Ontberingen in de ijswoestijn T JUTTERTJE AG. 2 Zeven mannen worstelen hardnekkig met den dood Kapitein Ingraham vertelt MET NOODLOT VAN DE „SPEED" door Lex ldström. De oude kapitein Ingraham, een oude en vertrouwde bevaarder van de Noordelijke IJszee, heeft mij het vol gende verhaal gedaan.Den laatsten keer had hij, behalve zijn schip, twee man van de bemanning verloren, de beide armen van den kapitein waren daarbij nog half verbrand. Alles spande tegen de zeven mannen samen, die schip breuk hadden geleden en over het Poolijs moesten trachten de bewoonde wereld weer te bereiken. Een noodlottige ontploffing. Het stoomschip „Speed" had wel vele dienstjaren, maar was gebouwd voor den dienst in de Poolzee. Na eerst het lichtschip „Franklin" op zijn plaats te hebben gesleept, ging de „Speed" weer verder, toen een noodlottige ontplof fing den stoomketel uit elkaar deed vliegen. Twee mannen vonden daarbij den dood, de machinist en een stoker. Kapitein Ingraham had nog getracht ze te redden, maar hij slaag daarin niet, verbrandde zich alleen deerlijk de beide armen. Toen de beide dooden in de Groote Beringzee waren verzonken, brak er een storm los, als geen der overleven den ooit had meegemaakt. In den magnetischen storm. Men was in een magnetischen storm terecht gekomen, zoodat het kompas geen nut meer had. Door het springen van den stoomketel was de „Speed" zonder mechanische kracht vrijwel hulpeloos geworden. Het schip liep gevaar tegen de ijsmassa's verpletterd te worden. Het ijs groeide ieder oogenblik meer en meer aan en dreig de reeds de verschansing te overschrij den en alles op het dek weg te vagen. De „Speed" breekt in tweeën. In den gordel van het ijs was de „Speed" spoedig volkomen machteloos. Zijkanten en dek van het schip kraak ten onder de ontzettende krachten, die het ijs uitoefende. Het duurde dan ook niet erg lang meer, of het schip werd in twee gelijke stukken gespleten. Toen gingen de zeven man aan boord van een gummisloep. Er was geen an deren uitweg meer over. De mannen wisten open water te bereiken en dre ven drie dagen vrijwel hulpeloos rond, zonder voedsel, zonder licht, bij een koude van ettelijke grade onder het vriespunt. Men roeide om in beweging te blijven, maar men stond op het punt half gek te worden. De mannen roei den nog maar in een soort delirium. Tocht over het met ijs be dekte land. Eindelijk werd de gummi-boot er gens aan land geworpen. Twee dagen zwierven de uitgeputte zeelieden over het met ijs bedekte land, maar geen spoor van eenige menschelijke bewo ning viel er te ontdekken. Ze bouw den sneeuwhutten, waarin ze kren, om tenminste een beetje beschutting en warmte te vinden. Men moest trach ten een menschelijke nederzetting te bereiken, die van Cameron-baai was in ieder geval het dichtst in de buurt. Drie der mannen gingen er op af, met de honden, die ze van boord hadden mee genomen. Na vier dagen kwamen ze terug, moedeloos, zonder' eenig resul taat. Het geheele gezelschap kroop weer in de sneeuwhutten. Een nieuwe poging van twee man Toen trachtten twee man met een der honden, als lastdier, het doel te berei ken. Zes dagen dwaalden ze door den sneeuwstorm, slaagden erin een wilde koe te schieten, wat hun redding was. Op den zevenden dag zagen ze flauw tjes de nederzetting van Cameron- baai in de verte opdoemen. Per radio riep Cameron-baai twee regeerings- vlietuigenen op, die een dokter mee brachten en toen op zoek gingen naar de andere vijf mannen in de sneeuw hutten. De thuisreis. Geholpen door de aanwijzing van de twee mannen, die den tocht hadden volbracht, slaagden de bestuurders der vliegtuigen er in de vijf half bevroren mannen te ontdekken, die ingeladen werden en per vliegtuig naar Cameron- baai werden vervoerd. Daar moesten de zeven mannen blijven, totdat in den zomer een ander schip ze mee kon nemen naar meer bewoonde streken. Bijna een jaar later, nadat ze uit gevaren waren, kwamen de zeven zwaar beproefde mannen in de be woonde wereld bij hun gezinnen te rug. Van twee kwaden het ergste! „Waarom heb je je eigenlijk van je vrouw laten scheiden?" „Omdat ik me moeilijk van mijn schoonmoeder kon laten scheiden!" VANDAAG VIOOLLES. ....voor den luidspreker. Een nieuwe proef. De resultaten verrassend goed. De leider der muziekafdeeling aan de universiteit van Michigan, Dr. Jo- seph Maddy, heeft een proef genomen met vioolcursuss en voor de raaio. waarvoor hij een speciale methode heeft samengesteld. Terwijl hfl de •es sen voor den microfoon geeft, heelt nij het uitzicht op een groepje leerlingen in een aangrenzende zaal, dat zich vol gens zijn aanwijzing oefent. De fouten, die deze kinderen maken in hun hou ding, enz., kan Dr. Maddy meteen ver beteren en waar tenslotte alle kinderen dezelfde fouten maken, bespreekt hy zoo vanzelf alle fouten van de onzicht bare leerlingetjes. Hij heeft met zijn viool cursussen veel succes; er hebben zich voor toezending van de gedrukte muzieklessen, die door de betrokken omroepmaatschappij worden verstrekt, reeds bijna 5000 leerlingen aangemeld, w.o. verscheidene ouderen. Nu de cur sus eenmaal bekend is geworden, twij felt men er niet aan, of er zullen er zich nog veel meer aanmelden, als Dr. Maddy opnieuw een cursus voor be ginnelingen opent. De slechtste helft! Welgedaan rolt de familie Zwijn door de modder. Daar trippelt een trotsch kippetje voorbij „Grootvader, waarom kijkt u altijd zoo bedroefd, als er een kip voorbij komt?" vraagt een rose biggetje aan de familie-patriarch.... „Wel kind, dan moet ik steeds den ken aan roereieren met ham!" Ziet u wel, wat hep ikke nou ge zegd? De Hertog Hendrik is bang voor de kouw, want de vorige keer was ie ook weg toen 't begon te vriezen en nou begint 't weer te vriezen en is ie were weg en nouw zit meneer Dec- kers d'r ook op, die is minister en dus de baas van de baas van de marine en die is nou mee naar Valencia, sinaas appelen lcoopen voor z'n vrouw, want die wil nou sinaasappelen gaan wek ken, das zoo'n ding waar je die dingen instopt en dan worden ze gekookt en das wel lekker. Nouw, ik wou dat ik ook minister was, dan kon ik ook overal mee naar toe inplaats van straf regels maken want das ook niet lol lig en postjager is nouw zooiets as een zondagsjager geworden, want die kent d'r ook niks van en asse ze der nouw zijn, dan hebben ze ze niet zoo hard gevlogen als Sjeffie en de anderen dat gedaan hebben met die schoen- smeervogel, dus Sjeffie heeft nog al tijd gewonnen. Ze gaan nou van alles maken over de pelikaan hè, maar schoensmeer hadden ze al met die pelikaantjes der- op dus as die nog es wat willen doen dan moeten ze daar maar bonnetjes dervan laten gelden om met de groote pelikaan te vliegen en ik hep der al twee omdatte zwarte Piet die dingen in de keuken heef laten liggen toen ie z'n eigen een beetje moes oppoesten en m'n Opoe is nou ook weer weg, weer naar d'r huis in Amsterdam. Ze hep o-ezeg, datte ik een brave jongen was dus datte zal dan wel zoo zijn hè en de krant is nou ook mooi geworden met al die nieuwe letters hè en nouw zeg m'n vader, datte ikke een nieuwe foto moet laten maken om in de krant boven m'n brieffies te zetten maa dat doen ikke lekker niet omdatte ik toch al mooi genoeg ben en as ikke nouw nog mooier wordt dan geeft datte toch niks hè en dat ikke, ikke ben dat we ten de menschen die in mij lezen toch al lang. Dus das nerregens voor noodig en ik mot me de laatste dagen m'n arreme uit m'n lijfjie jsouwen om datte het overal uitverkoop is en m'n moeder nouw allemaal voor een prik kie koopen gaat. Dat prikkie is nou niet zoo'n prikkie watte ik 's. avonds wel eens krijg as d'r wat overgebleven is van 't eten 's middags, maar dat prikkie noemen ze nouw een prikkie omdat je dat allemaal voor 'n prikkie ze tegen dat prikkie, prikkie zeggen omdate je dtaallemaal voor 'n prikkie koopen kunt. Hè, hè 't is soms erreg moejelijk om in de krant iets duidelijk te schrijven, maar dat is niet erg want de menschen die nog niet wisten wat een prikkie is, die weten dat nouw ook al weer en ik wil maar zeggen, datte je voor zoo'n prikkie net zoo goed in Den Helder koopen kunt want as je in Amsterdam koopt, dan denk je goedkoop te koopen maar ze zetten je toch af want laatst bij mijn ook, toen dacht ik een heel groot ijssie te krij gen voor 5 centen en toen hep me die Amsterdamsche vent me onderin niks gestopt. Gemeen hè. Nouw kenne we ook weer goed naar de radio gaan luisteren want de burre- gemeester hep aan die meneeren in den raad gevraag of ie 5000 gulden uit de spaarpot pakken mag om dat ding op de gasfabriek anders as anders te maken en as de burregemeester nouw ook nog wat weet om m'n zussie d'r kwebbel dig te stoppen as de radio speelt dan zal ikke de burregemeester heel erreg gaan'bedanken, want m'n zussie stoort die radio nog 't meeste. Ik ken d'r best de meksikapnsche kat noemen hè. Ja zoo gaat 't nouw eenmaal hè, de een hep dit en de ander dat en 't kri- siskomité hep nog altijd niet genoeg en daarom gaan de ouwe onderofficie ren nouw in Musis Sacrum spelen om centen voor 't krisiskomitee te krij gen en daar moeten alle menschen heen gaan en die bus bij de krant is nouw nog nooit vol gewees en as d'r nouw niet veel inkomp, dan moeten ze d'r maar eens een pinda-manneke voor zetten met een dikke sjiem op z'n buikkie dan zalle de menschen die bus van de krant wel volgoojen met cen ten, want die pinda-mannekes kregen altijd van alles en 't krisiskommitee nog lang niet genoeg. Dus als alle men schen daar nouw eens voor gaan zorre- gen hè. Nou ik houw op want m'n vel letje is al weer eens vol. Tot de vol gende week dan maar weer en dan geef ik alle menschen een flinken jut- terpoot. Daaag. beschrijvingen van de martelingen." De lijnen rond zijn mond leken die per te worden. Ik wist nu, wanneer het leven dié erin gegraven had. „Ik gaf het op", vervolgde Dane, dikke rookwolken blazend. „Ik zei tot mezelf: Jongen, als je ergens niet wel kom bent, dan zeg je óók: Bonjour, ik ben al weg! Het leven is niet gastvrij tegen meik kan het beste eruit knypen! Ik woonde in een eenvoudig pension, waar ik dik in de schulden zat. De goede vrouw, die het pension hield, wilde me niet op straat zetten, maar het stuitte me verschrikkelijk, een vrouw, die zelf ook moest ploete ren, tot last te zijn. Ik had geen ouders meer, geen familie. Er leek geen ande xen uitweg dan op zak van een ander ♦e teren, die het óók moeilijk had, óf weggaan. Ik besloot tot het laatste. Ik bracht mijn smoking weg, en van het geld be taalde ik een deel mijner schulden en kocht daarna een revolver. Op een middag merkte ik (ik was van plan me dien middag dood te schie ten) op een zeker moment een aar dige vrouw. Ze was medebewoonster van het pension geworden. Ze zag er bijzonder aardig uit. Mooi was ze niet, maar ze had iets, dat iets beter was dan alle schoonheid. Ik wist, dat ze op een kantoor werkte. Ik vond dan, dat ze er allerliefst uitzag en vermoedde dan ook dat ze naar een feest ging. Toen het maal was afgeloopen, liep ik haar na tot aan de gang en wenschte haar goeden avond. Het was een stil afscheid. Ze vroeg me dan ook, of me iets scheelde. Ik praatte erover heen en informeerde, waar ze heenging dien avond. Ze lachte. Nergens, advertenties nakijken en hopen, dat er iets voor mij bij is, want ik ben 4 dagen geleden ont slagen." Ik was zoo verbluft dat ze het zoo opnam. „Het zal moeilijk zijn iets te vinden", zei ze, en ik zag angst in haar groote oogen, „hoewel ik bereid ben alles aan te pakken, wrat me aangeboden wordt", zei ze nog. Ze keek neer op haar japon en zei toen, „U dacht zeker, dat ik naar een feestje ging? Neen hoor. Niet veel kans op een cavalier. Maar ziet uIk was vanmiddag zoo angstig en moest oppassen om niet moe deloos te worden. Want dat mag niet. Je moet altijd onthouden, dat 'n mensch voor iets op de wereld isiets, dat je zelf niet weet, voor een of ander ge heimzinnig doel.... Wel, toen heb ik me extra mooi gemaaktalsof ik naar een feestje ging. Men voelt zich dan moediger, niet?.En waarom zou i anderen, die ook genoeg aan hun hoofd hebben, een verwaarloosde, treu rige juffrouw tot gezelschap geven' lk heb me mooi gemaakt en de oude heer naast mij, die gewoonlijk zoo ter neergeslagen was, zei me: Wat ziet u er lief uit. Je doet me denken aan een crocusje, kind!.... als je die eenmaal ziet uitpiepen, boven den harden win- teigrond, weet je, dan wordt het lente!" „Ziet u, dal deed me goed, dat deed me gestemd fttheb-he,n pretSg gestemd.... ik ben tenminste vanmid dag tot iets nut geweest"! Haar oogen straalden, ze lachte me toe en daarna de trap op, uaar haar kleine kamer. advertenties nakijken Ik heb me diep geschaamd dat -le zeKRen. Ik kroop toen op' ni ii n i mer en dacht.dacht.d3 Wel ik ben blijven leven tV revolver verkocht ik en vocht i e leven, me vasthouden aan L het ten van vertwijfeling aan do n '"omen- die gezegd had: Je eve stem> dat een menschvoor iets deuQken, voor i«, ««hopen Vee! later hee(t ze aeweten/iai haar mooie japonnetje en haar moed dien dag niét slechts een neerslaclitigen ouden ma" opgevroolükt heeft, doch mijn eigen leven redde. Veel later, toen ik in staat was, haar de eerste viooltjes te brengen. Crocus- jes kon ik niet krijgen, maar ik denk aan haar. 200 vaak ik ze zie Hij staarde in den rook van zijn si gaar en zeide toen: „Dat japonnetje aantrekken en z'c'i goedhouden, met dien angst, waarvan ik even een glimp in haar oogen zag, dat was moed! Zoo zie ik het tenminste." „En hoe ging het haar verder? vroeg ik geïnteresseerd. „Vond ze werk?" jj;j' glimlachte. „O ja! Een lastig werkje- Sinds jaren speelt ze het klaar een veeleischenden, hardwerkenden armen eerzuchtigen man gelukkig te maken- Ze had een beter lot verdiend, maar wd .ie vrouwenzijn soms dom.... de hemel zegene ze...» en Justrouwde ze met mij!"

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1934 | | pagina 14