leider wisselde eenige woorden met de meeste leiders en had een paar extra har telijke woorden voor de leiders van het district Annaberg op het hoogste deel van het Reuzengebergte uit welk arm district de afgevaardigden nog een geschenk had den meegebracht. Te half twaalf zijn voor de Feldhern- halle de dooden van 1923 plechtig her dacht. Te halfeen komen de strijders van 1923 op het plein. Met ontbloot hoofd gaat de rijkskanselier aan de spits, geflankeerd door minister Goering en overste Kniebel. Dan volgen de vrijcorpsen, de Bond Ober land en ander© militaire afvaardigingen. De menigte groet zwijgend als de kop van den stoet de Feldhernhalle nadert. Tromgeroffel weerklinkt nu, kanonnen worden afgevuurd; heel Munchen weet, dat dit het teeken is om één minuut in volkomen stilte de dooden te herdenken, waar men zich ook bevindt. De namen der eerste 16 gevallen nat.- socialisten worden nu door luidsprekers bekend gemaakt en „heel Duitschland herdenkt, volgens Wolff, de offers, uit wier zaad de 30 ste Januari 1933 opge gaan is". Voor de Feldhernhalle neemt de leider nu de parade in oogenschouw van de voorbijtrekkende strijders en andere af- deelingen. Ieder vaandel wordt door de op geen 10.000 te schatten menigte met den Duitschen groet begroet. Het z.g. bloeövaandel van 9 November 1923 opent den stoet. Een afdeeling S.A. draagt een gewel digen krans voor de gevallen S.A.-kame- raden. De parade duurt iets langer dan een half uur. Dan begeeft Hitier zich op het podium. Alle vaandels zwaaien. De menigte breekt in een luid gejuich uit, dat minuten aanhoudt. Dan verricht minister Wagner de in wijding van het gedenkteeken voor de ge val'enen met een korte toespraak. Daarop houdt minister-president Siebert een rede voor de microfoon. Aan het slot biedt spr. de eere-oorkonde aan den leider aan, die ontroerd dankt. Goering dankt Hitier in ontroerende woorden uit naam der oude garde, dat hij „de oude strijders" naar roem en vrijheid geleid heeft. Roehm legt dan een gelofte van trouw af uit naam zijner „bruine soldaten". Dan neemt Hitier het woord en spreekt kort over de ge beurtenissen van de laatste 10 jaar. Op dit uur willen wij weer getuigen van Duitschlands Eer, voor zijn Rechtsgelijk heid, maar ook voor zijn Vredelievende gezindheid, zoo zegt Hitier. Onze vredes- iiefde willen wij echter tegelijk verbinden met onzen strijd voor Eer en Vrijheid en Recht voor Duitschland. Na het einde van zijn rede schreed Hitier tusschen een cordon van S.S.-man- nen naar het gedenkteeken en terwijl de vaandels naar den grond werden gebogen, de trommels een roffel sloegen en de handen omhoog gingen voor den Hitler groet, onthulde de rijkskanselier, terwijl de muziek het Horst-Wessellied inzette, het gedenkteeken. Tientallen dooden en gewonden. President San Martin heeft voor ge heel Cuba den staat van beleg afgekon digd, teneinde de rebelli te kunnen on derdrukken. Blijkens een telegram uit Havana zijn er bij de nieuwe uitbarsting 32 menschen gedood en ongeveer 100 ge wond. Dit geldt voor Havana. Maar ook buiten de hoofdstad zijn onlusten voor gevallen. Een nader bericht over de gebeurtenis sen te Havana stelt het aantal dooden te Havana op 50, dat der gewonden op 125. Hevige gevechten te Havana. Opstanden in het geheele land. Een V.D.-bericht behelst het volgende: Onmiddellijk na het afkondigen van den staat van beleg te Havana, deden de loyale troepen een aanval op de opstan delingen, aanhangers van De Cespedes, waarbij in den loop van den nacht in ver bitterde straatgevechten ongeveer 70 per sonen werden gedood en 250 gewond. On geveer 400 opstandelingen, voornamelijk aanhangers van de radicale organisatie A.B.C. en muitende soldaten en politie, werden gevangen genomen. De opstandelingen hebben drie forten in de omstreken van de stad Havana be zet. Overste Bastita leidde persoonlijk in een pantser-auto den aanval op het fort Ambrosio, terwijl de kanonneerbooten Patria en Cuba den aanval van de zee zijde ondersteunden. De artillerie van het fort sloeg den aanval der beide ka nonneerbooten af, en de Cuba zoowel als de Patria moesten zich na eenige treffers te hebben gekregen terugtrekken tot bui ten het bereik van de kanonnen. Ook eenige Amerikaansche torpedojagers moesten fullspeed naar buiten stoomen om buiten het bereik van de kanonnen van het fort te komen. De opstandelingen winnen voortdurend aanhang, doch heb ben te kampen met gebrek aan wapens en munitie. In de straten van Havana hoorde men den geheelen nacht het knetteren der machine-geweren en het ratelen der pantser-auto's, die, voorzien van sterke zoeklichten, door de straten reden. Het fort Atares gevallen. Reuter meldt nader uit Havane, dat de kanonneerboot Cuba in de haven lig ging heeft genomen, om daar vandaan het offensief tegen de 2000 rebellen, die zicli in het fort Atares verschanst hadden, te steunen. Er werd geen artillerie- en mitrailleur bombardement op het fort geopend. Tal rijke gewonden keerden uit de vuurlinie te Havana terug. Na het borbardement heschen de rebel len drie witte vlaggen op het fort Atares, waarna dit genomen w erd. Clemente vonnissen. Reuter meldt uit Tokio, dat de tien zee officieren, die terechtstonden wegens me deplichtigheid aan den moord, in 1932 gepleegd op minister-president Inoekai, zijn veroordeeld tot straffen loopende van één tot 15 jaar gevangenisstraf. De rechtbank had meer dan een mil lioen brieven ontvangen, waarin gepleit werd voor een clemente behandeling van de beklaagden. Er waren wel duizend brieven bij, geschreven met menschen- bloed. De advocaat-fiscaal nad voor drie be klaagden de doodstraf geëischt. Met het oog op de groote sympathie, die er onder de bevolking oestaat voor de terechtstaande officieren waren uitge breide maatregelen genomen om wanor delijkheden te voorkomen. Naar het Engelsch van OTTWELL BINNS. „Ik heb niet gezegd, dat ik nog nooit een blanke heb gezien. Ik heb er ver scheidene gezien. Den priester, die op liet Fordt van God vertoeft, den agent, die hier woont, den dokter te Last Hope en nu den heer Amley, die gisteren hier aan kwam. En dan is er nog die dikke man, dien men den chef noemt een groot op perhoofd, zegt men, ofschoon men het niet van hem zou zeggen, als men hem ziet. Ja, ik heb verschillende blanken ge zien, maar geen enkele, die op u lijkt". Hubert Stane was opnieuw uit het veld Beslagen, door de openhartigheid van het meisje en trachtte zich een houding te geven door met een compliment te ant woorden: „Wel", zei hy lachend, „wat dat betreft zyn er ook niet veel meisjes op de wereld, die op jou lijken! Ik zou wel eens willen weten hoe je heet?" Het meisje bloosde van genoegen over het compliment en antwoordde zonder aarzelen: „Ik ben Miskodeed". „Dat wil zeggen „de Schoonheid van de Lente!" Werkelijk, je hebt den juisten naam ontvangen, jonge zuster!" Het meisje bloosde opnieuw. Weer brandde het vuur, dat in haar oogen kwam, toen ze elkander voor het eerst ont moetten en hoe het gesprek zou zijn voortgezet, als ze niet gestoord waren ge worden, kan alleen gegist worden. Maar op het oogenblik riep de lange Indiaan haar: „Miskodeed". Het meisje liep snel naar hem toe en de Indiaan wees met een bijna vorstelijk ge baar naar een voorraad goederen, die op de toonbank opgestapeld lag. Het meisje nam zooveel op als ze dragen kon, liep moeizaam met haar vracht den bazaar uit en daar de agent Rodwell hem wenkte, ging Hubert Stane naar de toonbank en deed zijn bestelling. De agent schreef alles neer zonder te spreken, wierp nu en dan echter een schattenden blik op zijn klant en toen Stane betaald had en gezegd, dat alles voor den middag voor hem klaar moest staan, deed hij een vraag: „Gij zijt hier een nieuweling m deze streek, is het niet?" „Ik heb hier den heelen winter doorge bracht". „Dan hebt ge niet veel wild gevangen, zeide de agent met een lach, „anders bad ge uw pelzen wel meegebracht. Of hebt ge misschien land opgenomen?" „Ook al," stemde Stane wat terughou dend toe. „Een eenzame bezigheid! merkte de agent op. „Dat is zoo," bevestigde Stane, knikte toen en ging heen. De agent zag hem met gefronste wenk brauwen na en wendde zich toen tot zijn bediende. „Niet bepaald een gezellig iemand, he Donald?" De bediende grinnikte, schudde zijn hoofd en zei: „Zijn tong schijnt vastgegroeid". „Ik zou wel eens willen weten waar hij zich ophoudt." „Ergens in het noorden," antwoordde Donald, „ik zag hem stroomopwaarts hier heen komen." De agent zei niets meer tegen hem, maar verliet de bazaar om naar het pak huis te gaan. Onderweg zag hij Stane, die naar een kano stond te kijken die op de rivier dobberde. De oogen van den agent waren goed, zoodat hjj de menschen in de kano kon herkennen en toen hij Stane's belangstelling opmerkte, begon bij weer te fronsen en prevelde in zich-zelf: „Ik zou toch wel eens willen weten, wat dat grapje van den heer Amley te betec- kenen heeft." Daar hij echter geen antwoord op die vraag kon vinden, verdiepte hij zich maar weer in zijn eigen zaken. Wat Hubert Stane betreft, hij bleef lan gen tijd op het plein staan wachten op de terugkomst vaii de kano, vastgesloten zijn onderhoud met Amley te doen plaats vin den. Maar het wachten duurde te lang, dus keerde hij tenslotte terug naar zijn tent. Het was laat in den middag, vóór dat de gelegenheid, waarop hij wachtte, zich voordeed. Door nieuwsgierigheid gedre ven was hij eens naar de tenten der Rood huiden gaan kijken en had daar Misko deed aangetroffen, die bezig was een jong hondje kunstjes te leeren. Hij was met haar blijven praten en was nog in een vrij eenzijdig gesprek met haar ge wikkeld, toen liet geluid van Engelsche stemmen hem deed omzien. Het gezelsóhap van den chef, vergezeld door den agent, naderde het kamp der Roodhuiden. Zijn eerste opwelling was om weg te gaan, maar daar hij Amley in hun midden opmerkte, besloot hij te blijven en voor zijn eigen doeleinden hield- hij tMiskodeed in gesprek, daar zij, als zij plleen werd gelaten, in haar tent gevlucht zou zijn. Het gezelschap kwam naderbij. Stane zag, dat men naar hen keek en hét blozen van Miskodeed was bijna pijnlijk om te zlien. Iemand, die ze zag, en die de schijn bare toewyding van den man en de ver legenheid van het meisje opmerkte, moest de situatie wel verkeerd begrijpen en dat gebeurde dan ook, want even laten hoor den zij een vrouwenlach en een stem, die zeide: „Wat een liefelijke landelijke idylle is dat!" Hij keek op met een toornigen blik in zijn oogen. Het gezelschap ging net langs hem heen en aller oogen waren nieuwsgie rig op hem gevestigd. En één paar, de grijze oogen van het meisje, dat met Am ley uit was geweest, keek hem recht aan en hij las er iets in dat op verachting leek. Dat deed hem het bloed naar het hoofd stijgen en deed de woede, die in hem was opgewekt, door de lachende woorden die hij had opgevangen, nog grooter wor den. Amley bevond zich in hun midden en wat er ook van mocht komen, hij zou in hun aller tegenwoordigheid met hem spreken. Hij stapte beslist naar voren, maar Amley, die zijn voornemen scheen te raden, voorkwam hem door terzijde te treden. „Wees geen dwaas, Stane, je doet jezelf geen goed met herrie te schoppen. Giste rennacht kon ik niet komen, maar van nacht zal je me zien verschijnen." Hy keerde zich om en ging Leen voor Stane tijd bad te antwoorden, en toen hij zich weer bij het Engelsche meisje voegdi, vroeg deze Letn verwonderd: „Kent u dien man, mijnheer Amley?" Stane hoorde de vraag, maar het ant woord hoorde hij niet, ofschoon hij de strekking ervan kon raden en de gedachte, van wat die waarschijnlijk zijn zou, hem geen pleizier gaf. Vol schaamte en woede keerde hij naar zijn eigen tent terug en zocht afleiding van zijn pijnigende gedach ten door alles voor zyn vertrek op den vol genden dag gereed te maken. Toen zette hij zich schrap om door de lange uren heen te komen, die nog moesten verloo- pen voor Amley zou verschijnen. Weer vond de middernachtzon hem ach ter zijn barricade van rook aan het wach ten en luisteren. Alle gezang, alle geluid in de wildernis stierf weg en nog was Am ley niet verschenen. Toen hoorde hij het geluid van zachte snelle schreden en op kijkend zag hij Miskodeed door de wilgen naar hem toesnellen. Zich verwonderd af vragend wat haar op dit uur hierheen kon brengen, sprong hij op en zag een uit drukking van angst en vrees op baar ge zicht komen. „Pas op, mijn broeder." Meer hoorde hij niet. Een man rees naast hem op met in zijn opgeheven arm den steel van een bijl Vóór hij iets kon zeggen of doen, daalde die op zijn hoofd neer en hij zakte in elkaar als ware hij doodelyk getroffen. Toen hij bijkwam, was de roode noordelijke nacht in een nog rooder dageraad overgegaan en lag hij aan handen en voeten gebonden in een Peterborough kano. Er zaten drie In dianen in, waaronder hy den vader van Miskodeed herkende en na zich eenige minuten stil afgevraagd te hebben, wat de beteekenis van dit alles kon zijn, vroeg hij aan den Indiaan: „Wat heeft dit alles te beduiden?" De Indiaan staarde hem aan als een steenen beeld en gaf geen antwoord. Stane vroeg zich af of het iets met Mis kodeed te maken kon hebben en toen hij zich de dramatische verschijning van het meisje herinnerde, net op het oogenblik toen hy neergeveld werd, kwam hij tot de conclusie, dat dit waarschijnlijk wel zoo was. „Wat gaat ge met mij doen?" vroeg hy na een poosje. „Niets," antwoordde de Indiaan. „Over vijf dagen zult ge vrijgelaten worden met uw kano, die ons volgt." „Maar waarnm „Het gebeurt op bevel," zei de Indiaan stroef en meer kreeg Stane niet te hooren, ofschoon hij nog verscheidene pogingen deed in de dagen die volgden. Na verloop van den vijfden dag sloegen ze hun ten ten op en ging Stane als gewoonlijk aan handen en voeten gebonden slapen. Toen hy 's morgens wakker werd, was hij al leen en kon zich vrij bewegen. Hij kon zyn oogen nauwelijks gelooven, ging zit ten en keek rond. Er viel niet aan te twij felen; zijn ontvoerders waren verdwenen en hadden de Peterborough kano mede genomen, maar zijn eigen kano achterge laten. Nog stom van verbazing stond hij op en onderzocht er den inhoud van. Al wat hij van de nederzeU'ng had gekocht, lag er nog, geheel onpgerept, zijn geweer, de kleine tent en het kookgereedschap; voor zoover hy kon oordeelen ontbrak er niets. Wat ter wereld had dit alles te be- teekenen? (Wordt vervo'gd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1933 | | pagina 1