Modepraatje
PAG. 4
Vervalschte cultuur
Een 17-jarige literator
en'de
Ballade van het Wonderkind
WENKEN'.
T JUTTERTJF
TOB NOOIT HOEKfE
Alles Is betrekkelijk.
Het bestellen van patronen.
De prijs onzer patronen is verlaagd
tot 0.58 voor japonnen, 0.48 voor
kinderkleeding en 0.40, voor enkele
rok of blouse. Men kan bet bedrag in
postzegels of per postwissel overmaken
aan de Mode-redactie, Muzenstraat
0 B, Den Haag.
U kunt ook gireeren op giro-reke
ning 191919 ten name van den Knip-
patronendienst te Den Haag. Voor uit
stekende) pasvorm wordt ingestaan,
indien men duidelijk buste en heup-
wijdte vermeldt. Het zoo juist versche
nen Practisehe Modeblad wordt met de
patronen gratis medegezonden.
DE NOODZAKELIJKE DINGEN
DES LEVENS.
Tot de noodzakelijk dingen van het
leven, waaraan de beschaafde mensch
niet kan ontkomen, behoort de klee
ding. We mogen ons dan al eens be
perking opleggen in de luxe van onze
kleeding de tegenwoordig zoo noodza
kelijke soberheid betrachten, aan nieu
we kleeding ontkomen, kunnen wij
geenszins.
Toch heeft de aanschaffing van
nieuwe Weeding ons met geen zorgen
te vervullen, als wij zelf de hand aan
den ploeg, in dit geval aan de naald,
slaan.
Zoo heel veel moeite behoeft het zelf
maken van de kleeding niet te kosten,
als men slechts met overleg te werk
gaat.
Wij hebben deze week enkele een
voudige modelletjes opgenomen, die
aan de hand van onze knippatronen,
welke we hiervoor beschikbaar stel
len, gemakkelijk te maken zijn.
Meisjes-jurk.
612 jaar.
No. 3084.
Eenvoud moet het kenmerk zijn van
een jurk, die onze meisjes dragen.
Aan deze eisch voldoet bijgaande jurk
geheel en het practisehe ervan is, dat
bij door de kleine baantjes en gedeel
ten van het bovenstuk gemakkelijk uit
een japon kan gemaakt worden, die
moeder niet meer draagt, indien ten
minste de kleur niet te somber is. In
dit laatste geval zullen de kraag en
manchetten van lichte zijde of geruite
stof veel ophalen.
Het lijfje, dat aan het zesbaans
rokje gezet wordt heeft voor en ach
ter een opgestikt middenstuk, aan de
voorzijde met een zestal knoopen als
gameering.
Het kraagje bestaat uit twee helf
ten, waar aan de rugzijde een klein
splitje is gemaakt, dat met lusjes en
knoopjes sluit.
Om het middel een ceintuur van
leer. De prijs bedraagt 0.58.
Gekleede blouse.
No. 3035.
Zeer apart is het model van de
blouse, die wij hier geven en waarvan
de pas zoowel aan de voor- als rugzijde
is. De ruimte wordt een of meerdere
malen ingehaald tusschen de dubbel
geknipte pas verdeeld, geregen en
langs den kant opgeslikt. De mouw-
valt laag, terwijl de ruimte aan den pols
met een smalle manchet wordt afge
werkt. Een kleine shawlkraag met
strik voltooit het geheel.
De blouse is zeer gemakkelijk te
maken en kan zoowel van zijde, flu
weel of dunne stof gemaakt worden.
De prijs bedraagt slechts 0.40.
Middag-japon.
No. 3036.
Soepele wollen stof zoov el als zijde
zijn geschikt voor deze middag-japon
met vest, waarvan de halsomtrek en
een ruitvormig middenstukje met een
zeer sniale plissé zijn gegarneerd; in
het midden drie fantasie knoopjes. De
ruimte aan den schouder is met pos
tuur-naden weggewerkt, terwijl de
mouw is aangesloten en kleine kapjes
van zijde heeft.
De rok bestaat uit één achterbaan
en uit één stuk, en een voorbaan, die
uit twee gedeelten bestaat; het kleine
baantje heeft eenige platte plooien, die
deels opgestikt zijn.
Om het middel een ceintuur van
hetzelfde materiaal als de japon met
fantasie-gesp.
De prijs bedraagt voor dit patroon
0.58.
Mor gen-japon.
No. 3037.
Niets is aangenamer, dan een warme
morgen-japon, die we zoo gemakkelijk
even aanschieten na het opstaan, als
we niet veel tijd hebben om veel zorg
aan ons toilet te besteden.
Niet alleen is het practisch, doch
ook warm, vooral wanneer wij velours
de laine of laine de Pyrené gebruiken.
De japon heeft van voren een flinken
overslag en sluit met een paar stevige
drukknoopen; om het middel een lange
dubbele reep stof, die op zij gestikt
wordt.
De revers, kraag, mouwopslagen en
een flinke zak, die op de japon wordt
gestikt, dragen er toe bij een aardig
geheel te vormen. Wil men een goed-
koopere japon, dan kan men bedrukt
flanel, dat waschbaar is, nemen.
De prijs van dit patroon is 0.58.
Excessen van de zucht naar
roem
door Drs. W. A. Norgnson.
Over het Oera Linda Boek, dat
waarschijnlijk een vervalsching van
Nederlandschen oorsprong is en waar
over nu Prof. Hermann Wirth te Mar
burg, een uitgebreid conflict heeft met
eenige hoogleeraren aan de Universi
teit te Breslau, zij te dezer plaatse het
zwijgen gedaan. De vervalsching stamt
uit het midden van de vorige eeuw en
de Nederlander, die haar beging, ver
moedelijk uit speelsch vernuft, was een
erkend philoloog en ook verder onge
meen begaafd.
Een andere bekende vervalsching is
het zoogenaamde „Perkament van den
Koninginnenhof", dat op 16 September
1817 door den Tsjecho-Slowaaksche bi
bliothecaris Wenzel Hanka in een
ouden kerktoren zou zijn ontdekt. De
vondst omvatte twaalf bladen en twee
strooken perkament en vormde het
oudste Tsjecho-Slowaaksche cultuur-
document, oude volkssagen en helden
liederen. De ontdekker was opeens
een beroemd man geworden, vooral
toen hij later nog een tweede ontdek
king deed. Bewezen scheen nu, dat de
Tsjechen zoo'n oude cultuur hadden,
dat het volk zich met ieder ander
Europeesch volk gerust kon meten.
Het is aan den tegenwoordigen pre
sident van de Tsjecho-Slowaaksche
republiek, Masaryk, voorbehouden ge
weest, deze vervalsching op het spoor
te komen, hetgeen hem aanvankelijk
jarenlang onmogelijk maakte zijn va
derland te betreden, zoo woedend wa
ren de Tsjechen op hem, dat hij hun
oude cultuur in twijfel trok. Later is
Masaryk volkomen in het gelijK ge
steld, maar toen was de vervalscher
Wenzel Hanka reeds met alle pracht
en praal te Praag begraven, het Tsje
chische Nibelungenlied was van het
programma der oude cultuur van dat
volk eens en voor altijd verdwenen.
Ben andere falsificatie stamt
Engeland en werd in het jaar 17
zoogenaamd ontdekt door een jonge
man van amper 17 jaar, zoodat
uit
52
PPVMPIHJHVBI het
ontdekte werk toen heette: „De Bal
lade van het Wonderkind".
Thomas Chatterton beweerde in een
oude kist deze oude Engelsche ballade
te hebben gevonden. Het zou het hand
schrift van een Engelschen monnik
uit de 15e eeuw, Rowlèy genaamd, moe
ten zijn. De Engelsche geleerden wa
ren over deze vondst zeer geestdriftig
gestemd, de ontdekker die groote ga
ven bleek te hebben, werd gelukge
wenscht en bewonderd.
Een Engelsche geleerde ontdekte,
dat de inkt van het manuscript er nog
frisch uitzag; de ontdekker viel door
de mand en pleegde zelfmoord. Maar
hjj is in Engeland bekend gebleven,
als een beroemd litterator, die reeds op
zoo jeugdigen leeftijd dergelijke voor
treffelijke vervalschingen wist te
maken.
ALLEEN VOOR JONGEREN.
SPOORSTRAAT-ATTRACTIE.
In het centrum van Den Helder
ligt een mooie, breede straat,
waar een jongen of een meisje
hunkerend soms te wachten staat.
Als traditie eiken avond,
is het er gezellig druk:
jongens, meisjes en matrozen
zoeken daar hun stil geluk.
Als het weer op Zondagmiddag
tot een wandeltochtje noopt,
en ge, (u als pa gevoelend)
naast de kinderwagen loopt.
Of, als gij op Zaterdag-avond
meegaat met de drukke stoet
en ge~op 't trottoir blijft wachten,
als uw vrouw inkoopen doet.
Dan zijn dat niet de geneuchten,
die de „echte Spoorstraat" biedt;
als gij 't op die wijze indenkt,
kent gij nog die hoofdstraat niet.
Laatst, (natuurlijk op een avond!)
tusschen acht en half tien,
was er in genoemde Spoorstraat
iets verwonderlijks te zien;
Steenen lagen opgebroken,
midden in die centrumstraat,
in een kring stonden de jong'ren
met veel drukte en gepraat.
De openheid werd al maar grooter.
't-water spatte uit den grond,
en de jonge avondgangers
liepen in een cirkel rond.
Hier eens kijkend, daar eens neuzend
naar het zakkend wegendek,
tot er eindelijk! een diender
aankwam op de onheil spiek.
„Jongelui, vooruit, doorloopen,''
klonk zijn zware, groffe stem,
maar de blijde, jonge schare
maalde niemendal om hem.
Heel het bont gedoe der Spoorstraat
was verecnigd op dit punt;
't werd (behalve door den diender)
hun heel hartelijk gegund.
Beste agent, doe in de toekomst
moedig en getrouw je plicht,
mnar knijp bij een „stads-attra'ctie"
voortaan maar een oogje dicht!
Hendrik Hakkelaar.
Glas-etiketten.
Etiketten met een stijfselpapje op
glazen geplekt, trekken muizen aan.
Men gebruike daarom boterlijm of
liever nog versch eiwit. Het eiwit wordt
dan tot schuim geklopt, waarmede de
etiketten door middel van een pen
seeltje bestreken worden. Met een
schoone doek worden ze op de ruiten
gedrukt. Eenmaal gedroogd, laten de
etiketten niet meer los, ook al is de
plaats vochtgi.
Blikken voorwerpen en tinneu
voorwerpen.
Blikken en tinnen voorwerpen maakt
men schoon met sodawater eu zand of
met azijn en bier, waarna ze met
droog fijn krijt nagepoetst. worden.
GAAT U MET UW TIJD MEE?
Iedereen, die heden 30 of meer jaren
telt, herinnert zich den tijd, dat de
moed van het korte haar voor dames
een levendige discussie uitlokte. De
voorstanders noemden het practisch" en
hygiënisch, maar de tegenstanders?
Het was onvrouwelijk onnatuurlijk, ja,
zelfs onzedelijk
Dat is misschien elf of twaalf jaar
geleden. Nu zijn wij al eenige jaren
zóóver, dat een dame met een kapsel
van lang haar méér de aandacht trekt
dan een met een bob of shingle. Men
mag van deze dracht houden of niet,
zü is in de meest conservatieve kringen
doorgedrongen, en van „onbehoorlijk"
of „onzedelijk" rept niemand meer. Het
schijnt een eigenaardigheid van oudere
menschen te zijn, dat ze een groot ge
deelte van hun aanpassingsvermogen
verliezen. Het is tenminste altijd de
oudere generatie, die misprijzend
spreekt over veranderde omgangsvor
men van de jeugd, over een nieuwe
richting in Muziek of Danskunst, kort
om over elke nieuwe strooming.
Wanneer ze eens nadachten over veel
dat m hun jeugd niet door den beugel
kon, maar dat ze nu toch al sinds tien
jaar of meer als heel gewoon acceptee
ren, zouden ze minder snel met hun
oordeel klaar staan, en zou dat oordeel
waarschijnlijk minder hard zijn.
Zeden en gebruiken zijn nu eenmaal
te allen tijde aan verandering onder
hevig geweest.
Somtijds komt zulk een verandering
langzaam aan geleidelijk, maar gewoon
lijk wordt op een oogenblik door een
paar enthousiaste pioniers en pionier
sters „den stoot" gegeven aan dit of
dat. Zoo komt het, dat wij nu en dan
voor plotselinge felle veranderingen
komen te staan. Veranderingen, die,
wij geven het toe, dikwijls even
naar een uiterste overslaan. Maar dan
komt de kentering vanzelf wel, het
teveel verdwijnt en alleen het blijvend
bruikbare, het gedeelte dat beter is
dan het oude, blijft over.
Men kan ingenomen zijn met mo
derne nieuwheden of men kan ertegen
protesteeren, het is zeker dat de ver
ontwaardiging van een groote minder
heid uiterst-conservatieven nooit in
staat is, een nieuwe tijdsstrooming te
gen te houden.
Daarom is het veel verstandiger, in
het redelijke, met zijn tijd mee te gaan
en niet te snel klaar te staan met een
vernietigend oordeel over iets nieuws,
dat ons niet aanstaat. De jongeren vin
den het feit, dat er iets nieuws onder
de zon is, al een reden tot enthousias
me. Dat is eenzijdig; maar een ouder
mensch, die zijn grootere ervaring en
bezonkener oordeel alléén gebruikt, om
alles wat hem nieuw is, zonder onder
scheid aan te vallen en af te keuren,
handelt minstens even eenzijdig.
Onlangs waren wii getuige van een
gesprek tusschen twee oudere men
schen. De eene gaf lucht aan zijn ver
ontwaardiging over de prestaties der
allermodernste jazz-dirigenten en com
ponisten. „Het is verschrikkelijk", zei-
de hij. „Geen melodie is er meer in te
bekennen. Alleen dat krankzinnige
rhytme. Zoo decadent mogelijk".
„Ach", zei de andere ernstig. „Ik
vind het ook niet mooi; maar wat dat
betreft, de jazz van 1918 vond ik in
het begin ook een wanpresatie, en
toch heeft die ons in later jaren wel
eens iets moois gebracht. Wie weet,
wat een modevlinder er uit de onaan
trekkelijke cocon van deze klanken-
wir-war ontstaat."
En dat was o. i. het juiste standpunt.
Oordeelt nog niet, wanneer een nieuw
idee zich juist heeft baan gebroken en
zich nog gedraagt als een veulen in de
wei. Wacht de kentering af, ziet het
permanent resultaat en oordeelt dan.
Uit menig dol student is een ernstig,
betrouwbaar mensch gegroeid. Welnu,
zoo gaat het ook met nieuwe stroomin
gen. Ook zij moeten hun „wilde haren'
verliezen, moeten een tijd van over
drijving gevolgd door matiging door
maken, vóór men werkelijk kan oordec*
len over de reëele waarde.
Dr. JOS. DE COCK.