Het Menu PAG. 3 Maak de huishouding gemakkelijk Uit onzen kchsproeier. 'T JUTTERTJt ■Bi 'M--V ■i Wat onervaren, jonge huisvrouwtjes van pas kan komen Voorkom onnoodig werk. Indien men een huisvrouw zegt, dat sij veelal tijd onnuttig verbruikt, ver spilt, zouden wij bijna zeggen, dan kunnen wij er zeker van zijn, dat zij dit ons kwalijk zal nemen. Werkt en zwoegt zij niet den gan- schen dag en gunt zij zich wel een oogenblik rust? Zeer zeker zijn wij van haar grooten ijver overtuigd en tóch zijn er huis vrouwen, die door overleg en arbeids- verdeeling volop tijd hebben, terwijl anderen daarentegen zich uitsloven en nooit klaar zijn. Hoe zwoegen sommigen niet van den vroegen morgen tot den laten avond van de eene kamer naar de andere? Hiér is een leelijke plek in het lino leum, éven de terpentijn-flesch halen en de wasbus. „Waar is de boenwas nu toch weer?" Zeker laten staan in de kamer, die reeds klaar is. De stoffer en het blik staan nog in de keuken, de stofdoeken liggen ergens anders, alles moet bijeen gezocht worden. Practisch is om alles bijeen te hou den in eenj mand, n.1. stofdoeken voor de meubels, een flanellen doek voor het zeil en een inwrijfdoek voor de was. Wasbus en terpentijn-flesch en niet vergeten de stoelen-borstel en plumeau voor de lamp. Zeilveger en stofzuiger worden tegelijkertijd naar binnen ge bracht en is men klaar met de eene kamer, dan gaat alles mee naar de an dere kamer. Poetsgoed voor koper, evenals in- en uitwrijfdoeken bewaart men b.v. in een sigarenkistje. Wat de levensmiddelen betreft, is het meest practisch een lijst te maken van wat men zooal noodig heeft en desnoods een blocnote op een vaste plaats leggen, waarop een en ander vermeld wordt, wat eventueel aangevuld moet worden. Eenmaal per week worden dan de boodschappen gedaan of men laat ze bezorgen, dat bespaart dan nog véél moeite en tijd. Haalt men de waren zelf, dan wordt het lijstje in den kruidenierswinkel af gegeven en kan het klaargemaakt wor den, terwjjl men nog meerdere bood schappen doet. Men voorkomt onnoodig en vaak on aangenaam wachten en de winkelier kan alles vlug achter elkaar afwerken, dan het lijstje even vergelijken met de zakken, prijzen nagaan, bedragen even natellen enbehalen! Het braden van vleesch voor de ge- heele week geeft véél besparing van arbeid en kan b.v. gedaan worden daags voordat de keuken een groote beurt krijgt. Men houdt gasstel of fornuis schoon gedurende de rest van de week. Wil men des Zondags kalfsoesters geven, dan worden deze Vrijdag even vóór gebraden en daarna in de pan weggezet om voor het opdienen nog even verwarmd te worden. Heeft men een kelder of een koele kast, dan geeft het bewaren van vleesch, gedurende de wintermaanden absoluut geen bezwaar, althans niet, indien men het met een' flinke vetlaag afdekt. Vooral de wintergroenten kan men gemakkelijk bewaren, daarom komt de groentenman 2 maal of ook wel 3 maal per week, het voorkomt onnoodig bel len, want het is een feit, dat men veel meer opschiet met werken, als men er aan kan blijven. Het waschgoed, dat thuis gewasschen wordt, moet goed uitgeslagen worden, voor men het ophangt, en netjes opge hangen, zoodat het zoomin mogelijk kreukelt. Nog vochtig van de lijn wordt het goed opgerold en het platte goed gevouwen, zakdoeken, handdoeken, enz. dubbel, zoodat men het ineens kan Kleine reparaties als: knoopen aan zetten, worden na het strijken gedaan, dan kan het goed onmiddellijk opge borgen worden. Kousen worden paar bij paar opge hangen en als zij gedroogd zijn opge vouwen in de stopmand gedaan en niet zooals zoo vaak gebeurt bij elkaar ge bonden met een kous en ergens neer gelegd. De afwasch van vaatwerk is voor velen een berg, waar zij niet overheen komen. Is dit wel noodig? Een afdruipbak bewijst in deze goede diensten, terwijl in een gezin waar géén hulp aanwezig is, een klein keuken- geysertje bijna onmisbaar is, daar men dan ten allen tijde over warm water kan beschikken. Het afwaschgerei wordt gesorteerd, schoteltjes en bordjes op elkander ge stapeld, messen, vorken, lepels en an dere groepsgewijze evenals kopjes, waar vooraf de resten van koffie, theeblade ren uitgespoeld worden, bii elkander gezet. Wat met koud water onder de kraan uitgespoeld kan worden, doet men het eerste en daarna wordt alles op den afdruipbak gelegd, het overtollige wa ter kan eruit wegvloeien, terwijl men intusschen naar boven gaat om de bed den op te maken, of aardappelen en groenten schoonmaakt! Het vette gerei wordt met warm wa ter schoongemaakt en eveneens in den bak geplaatst. Borden en schalen van de middag tafel moeten eerst worden afgespoeld, en daarna op elkander gestapeld wor den, alvorens men ze gaat wasschen. Men heeft dan minder afwaschwater noodig en dit blijft tevens schoon, zoo dat men de laatste stukken niet in vies, vet water heeft te wasschen. Indien men onder het koken de ge bruikte dingen of theekopjes van des middags afwascht, vraagt het wasschen der vaten niet zoo héél veel tijd. Pan nen worden na het opdoen van het eten gevuld met water weggezet, tot na het vaten wasschen. Na het vaten wasschen worden de afdroogdoeken iederen dag in een sopje gedaan, gespoeld en op het doe kenrekje gehangen. De doeken zullen veel minder nat zijn en ook veel minder vuil, indien het gerei op den afdruipbak geplaatst is, zoodat het gedeeltelijk gedroogd is. We hebben getracht hier enkele aan wijzingen te geven, die de jonge, min der ervaren huisvrouwtjes wellicht van nut zuilen-zijn, met de wetenschap, dat zoo ergens, zeker wel in een huis houding „Overleg het halve werk" is. Pech! Slokop schaamt zich Slokop zweert zijn vrouw: „Van nu af aan word ik een ander mensch!" Zijn vrouw gelooft het hetgeen dom is want dienzelfden nacht komt Slokop „vol" naar huis.... Zijn vrouw huilt: „En ik dacht nog wel, dat je een ander mensch was ge worden. Waarop Slokop zegt: „Ja maar wat zeg je hik van zóó'n pech! Dat andere mensch drinkt óók!" De denker. Een landheer uit Hongarije keerde met zijn knecht terug van een bezoek aan een vriend, die midden in de poesta woont. Terwijl hij in de gelag kamer van een herberg een flesch wijn erschalkt. Iaat hij zijn knecht in de stallen de wacht houden bij hun paar den, want de streek wemelt van paardedieven. Gewapend met een flink pistool en met een stuk gebraad bn zich, heeft de knecht het zich op een omgevaHen trog gemakkelijk gemaakt. etende hoe gauw zijn knecht in slaap raakt, geeft de landheer, die nog een paar uur rust wil genieten hem den raad, steeds aan iets te den ken. Een half uur later komt hij eens kij ken en vindt den knecht peinzend naai de lucht staren. „Waar denk je aan?" zegt hij. „Ik denk eraan," zegt de knecht, waar de sterren eigenlijk blijven, als ik ze niet meer zie." Gerustgesteld gaat de landheer weer naar de gelagkamer terug. Een uur later gaat hij weer kijken en vindt den knecht in aandachtige be schouwing van een ooievaarsnest op het herbergdak. „Waar denk je aan?" vraagt de landheer. „Ik bedenk juist hoe de ooievaars den weg terugvinden, als ze weg geweest zijn," zegt de knecht en de landheer gaat gerustge- stled weg. Toen hij een uur later weer verder wilde reizen, stond de knecht met het hoofd in beide handen gesteund, uit het stalvenster te leunen. „Waaraan denk je zoo sterk?" vroeg hij. „Ik be denk, heer," was het antwoord, „hoe we naar huis moeten komen, want die dekselsche kerels hebben de paarden gestolen!"... Zondag: Kippensoep, Gevulde kalfsborst, Worteltjes en doperwten, Eiercrême. Maandag: Koud vleesch, Knolraap, Aardappelen, Appelvla. Dinsdag: Macaroni-koekjes met ham. Brusselscli lof m. hardgekookte eieren. Botersaus. Aardappelpurée Woensdag: Stamppot van zuurkool met aardappelen en rijst. Warme rijstpudding. Donderdag: Rolpens. Roode kool. Aardappelen, Sinaasappelen met custard-vla. Vrijdag: Aardappelsoep. Gebakken eieren met zalm. Worteltjes. Aardappelen, Gebruinde boter. Zaterdag: Runderlapjes. Gestoofde prei. Aardappelen, Drie in de pan. Eier-crême. 100 gram vingerbiscuits. 1 d.L. rhum of likeur. Een eetlepel jam. 4 eieren. 80 gram suiker. 1 pakje vanillesuiker. V* Liter melk. Liter room. 10 bladen witte gelatine. Wij nemen een vrij hooge vorm of n klein hooikisf pannetje en voeren den wand en bodem met biscuits, die in de rhum of likeur gedrenkt zijn en daarna met een weinig jam bestreken worden. Heeft men bezwaar tegen deze dran ken, dan dompelt men ze even in limo nadestroop, verdund met water, doch niet zóó, dat ze geheel doorweekt zijn, aangezien ze anders niet blijven staan. De eieren worden met de suiker en vanille geklopt, vermengd met de melk en daarna op het vuur gezet (op een asbest plaatje) tot een dikke massa ge- slagen, die men dan van het vuur neemt, zoodat deze ongeveer op het kookpunt is. We kloppen nu zoolang, totdat de massa vrijwel afgekoeld is en voegen er de geweekte, uitgelekte gelatine bij, die in een klein kopje heet water wordt opgelost. Het laatst kloppen wij de room stijf en roeren deze door de eiercrême, waarna wij het binnengedeelte van de gevoerde vorm vullen en koud en stijf laten worden om den volgenden dag op te dienen. Mochten de biscuits boven de pud ding uitsteken, dan snijden wü deze gelijk met den bovenkant af. Appel-vla. 1 kg tafelappelen. 2 eetlepels abrikozenjam. 150 gram suiker. 3 eieren. We schillen de appelen, snijden ze in stukjes, nemen de klokhuizen er uit en brengen ze aan de kook met Vi thee kopje water. Het beste is, het pannetje op een asbest plaatje te zetten, om het aanbranden te voorkomen. Zijn de ap pels gaar, dan worden ze door een paardeharen z^ef gewreven en de abri kozenjam, 2/3 van de suiker en de goed geklopte eierdooiers er door geroerd, dan doen wij de massa in een vuur vast schoteltje. Het eiwit kloppen wij met de over gebleven suiker zéér stijf, en bedekken de appelvla hiermede, waarna wij de schotel in een lauw warme oven plaat sen, waardoor het eiwit licht bruin kleurt en croquant wordt. Macaroni-koekjes. 150 gram macaroni of spaghetti. 1 ui. 50 gram boter. 2Yi d.L. melk 25 gram bloem. 100 gram ham. Peper, zout, noot, peterselie. X 2 eieren. We koken de macaroni of spaghetti, snijden ze aan stukjes van 1 a 2 cm grootte (in water en zout gaar laten koken) doen ze daarna op een zeef om het overtollige water weg te laten vloeien. De ham hakken we in kleine stukjes, evenals de ui, waarna wij deze laatste in de boter gaar smoren en de bloem er doorheen mengen. Langzaam, lepel voor lepel, wordt nu de melk er bij gevoegd, terwijl wij voortdurend blijven roeren en het sausje eenige minuten laten door koken, de ham, de 2 eierdooiers en één eiwit, die wij goed geklopt hebben. We spreiden de massa ongeveer 1 a lVi cm dik uit op een schaal en steken daarna de koekjes er in, die wij panee- ren in het los geklopte eiwit met een eetlepel water en wat paneermeel, daarna in de kookpan doen en met slaolie en delfrite aan beide zijden lichtbruin bakken. We kunnen ook van dit mengsel rol letjes maken en daarna in frituurvet bakken. Gebakken eieren met zahn. 1 klein blikje zalm. 6 eieren. Karpertjes, gehakte peterselie. 1 uitje. Zout, peper, nootmuskaat. 1 d.L. melk. 25 gr. parmezaansche kaas. 50 gr. boter. Wat paneermeel. We vetten een vuurvaste schotel, die echter niet al te klein moet zijn, met boter in en breken 3 eieren voorzich tig, zoodat de dooiers niet stuk gaan, bij wijze van spiegeleieren dus, hier- overheen wordt de fijn gesneden zalm verdeeld, nadat wij eerst het vocht heb ben laten wegvloeien. De eierdooiers worden flink schui mig geklopl en vermengd met melk, peper, zout, nootmuskaat, het zéér fijn gehakte of geraspte uitje en de kar pertjes, daarna gieten wij dit mengsel op de zalm en bedekken het geheel met het stijf geklopte eiwit, hierover strooien wjj de geraspte kaas, paneer meel en verdeelen de boter over den bovenkant, waarna wij de schotel 20 minuten in een niet te heete oven plaatsen. Stroomalten schoonmaken. Stroomatten kunnen worden gerei nigd door ze te borstelen met warm zout water, cocosmatten door ze te borstelen met zeepwater en later azijn.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1934 | | pagina 15