ZetV71TZ' ÏT1 ?'.VVieringen en Texel f u;5; biIinen-
S¥1^SSO£l BAAR
HONIG S BOUILLONBLOKJES thans 6 voor lOct.
Liefde in de Wildernis
EÜWSBLAD VOOR DEM HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA
Buitenlandsch overzicht.
MODERNE WINTERHOEDEN
No. 7352 EERSTE BLAD
ZATERDAG 11 NOVEMBER 1933
61ste JAARGANG
Scherpe critici; over het optreden der nat.-socialisten
he ^gebted. - De gevolgen van den moord op
den koning van Afghanistan. - Rusland en de Ver
Staten
De herdenking van den Putsch
van 1923.
VILT, HOMESPUN, FLUWEEL, VELOURS enz.
IN ALLE MATEN EN KLEUREN
LAAT UW HOED BIJ ONS VAKKUNDIG VERVORMEN
KEIZERSTRAAT (TEGENOVER Fa. PRONK)
De nieuwe troebelen op Cuba.
De moordenaars van Inoekai.
FEUILLETON
4)
COURANT
Koegras^Aiu'a 'p* "!'m"cle° v°oi-uitbet.: Heldersche Courant f 1.60; voor
mail en oirerige,anden2'7^ P" -epost f 2.10. idem per
•eap 0.60 f 0.70 f 0 70 f 1m0Tw T*' 4 Ct'1 P'P'6 Ct' ZondaSsblad
'fl—Mot|eWad resp. f 1.20, f 1.50, f 1.50, f 1.70
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag.
Redacteur: P. C. DE BOER.
Uitgave N.V. Drukkerij v/h C. DE BOER Jr.
Bureau: Koningstraat 78 Telefoon: 50 en 412
Post-Girorekening No. 16066.
ADVERTEN TIEN
20 ct. per regel (galjard). Ingez. meded. (kolombreedte als redaction.
tekst) dubbele prijs. Kleine advertentiën (gevraagd, te koop, te huur)
bij vooruitbetaling 10 ct. per regel, min. 40 ct.; bij niet-contante be
taling 15 ct. per regel, min. 60ct. (Adres Bureau van dit blad en met
brieven onder no.: 10 ct. per advertentie extra). Bewijsnummers 4 ct.
Scherpe crltlek over het optreden van
de natlonaal-Mkiallsten In het Saarge-
bied. Het Yolkenbondssecretariaat heeft
Donderdagmiddag het 5óste rapport van
de regeeringscommissie van het Saarge-
bied gepubliceerd schrijft de Geneef-
sche corr. van de „Nw. Rott. CrL" aan
zyn blad, en de corr. deelt dan mede dat
het rapport te Genève groote aandacht
hoofd van de regeering kwam.
waarop de commissie de actie van de na-
tionaal-socialistische party heeft gecriti-
seerd.
De commissie vestigt de aandacht van
den Volkenbondsraad op de evolutie van
den politieken toestand in het Saarge-
bied. waardoor zy sedert Mei 1933 ge
noodzaakt is geweest een aantal maatre
gelen te nemen voor handhaving van
orde en openbare veiligheid. De toestand
is echter sindsdien steeds ernstiger ge
worden. De commissie wyst erop, dat de
nat. soc. partij erop uit is, naast de in
rechten optredende regeering een feite
lijke regeering in te stellen en dit doel
tracht te bereiken door aan alle hande
lingen der bevolking een politiek tintje
te geven en ook in het openbare en parti
culiere leven van de bevolking leidt het
nationaal-soeialisme een voortdurende
campagne door middel van boycot en an
dere maatregelen.
Het rapport verklaart verder dat de
nationaal-socialistische party erin ge
slaagd is door het dreigement van maat
regelen te nemen na den uitslag van de
volkstelling in het Saargebied, een
atmosfeer van opgewondenheid te schep
pen, die de reactie van andere politieke
partijen, die zich niet aan het nationaal-
soeialisme hebben onderworpen, heeft
opgewekt, waarvan het gevolg is terreur
en gewelddadige handelingen.
Deze pressie wordt niet alleen uitge
oefend op personen, maar ook op ge
heele politieke partijen, sportieve- en
kunstvereenigingen en zelfs op de kerk,
en het is hoogst ernstig, aangezien ook
de regeeringsarnbtenaren onder den nat.-
soc. invloed geraken. De commissie, die
de plicht heeft alle Inwoners van het ge
bied zonder onderscheid te beschermen
en niet mag vergeten, dat de volksstem
ming in volkomen onafhankelijke om
standigheden moet plaats hebben, heeft
den Volkenbond moeten verzekeren dat
zij onder bovengenoemde omstandighe
den genoodzaakt is buitengewone maat
regelen te nemen. Deze maatregelen
worden door de regeeringscommissie be
studeerd en zullen binnenkort aan den
Volkpnbondsraad worden voorgelegd.
Dit deel n.1. het algemeene van het
rapport Is door de geheele commissie
met uitzendt ring van een lid dat inwoner
Is van het Saargebied, aangenomen.
De moord op den koning van Afgha
nistan kan van groote beteekenis wor
den voor de rust in Rusland en Britsch-
Indië. Wij herinneren aan den onrust-tijd
voordat de nu vermoorde koning aan het
heeft getrokken door de scherpe wijze,
Nadir Chan was een man van groot
gezag in zyn land schrijft de „N. R.
C," die daar, tydens de vier jaar van
zijn regeering de orde heeft weten te
handhaven en veel goeds heeft tot stand
gebracht.
Aman Oellah, zijn bloedverwant en
gewezen, gebieder was te hard van stal
geloopen met hervormingen. Hij had ge
meend met zyn land te kunnen doen wat
de Gazi in Turkije tot stand heeft ge
bracht. Daarvoor echter miste hij de
kracht. Ook beging hij de fout, toen zyn
bewind nog niet solide gevestigd was, als
een nieuwe maar ook oppervlakkiger
1 eter de Groote, al het moderne in de
wereld met eigen oogen te gaan bezien,
ioen Beter de Groote terug kwam wacht
te hem ook opstand. Hy echter had ruim
schoots de kracht dien de baas te worden.
Aman Oellah bezat die kracht niet. Wel
licht zou hij zich toch hebben kunnen
handhaven als hij niet tevoren zijn ster
ken en in het land hoog aanzien genie
tenden minister Nadir Chan van zich
had vervreemd. Nadir had zich terugge
trokken in een behagelijk beschouwend
leven aan de Rivièra, te midden van alle
geneugten der Westersche beschaving,
die ook hy wist te waardeeren. Nadir
wist waarschijnlijk dat zijn tijd nog wel
weer zou komen. Hij vergistte zich niet.
I'oen Aman Oellah hem terug riep, was
het echter reeds te laat. De barbaarsche
„waterdrager" Hjabib Oellah had reeds
den troon te Kaboel op Aman Oellah
veroverd.
Na het barbaarsche bewind van Habib
Oellah kwam, als een zegen voor liet
land, Nadir Chan aan de macht. Opeens
scheen alles goed te zullen worden. Orde
en gezag werden hersteld; de Wester
sche beschaving stroomde het land bin
nen, maar bedachtzaam gekanaliseerd.
Men kon terugdenken aan den grooten
tijd van ongekende rust, die Afganistan
21 jaar lang, van 1880 tot 1901, onder het
bewind van den emir Abdoel Raehman
gekend heeft. Nadir Chan had alle mo
gelijkheden een verbeterde herhaling
van die periode te scheppen; nu heeft
hem het lot getroffen van zoovelen zijner
voorgangers. Het is niet alleen een per
soonlijk maar ook een nationaal ongpluk.
Als het daarbij nog blijft! Zahir Khan, de
nieuwe koning, is slechts 19 jaar oud. De
strijd om invloed op den emir te krijgen
zal opnieuw opleven. Zeker zullen de
Russen probeeren of met dezen jongen
man niet datgene te bereiken is waar
voor zijn krachtige wyze en ervaren
vader niet te vinden was. De gebeurte
nissen te Kaboel zullen in deze dagen
zoowel te Londen als te Moskou ernstig
in beschouwing genomen worden. Het
was nu juist weer rustiger geworden aan
de Indische uitmonding van den Chaiber-
pas, waardoor zooveel onrustwekkende
invloeden reeds Noord-Indië zyn binnen
gestroomd.
Of zullen de Russen nu heel koest zijn,
zoo vraagt het blad tenslotte, overwe
gende dat zjj op dit oogenblik, met alle
gevaren in Oost-Azië, Engeland niet
vijandiger mogen stemmen dan strikt
noodig is.
Rusland en de Ver. Staten. Litwinof,
de sluwe en gewiekste Russische diplo
maat, is al sinds eenige dagen in de Ver.
Staten, om de erkenning van de Sowjets
door de Ver. Staten te verkrijgen. Het
schijnt hem aan den overkant van den
Oceaan wonderwel te gaan, men verwacht
zeer binnenkort (er werd Donderdag zelfs
gesproken van binnen 48 uur) de erken
ning van de U.S.S.R. door de V. St. Het
is te begrijpen, dat men er aan den ove:-
kant wel iets voor voelt om een goeden
vriend in de nabijheid van Japan te heb
ben, dat den laatsten tijd zoo dreigend zijn
tanden laat zien. Aan dei. anderen kant is
de erkenning voor Rusland van groote
beteekenis, politiek, maar niet in het
minst economisch.
Een Vaz Dias-bericht meldde dezer
dagen uit Washington over de besprekin
gen o. m. het volgende:
Hoewel alle gevoerde besprekingep
slechts een voorloopig karakter droegen,
schijnen zij voldoende te zijn geweest oip
een basis te leggen voor de erkenning ct)
heropening der diplomatieke betrekkin
gen tusschen beide landen. De besprekin
gen met Huil verliepen zoo vlot, dat Lit
winof reeds verscheidene uren vroeger
dan was voorzien, zijn opwachting maakte
op het Witte Huis, waar hy na een lang
durige conferentie den lunch gebruikte,
waarby de meeste lieden van het Ameri-
kaansche Kabinet aanzaten. De bespre
kingen tusschen Huil en Litwinof worden
vandaag voortgezet.
LITWINOF,
Russisch minister van Buiten-
landsche Zaken.
Naar verluidt, zou de Amerikaansche
regeering van Litwinof een bereidverkb-
ring hebben geëisoht, om te onderhande
len over een regeling der oude Russische
schulden en een garantie voor het staken
der communistische propaganda in de
Ver. Staten. Litwinof zou in principe met
de hem voorgestelde voorwaarden aecoord
zyn gegaan.
In politieke kringen te Washington
neemt men aan, dat de Sowjet-regeering
na de erkenning door de Ver. Staten zal
streven naar een handelsverdrag, naar een
non-agressiepact voor het Verre Oosten
en naar het verkrijgen van groote cre-
dieten. In hooge regeeringskringen ver
klaart men, dat de toenadering tusschen
Sowrjet-Rusland en Amerika een gerust
stellenden invloed op den toestand in het
Verre Oosten zal uitoefenen.
Men verwacht, dat de onderhandelingen
tusschen de Amerikaansche regeering en
Litwinof Zaterdag beëindigd kunnin
worden.
DE WERKLOOSHEID IN
DUITSCHLAND.
In October met 103.000 ver
minderd.
De werkverschaffingsmaatregelen en
de verbetering in sommige takken van
het bedrijfsleven hebben voor de eerste
maal sinds 1928 de werkloosheid in Octo
ber doen verminderen.
Tegenover een toeneming in October
1928 met 150.000; in 1929 met 233.000; in
1930 met 247.000; in 1931 met 268.000 eu
in 1932 met 64.000 staat ditmaal, volgens
de statistieken van de gemeentelijke en
rijksarbeidsbeurzen een vermindering
met bijna 103.000. Het totaal aantal werk-
loozen bedraagt nu nog 3s/« millioen
tegen 7 millioen op het hoogtepunt in den
winter van 1931/'32.
Bij de herdenking van den Putsch van
1923 op 9 November, heeft Hitier Woens
dagavond voor de oude garde in den
Biirgerbrau-kelder gesproken.
Hitier betoogde dat de Putsch het mo
gelijk heeft gemaakt tien jaar lang te strij
den; als wij toen niet gehandeld hadden,
zou ik nooit een revolutionaire beweging
hebben kunnen stichten, leiden en in
stand houden. De gebeurtenissen van 1923
toonen ons de wijsheid der Voorzienig
heid en doen ons gelooven, dat de offers,
die wij hebben gebracht, niet vruchteloos
zijn geweest.
Over de beteekenis van de a.s. volks
stemming zeide Hitier o.m.: Onder con
ferenties verstaan wij bijeenkomsten van
gelijkgerechtigde landen. De Volkenbond
ziet ons niet terug dan nadat de laatste
achteruitzetting van ons volk is weggeno
men. De Duitsche volk wil geen oorlog;
het wil rust, het wil werken, het wil op
zijn eigen manier zalig worder..
Hitier huldigde ten slotte degenen, die
hem trouw zijn gebleven.
Tegen middernacht zijn op het Ko
ningsplein de dooden van 9 November
1923, herdacht, waarbij minister-presi
dent Goering het woord heeft gevoerd. In
het circus Krone heeft minister dr. Goeb-
bels op een vrijheidsbetooging gesproken.
Tienduizenden te Munchen.
Reeds vroeg heerschte er Donderdag
ochtend te Munchen een koortsachtige be
weging, welke, naar Wolff meldt, alles in
de schaduw stelt, wat de geboortestad der
beweging van Hitier ooit beleefd heeft.
Meer dan 60 extra-treinen hadden vele
tienduizenden naar Munchen gebracht.
De gewone treinen hadden alle voortrei
nen. Niettegenstaande de verkeersmidde
len van de stad al hun rollend materieel
in gebruik hebben, waren vooral de trams
reeds om 10 uur propvol.
Receptie In het Bruine Huis.
In het Bruine Huis te Munchen is Don
derdagmorgen receptie geweest voor de
gouwleiders uit alle deelen des lands. De
leider wisselde eenige woorden met de
meeste leiders en had een paar extra har
telijke woorden voor de leiders van het
district Annaberg op het hoogste deel van
het Reuzengebergte uit welk arm district
de afgevaardigden nog een geschenk had
den meegebracht.
Te half twaalf zijn voor de Feldhern-
halle de dooden van 1923 plechtig her
dacht.
Te halfeen komen de strijders van 1923
op het plein. Met ontbloot hoofd gaat de
rijkskanselier aan de spits, geflankeerd
door minister Goering en overste Kniebel.
Dan volgen de vrijcorpsen, de Bond Ober
land en ander© militaire afvaardigingen.
De menigte groet zwijgend als de kop van
den stoet de Feldhernhalle nadert.
Tromgeroffel weerklinkt nu, kanonnen
worden afgevuurd; heel Munchen weet,
dat dit het teeken is om één minuut in
volkomen stilte de dooden te herdenken,
waar men zich ook bevindt.
De namen der eerste 16 gevallen nat.-
socialisten worden nu door luidsprekers
bekend gemaakt en „heel Duitschland
herdenkt, volgens Wolff, de offers, uit
wier zaad de 30 ste Januari 1933 opge
gaan is".
Voor de Feldhernhalle neemt de leider
nu de parade in oogenschouw van de
voorbijtrekkende strijders en andere af-
deelingen. Ieder vaandel wordt door de
op geen 10.000 te schatten menigte met
den Duitschen groet begroet. Het z.g.
bloeövaandel van 9 November 1923 opent
den stoet.
Een afdeeling S.A. draagt een gewel
digen krans voor de gevallen S.A.-kame-
raden.
De parade duurt iets langer dan een
half uur. Dan begeeft Hitier zich op het
podium. Alle vaandels zwaaien. De
menigte breekt in een luid gejuich uit, dat
minuten aanhoudt.
Dan verricht minister Wagner de in
wijding van het gedenkteeken voor de ge
val'enen met een korte toespraak. Daarop
houdt minister-president Siebert een rede
voor de microfoon. Aan het slot biedt spr.
de eere-oorkonde aan den leider aan, die
ontroerd dankt. Goering dankt Hitier in
ontroerende woorden uit naam der oude
garde, dat hij „de oude strijders" naar
roem en vrijheid geleid heeft. Roehm
legt dan een gelofte van trouw af uit naam
zijner „bruine soldaten". Dan neemt Hitier
het woord en spreekt kort over de ge
beurtenissen van de laatste 10 jaar.
Op dit uur willen wij weer getuigen van
Duitschlands Eer, voor zijn Rechtsgelijk
heid, maar ook voor zijn Vredelievende
gezindheid, zoo zegt Hitier. Onze vredes-
iiefde willen wij echter tegelijk verbinden
met onzen strijd voor Eer en Vrijheid en
Recht voor Duitschland.
Na het einde van zijn rede schreed
Hitier tusschen een cordon van S.S.-man-
nen naar het gedenkteeken en terwijl de
vaandels naar den grond werden gebogen,
de trommels een roffel sloegen en de
handen omhoog gingen voor den Hitler
groet, onthulde de rijkskanselier, terwijl
de muziek het Horst-Wessellied inzette,
het gedenkteeken.
Tientallen dooden en gewonden.
President San Martin heeft voor ge
heel Cuba den staat van beleg afgekon
digd, teneinde de rebelli te kunnen on
derdrukken. Blijkens een telegram uit
Havana zijn er bij de nieuwe uitbarsting
32 menschen gedood en ongeveer 100 ge
wond. Dit geldt voor Havana. Maar ook
buiten de hoofdstad zijn onlusten voor
gevallen.
Een nader bericht over de gebeurtenis
sen te Havana stelt het aantal dooden te
Havana op 50, dat der gewonden op 125.
Hevige gevechten te Havana.
Opstanden in het geheele land.
Een V.D.-bericht behelst het volgende:
Onmiddellijk na het afkondigen van
den staat van beleg te Havana, deden de
loyale troepen een aanval op de opstan
delingen, aanhangers van De Cespedes,
waarbij in den loop van den nacht in ver
bitterde straatgevechten ongeveer 70 per
sonen werden gedood en 250 gewond. On
geveer 400 opstandelingen, voornamelijk
aanhangers van de radicale organisatie
A.B.C. en muitende soldaten en politie,
werden gevangen genomen.
De opstandelingen hebben drie forten
in de omstreken van de stad Havana be
zet. Overste Bastita leidde persoonlijk in
een pantser-auto den aanval op het fort
Ambrosio, terwijl de kanonneerbooten
Patria en Cuba den aanval van de zee
zijde ondersteunden. De artillerie van
het fort sloeg den aanval der beide ka
nonneerbooten af, en de Cuba zoowel als
de Patria moesten zich na eenige treffers
te hebben gekregen terugtrekken tot bui
ten het bereik van de kanonnen. Ook
eenige Amerikaansche torpedojagers
moesten fullspeed naar buiten stoomen
om buiten het bereik van de kanonnen
van het fort te komen. De opstandelingen
winnen voortdurend aanhang, doch heb
ben te kampen met gebrek aan wapens
en munitie.
In de straten van Havana hoorde men
den geheelen nacht het knetteren der
machine-geweren en het ratelen der
pantser-auto's, die, voorzien van sterke
zoeklichten, door de straten reden.
Het fort Atares gevallen.
Reuter meldt nader uit Havane, dat
de kanonneerboot Cuba in de haven lig
ging heeft genomen, om daar vandaan het
offensief tegen de 2000 rebellen, die zicli
in het fort Atares verschanst hadden, te
steunen.
Er werd geen artillerie- en mitrailleur
bombardement op het fort geopend. Tal
rijke gewonden keerden uit de vuurlinie
te Havana terug.
Na het borbardement heschen de rebel
len drie witte vlaggen op het fort Atares,
waarna dit genomen w erd.
Clemente vonnissen.
Reuter meldt uit Tokio, dat de tien zee
officieren, die terechtstonden wegens me
deplichtigheid aan den moord, in 1932
gepleegd op minister-president Inoekai,
zijn veroordeeld tot straffen loopende van
één tot 15 jaar gevangenisstraf.
De rechtbank had meer dan een mil
lioen brieven ontvangen, waarin gepleit
werd voor een clemente behandeling van
de beklaagden. Er waren wel duizend
brieven bij, geschreven met menschen-
bloed.
De advocaat-fiscaal nad voor drie be
klaagden de doodstraf geëischt.
Met het oog op de groote sympathie,
die er onder de bevolking oestaat voor de
terechtstaande officieren waren uitge
breide maatregelen genomen om wanor
delijkheden te voorkomen.
Naar het Engelsch
van
OTTWELL BINNS.
„Ik heb niet gezegd, dat ik nog nooit
een blanke heb gezien. Ik heb er ver
scheidene gezien. Den priester, die op liet
Fordt van God vertoeft, den agent, die
hier woont, den dokter te Last Hope en nu
den heer Amley, die gisteren hier aan
kwam. En dan is er nog die dikke man,
dien men den chef noemt een groot op
perhoofd, zegt men, ofschoon men het
niet van hem zou zeggen, als men hem
ziet. Ja, ik heb verschillende blanken ge
zien, maar geen enkele, die op u lijkt".
Hubert Stane was opnieuw uit het veld
Beslagen, door de openhartigheid van het
meisje en trachtte zich een houding te
geven door met een compliment te ant
woorden:
„Wel", zei hy lachend, „wat dat betreft
zyn er ook niet veel meisjes op de wereld,
die op jou lijken! Ik zou wel eens willen
weten hoe je heet?"
Het meisje bloosde van genoegen over
het compliment en antwoordde zonder
aarzelen: „Ik ben Miskodeed".
„Dat wil zeggen „de Schoonheid van de
Lente!" Werkelijk, je hebt den juisten
naam ontvangen, jonge zuster!"
Het meisje bloosde opnieuw. Weer
brandde het vuur, dat in haar oogen
kwam, toen ze elkander voor het eerst ont
moetten en hoe het gesprek zou zijn
voortgezet, als ze niet gestoord waren ge
worden, kan alleen gegist worden. Maar
op het oogenblik riep de lange Indiaan
haar:
„Miskodeed".
Het meisje liep snel naar hem toe en de
Indiaan wees met een bijna vorstelijk ge
baar naar een voorraad goederen, die op
de toonbank opgestapeld lag. Het meisje
nam zooveel op als ze dragen kon, liep
moeizaam met haar vracht den bazaar uit
en daar de agent Rodwell hem wenkte,
ging Hubert Stane naar de toonbank en
deed zijn bestelling.
De agent schreef alles neer zonder te
spreken, wierp nu en dan echter een
schattenden blik op zijn klant en toen
Stane betaald had en gezegd, dat alles
voor den middag voor hem klaar moest
staan, deed hij een vraag:
„Gij zijt hier een nieuweling m deze
streek, is het niet?"
„Ik heb hier den heelen winter doorge
bracht".
„Dan hebt ge niet veel wild gevangen,
zeide de agent met een lach, „anders bad
ge uw pelzen wel meegebracht. Of hebt ge
misschien land opgenomen?"
„Ook al," stemde Stane wat terughou
dend toe.
„Een eenzame bezigheid! merkte de
agent op.
„Dat is zoo," bevestigde Stane, knikte
toen en ging heen.
De agent zag hem met gefronste wenk
brauwen na en wendde zich toen tot zijn
bediende.
„Niet bepaald een gezellig iemand, he
Donald?"
De bediende grinnikte, schudde zijn
hoofd en zei:
„Zijn tong schijnt vastgegroeid".
„Ik zou wel eens willen weten waar hij
zich ophoudt."
„Ergens in het noorden," antwoordde
Donald, „ik zag hem stroomopwaarts hier
heen komen."
De agent zei niets meer tegen hem,
maar verliet de bazaar om naar het pak
huis te gaan. Onderweg zag hij Stane, die
naar een kano stond te kijken die op de
rivier dobberde. De oogen van den agent
waren goed, zoodat hjj de menschen in de
kano kon herkennen en toen hij Stane's
belangstelling opmerkte, begon bij weer
te fronsen en prevelde in zich-zelf:
„Ik zou toch wel eens willen weten, wat
dat grapje van den heer Amley te betec-
kenen heeft."
Daar hij echter geen antwoord op die
vraag kon vinden, verdiepte hij zich maar
weer in zijn eigen zaken.
Wat Hubert Stane betreft, hij bleef lan
gen tijd op het plein staan wachten op de
terugkomst vaii de kano, vastgesloten zijn
onderhoud met Amley te doen plaats vin
den.
Maar het wachten duurde te lang, dus
keerde hij tenslotte terug naar zijn tent.
Het was laat in den middag, vóór dat de
gelegenheid, waarop hij wachtte, zich
voordeed. Door nieuwsgierigheid gedre
ven was hij eens naar de tenten der Rood
huiden gaan kijken en had daar Misko
deed aangetroffen, die bezig was een
jong hondje kunstjes te leeren. Hij was
met haar blijven praten en was nog in
een vrij eenzijdig gesprek met haar ge
wikkeld, toen liet geluid van Engelsche
stemmen hem deed omzien.
Het gezelsóhap van den chef, vergezeld
door den agent, naderde het kamp der
Roodhuiden. Zijn eerste opwelling was om
weg te gaan, maar daar hij Amley in hun
midden opmerkte, besloot hij te blijven
en voor zijn eigen doeleinden hield- hij
tMiskodeed in gesprek, daar zij, als zij
plleen werd gelaten, in haar tent gevlucht
zou zijn.
Het gezelschap kwam naderbij. Stane
zag, dat men naar hen keek en hét blozen
van Miskodeed was bijna pijnlijk om te
zlien. Iemand, die ze zag, en die de schijn
bare toewyding van den man en de ver
legenheid van het meisje opmerkte, moest
de situatie wel verkeerd begrijpen en dat
gebeurde dan ook, want even laten hoor
den zij een vrouwenlach en een stem, die
zeide:
„Wat een liefelijke landelijke idylle is
dat!"
Hij keek op met een toornigen blik in
zijn oogen. Het gezelschap ging net langs
hem heen en aller oogen waren nieuwsgie
rig op hem gevestigd. En één paar, de
grijze oogen van het meisje, dat met Am
ley uit was geweest, keek hem recht aan
en hij las er iets in dat op verachting
leek. Dat deed hem het bloed naar het
hoofd stijgen en deed de woede, die in hem
was opgewekt, door de lachende woorden
die hij had opgevangen, nog grooter wor
den. Amley bevond zich in hun midden
en wat er ook van mocht komen, hij zou
in hun aller tegenwoordigheid met hem
spreken. Hij stapte beslist naar voren,
maar Amley, die zijn voornemen scheen
te raden, voorkwam hem door terzijde te
treden.
„Wees geen dwaas, Stane, je doet jezelf
geen goed met herrie te schoppen. Giste
rennacht kon ik niet komen, maar van
nacht zal je me zien verschijnen."
Hy keerde zich om en ging Leen voor
Stane tijd bad te antwoorden, en toen hij
zich weer bij het Engelsche meisje voegdi,
vroeg deze Letn verwonderd:
„Kent u dien man, mijnheer Amley?"
Stane hoorde de vraag, maar het ant
woord hoorde hij niet, ofschoon hij de
strekking ervan kon raden en de gedachte,
van wat die waarschijnlijk zijn zou, hem
geen pleizier gaf. Vol schaamte en woede
keerde hij naar zijn eigen tent terug en
zocht afleiding van zijn pijnigende gedach
ten door alles voor zyn vertrek op den vol
genden dag gereed te maken. Toen zette
hij zich schrap om door de lange uren
heen te komen, die nog moesten verloo-
pen voor Amley zou verschijnen.
Weer vond de middernachtzon hem ach
ter zijn barricade van rook aan het wach
ten en luisteren. Alle gezang, alle geluid
in de wildernis stierf weg en nog was Am
ley niet verschenen. Toen hoorde hij het
geluid van zachte snelle schreden en op
kijkend zag hij Miskodeed door de wilgen
naar hem toesnellen. Zich verwonderd af
vragend wat haar op dit uur hierheen kon
brengen, sprong hij op en zag een uit
drukking van angst en vrees op baar ge
zicht komen.
„Pas op, mijn broeder."
Meer hoorde hij niet. Een man rees
naast hem op met in zijn opgeheven arm
den steel van een bijl Vóór hij iets kon
zeggen of doen, daalde die op zijn hoofd
neer en hij zakte in elkaar als ware hij
doodelyk getroffen. Toen hij bijkwam,
was de roode noordelijke nacht in een nog
rooder dageraad overgegaan en lag hij
aan handen en voeten gebonden in een
Peterborough kano. Er zaten drie In
dianen in, waaronder hy den vader van
Miskodeed herkende en na zich eenige
minuten stil afgevraagd te hebben, wat de
beteekenis van dit alles kon zijn, vroeg
hij aan den Indiaan: „Wat heeft dit alles
te beduiden?"
De Indiaan staarde hem aan als een
steenen beeld en gaf geen antwoord.
Stane vroeg zich af of het iets met Mis
kodeed te maken kon hebben en toen hij
zich de dramatische verschijning van het
meisje herinnerde, net op het oogenblik
toen hy neergeveld werd, kwam hij tot de
conclusie, dat dit waarschijnlijk wel zoo
was.
„Wat gaat ge met mij doen?" vroeg hy
na een poosje.
„Niets," antwoordde de Indiaan. „Over
vijf dagen zult ge vrijgelaten worden met
uw kano, die ons volgt."
„Maar waarnm
„Het gebeurt op bevel," zei de Indiaan
stroef en meer kreeg Stane niet te hooren,
ofschoon hij nog verscheidene pogingen
deed in de dagen die volgden. Na verloop
van den vijfden dag sloegen ze hun ten
ten op en ging Stane als gewoonlijk aan
handen en voeten gebonden slapen. Toen
hy 's morgens wakker werd, was hij al
leen en kon zich vrij bewegen. Hij kon
zyn oogen nauwelijks gelooven, ging zit
ten en keek rond. Er viel niet aan te twij
felen; zijn ontvoerders waren verdwenen
en hadden de Peterborough kano mede
genomen, maar zijn eigen kano achterge
laten. Nog stom van verbazing stond hij
op en onderzocht er den inhoud van. Al
wat hij van de nederzeU'ng had gekocht,
lag er nog, geheel onpgerept, zijn geweer,
de kleine tent en het kookgereedschap;
voor zoover hy kon oordeelen ontbrak er
niets. Wat ter wereld had dit alles te be-
teekenen?
(Wordt vervo'gd).