Buitenlandsch Overzicht.
DIAMANT
HONIG'S VERMICELUSOEP 6 borden voor 15 ets.
NIEUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA
Zoo weet gij!! nijvere handen,
De arrestatie van
R.K. geestelijken.
BINNENLAND
Bak- en Braadvet
No. 7378 EERSTE BLAD
DONDERDAG 11 JANUARI 1934
62ste JAARGANG
Voor ECHTE Getdersche Vleeschwaren
J. J. v. d. Plaat, Spoorstraat 53.
Keizer Poe Yi.
Alg. salarisherziening voor
het prov.nciaal personeel
Nd.-Holland.
De burgeroorlog in China.
in
Inkomstenbelasnng voor
Indische
gepensionneerden.
Liefde in de Wildernis
Abonnement per 3 maanden bij vooruitbet.: Heldersche Courant 1.50; voor
Koegras, Anna Paulowna, Breezand, Wieringenen Texel f 1.65; binnen
land f 2.— Nederl. Oost- en West-indië per zeepost 1 2.10, idem per
mail en overige landen f 3.20 Losse nos. 4ct. jfr.p.p 6ct. Zondagsblad
resp f 0.50 f 0.70, f 0.70, f 1.- Modeblad resP- f 1-20, f 1.50, f 1 -50, 11.70
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag.
Redacteur: P. C. DE BOER.
Uitgave N.V. Drukkerij v/h C. DE BOER Jr.
Bureau: Koningstraat 78 - Telefoon: 50 en 412
Post-Girorekeuing No. 16066.
ADVERTENTIËN:
20 ct. per regel (galjard). Ingez. meded (kolombreedte als redaction.
tekst! dubbele prijs. Kleine advertentiën (gevraagd, te koop, te huur)
bij vooruitbetaling 10 ct. per regel, min. 40 ct.; bij niet-contante be
taling 15 ct. per regel, min. 60 ct. (Adres Bureau van dit blad en met
brieven onder no.10 ct. per advertentie extra). Bewijsnummers 4 ct.
Toenemende spanning in Oostenrijk wegens de nat. soc.
terreur. Een belangrijk gesprek van den Russischen dictator
Stalin. - Rusland behoeft militair niet bevreesd te zijn voor
een oorlog met Japan.
De Nat. Soc.
terreur
in Oostenrijk
De toestand in Oos
tenrijk heeft de laat
ste dagen een belang
rijke verscherping on
dergaan tengevolge
van de nationaal-
socialistische tenvur. Het Oostenrijksche
kabinet is Dinsdagmiddag in een buiten
gewonen kabinetsraad bijeengekomen, on
der voorzitterschap van dr. Dolfuss.
Er is uitsluitend gesproken over
nieuwe maatregelen tegen de toe
nemende nationaal-soaialistische be
weging in Oostenrijk.
Men heeft besloten tot publicatie van
een proclamatie der bondsregeering aan
het Oostenrijksche volk.
Het kabinet heeft in de zitting, zooals
officieel wordt medegedeeld, kennis geno
men van een rapport over de in de laat
ste dagen bijzonder verscherpte en klaar
blijkelijk georganiseerde nationaal-socia-
listische agitatie, welke verbonden is met
tal van daden van terreur. De hierdoor
noodzakelijk geworden maatregelen heb
ben de volledige goedkeuring ontvangen
van den ministerraad.
Het Duitsche Nieuws-Bureau meldt
over den omroep aan het Oostenrijksche
volk, dat de regeering hierin verklaart,
dat zij gehoopt had, dat eindelijk verstand
over den waanzin zou zegevieren. Daar
om was met Kerstmis en Nieuwjaar tot
gratie-verleeningen over gegaan. De ge
koesterde hoop is echter beschaamd.
In de laatste dagen zijn niet minder
dan 140 aanslagen met ontplofbare stof
fen gepleegd. De bondsregeering is nu
besloten met de scherpste middelen hier
aan voor goed een einde te maken.
Met ingang van den dag van afkondi
ging der proclamatie zullen daarom
sterke afdeelingen van het vrijwillige
beschermingscorps opgeroepen worden
om tezamen met politie en gendarmerie
alle pogingen tot voortzetting van deze
misdadige actie te vernietigen.
De Weensche correspondent van de
N.R.Crt. meldt nog:
De regeeringsbladen constateeren, dat
het geduld van de regeering tegenover de
nazi's ten einde is. De officieuze Reichs-
post merkt op, dat sinds nieuwjaar ten
koste van groote sommen stelselmatig
nieuwe aanslagen zijn gepleegd op de
rust en orde in Oostenrijk, al heeft men
dan ook naieve middelen daartoe ge
bruikt. De aanstichters zitten in Duitsch-
land, de medeplichtigen in Oostenrijk. De
Politische Korrespondenz zegt in een of
ficieus commentaar op de proclamatie van
de regeering: „De regeering roept de va
derlandlievende bevolking op tot den
eindstrijd tegen een minderheid van on
verbeterlijke, terroristische vijanden van
den staat.
waar U voor de allerbeste Brelwol zal belanden.
JA AP SNOR, Zuidstraat 19. (Let op den gelen winkel)
Onder leiding van prins Stahremberg
zijn Dinsdag de bondsleiders van de
Heimwehr te Weenen bijeengekomen.
Men hechtte aan deze bijeenkomst groote
beteekenis. Het ging voornamelijk over
de houding van de Heimwehren, ten aan
zien van den verscherpten strijd der re
geering tegen de uationaal-socialisten.
Een belangrijk
gesprek
met Stalin
De Russische dic
tator, Stalin, heeft
een interessant en be
langrijk gesprek ge
sprek gehad met een
correspondent van de
New York Times, waarin hij meeningen
verkondigd heeft, die zeker de moeite
waard zijn om te lezen. Wij vinden in de
N.R.Crt. daar een en ander over vermeld
en het blad maakt er hier en daar rake
opmerkingen bij.
Wij hebben zoo schrijft het dit
interview met bizondere belangstelling
en niet zonder vermaak gelezen.
Hoe geeft het opperhoofd #van alle
bolsjewiki Dr. Schacht er van langs,
wegens zijn gebrek aan kapitalistisch
fatsoen. „Ik weet dat het op het
oogenblik geen gewoonte is, credie-
ten af te betalen. Maar wij doen het.
Andere staken hun betalingen
En duidelijk kwam Stalin er nog op te
rug. „Zie naar onze oeconomische betrek
kingen met Duitschland. Duitsehland
S^cJÖ.»
JOSEPH STALIN,
Algemeen secretaris der Communistische
Partij in Sowjet-Rusland en dictator
der Sowjet-Uhie.
heeft een moratorium afgekondigd voor
een aanzienlijk deel van zijn buitenland-
sche schulden, en wij hadden van het
voorbeeld van Duitschlad gebruik kun
nen maken om tegenover Duitschland
hetzelfde te doen. Maar wij hebben dat
niet gedaan." Wij nemen niet meer ver
plichtingen op ons dan wij kunnen na
komen, zoo vernam men verder nog.
Aldus leest Stalin den president van
de Duitsche Rijksbank de les! Wij vreezen
echter dat hij, en dat zelfs het paradoxale
van het feit, niet veel indruk zullen heb
ben gemaakt op Dr. Schacht. In Duitsch
land is het revolutionair socialisme eerst
in zijn begin, in Rusland heeft het reeds
rijkelijke ervaringen opgedaan. Dit lijkt
ons een verklaring voor het verschil in
houding en in kapitalistische eerlijk
heid tusschen Stalin en Dr. Schacht.
Stalin heeft intusschen door ondervinding
geleerd dat men zekere dingen in deze
wereld niet naar zijn hand kan zetten,
en dat miskenning van deze waarheid
zich op den duur moet wreken. „Eerlijk
duurt het langst", is niet een moralisee-
rend lesje voor brave Hendriken, maar
een gezond oeconomisch en financieel be
ginsel. Het is een stille waarheid, die op
den duur niet weg te schetteren is.
Als Schacht even leerzaam was als Sta
lin, voegt het blad er ironisch bij, zou men
op den duur nog hoop voor hem kunnen
koesteren.
Een bijzonder lesje in politieken
moed en consequentie gaf hij den
Amerikanen toen hij over den Vol
kenbond sprak.
Amerika en Rusland staan op het
oogenblik vrijwel op gelijke wijze tegen
over deze organisatie. Vanwege dingen,
die in het verleden gebeurd en gezegd
zijn, kunnen zij beiden er niet aan deel
nemen. Maar zij werken naar beste krach
ten te Genève mede, en blijken onder de
tegenwoordige omstandigheden zelfs aan
zienlijk meer vertrouwen in het nut van
dit lichaam te hebben, dan nu in menig
er toebehoorend land valt waar te nemen.
Juist als buitenstaanders zien zij blijk
baar beter de voordeel en. Roosevelt
heeft in den laatsten tijd niet geschroomd,
dit duidelijk te kennen te geven.
Anders sprak Stalin. Ook op het punt
van den Volkenbond geeft hij duidelijke
teekenen van bekeering.
Ruslands houding is niet meer uitslui
tend negatief tegenover den Bond. Sta
lin verdedigt den Volkenbond zelfs, zoo
als zijn beste vrienden dat niet beter kun
nen doen. Juist om het gebeurde met
Japan en Duitschland, zoo betoogt Hij,
heeft de Volkenbond beteekenis gekre
gen als rem voor oorlogsgevaar, als
vluchtheuveltje voor den vrede. Rusland
kan het nu reeds mogelijk achten, dat
het den Volkenbond, ondanks al zijn ge
breken, zal gaan ondersteunen, als deze
op dit punt werkelijk zijn bruikbaarheid
bewijst.
Beteekent dit dat Rusland mogelijk lid
zal worden van den Bond, die altijd be
reid is voor Moskou een nieuwen perma
nenten zetel aan zij raadstafel aan te
schuiven? Natuurlijk kon men geen aan
kondiging van dien aard van Stalin ver
wachten. Maar aanduidingen zijn er wel
degelijk in het interview te vinden.
nu, in een van de laatste afleveringen
van de „Deutsche Wehr" van 1933, heeft
Hans Wagner zich ook deze vraag ge
steld. En hij antwoordt daarop o.m.:
Sinds Rusland door het sluiten van
non-agressie tractaten de handen in
het Westen heeft vry gekregen, be
hoeft dit niet meer het geval te zijn,
meent de schrijver. Daardoor kan het
veel meer dan tot dusverre zijn aan
dacht tot het Verre Oosten bepalen,
waaruit ongetwijfeld ook zijn tegen
woordig zelfbewuste houding tegen
over Japan voortspruit.
Meermalen hoort men de meening ver
kondigen, dat Rusland daarom niet in
staat is in het Oosten een oorlog te voe
ren, omdat zijn binnenlandsche toestand
dit niet gedoogt. De kans, dat een oorlog
met Japan op het overige deel van het
Rijk een politieken en oeconomischen
terugslag heeft is tegenwoordig echter
geringer dan in 1905. Daarbij komt, dat
volgens den schr. de bevolking van Si
berië en in het algemeen die van het
Verre Oosten misschien zelfs in tegen
stelling met die van het Europeesche
Rusland het Sowjet-stelsel onvoor
waardelijk is toegedaan. Een opstand van
de bevolking in den rug van het strij
dende leger (die men in Europeesch
Rusland algemeen voor mogelijk houdt)
zou in het Verre Oosten als zeer onwaar
schijnlijk worden beschouwd. Verder wa
ren de oogsten in Siberië vele jaren
achtereen goed; de laatste oogst was zoo
overvloedig, dat de verplegingsdepots ten
behoeve van het Oost-Aziatische leger
opgericht, voor langen tijd gevuld'zijn.
Het Oost-Aziatische leger, dat op het
oogenblik pl.m. 100000 man sterk moet
zijn, moet uit de élite van het Roode le
ger bestaan. Onophoudelijk is men met
zijn verbetering, wat opleiding en uitrus
ting betreft, bezig. Het beschikt thans
overvloedig over de modernste strijdmid
delen (o.m. vecht- en pantserwagens,
en chemische strijdmiddelen).
Comestibles Delicatessen. Telefoon 42q.
Met het oog op den
nog steeds gespan
nen toestand in het
Verre Oosten, waar
door een oorlog tus
schen Rusland en Japan niet tot de on
mogelijkheden behoort, heeft men zich
wel eens afgevraagd of Rusland momen
teel in staat is een oorlog te voeren. Wei-
Zuiver militair gesproken was de toe
stand der Russen in het Verre Oosten
ten opzichte van Japan nooit werkelijk
slecht; hij wordt den laatsten tijd van
maand tot maand beter
Wat verder de omstandigheden aan
gaat ook deze hebben voor Rusland een
gunstigen keer genomen. De vriend
schap tusschen Frankrijk en Japan is aan
het tanen; Amerika en Rusland zijn na
der tot elkaar gekomen. China zal het
verlies van Mantsjoerije en Jehol wel
niet gemakkelijk vergeten. Het is thans
ijverig bezig met behulp van Amerika
zijn leger te reorganiseeren en uit te
breiden (levering van vliegtuigen en
moderne artillerie).
Uit het vorenstaande volgt, dat mocht
Rusland bij een eventueel cpnflict met
Japan ook alleen den oorlog moeten voe
ren, het in elk geval den moreelen steun
van Amerika en China zal hebben, ter-
wijl Engeland en Frankrijk op het oogen
blik niets liever zouden zien, dan dat de
.Tapansche ondernemingslust een gewel
digen klap kreeg.
Alles bij elkaar zou Rusland er in
het Verre Oosten nog niet zoo kwaad
voor staan en zal Japan zich nog wel
eens bedenken zijn hand in dit wes
pennest te steken.
Zal trouwen met een Japansche
Prinses.
De draadlooze dienst van Moskou
meldt, dat Poe-ji op den dag van zijn
kroning tot keizer van Mandsjoerije in
den echt zal treden met een Japansche
prinses, een nicht van den Japanschen
Mikado.
Consternatie in Zuid-Duitschland.
Onder de lagere katholieke geestelijk
heid in Zuid-Duitschland, in het bijzon
der in Beieren en Würtemberg, heeft de
overbrenging van twee r.k. priesters
naar het concentratiekamp van Heuberg
veel consternatie verwekt. Men hoopt
zich met succes te kunen wenden tot de
boogere geestelijkheid, kardinaal Faul-
haber en aartsbisschop Bertram, met
klachten over de wijze waarop het con
cordaat wordt toegepast. De ontevrede
nen meen en zich te kunnen beklagen
over belemmering van de uitoefening der
geestelijke werkzaamheden door de pries
ters t. o. v. hun jeugd, belemmering van
de gezellenvereeniging, in de ontplooi
ing van hun werkzaamheden en over be
snoeiing van de r.k. pers.
(Nw. Rott. Crt.)
Foetsjoe bedreigd door de
regeeringstroepen
Uit Sjanghai wordt gemeld, dat blijkens
een officieel bericht de regeeringstroepen
zijn opgerukt tot een punt aan de Min-
rivier, op 25 mijl van Foetsjou.
De val van Foetsjou wordt aanstaande
geacht. Het heet, dat de leiders van den
opstand in Foetsjou reeds naar Tsjang-
tsjou zijn gebracht, terwijl generaal Tsai
Tingkai is achtergebleven om de stad te
verdedigen tegen het leger van de regee-
ring te Nanking.
In Foetsjou heerscht een paniek. De
winkels zijn gesloten en het zakenleven
staat stil.
Overwinning op het leger van
Foekien.
Dé Chineesche regeeringstroepen heb
ben de troepen der opstandelingen in de
provincie Foekien in de nabijheid van
Foetsjou verslagen. Een brigade van het
in opstand gekomen negentiende leger
heeft zich zonder strijd overgegeven.
De thans aanhangige voorsteller!
teruggetrokken
In de Dinsdagmorgen gehouden verga-
I dering van de Provinciale Staten van
I Noordholland heeft het lid van Ged. Sta-
jten, de heer Gerhard (s.d.) medegedeeld,
dat Ged. Staten een aantal voorgestelde
wijzigingen van de salarisregelingen te
rug nemen. Ged. Staten zijn n.1. voorne
mens, in verband met de snelle wisseling
van aspect in de betrekkingen tusschen
overheidslichamen, de salarisreglementen
aan een algemeene herziening te onder
werpen en wel zoodanig, dat deze herzie
ning invloed zal hebben op de begrooting
voor 1935. O.a. wordt teruggenomen het
voorstel inzake de vaste aanstelling van
verplegend personeel bij het behalen van
het diploma, omdat ook dit voorstel direct
verband houdt met de salarisregeling.
Eenige andere wijzigingen worden terug
genomen, omdat zij niet voldoende in over
eenstemming zijn met de riiksrep;
Verscheidene leden verzochten ue voor
stellen tot salarisherziening thans aan te
houden.
Aldus werd besloten.
Kan voor 1934 nog niet worden
vastgesteld.
Naar het Nederlandsol) Corresponden
tiebureau verneemt, kunnen de aanslagen
in de inkomstenbelasting van Ned.-Indië
over het belastingjaar 1934, op te leggen
aan de buiten Ned.-Indië wonende gepen
sionneerden, nog niet worden vastgesteld.
De oorzaken daarvan zijn:
le. dat bij den Volksraad een voorstel
aanhangig is om op de aanslagen over
1984 50 opcenten te heffen;
2e. dat de gegevens voor de vaststelling
der aanslagen van hen, op wier pensioe
nen korting plaats vindt, bij de Indische
belastingadministratie nog niet bekend
zijn, omdat die aanslagen moeten worden
berekend naar het zuiver bedrag der pen
sioenen over het belastingjaar 1934.
45 ets p. pond - 22 J ets p. half pond
Depot Den Helder
M. A. GRUNWALD
Feu 111 eto n
Naar het Engelsch
van
Ottwell Bmns
28)
Haar hand rustte nog op zijn arm en
hun oogen ontmoetten elkaar. Iets in het
grijs van de hare trof hem als een vuri
ge dolk. Een wilde vreugd maakte zich
van hem meester en bedwelmde hem. Zijn
oogen glinsterden. Hij zag de blijdschap
van het meisje weerkaatst in haar blik,
zag het warme bloed naar haar wangen
stijgen en hartstochtelijke woorden kwa
men hem op de lippen, die uitgesproken
moesten worden.
Bijna was hij overmand, toen Helen
haar hand wegnam en zich omkeerde. De
roep van de bijeengekomen wolven weer
klonk door de stilte. Hij sprak niet en
Helen zelf was stil, terwijl ze naar de hut
terugliepen, maar ieder had diep gelezen
In het hart van den ander en ze hadden
gevoeld de roepstem, die de sterkste is
op de aarde, die van geslacht naar ge
slacht van man naar vrouw.
Teruggekeerd in de hut begon Stané
met koortsachtigen ijver te werken aan
den sneeuwschoen, waar hij mee bezig
was. Bij dit eentonige werk herhaalde
bij telkens een gezegde, dat hij lang ge-|
leden gelezen had, waar, wist hij niet
meer. „Mijn werk is mijn redding, mijn
werk is mijn redding!" Hij werkte als een
bezetene, zonder op te zien, terwijl het
meisje zich bezig hield met overbodig
werk. Zij wist, wat hij wist en ze waar
deerde hem om zijn zwijgen, omdat ze de
reden er van begreep, en toen eindelijk
haar rumoerig hart wat bedaard was,
begon ze te spreken, over onverschillige
dingen om de gedwongen stilte te ver
breken.
„Ja," antwoordde hij. „Ik ga een heele
rij vallen uitzetten. Dan heb ik wat te
doen en het loopen zal een goede oefening
zijn voor mijn been. Als de eigenaar van
de hut terugkomt zullen we hem huur
kunnen betalen in den vorm van bont
vellen, die ik vang."
„Zou hij er al niet moeten zijn, als hij
komt?"
„Ja, maar hij kan oponthoud gehad
hebben!"
„Of hij is niet van plan terug te komen.
Hij kan wel een ander arbeidsveld ge
vonden hebben."
„Toen hij wegging, was hij van plan
terug te keeren; waarom zou hij anders
zijn strikken hier gelaten hebben?"
„U denkt dus dat hij terugkomt?"
„Ik hoop het."
„En als hy komt, zult u hem trachten
te bewegen ons naar Fort Falsun te bren
gen?"
„Dat is mijn plan," antwoordde Stane,
terwijl hij zich boog over zijn vlechtwerk.
„U verlangt er dus naar hier weg te
komen?"
„Ik denk aan u," antwoorde hij snel.
„Ik weet wat een heele winter in het
Noorden beteekent."
„En als ik naar Fort Malsun ga, denkt
u, dat ik dan aan den winter ontkom?"
„Neen, maar dan hebt u gezelschap."
„Dat heb ik nu ook," antwoordde ze
glimlachend, „en geloof me, ik voel me
heelemaai niet eenzaam."
„Ik dacht er aan, dat u dan de vrouw
van den agent.
„Bah!" luidde het uitdagende antwoord.
„Gelooft u, dat een vrouw niet zonder
vrouwen kan?"
Hij beantwoordde haar vraag niet, om
dat hij voelde, dat ze de gevaarlijke zóne
weer overschreden en na een oogenblik
bracht hij het gesprek op het eerste on
derwerp terug.
„Als ik geluk heb met de strikken, dsn
kunt u misschien een bontstel krijgen, als
souvenir aan uw verblijf hier."
„O," antwoordde ze lachend, „als dat
het eenige souvenir is, dat ik zal krij
gen.
„Dan?" vroeg hij.
Even zweeg ze, toen sprak ze uitda
gend; „Wel, dan zal ik teleurgesteld zijn.
Dat is alles."
Hij vroeg niet waarom. Hij wist het
en juist zijn stilzwijgen verried Helen,
dat hij het begreep en één oogenblik
voelden beiden weer die macht, die zich
had laten gelden in het bosch.
Toen werd de stilte verbroken door een
geluid buiten de hut. Beiden hoorden het
en luisterden aandachtig.
„Krak, krak, krak!"
Er liep iemand op sneeuwschoenen om
de hut. De onbekende bleef staan voor
de deur. Zou hij binnenkomen? Een hal
ve minuut verliep, terwijl ze roerloos za
ten te wachten, en toen wierp Stane een
blik op zijn gezellin. Ze zat vooroverge
bogen met een uitdrukikng van nieuws
gierigheid en gespannen verwachting op
het gezicht, maar volkomen onbevreesd.
Hij stond langzaam op, legde den half-
voltooiden sneeuwschoen op tafel en
sloop naar de deur. De indringer, wie hij
ook was, had zich niet bewogen en Stane
had het gevoel, dat hij daar aan den an
deren kant van de ruwe planken stond te
luisteren. Hij wilde hem verrassen, maar
werd teleurgesteld, omdat hij, toen hij de
deur bereikt had, zag, dat Helen die met
den houten sluitboom had gesloten, toen
ze thuis gekomen waren. De boom sloot
vast tegen de deur en hij trachtte tever
geefs hem geruisloos los te maken. De
boom bleef haken en toen hij eindelijk de
deur openwierp en naar buiten trad, wist
hij, dat hij te laat was. Hij keek in den
vallenden avond. Eerst zag hij even naar
de donkere schaduwen onder de hoornen.
Daar was niemand. Toen liep hij om naar
de zijde van het meer en flauw onder
scheidde hij een gedaante in de duister
nis, die zich snel in noordelijke richting
verwijderde. Hij keek scherp, verwon
derde zich blijkbaar over iets en plotse
ling riep hij.
De verdwijnende gedaante bleef geen
oogenblik staan en keek niet om, maar
liep in een rechte lijn over de onbetreden
sneeuw. Stane wist, dat het doelloos zou
zijn hem te vervolgen, want de hitteree
koude deed zijn handen en gezicht al ver
kleumen en drong hem door merg en
been. Hij keerde om, haastte zich naar
de hut, en sloeg de deur achter zich dicht
terwijl Helen opstond.
„Hebt u hem gezien?" riep ze opge
wonden.
„Neen, ik heb haar gezien!" antwoord
de Stane. „Het was een vrouw."
Helen was even verbaasd, als hij-zelf
geweest, was. „Een vrouw! Wpet u het
zeker?"
„Ik geloof niet, dat ik me kan vergis
sen,"
„Maar wie.en waarom zou ze hier
komen, alleen om weer weg te loopen?"
„Ik weet het niet. Ik heb er geen idee
van, maar toen ik naar de deur liep,
dacht ik nog niet aan de mogelijkheid,
dat wie daar ook achter stond, er stond te
luisteren."
„Het is geheimzinnig", zei Helen pein
zend. Toen viel haar iets in en keek ze
Stane plotseling aan. als wilde ze iets
zeggen. Hij ving haar blik op.
„Wou u wat zeggen?"
„Ja," zei Helen, terwijl ze even lachte,
maar ik zal het maar voor me houden. Er
viel me plotseling iets heel kinderachtigs
in."
Iets in haar manier van spreken, in
haar schamper lachen, verwonderde Sta
ne en deed hem op een antwoord aan
dringen, „Laat het maar kinderachtig
zijn," zei hij. „Zeg het maar."
„Het is werkelijk niet de moeite
waard," antwoordde ze, met een kort
lachje, maar toen begreep Stane. dat ver
der aandringen vruchteloos zou zijn en
hij deed dit dan ook niet.
Eenigen tijd bleef hij zwijgend in het
vuur zitten staren, zich afvragend, wat
zijn gezellin gedacht kon hebben, terwijl
het meisje zelf zich verdiepte in de zon
derlinge gedachte, die haar was ingeval
len. Was de vrouw, die zich tot twee
keer toe in de nabijheid van de hut had
gewaagd, zonder zich bekend te maken,
Miskodeed? Het was heel goed mogelijk,
want welke andere vrouw zou in de
buurt kunnen zijn. die zooveel belang
stelling in de hut kon hebben, dat ze die
rot twee keer toe op die manier bezocht?
Toen ze er verder over doordacht, dron
gen zich Anile.v's toespelingen in al haar
hatelijkheid aan haar op en ze herinner
de zich de houding van het Indiaansehe
meisje na Stane's vertrek. Nog andere
dingen kwamen haar voor den geest en
ze hoorde weer de woorden, waarover de
man in woede ontstoken was, toen ze ge
uit werden.
„Zie deze landelijke idylle."
Ze herinnerde zich de wilde schoon
heid van het meisje, haar openlijke be
langstelling in Stane, en weer voelde ze
het verterende vuur der jaloerschheid in
zich branden. Het griefde haar te den
ken, dat deze man, dien ze had leeren
liefhebben, mogelijk belang stelde in dit
meisje, dat al was ze niet veel meer. dan
een wilde, toch van ongeëvenaarde
schoonheid was. Ze lachte plotseling bit
ter en uit verachting voor zich-zeïf en
hij dien lach wendde Stane zich plotseling
tot haar.
„Wat is er?" vroeg hij.
„Tk dacht prgens aan," antwoordde ze
onverschillig, al voelde ze, dat ze een
kleur kreeg.
Stane vroeg haar niet, waaraan ze
dacht. Hij vond iets raadselachtigs in
haar manier van doen en nu het voor den
tweeden keer bleek, dat ze niet van plan
was nader uitleg te geven, ging hij niet
op dit onderwerp door. Hi.j waehtte even
en vertelde toen, waar hij zelf over ge
dacht had.
„Als de storm voorhij is en de sneeuw
hard, zullen we samen eens een onder
zoekingstocht maken. Misschien vinden
we het kamp. waar die vrouw vandaan
komt. Als het vannnaMU niet waait, zul
len we gemakkelijk haar spoor in de
sneeuw kunnen volgen."
Helen zag hem half door haar wim-
persaan. Vermoedde hii wie de indring
ster was? (Wordt vervolgd).