Amsterdamsche Brieven.
Marine-brieven uit Indië
•T JUTTERTJE
PAG. 5
wmK.
De „Postjager" terug!
Juist terwijl ik deze wekelijksche
brief aan U begin te schrijven ronkt
boven mij in de lucht het geluid van
een snel-naderend vliegtuig. Zonder
bijster veel emotie denk ik daarbij: het
kon wel eens de „Postjager" zijn; mis
schien ook niet, want waarom zou hij
niet weer eens ergens, in Marseille,
in Parijs b.v., geland zijn om een of
ander motorgebrek te herstellen, de
weerberichten af te wachten, of de be
manning wat rust te gunnenZoo,
wat gelaten en onverschillig is Amster
dam als geheel langzamerhand over
dien Postjager en zijn vlucht gaan den
ken, over den Postjag. die op de
Beurs, di ealtijd sterk is in het ver
zinnen van bijnamen, die een mensch
of een ding min of meer humoristisch
karakteriseeren, reeds op de heen
reis als poste-restante-jager ging beti
telen. Deze ietwat onverschillige hou
ding van het publiek tegenover deze,
door de gezamenlijke reederijen op
touw gezette en grootendeels door hen
gefinancierde studie-vlucht van het
nieuwe snelle Pander-toestel, is zeer
zeker.... jammer voor de bemanning,
die aan het weinige succes niet in de
eerste plaats schuldig is, maar het
is nu eenmaal niet anders en men mag
hopen en verwachten, dat zij hun „ver
lies" als goede sport-menschen zullen
weten te „nemen".... Het geronk in
de lucht is vlak boven mijn hoofd ge
komen; ik kijk op en.... ontwaar dat
het inderdaad de Postjager is! Het doet
me niet veel, gelijk dat met de
meeste van mijn stadgenooten ook het
geval is, en ik denk, en schrijf,
er verder niet over....
Peiikaan-vaarders-huldiglng.
Mijn gedachten keeren terug tot het
Pelikaan-succes en ik gedenk even de
plechtige officieele huldiging, die men
Smirnoff en de zijnen gisteren in de
aula van het Koloniaal Instituut heeft
doen ondergaan, waarmede men dan de
vöorloopige huldiging in de buiten
lucht in onze luchthaven op den aan
komst-avond, binnenshuis als 't ware
nog eens „dunnetjes over" heeft wiilen
doen. Natuurlijk waren de woordstroo-
men, die hier nog eens over de hoof
den van de 'vier Pelikaan-vaarders wer
den uitgestort, voor een deel teeken
van en dankbetuiging voor hun per
soonlijke prestaties, geheel zonder
zakelijke en practische bijbedoeling
waren de meèste van de speechen van
diverse luchtvaartbewonderaars toch
niet. "Smeed het ijzer als het heet is",
dat hadden deze officieele nationale
luchtvaart-propagandisten, die nu een
maal, niet als de vliegers zelf de cijfers
met lengte- en breedte graden, baro
meter-en thermometerstanden, tank-
inhouden, enz., maar voornamelijk met
de cijfers van de dubbeltjes moeten re
kenen, zich voor oogen gehouden en
zijn zij dan aanstonds het gloeiende
ijzer van het Pelikaan-enthousiasme
gaan omsmeden in een spaarpot, het
nationaal luchtvaart-fonds, die bij
deze gelegenheid figuurlijk gespro
ken voor het gehuldigde viertal op het
podium plaatsen, met het vriendelijk
verzoek haar met klinkende munt te
vullen. We zeggen niet, dat de Peli
kaan-bemanning zich niet gaarne en
bereidwillig voor deze taak van pro
pagandistische spaarpot-achtergond
geleend zou hebben; maar we zeggen
wel, dat het viertal, vooral ook nu
zij wederom eindelooze fiolen van wel
sprekendheid over zich heen heeft
voelen gaan, waarschijnlijk, op de
zen middag in het Koloniaal Instituut
bij zichzelf gemompeld zal hebben:
„dat doet de deur dicht", een „slag
zin", die nu eenmaal deze dagen in de
hoofdstad populair is, gezien het feit,
dat het de titel is van de Revue met
„Heintje Dayids", Svlvain Poons, Kees
Pruis en andere bij de breede massa
aan Amstel en IJ geliefde artisten, die
in Carré „loopt".
Burgemeesters-huldiging en
burgemeester's portret.
Nu we het toch over wat men zou
kunnen noemen de nadeining van een
huldiging hebben, kunnen we nog
wel even een andere nadeining ver
melden en een oogenblik de aandacht
vragen voor het portret van den on
langs gehuldigden eersten burger onzer
stad, dat als huldeblijk der burgerij
werd aangeboden en geschilderd werd
door Jan Sluijters, die men gevoegelijk
Amsterdam's eerste schilder kan noe
men. Dit schilderij wordt thans tijde
lijk in den kunsthandel Buffa in de
Kalverstraat tentoongesteld, dr. de
Vlugt wordt hierop voorgesteld in
avondcostuum staande voor een „syn
thetisch", saam grijpend, beeld van
de stad waarover hij de opper-scepter
zwaait; verschillende groote, de hoofd
stad karakteriseerende gebouwen vor
men, in één „schilderachtig" geheel
saamgegroepeerd. den achtergrond. Zoo
ontwaart men b.v. het gebouw van
Kreijmborg aan het Koningsplein, wat
aan 's burgemeester's vroegere werk
zaamheid als aannemer herinnert,
„Lange Jaap", de Munt- en Oudekerks-
en Zuiderkerkstorens, het Telegraaf-
gebouw, het Paleis met Atlas, de St.
Nieolaaskerk, de Krijtberg aan den
Singel, enz. Waar Sluijters anders zijn
sujetten wel eens in zijn portretten in
de eerste plaats liet spreken door een
zekere overdrijving der belangrijke
gelaatsafwijkingen, zoo dat een en
ander dicht aan de caricatuur ging na
deren, daar heeft hij deze „figuur" zeer
zeker niet in de eerste plaats als een
aanleiding orn, te schilderen genomen,
maar gaf hij vooral zeer goed dat
gen weer wat bij een persoonlijke ont
moeting in den burgemeester als het
menschelijke treft. Het kunstwerk legt
voor het nageslacht inderdaad zeer
goed vastdatgene wat uit dezen burge
meester in den omgang als het rustige,
goed-rond en degelijk Amsterdamsche
spreekt.
Nieuwe gemeente-leening.
Is het van onze financieele markt
niet wat al tedegelijk thans alleen
maar een nieuwe gemeentelijke leening
te willen opnemen tegen een rente
type van 5 tegen een koers van
993/4 Ziedaar een vraag, die enkele
opposanten in de jongste Raadsverga
dering, waar onze jongste leening-
uitgave van 6 millioen ter sprake
kwam,, deden opgaan. Veel te duur in
den tegenwoordigen tijd, verklaarde
o.a. de heer de Miranda. Maar of hij of
een van zijn partijgenooten, indien zij
thans achter de groene tafel hadden
gezeten het goedkooper zouden hebben
klaargespeeld, staat in alle geval
toch wel zeer te bezien. Wethouder
Abrahams behaalde tenslotte, met
o.a een verwijzing naar oudere 5
gemeentelijke leeningen in 1922 en
1933, die, gezien de koers van uitgifte,
voor de gemeente zeker duurder zijn
geweest, een gemakkelijke overwin
ning; behalve de communisten stemde
de geh°ele Raad voor het leeningsvoor-
stel, de S.D.A.P.-fractie, niettegen
staande haar oppositie bij het debat
incluis.
Ultverkeope® en opruimingen.
Bij uitverkoopen en opruimingen,
die, gelijk wij in een vorigen brief
reeds schreven, op het oogenblik in
onze winkelstraten weer volop hoogtij
vieren, viert, dat is geen vraag!
de degelijkheid zeer zeker niet altijd
hoogtij! Teneinde die degelijkheid te
bevorderen en de bona-fide winkelier
te beschermen is er thans een wet in
de maak, waarvan het voor-ontwerp
zoojuist verscheen en die mede berust
op een door den Middenstandsraad uit
gebracht rapport. „Een euvel is het
o.a.", aldus de toelichting op dit voor
ontwerp, „dat als opruiming of uitver
koop wcp'dt aangekondigd, hetgeen
naar goed handelsgebruik niet als zoo
danig mag worden aangemerkt."
De regeering wil niet bet natuurlijk
proces stuiten, er op neerkomende, dat
de winkelier aan mode onderhevige
artikelen opruimt. Wel zegt de minis
ter, moet wonden tegengegaan het on
tijdig aanvangen van seizoen- en
balans-opruimingen. Voorgesteld wordt
een stelsel van uitverkoops- en oprui
mingsvergunningen in te voeren en de
Kamers van Koophandel ter plaatse
met het uitreiken dier vergunningen te
belasten. Wie, komt deze wet er door,
in den vervolge een verkoop als uit
verkoop of als opruiming aankondigt
in strijd met de wet wordt gestraft met
een hechtenis van ten hoogste twee we
ken of geldboete van ten hoogste
300.—.
Wie de hoofdstedelijke uitverkoop
epidemieën kent, kan het zich gemak
kelijk voorstellen, dat men gezocht
heeft naar middelen om de ziekte te
genezen! Aan den anderen kant be
klaagt men reeds bij voorbaat de onge
lukkige Kamers van Koophandel,
speciaal de Amsterdamsche, die deze
wet ten uitvoer zullen moeten leggen.
wel „aan mode onderhevig zijn"; houdt
U maar eens toezicht op de bepaling,
dat „de aanvrager (van de uitverkoops
vergunning) moet verklaren, dat hij,
zoo de uitverkoop of opruiming de op
heffing van den verkoop van een of
meer goederen tot een winkelnering
behoorende betreft, den verkoop van
soortgelijke goederen niet zal hervat
ten binnen één jaar na dagteekening
van de hem te verleenen vergunning!"
Maakt u maar eens uit wat hier „soort
gelijk" mag heeten en wat niet!En
zoo is er nog veel meer wat de practi
sche uitvoerbaarheid van deze voorge
stelde wet, dunkt ons, in hooge mate
twijfelachtig maakt
De familie der vergunningen.
Zoo staan wij dan misschien aan den
vooravond van een dit keer niet zoo
heel blijde gebeurtenis in de toch' al
reeds uitgebreide familie der „vergun
ningen"; het is wel een vruchtbaar ge
slacht; aanvankelijk, toen de familie
nog slechts in opkomst was, hadden wij
niets anders dan de „gewone" (drank)
vergunningen, dié, omdat ieder wist
waar zij voor stonden, geen aparten
voor-naam behoefden Toen de fa
milie zich snel begon te vermenigvuldi
gen werden dergelijke voornamen al
spoedig noodzakelijk en kregen wij de
rij-vergunningen, de dansvergunnin-
gen, de venters-vergunningen en wat
niet al meer. Een reeds vrij oud lid der
familie is de muziek-vergunning, in
den vorm van de vergunning voor het
optreden als straatmuzikant. Gul is de
politie met deze laatste vergunning
niet. Ook al omdat er anders weldra te
veel klachten uit de burgerij zouden
komen over een teveel aan zang eS
melodie, wordt het aantal sterk be
perkt. En we hebben, wat de toege
stane straatmuziek betreft, nu toch al
niet te klagen. Amsterdam wordt zoo
als het nu is reeds officieel „opgevroo-
lijkt" door niet minder dan Zes mu
ziekkorpsen, veertig draaiorgels en
een vijftigtal bespelers van harmoni
ca's en andere instrumenten. Wat
daarnaast nog aan clandestiene straat
muziek dagelijks de Amsterdamsche
lucht in wordt geblazen en gezongen,
valt niet in een geheelen Amster
damsche brief op te sommen... Wel
zal ik, daarin, in zulk een brief, nog
eens terugkomen op de organisatie
van onze illegale straat-musici: de "V er-
eeniging van Straatmuzikanten- en
zangers „Verbetering zij ons Stre
ven"!
Inktvlekken op wollen goed.
Als men inktvlekken op wollen goed
heeft, kan men die verwijderen door er
met een opengesneden tomaat flink
over te wrijven en daarna met lauw
water na te spoelen; de kleuren zijn
dan helderder dan ooit.
Beste collega,
Het is vandaag Zondag en verheug
ik mij, te behooren tot de wachtdivisie
op den dienst der Conservatie. Het is
een stralende zomermiddag, zooals je
hier in de Oost bij uitstek veel aan
treft, welke vrij veel overeenkomst
vertoont met een bladstille lentemor
gen in Nieuwediep. Het uitzicht, dat
ik dan ook momenteel van over mijn
tikmachine geniet op de ree van Soe-
rabaja komt vrijwel overeen met dat,
wat je op zoo'n dag hebt als je op den
dijk achter de Hoofdgracht loopt. De
ree is volkomen vlak, diep blauw, en
de kabbeling van het water tegen het
slik van den wal wekt herinneringen
aan hetzelfde geluid tegen de met all
kruiken begroeide bezaltsteenen van
onzen zeedijk. Je mist hier natuurlijk
de Zondagwandelaars, of het zouden
de twee schildwachten moeten zijn, die
met eentonige regelmaat hier hun
strook aan den Noordkant afloopen.
Jullie daarentegen missen het voor
bijvaren van de Madoereesche prau
wen met kleurige baadjes, vruchten
en pajongs. In de verte ligt de duik-
Bloep van den Onderzeedienst, voor
wie het „oorgaan" geblazen is, omdat
er een torpedo gezocht moet worden
en je weet daar houden we niet mee
op voordat het „dingetje" terug ge
vonden is. De vletterlieden hebben wij
weer niet en ook de scholen bruinvis'
schen bestaan alleen maar in mijn her
innering. Maar toch doet deze Zondag
morgen mijn gedachten meer nog dan
andere naar jullie, in ons geliefd Den
Helder, uitgaan en dus een ideale
stemming om je een brief te schrijven
(even m'n Zondagochtend advocaatje
uitlepelen, je ziet het is echt Zondag).
Bij jullie houdt de vorst maar aan en
terwijl ik hier in mijn singletje zit te
transpireeren, heb jij een extra pull
over de vorst besprongen me weer
stopt, want als ik wel ben ingelicht
dragen de miltairep in de Jutterij ook
des Zondags uniform. Zoodra ik in de
„Heldersche Courant" de berichten
over de vorst las, bespringen je weel
een hoop vragen. Ts de Hoofdgracht al
dicht? Wordt er al vrij gegeven om te
gaan rijden? Zijn de fordgrachten al
berijdbaar en drijven er weer schotsen
in de haven en op de ree?
Na de vele Sinterklazen, welke we
hier genoten hebben, begint de stad
het aanzien van Kerstmis aan te ne
men. D.w.z. in de winkel-etalages.
Weer een goede tijd voor de toko's,
want ook aan de Kerstdagen begint
men hier veel meer te doen. Philips
zorgt wel voor een electrische verlich
ting, aangesloten op de Aniem leiding
(welks tarief men nog steeds zwaar
becritiseert hier ter stede, en wat dan
ook erg hoog is). Opklapbare kerst-
boomen zijn in alle maten verkrijg
baar, zoodat we met een beetje -voor
stellingsvermogen al aardig voor de
komende feestdagen geëquipeerd zijn.
Want het zullen feestdagen worden,
omdat het er zooveel achter elkaar
zijn. Zoowel met Kerstmis als met
Maakt U maar eens uit welke artikelen Nieuwjaar, en dus een ieder als is de
nu eigenlijk met en welke eigenlijk wachtregeling één van de drie, op een
paar vrije dagen kan rekenen. Je weet,
Kerstverlof, zooals in Holland, bestaat
hier niet zoodat we het van de vrije
feestdagen moeten hebben, maar daar
voor in de plaats genieten we dan ook
van een tropenverlof, als we weer in
ons gezegend landje terugkomen.
Aan Hr. Ms. „Kortenaer" werd de
schietprijs voor de gevechtsschietoefe
ningen toegekend. Een zelfde koperen
plaque kun je zien hangen op het
Wachtschip als je de valreep opkomt
aan S.B., tegen de hutten van het bu
reau administratie op. Ik zeg je dit,
omdat ik zelf dezen prijs nog nimmer
zag en er in Holland al verscheidene
marinemenschen zullen zijn terugge
keerd, die op een jager gevaren heb
ben, aan wien deze wisselprijs toege
kend werd. Tot nu toe werd bij mijn
weten het schild al toegekend aan Hr.
Ms. „De Ruyter", „Piet Hein", „Van
Galen" en nu dit jaar de „Kortenaer".
Hij zal thans, waar laatstgenoemd schip
reeds in conservatie is opgenomen,
opgehangen worden bij den Dienst
Conservatie, waar ook de groote prijs
voor de persoonlijke schietoefeningen
bij de „poort" is aangebracht.
Zij, die in Priok gewend waren te
pasagieren, zal het treurig aandoen te
vernemen, dat de Globe-bioscoop, en
het City-theater in staat van faillisse
ment zijn verklaard. City-theater blijft
echter doordraaien, maar wat blijft er
voor de pasagiers over, als nu ook de
bioscopen in de algemeene malaise ten
onder gaan. Enfin, in Nieuwediep zal
het wel zoo'n vaart nog niet loopen.
De statuten van de „Nederlandsch-
Indische vliegclub Soerabaja" zijn
thans door het gouvernement goedge
keurd, en de „Miles Hawk", een nieu
we aanwinst, werd dezer dagen door
den chef-instructeur in gevlogen. Zoo
zie je een toenemende activiteit in het
aviatisch club- en sportleven hier ter
stede. Een en ander ook ten typisch
tijdbeeld.
Op Sint Nipolaasavond is er een mo
torrijder tegen een rangeerenden trein
opgereden in Priok. Je weet wel op
dat punt, waar eigenlijk de groote ge
asfalteerde Priokweg naar Batavia be
gint, rechts naast het witte, nieuwe
station, en waar de stoomtreinen den
weg naar de electrische banen over
steken. Ik schrijf je dit, omdat je je
zeker dit punt wel zult herinneren en
we er zelf vele malen per taxi over de
rails gehobbeld zijn.
Zoo juist kwam de mail binnen en
na in het wachtlokaal uitgezocht te
zijn, viel het me weer op hoeveel Jut-
tertjes er toch altijd weer bij zijn en
een hoe groote oplaag van dit blad toch
altijd weer naar de Oost verzeild raakt
(en in West-Indië was het toch net
zoo!) De nieuwe „Headline" van het
eigenlijke Juttertje verdient nadere
beschouwing en wekt herinneringen
aan het zoo uiterst lucratieve speci
fieke bedryf in jullie stad.
Tot zoover maar weer beste jongen,
straks gaat de „Sum" uit om haar
proeftochten te voltooien. Hopelijk zal
het lukken!
Go»je,