Bu itenlandsch Overzicht. De Postjager thuis. HONIG'S OSSESTAARTSOEP 6 borden voor 20 ets. NIEUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA No. 7379 EERSTE BLAD 62ste JAARGANG Voor ECHTE Geldersche Vleeschwaren J. J. v. d. Plaat, Spoorstraat 53. Ernstige gebeurtenissen in Oostenrijk. Eéri proclamatie van Starhemberg. GOUDZEGEL 80 ct. GROENZEGEL 65 ct. ROODZEGEL 50 ct; Liefde in de Wildernis COURANT Abonnement per 3 maanden bij vooruitbet.: Heldersche Courant 1.50; voor Koegras, Anna Paulowna, Breezand, Wieringenen Texel! 1.65;binnen land f 2.— NederL Oost- en West-lndië per zeepost 1 2.10, idem per mail en overige landen f3.20. Losse nos. 4ct-Tr-P-P 6ct- Zondagsblad resp f 0.50 0.70, f 0.70,f I.- Modeblad resP- f 1.20, f 1.50, f 1.50, 11.70. Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag. Redacteur: P. C. DE BOER. Uitgave N.V. Drukkerij v/h C. DE BOER Jh. Bureau: Koningstraat 78 Telefoon: 50 en 412 Post-Girorekening No. 16066. ADVERTENTIËN: 20 ct. per regel (galjard). Ingez. meded (kolombreedte als redaction. tekst) dubbele prijs. Kleine advertentiën (gevraagd, te koop, te huur) bij vooruitbetaling 10 ct. per regel, min. 40 ct.; bij niet-contante be taling 15 ct. per regel, min. 60ct. (Adres Bureau van dit blad en met brieven onder no.10 ct. per advertentie extrai. Bewijsnummers 4 ct. Er heerscht onrust in Frankrijk tengevolge van de vele ge^ beurtenissen in den laatsten tijd. -• Een overzicht van den inhoud van het Fransche memorandum. - Het daghet in het Oosten. Het is geen wonder, dat de gemoederen in Frankrijk in bewe ging gekomen zijn na de schokkende ge beurtenissen van den laatsten tijd. De spoorwegramp bij Lagny heeft groote be roering gebracht en daar komt nu boven' op het millioenenschandaal van Stawisky Zelfs een meer apathisch volk dan hét Transche zou er door van den kook raken. De eerste en met groote spanning ver wachte Kamerzitting, aan het milioenen- schandaal gewijd, heeft Donderdag plaats gehad en is boven verwachting nogal rus- stig verloopen. De Kamervoorzitter, Bouisson, hield een rede, waarin hij verklaarde: De Kamer is ongeduldig. Zij wil zonder dralen de door het heele land verwachte gedachtenwisseling doen aanvangen. Moe ten wij toelaten, dat nog langer onrust blijft bestaan ten aanzien van het ondanks alle inspanningen voortdurend deficit op de begrooting? Ook bestaat onrust ten aanzien van den buitenlandschen politie- ken toestand, die onzeker schijnt te zijn, ondaks het feit, dat de Fransche politiek in haar vasthouden aan den vrede besten dig is. Zal de ontwapeningsconferentie door een onhoudbare paradox het begin van een nieuwe wapening in de wereld zijn? Voorts bestaat er onrust over de voortdurende onstabiliteit van de regee ring. Is het voor de autoriteit der regee ring niet hoogst nadeelig, dat er in één jaar vier kabinetten geweest? Onrust heerscht ook wegens de spoorwegramp bij Lagny. En nu werpt het nieuwe schandaal de moeilijkste vraag op: Zal het praticu- liere kapitaal, waarop de regeering een beroep doet om de vlottende schuld te consolideeren, steeds opnieuw door bru tale lieden uitgebuit worden? De openbare, meening is gealarmeerd. Zij zal alleen door duidelijke uitspraken gerustgesteld kunnen worden. Na de voorlezing van de lange lijst van interpellaties verklaarde hierop min.-pres. Chautemps, dat hij als datum van behan deling van de interpellaties over het spoorwegongeluk bij Lagny 19 Januari voorstelde en over de gedachtenwisseling van de zaak-Stawisky de zitting van he den (Donderdag). Over den inhoud De inhoud van van het Fransche me- het Fransche morandum aan Berlijn zijn al heel wat gis- memorandum singen geweest. Men is er benieuwd naar omdat men interesse heeft voor het feit of Duitschland er mee accoord kan gaan of een afwijzende houding er tegenover aan zal nemen, waardoor de spanning tusschen Frankrijk en Duitschland be langrijk zou toenemen. De „Times" geeft nu een overzicht van den inhoud van het Fransche memoran dum, dat afkomstig is van zijn Pariisehen correspondent. Wü ontleenen er het vol gende aan: Het doel der Fransche voorstellen zou zijn gelijkheid te brengen binnen een stelsel van veiligheid op grond van een overeenkomst, welke een controle collectieve garantie van alle bii het ver drag betrokken troepen voorziet. De schrijver acht de voorstellen dienstig om te leiden tot algemeene Europeesche ontwapening et land en in de lucht op het Duitsche geliik- heidsstandpunt en niettemin zonder verhooging van den Duitschen bewa peningsstand. Met uitzondering van een enkel gedeelte zijn de voorstellen zoo goed als gelijkluidend met die, welke Frankrijk te Genève heeft inge diend, doch die nooit ten volle gepu bliceerd zijn, in verband met het ver trek van Duitschland. De voorstellen houden zich bezig met twee perioden. De eerste is de overgangs periode, terwijl in de tweede volledige ge lijkheid van ontwapening wordt ver kregen. De duur der eerste periode, aanvanke lijk vier jaar, zal afhangen van den tijd, dien Duitschland noodig heeft om de Rijksweer in werkelijkheid te hervormen tot een leger van 200.000 man met een korten diensttijd. Het cijfer 300.000 is naar Fransche opvatting onaannemelijk. Frankrijk verplicht zich gedurende deze periode zijn wapening op geen enkele wijze uit te breiden en stap voor stap met de Duitsche reorganisatie soortgelijke reorganisaties in zijn eigen leger te ver wezenlijken. Aangezien het doel ontwape ning is, behoort Duitschland zich te ver plichten bewapeningsmaterieel, dat op het oogenblik verboden is, noch te fabricee- ren, noch te bezitten. Natuurlijk zal het 't, recht hebben, zich wapens aan te schaf fen voor de in dienst te nemen 100.000 man. De door Frankrijk gewenschte controle commissie moet onmiddellijk ingesteld worden. Voorts zou niet de afschaffing, zooals aanvankelijk werd gemeld, doch de inkrimping van S A., S.S., enz. worden verlangd. Het memorandum staat op het standpunt, dat het huidige régime in Duitschland zoo stevig in den zadel zit, dat althans een deel dezer formaties ge mist kan worden, die door Frankrijk nog steeds als militair-bruikbaar worden be schouwd. De berichten dat Frankrijk aanbiedt, 50 pet. van zijn militaire vliegtuigen buiten dienst te stellen, zijn juist. Het aanbod is er echter van afhankelijk, dat de andere landen hetzelfde doen. Aan het einde der eerste periode wordt de Fransche belofte, om stap voor. stap tot het Duitsche niveau te ontwapenen, van kracht. Men neemt aan, dat wanneer de eerste periode op bevredigende wijze verloopt, dit pro ces eveneens vrij snel en vlot zal ver loopen. De toestand in het verre Oosten Comestibles - Delicatessen. Telefoon 42q. We hebben op deze plaats nog al eens ontslag ingediend door burggraaf melding gemaakt van,U?u!lat en Sraat Carton de Wiart, resp. onrustbarende berich-1 m™s er van binnenlandsche zaken en ten uit het Verre Oos-1'mnister van soc|ale voorzorg. In hetzelf- ten. Nu er melding de nun™er van de staatscourant wordt de gemaakt kan worden van eenige ontspan- '>enoel,1ing aangekondigd van mr. F. van ning tusschen Rusland en Japan, haasten Dauwe aert tot minister van nijverheid, we ons dat onzen lezers mee te deelen. binnenlandsche handel en middenstand en Want er zijn inderdaad eenige lichtpun-1 yan. senat°r Pierlot minister van binnen- ten. De Nw. Rott. Crt. schreef er Donder-1 la™lsflie zaken en hygiëne. Een geestdriftigen ontvangst door enthousiaste menigte. dagavond over: Een heel belangrijk bericht was het, dat Joerenef, de Russische gezant te Tokio, Hirota, den Japanschen mi nister van buitenlandsche zaken had opgezocht om hem mee te deelen, dat Rusland altijd nog bereid was zijn rechten op den Oost-Chineeschen spoorweg aan Japan te verkoopen. Formeel is dat niet in den haak; want Tokio heeft in deze aangelegenheid steeds de regeering van Mantsjoekwo naar voren geschoven. Moskou doet daar echter niet aan mede; het schuift den Mantsjoekwo- schen sluier ter zijde en stapt recht streeks toe op de regeering, waarmede het zaken wil doen. Tokio heeft blijkbaar ook niet gepoogd, de fictie te handhaven. Na al de groote woorden, die in den laatsten tijd in Rusland gesproken zijn, komt men weer op minnelijker methode terug. Moskou geeft den Japanners te ver staan, dat het volstrekt niet onwillig is over den prijs met zich te laten praten. De Russen hebben indertijd 200 millioen goudroebel verlangd, oftewel 250 millioen gulden. Japan heeft daar tegenover 50 millioen papieren yen, dat is ongeveer>25 millioen gulden geboden. Dat is zelfs voor Oost-Azisch loven en bieden een wat groot verschil. Daar kon dus niets van komen. De Russen moeten echter besef fen, dat zoolang zij niet met eere van den, strategisch toch waardeloos geworden spoorweg af zijn, een bijzonder ernstig gevaar voor oorlog blijft voortbestaan. Zou daaruit inderdaad oorlog voortkomen, dan zou men moeten vechten ter wille vi„; een geldsom, die in het ergste geval niet meer dan 225 millioen gulden zou bedra gen. Die is toch zeker geen oorlog waard! Iedere transactie, die voor Rusland geen bezwaren van prestige heeft, heeft dus de voorkeur boven het voortbestaan van de kans, naar aanleinding van den spoorweg in oorlog te geraken. Dat is een eenvou dig rekening, die den stap van Joerenef onmiddellijk begrijpetlijk maakt. De verstandige elementen te Tokio den ken er blijkbaar niet anders over. Men heeft te Tokio onmiddellijk groote belangstelling voor den stap van Joerenof getoond. Dat is een goed teeken. Het gewijzigd kabinet de Broqueville is nu samengesteld uit 5 conservatieve ka tholieken, inplaats van vier, 2 katholiek democraten in plaats van drie en 5 libe ralen. Twee dooden. Volgens een Woensdag tegen midder nacht gepubliceerd officieel communiqué zijn er, tengevolge van een van nationaal- socialistische zijde gegeven instructie, deels ernstige relletjes verwekt door leden van verscheidene werkkampen van de Vereeniging Oostenrijksche Arbeids dienst en den Studentenarbeidersdienst. Bijzonder ernstige gebeurtenissen hebben zich afgespeeld te Klagenfurt, waar 70 tot 80 menschen uit het kamp Hollenburg voor het gebouw van de drukkerij van het Christen-socialistische Kaerntner Ta- geblatt betoogingen hebben gehouden. Verscheidene vensterruiten zijn ingesla gen en een bom is geworpen op de bin nenplaats van het gebouw. De betoogers hebben een hulpagent, die voor het ge bouw stond, aangevallen, waarop deze uit noodweer drie schoten heeft gelost, waardoor twee demonstranten gedood en een derde gewond werden. Tal van demonstranten zijn gearresteerd. Op voor het nieuwe fascistische Oostenrijk. MINISTERWISSELING IN BELGIË. Poullet en Carton de Wiart af getreden. Van Cauwelaert en Pierlot minister. De Belgische staatscourant bevatte Don derdagochtend de koninklijke besluiten houdende aanvaarding van het verzoek Prins Starhemberg, de leider van de Oostenrijksche Heimwehren heeft een proclamatie uitgevaardigd, waarin hij zijn aanhangers tot discipline maant. „Ik be loof u, zegt Starhemberg, dat ik voor geen consequenties terug zal schrikken, indien ik de overtuiging mocht krijgen dat gij misbruikt wordt en dat wij ten aanzien van ons doel bedrogen worden. Ons doel is de onvoorwaardelijke uitvoering van de fascistische ideeën op een voor ons vaderland geschikte wijze. De proclamatie richt zich scherp tegen de nat. socialisten en besluit: Op kameraden, op tot den strijd tegen de corruptie, tegen de sabo teurs en de vijanden van de vernieuwing van Oostenrijk. Op, voor het nieuwe, fas cistische Oostenrijk. Onder „laatste berichten" van ons vorig nummer hebben wij nog de thuis komst van den Postjager met een paar regels vermeld.Hieronder laten daarvan een ..uitvoeriger verslag votgeïL ontleend aan cfo^Nw. ËotL Crt.": 1 Als de Postjaj^P* eivn. jowt half twaalf in het zicht komt erUvlak daarna boven Schiphol vliegt, is het op Schiphol gelei delijk zeer vol geestdriftige belangstellen den geworden, zoodat, wie voorspeld mochten hebbeu, dat het in vergelijking met de aankomst van de Pelikaan en on der den indruk van de vele ondervonden tegenslagen een ontvangst met stille trom zou worden, slechte profeten zijn ge bleken. Te 11.38 was de aluminium geschilderde machine met haar fraaie stroomlijnen aan den grond en taxide tot voor het restau rant, waar de autoriteiten en genoodigden zich op het platform rondom de microfoon hadden opgesteld. Met een daverend ge juich werd de bemanning begroet. Op de glundere gezichten van Asjes, Geysen- dorfer en Van Straten was niets meer te zien van de vele ondervonden teleurstel lingen en tegenslagen. Het eerst was Asjes uit de machine gesprongen. Zijn verloofde, vader en moeder en verdere familieleden verwelkomden hem zeer ont roerd en ontvingen hem met groote bou- quetten witte seringen. De vliegers waren blijkbaar na het gemakkelijke verloop van de laatste étappe niet vermoeid; zü maak ten, toen zü het vliegtuig verlieten, een zelfden indruk alsof zü van een wandelin getje thuis kwamen. Het Studie-Comité had ervoor gezorgd, dat zij onmiddellijk met groote kransen gehuldigd werden. Onder de eersten, die hen verwelkomden, was Iwan Smirnoff, die dit met buitengewone hartelijkheid deed namens de bemanning van de Peli kaan en in zijn kameraadschappelijke ont roering Asjes bijna omhelsde. Intusschen sprak de heer Van Zalingen voor de Phohi-microfoon eenige woorden tot de luisteraars in Oost en West, die nauw keurig van het verloop van de ontvangst op de hoogte werden gehouden. Het eerst nam thans de heer Bronsing, voorzitter van het Studie-Comité Snelpost NederlandIndië het woord, die Asjes, Geysendorfer en Van Straten namens het Studie-Comité Nederland-Indië van harte en met groote vreugde gelukwenschte met hun behouden terugkomst op vaderland- schen bodem. Het Studie-Comité zal zoo zeide spr. ongetwijfeld uit uw tocht waardevolle conclusies trekken en besluiten kunnen nemen van groote beteekenis voor de ver dere ontwikkeling van de Nederland sche luchtvaart. Als deze in nog sneller tempo voort zal schrijden, zal dat voor een groot gedeelte ook te danken zijn aan onzen tocht van de Postjager en aan Asjes, Gey- sendorffer en Van Straten. (Luide toejui chingen). Daarna heeft uit naam van de fa. H. Pander Zonen, de heer Henk Pander, directeur, de bemanning van de Postjager, dank gebracht voor de waardige wijze, waarop zij den tocht volbracht heeft, ten spijt van de tegenslagen. Vervolgens voerde generaal Seyffardt, chef van den Generalen Staf, het woord, die den vliegers de bewonderende hulde van het heele Nederlandsclie leger over bracht, waarna kapitein Nierstrasz na mens den commandant van het veldleger, luitenant-generaal Röell, een kort woord sprak, terwijl Overste De Best namens het vliegkamp Soesterberg de bemanning huldigde. De heer Boogaarts, directeur van de handelsinrichtingen te Amsterdam, waar onder de luchthaven Schiphol ressorteert, bracht hulde aan de Postjager-bemanning namens den wethouder voor de Handels- inrichtingen, en wenschte hun geluk na hun moderne Odyssee met hun behouden aankomst. Overste Van Santen, oud-commandant van Soesterberg, heeft daarna een harte lijke toespraak gehouden. Onder luid gejuich van de vele omstan ders klom daarna Smirnoff op het kleine podium, om een rede uit te spreken. Men kent zoo zoetjes aan de redenaarstalenten van Smirnoff. Hij verklaart, dat hij geen goed spreker is en stamelt dan, dat hij geen woorden kan vinden om te vertellen, wat hem op het hart ligt. Zoo ging het ook nu, en de handdruk, dien hij wisselde met de drie leden der Postjager-bemanning, was welsprekender dan zijn woorden. De heer Crone, voorzitter van de Am- sterdamsche Aeroclub, heeft daarna ge sproken namens deze, de Rotterdamsche en andere Aeroclubs.. De heer Kolff heeft namens de Natio nale Luchtvaartschool, ook namens de f inclusief f/esch UNILEVER VERKOOPCENTRALE N.V. ROTTERDAM Depot Den Helder M. A. GRUNWALO Fe u 111 e t o n Naar het Engelsch van Ottwell Binns 29) „U schijnt erg verlangend te zijn, die geheimzinnige vrouw te vinden. „Dat niet zoo zeer," antwoordde hq lachend, maar ik wil graag weten, wie onze buren zijn en of we eenige hulp van ze kunnen verwachten." Dit onverschillige antwoord stelde het mcisie gerust. Het bleek nu duidelijk, dat hij geen oogenblik aan Miskodeed ge nacht had en ze werd weer vrijer tegen over hem. .Gelooft u, dat we afhankelijk zqn van hun hulp?" vroeg ze. „Is u bang, dat we pr ons alleen niet door zullen slaan? Stane lachte weer. „O neen! Daar ben ik geen oogenblik bang voor, maar het zal afhangen van het aantal honden dat ze hebben, of we hier den heelen winter moeten blijven of niet, want zonder hon den kunnen we Fort Malsum niet berei ken, vooral omdat ik den weg over het land niet ken. Niet dat het er zooveel op aankomt, nu we gezien hebben, dat Am- ley over het meer weggegaan is^ en er dus waarschijnlijk in die richting een weg is naar de Malsun-rivier. Maar we moeten honden hebben." „Dan zullen we morgenochtend het spoor van de geheimzinnige volgen." „Ja, als het vannnacht niet waait of sneeuwt." Maar in den nacht sneeuwde en storm de het en 's ochtends was het spoor van de vrouw geheel verdwenen en de sneeuw maakte het meer geheel onbegaanbaar. Helen Yardely merkte dit zonder veel spijt. „Vandaag geen onderzoekingstochten", zei ze, „ik ga dus maar naar mijn konij- nenstrikken kijken". „Dan ga ik met u mee," antwoordde Stane, „de wandeling door de sneeuw zal mü'n been lenig maken." Ze begaven zich samen op weg, maar ze hadden pas een klein stukje geloopen, toen het meisje plotseling: „Sst", zei. „Wat is er?" vroeg hij snel, denkend dat ze een stuk wild zag. „In de struiken voor ons is een man", antwoordde ze fluisterend. „Een man. Weet u dat zeker?" „Absoluut zeker. Ik zag hem over die open plek. Hij heeft een geweer." De struiken, waar ze op gedoeld had, waren ongeveer driehonderd meter van hen verwijderd en Stane nam ze scherp op. Maar hij zag niets en na dit eerste onderzoek zei hij: „Ik zal er heen gaan. Blijft u hier, juffrouw Yardeley". „Neen", antwoordle ze. „Ik ga liever met u mee." Ze liepen beiden voort. Stane met zijn geweer klaar om te schieten, nu hij wel dacht, dat de persoon, die hen vermeed, geen vriendelijke bedoelingen had. Hij wendde de oogen niet van de struiken af, terwijl ze die naderden, maar zag nh»te en toen ze ze bereikt hadden liep hij eh dwars doorheen, in de overtuiging, dat het meisje zich vergist had. Er was nie mand achter de struiken, maar er waren sporen van moccassins op de sneeuw. Hij nam ze nauwkeurig op, volgde toen de richting waarin ze liepen, keek in het bosch en terwijl hij dat deed, meende hif de gedaante van een man achter een boom te zien verdwijnen. Hü bleef kij ken, maar de gedaante verscheen niet weer en Helen, die om de struiken heen was geloopen, sprak: „Er was iemand", „Ja," antwoordde hü, „en wie hü ook geweest is, hü wou ons niet ontmoeten. Hü heeft zich in het bosch verborgen." „Wat zou dit te beteekenen hebben?" „Dat weet ik niet," antwoordde hü, maar ik ben bang, dat er vüandige In dianen in de buurt zijn"-. „Denkt u, dat ze de hut bewaken ons bewaken, tot ze de gelegenheid heb ben ons aan te vallen?" „Het schijnt zoo", antwoordde Stane ernstig. Een oogenblik zweeg het meisje; toen lachte ze even, vroolijk en moedig. „Ik ben niet bang, maar ik wou dat we nog een geweer hadden". Stane wierp haar een bewonderenden blik toe en keek toen weer naar het zwij gende woud, dat nu vol bedreigingen scheen. „Misschien was het verstandiger om naar de hut terug te keeren." „Neen," antwoordde het meisje koppig. „We zullen eerst naar de strikken gaan kijken. Ik laat me niet een lekker maal afhandig maken door een rondzwerven- den Indiaan." HOOFDSTUK XV. Een gezicht voor de tentopening. „Kük," riep helen uit, „kük!" Ze hadden op hun terugweg de hut büna bereikt en zagen het meer voor zich liggen. Bü deze woorden wees ze op het met sneeuw bedekte oppervlak en toen Stane in de aangeduide richting keek, zag hü iets, dat zq'n hart met blüdschap vervulde. Een span honden kwam over het meer aangeloopen, een man op sneeuwschoenen ging voor hen uit en zocht het spoor. „Wie zou het kunnen zün?" vroeg het meisje opgewonden. „De eigenaar van de hut. zonder twüfel!" antwoordde Stane, die voelde, dat hij bevrüd werd van den angst, die hem dien morgen overvallen had. „Dan," antwoordde het meisje rustig, „blijft u hier, om hem te ontvangen, ter wijl ik ons maal klaar ga maken." Ze verdween in de hut, terwijl Stane naar den oever van het meer afdaalde. De onbekende reiziger ging recht op de hut aan en terwijl Stane hem gadesloeg, zag hij, dat hü moeilijk liep, alsof hij een verren tocht achter den rug had of zeer zwak was. Het duurde geruimen tijd, voordat hü Stane zag staan wachten en toen hij hem zag, liet hij een vreugde kreet hooren. Stane beantwoordde dien en toen de man eenige oogenblikken la ter zijn honden stil liet staan, zag hij, dat hü zich vergist had, toen hü den nieuw aangekomene voor den eigenaar der hut had aangezien, want hij droeg het wintertenue van de North-West Moun- ted Police. „Hallo 1" zei de politie-man ter verwel koming. „Waar is Jean Bénard?" Stane haalde zün schouders op. „Weet ik niet. Is Jean Bénard de eigenaar van de hut?" Bü deze vraag zag.de politie-man hem onderzoekend aan. „Weet je dat niet? Wel allemachtig Stane! Bü den heiligen Christoffel!" Toen hij hem herkende, stak de vreem deling hem zün gehandschoende hand toe. „Dat is een geluk. Herken je me niet?" Stane keek hem aan, terwül hij hem de hand drukte. „Ik geloof het wel," zei hij. „Je bent Dandy Anderton, is het niet?" „Dat was ik," lachte de ander. „Nu ben ik Richard Allan Anderton, in dienst bü de R. N. W. M. P. en geen dandy meer. Maar ik ben allemachtig blij je hier te treffen, Stane, te meer omdat ik een lee- lijken klap heb gehad. Vanochtend, toen. Hij zweeg plotseling, toen hij beweging hoorde in de hut en vroeg snel: „Heb je een kameraad?" „Ja," antwoordde Stane met een lachje, „en een betere kon ik niet hebben, want mün kameraad is toevallig een dame." „Een dame!" Anderton floot. „En dat hier! Bii Jupiter, dan hebben jullie alle bei moed." „Ja, zie je Anderton, het is niet heele- maal uit eigen verkiezing. We waren te zamen gestrand en door toeval vonden we deze hut. Maar maak de honden los en kom binnen, dan zal ik je voorstellen. „In orde," antwoordde de politieman. „In een ommezien kom ik bü je." Stane ging de hut binnen om Helen voor te bereiden. Toen ze hem hoorde. zag ze op van de kachel. „Is het de eige naar van ons paleis?" „Neen. Het is een oude kennis uit Ox ford, die nu bq' de politie is." „Dan hebben we dus geen uitzetting te verwachten?" zei ze lachend en Stane meende iets van verlichting in haar stem te hooren. „Neen, maar hjj zal ons bevrijden. Als hü zelf niets voor ons kan doen, kan hq' toch nieuws voor ons naar Fort Malsum brengen en...." Op dat oogenblik hamerde een zweep tegen de deur der hut en Anderton trad binnen. Eén minuut stond hü beduusd door de verschijning van het meisje; toen stelde Stane hem voor. „Juffrouw Yardeley; Mijnheer Ander ton." „Juffrouw Yardely!" riep hü uit. Bent u het nichtje van Sir James, dat sedert een paar maanden vermist wordt?" „Dezelfde," antwoordde Helen glim lachend. „Er is een belooning uitgeschreven voor dengeen, die u vindt. Niet meer of minder dan vijfduizend dollar." „Ik wist niet, dat ik zooveel waard was," zei het meisje lachend. „Uw oom heeft het zoo bepaald, en de helft van de wildjagers in het noorden houden een oog in het zeil, want het is bekend, dat u door iemand gevonden bent." „Daar staat mq'n redder," viel Helen in de rede, wijzend op Stane. „Gelukkige kerel," zei de man lachend. ..Hoe is het gebeurd?" (Wordt vervolgdX

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1934 | | pagina 1