HELDERSCHE COURANT VAN ZATERDAG 20 JANUARI 1934.
11
2rr„f,"Te- .".VT,1, 'T bs Isns
Maar dan nog is het een kwestie van en o()K uiailB
kejte centen. En we zouden 86 opcenten te heffen
De heer Feenstra Kuiper sprak over de
Kondenbelasting. Na ri.jpeli.jke overwe
ging is deze door ons aldus vastgesteld.
Ook een luxe hond kan wel eens in bezit
zijn van de kleine luyden. Er is altijd wel
k'ritiek op zulke voorstellen en ook zijn
er altijd onbillijkheden in zulke heffing.
Pensioenbijdragen burgemeester, etc.
Het College is uitgegaan van de gedachte,
dat dezelfde regeling als voor het overige
personeel ook hier moet worden toegepast.
Mogelijk is het, dat zij bij Ged. Staten wel
bezwaren zal ontmoeten.
De heer Eiilders meende, dat men in
Haarlem hierover zou lachen. Beteekent
dat, dat het Colege de zaak niet ernstig
ion hebben behandeld, dan moet spr. dat
ontkennen. Louter op billiikheidsgronden
is zij aldus ontworpen.
Dr. Feenstra Kuiper trekt in twijfel of
werkelijk op de wedden van burgemeester
etc. meer wordt gekort dan van de overi
gen, zooals in het schrijven van B. en W.
wordt gezegd. Dit advies is opgesteld op
grond van het feit, dat de bezoldiging van
het gemeentepersoneel is vastgesteld ge
baseerd op pensioenverhaal. Bii burgem.
etc. is dat niet het geval. Als de Raad
meent, dat de billijkheid niet moet worden
betracht voor deze laatste groep, moet hij
een andere regeling maken. Spr. wijst er
op, dat de regeling voor het gemeente-
personeel oud is; die voor burgemeester
c.s. is pas van 1930.
Door den heer Eiilders is gevraagd of
liet de bedoeling is een spaarpotje voor
Het College heeft gemeend onder de
huidige omstandigheden beter de Wegen
belasting te kunnen verhoogen. Boven
dien moeten we voor 86 opcenten nog toe
stemming hebben van het Rijk, want men
mag maar tot 80 gaan. We halen dus te
vens ri.jkstoezieht binnen.
De egenbelasting mag worden gehe
ven tot billijke vergoeding voor de kosten
voor straten, enz. Aldus staat het in de
Wet. De verhouding nu tusschen die We
genbelasting en deze kosten is van dien
aard, dat niet mag worden gesproken van
een onbillijke verhouding.
De heer Biersteker geeft cijfers
betreffende het onderhoud van straten,
enz.
De heer Vander Vaart: Die cijfers
zijn wel aardig, maar niet af: we hebben
ook nog de verlichting, de gem.-werklie-
den, enz., 315.000 per jaar zijn de kosten.
De heer De Boer: Er wordt zelfs ge
sproken van „aanleg" van straten. Ook
die kosten vallen er onder.
De heer Van der Vaart meênt, dat
een derde van de belasting als vergoeding
niet onbillijk is te noemen.
De bedoeling van B. en W.
verdacht gemaakt.
Er zijn óók nog dingen in discussie ge
bracht, waardoor het streven van B. en
W. in een verkeerd daglicht is gebracht.
Reeds de inzet van bet debat demon
streerde een mentaliteit, waarbij aan den
1935 te maken. Als wij de opcenten We- Roeden wil van het College wordt ge-
genbelasting verhoogen, zullen wij inder- twjjfeld.
daad 15.000 ter beschikking hebben. We
zouden dan wellicht weer de opcenten
kunnen verlagen.
De heer Biersteker: Wat zou dat
mooi zijn!
De heer Van der Vaart: 't Zou
evenwel niet getuigen van een vaste finan-
cieele politiek en daarom waarschuwen
wü ertegen.
De heer Tiessen heeft een berekening
opgezet op de basis van 1933. Een goede
wind in de zeilen gehad, omdat de inspec-
methode en de heer Tiessen heeft den
teur dezelfde opbrengst heeft geraamd,
als 1933 voor de opcenten. Maar nu zijn
we 2e klasse geworden en daardoor zijn
de uitkomsten verkeerd, zooals spr. nader
uiteenzet.
(De heer Van der Mast komt ter
vergadering).
Spr. wil gaarne met den heer Tiessen
de cijfers nagaan.
Afschrijving op de bedrijven geschiedt
naar percentages van de cijfers der be
grooting. Ten aanzien van de Gasfabriek
zouden wij gaarne extra willen afschrij
ven, maar dat kan niet. De overige af
schrijvingen zouden wii niet gaarne ach
terwege willen laten. Wij moeten dit
systeem handhaven, we komen straks
voor het feit, dat we veel minder zullen
moeten afschrijven.
Spr. wijst op de poging van den heer
Biersteker om deze zaken buiten het
debat te houden, getuige het verzoek de
behandeling dezer voorstellen te verdagen.
Ik zou dit kunnen bilijken, zegt spr., als
het verzoek serieus ware geweest. Maar
het verzoek werd gedaan in de overtui
ging dat B. en W. het niet zouden accep
teeren. Dat bewijst het feit, dat de heer
Biersteker reeds een schriftelijke verde
diging over zijn motie had opgesteld.
Spr. wijst erop, om te doen zien op
welke wijze uit dien hoek wordt opge
treden.
Geroep: Het is de beste hoek!
De heer Van der Vaart: Natuur
lijk, en gelukkig ook een bescheiden
hoek, en dus zullen we ons er maar niet
al te druk over maken.
De heer Biersteker is al begonnen onze
voorstellen principieel te bestrijden. Spe
ciaal heeft men zich gericht tegen den
wethouder van Financiën, maar de. heer
De Boer heeft er reeds op gewezen, dat
het heele College achter hem staat.
Met breed gebaar wordt getracht
aan te toonen, dat de voorstellen van
B. en W. kant noch wal raken en ge
tuigen van groote onbekwaamheid.
De Voorzitter antwoordt, dat dit
altijd zoo geweest is. Huisduinen heeft
nimmer aan deze belasting meebetaald.
Wat daar aan den straataanleg enz. is
geschied, is in eerste instantie voor de
badplaats en dus voor Den Helder zelf
gedaan.
De replieken.
Dr. Feenstra Kuiper heeft in eer-
i ste instantie de pensioenkorting voor de
I ambtenaren niet besproken en wil die
thans nog gaarne toelichten.
Spr. vindt het argument van den heer
Ran, dat n.1. deze pensioenheffing 25
bedraagt, niet overtuigend. Spr. vindt de
korting redelijk.
Het bedrag van 11.000 is een meeval
lertje door verhooging van de opbrengst
der kohieren. Spr. meent, dat dit nu ook
ten goede moet komen aan de gemeente
ambtenaren.
Men zou het kunnen gebruiken om de
Wegenbelasting minder hoog op te voe
ren. Spr. becijfert een verlaagd opcenten-
cijder, de Wegenbelasting behoeft dan
niet zoo hoog opgevoerd te worden.
Behandelen we nu de begrooting of al
leen belastingvoorstellen? vraagt spr. Spr.
meende, dat men de zaak in de besloten
zitting had gesplitst. Indien wij dus uit
sluitend over deze financieele voorstellen
spreken, staat in het reglement uitdruk
kelijk, dat ze in de Fin. Comm. moeten
worden besproken. We zouden op deze
manier ontsnappen aan een advies der
Fin. Comm., hetgeen spr. onwenschelijk j
den is grooter dan dat der kettinghonden m „me nmuv
en de ,„xe „,n,„en „orden nu non ,»eer L*
Pensioenverhaal salarissen Bok. ene. feensSSeïÏSef™
Hoe zit het met het salaris van het rijks- j De heei. v a n der Vaar t' Het zou
™7]Lf!n\tTment,,dat Ti'? Tl" erilstig als u kon aantoonen, dat d°e
veilifr m'per onzekere tpden nu 4400 aanges|agenen het even beroerd heb-
De heer Van derVaart - Deze sala- i'en a?S di,e 31<)0()- Men zo" ze eerst moe"
Vaart. Deze saia ten mtZoeken en stuk voor stuk nagaan.
Gij hoest, de slijm benauwt U meer
en meer. Wacht niet, morgen kunt
Ge reeds een bronchitis te pakken
hebben. Neem vandaag nog Akker's
Abdijsiroop, overbekend door haar
eigenschappen taaie slijm op te los
sen en om hoest te genezen. Ze
werkt reeds na den eersten lepel en
vannacht kan dan Uw slaap rustig
en verkwikkend zijn zonder benauwd
heden. Abdijsiroop woelt de slijm los
en stopt den hoest. Uw ademhalings
organen vinden hun veerkracht terug.
Het werkzaamste geneesmiddel bij:
Hoest-Griep-Bronchitis-Asthma
Allerlei tirades worden er bij ten beste
gegeven. Het lijkt oppervlakkig gezien, of
Partijpolitiek en politiek van in die beweringen een grond van waarheid
het College.
Thans iets over de politiek van B. en
W. ten aanzien van de belastingen.
Dit is geen belastingpolitiek zooals
de leden van het College dat persoon
lijk gaarne zouden willen. Slechts één
doel wordt nagestreefd: de positie dei-
gemeente zuiver te houden. We stre
ven dus geen bepaalde politiek na,
ook geen groepspolitiek, maar wij wil
len gaarne zelfstandig blijven re-
geeren.
zit, maar zooals het meer gaat met ver
gelijkingen en gemiddelden is men er
vaak naast.
Uitvoerig gaat spr. er nog op in ter
verdediging van het beleid van B. en W.
Het offer dat de kleine luyden zullen moe
ten brengen is niet zoo groot. Natuurlijk,
als men met verkeerde cijfers in de krant
werkt, wekt men den indruk alsof er heel
wat staat te gebeuren.
Spr. heeft waardeering voor cijfers,
maar niet als men ze moet controleeren
of ze misschien ook foutief zijn. Dit wordt
nog erger als men in de krant schrijft.
Spr. meent, dat men in de Held. Courant
op deze wijze een zekere animositeit
rissen zijn pas (in 1930) vastgesteld.
De heer Feenstra Kuiper: Ze be-
hooren tot de hoogste in den lande. Sala
rissen van 78.000 worden slechts door
weinigen in het land verdiend. Terwijl wii
toch niet tot de grootste gemeenten be-
hooren. De verhouding wordt niet zoo erg
verstoord bij toepassing van de 8'A
pensioenkorting.
Artikel van B. in de Held. Courant.
Ook spr. meent, dat de heer B. zich
inderdaad vergist heeft. Verschillen
de heeren hebben getracht de zaak
recht te zetten, in 't bizonder wijst
spr. op den heer Eiilders. Onaange
naam doet het aan van den heer Van
Loo te hooren van opzettelijke mis
leiding, nonsens, demagogie, e. d. Het
speet spr., dat de heer Van Loo het
noodig oordeelde dezen heer B. aldus
te kwlificeeren. Het doet prettig aan
als men elkander op bezadigde wijze
van antwoord dient. De dichter Jacq.
Perk heeft in zijn sonettencyclus ge
schreven: „De ware vrijheid luistert
naar de wetten".
De heer Biersteker: In ieder ge
val betalen die 4400 menschen meer dan
de 6600 overigen. Betalen ze oook niet mee
in die andere verhoogingen?
Bij interruptie uit den Raad en het Col
lege wordt gezegd, dat dit onjuist is en
slechts gedeeltelijk waar.
De heer Biersteker: Het huizen-
bezit is hier bij kleine luyden, die nu
extra aan de Wegenbelasting betalen èn
ook aan de Fondsbelasting.
De heer Van der Vaart: Die zijn
er, maar er zijn ook andere gevallen.
De heer Biersteker geeft een ander
voorbeeld.
De heer Van der Vaart: U bewijst
alleen, dat die onbillijkheden aan beide
kanten zitten. En dat heeft men bij iedere
nieuwe regeling.
D heer Biersteker: Spr. heeft geen
enkel woord gehoord ten nadeele van zijn
argumenten.
Op verzoek van den Voorzitter
breekt spr. thans zijn rede af.
Vergadering van Donderdagavond.
f De heer Biersteker vervolgt zijn
|ede.
15 Spr. is tenvolle bereid het noodige
De heer D e N ij s Maar wat zegt u dan t> de belastingen te putten, maar
wel van de wijze waarop de heer Bierste- r dan moet een billijke verdeeling wor-
ker over het College spreekt?
De heer Feenstra Kuiper: Niets.
De heer Van Loo: Neen, natuurlijk
niet, ze zijn het immers samen eens?
Het College plaatst zich gaarne op het kweekt. Als de tijden ernstig zijn en de
standpunt van minister Oud, n.1. dat we menschen worden in de voorlichting be-
crisispolitiek voeren. Spr. verwijt den j drogen, werkt men excessen in de hand.
heer Biersteker, zelf gespeend van elk - Bovendien ondermijnt men het gezag er
politiek beginsel, dat hij aan een andere mee>
groep verwijt, dat ze haar politiek niet
doorvoert. Het is gemakkelijk te zeggen:
blijf bij je beginsel, als men zelf zwalkt
van links naar rechts, van alle wallen eet.
Wij houden rekening met de mogelijkheid
om de gemeente-huishouding zoo goed
den gemaakt.
Spr is overtuigd tot in het diepst van
zijn ziel, dat het onbillijk is een belang
rijk deel te doen opbrengen door 4400
Repliek van den heer Biersteker, menschen. Spr. hoopt, dat de Raad dit
zal inzien; en doet alsnog een beroep
op ieders gevoel voor recht. De tijds-
De heer Biersteker heeft altijd
De heer B. uit de Heldersche
Courant en de heer Biersteker
uit den Raad.
De cijfers, die de heer Biersteker heeft
mogelijk te besturen, en het spreekt van- gebruikt, hebben zeer veel overeenkomst
zelf, dat we met deze methode wel eens met die van B. in de Held. Crt. Spr. pro
groepen onbillijk treffen. Men behoeft
ons niet te vertellen, dat de belastingen
hier hoog zijn: ook wii willen die gaarne
verlagen. Een van de redenen, dat de be
grooting zoo laat is, is dat wij daarnaar
streefden.
Men heeft zich speciaal tegen den
wethouder van Financiën gericht.
Spr. heeft daartegen geen bezwaar,
hii heeft natuurlijk zijn eigen meening
en wil daarvoor uitkomen waar dat
noodig is. Dat maakt zijn positie zui
verder dan van een stadsbestuurdei,
die geen vaste meening bezit.
Maar spr. wijst er op, dat hii hier niet
f^rvllorrp
de eigen politiek, maar die van het College gevauen aan.
testeert tegen die berekeningscijfers, die
precies overeenstemmen met die van den
heer Biersteker.
Het lijkt wel alsof de heer Bierste
ker het krantenartikel als basis ge
nomen heeft. Alleen heeft de kranten
schrijver nog niet de fout gerectifi
ceerd, die de heer Biersteker heeft
gemaakt. En de bewoners van de
Vischstraat weten dus nog steeds
niet, dat deze cijfers foutief zijn.
Nu vergist ieder zich wel eens, maar
het gaat altijd naar den verkeerden kant.
Het aantal opcenten, dat genoemd is, is
óók foutief en nog andere fouten zijn ge
maakt. Spr. haalt daarvan verschillende
verdedigt. Er wordt niet in de^ eerste
plaats naar 's wethouders meening ge
vraagd. Er wordt alleen gevraagd wat mo
gelijk is. Spr. wil samenwerken om zoo
goed mogelijk de democratie te dienen,
maar dat kan niet door een regeerings-
commissaris hier te brengen.
Wii zijn gekomen met reeksen belas
tingvoorstellen, waarbij de Wegenbelas
ting het meest naar voren komt en ook ae
meeste kritiek ondervindt. Zu heeft ai
eens eerder onderwerp van bespreking
uitgemaakt. Er is herinnerd aan een ex-
partjjgenbot van spr., den heer Borkeit,
die indertijd over de belastingheffing
gesproken en de nevenbelastingen uit den
booze verklaarde. Ook de heer De
heeft zich in dien geest uitgelaten. Maar
wij konden er niet aan ontkomen. De
willendheid, waarmede de Raad de W
genbelasting tegemoet treedt is gen g-
Ook 't College heeft er niet veel meei op.
Maar we hebben haar en nu is de j>
hoe de gemeentenaren het best Releide y
kunnen worden belast en tevens
grooting gered. Zóó zijn wu tot deze
stellen gekomen. „u;:j
Nu moet men niet meenen, dat wil altijd
de billijkheid voor bepaalde Rr0<W®n
het oog konden houden. Wii moesten ons
afvragen welke groepen niet verdei
ten worden belast. tin.,
Hadden we de opcenten Fond^astinR
nog meer moeten verhoogen. Bp
inderdaad geen zekerheid, dat de
éigenaren de huren niet zullen verlk
ronduit zijn meening gezegd. Er wordt omstandigheden zijn voor iedereen zwaar;
thans gegist naar den schrijver van eenlandbouw, visscherij, ook de vrije bedrij-
krantenartikel, spr. zal er niet op ingaan, j ven, alle lijden zij onder de crisis.
De juiste weg is om dan ook in de krant I Als wij de opcenten van de Fonds-
er tegen in te gaan. Spr. laat dit artikel belasting verhoogen, komt 2/3 ten goede
voor rekening van den schr. B. Hii spreekt aan jgtj^ Zooals de heer Eijlders reeds
thans uitsluitend over het gesprokene in betoogde, slechts 1/3 komt op 1935. Ook
den Raad. Spr. gaat niet meer in op de daj jaai. zaj nog wei st,aan jn bet teeken
slotbeschouwing van den wethouder. Spr. der depressie en dan krijgen we ook nog
zit sinds 1919 in den Raad en heeft ge- de herziening in de bijdrage der Gem.-
toond de zaken van de gemeente altyd zoo fondsbelasting in dat jaar.
goed mogelijk te belichten zonder iemand Art_ 280 Gemeentewet spreekt van de
Wegenbelasting als een „billijke vergoe-
persoonlijk te kwetsen.
Als gesproken wordt over de crisispoli- jdi onderhoud enz. van wegen,
hek zal spr volkomen onderschrijven de ,t IsBmaar wat men billyk noemt. de wet-
noodzakelnkheid van een zoo goed moge-houder heeft pr nog a^dere objecten bij
lijk beheer. Maai dat beheerdientte zijn gebaaid> Op die manier kan men er wel
een democratisch beheer. Wij beseffen de ajps byjiajeil
groote moeilijkheden voor het College en De £fter Van d e r v a a r t: 't Staat
uitdrukkelijk in de wet!
De heer Biersteker: Een bijdrage
•öoeten heffen.
Uitvoerig gaat spr. op het artikel B. in.
Dezelfde geest die uit dit artikel spreekt,
is ook in de rede van den heer Biersteker
merkbaar.
Spr. hoopt, dat de correcties nu, hetzij
door dit raadsverslag, lietzii door B. zelf,
zullen worden aangebracht.
Spr. heeft aangetoond, dat de crisis
maatregelen deze belastingvoorstellen
noodig maken. Het College wil gaarne an
ders Maar wij mogen verwachten, dat le
den van den Raad, die jarenlang in den
Raad zitting hebben, van onzen ernst
overtuigd zijn. De heer Biersteker
heeft niet te vergeten, dat hij, ondanks
zijn lange en veelvuldige redevoerin
gen, toch maar een enkeling is in de
gemeente. Spr. protesteert er voorts
tegen, dat de heer Biersteker hier den
indruk maakt, alsof het College een
politiek drijft van overvallen.
Spr uit ernstige kritiek over het optre
den zooals dat geschiedt door een der
oudste leden en doet een beroep op den
gemeenschapszin in den Raad om de voor
stellen te aanvaarden.
Huisduinen en de Wegen
belasting.
De Voorzitter zet nog enkele be
weringen van den heer Biersteker recht.
De heer Eylders vraagt naar de re
denen die B. en W. hebben doen beslui
ten ook thans geen Wegenbelasting in
het is verheugend, dat van de zijde
des heeren Van der Vaart is betoogd,
dat men een crisispolitiek wil voeren.
Gelukkig dat van Den Helder de vic
torie komt, nu ook de soc.-dem. tot
het inzicht zijn gekomen van een po
litiek die rekening houdt met de tijds
omstandigheden.
Het is onjuist wat de heer Boogaard
zeide, dat wij zouden terug willen naar
den tijd van hooge belastingen. Als dat
nu een argument is, dat tegen ons moet
worden aangevoerd, waar blijven we dan?
Het was inderdaad zoo dat toen de be
lastingen hoog waren en het werd door
het toenmalig College gekarakteriseerd
als zouden wij topzwaar zijn met onze be
lastingen. Spr. protesteert tegen de voor
stelling van den heer Boogaard, het is een
nietszeggende bewering.
Spr. gaat niet in op de philippica
van den heer Van Loo, spr. acht zich
te hoog voor een debat met iemand,
die spr. opzettelijke misleiding in de
schoenen schuift. Ook uit dit betoog
blijkt een schromelijk tekort aan ar
gumenten. Het wordt dan een scheld
partij.
Dat was het betoog van den heer
Van der Vaart niet. Spreker heeft even
wel in den Raad geen onjuiste voorstel
ling gegeven, alleen heeft hii de ver
gissing gemaakt, die spr. aan het begin
rectificeerde. Iets misleidends lag niet in
spr. bedoeling. Wij willen ook medewer-
jken aan de gemeentebelangen en de ver-
j antwoordelijkheid dragen, maar wij moe
ten dan een inzicht in den toestand heb
ben, dat ons tot nog toe ontbreekt. Wii
I weten óók niet wat zal worden gedaan als
jwe nu 15.000 overhouden.
I In dit complex van voorstellen is het de
Wegenbelasting, die de meeste kritiek ont-
Imoet. Er is geen enkele gedachte bij ons
van 70.000.— vindt spr. al billijk als
vergoeding.
Zouden B. en W. niet willen overwegen
binnenkamers na te gaan of niet een weg
is te vinden om de begrooting sluitend
te maken, vraagt spr., zonder het eene
deel der bevolking onbillijk te belasten
tegenover het andere?
Reeds de heer Meyer wees op mo
gelijke verlaging van afschrijvingen.
Zou het inderdaad zoo erg zijn als
we een jaar die afschrijvingen eens
verminderden? Is niet over 1932 een
meerdere afschrijving van f 630.000
op Gem.-werken geschied, waarvan
op 1 Jan. 1933 nog f 541.000 beschik
baar was? Spr. doet nogmaals een
ernstig beroep op het College.
Thans reeds wordt een meerdere op
brengst uit de belastingen verwacht en
over 1933 is ook die meevaller er nog.
De Voorzitter: Die komt in minde
ring van het verlies!
De heer Biersteker: Ongetwijfeld,
maar het is niet onlogisch die meerdere
opbrengst voor 1934 in aftrek te brengen
van de belastingen. De pensioenaftrek
wordt noode aanvaard door ons. Maar ook
dat is een gevolg van de tijdsomstandig-
i heden. Het ware ons welkomer geweest
I als een meer progressieve aftrek was
ingevoerd.
Thans komt men met een aftrek van
jf 500, maar daarvan proflteeren alleen
de grooten. Wij hebben er ons bij neer
te leggen dat die mogelijkheid van pro
gressie er niet is. Is het viel verstandig
om het personeel in gemeente dienst blij
te maken met een doode musch? Wij
weten toch reeds goed dat binnenkort
deze afir k imperatief wordt voorgeschre
ven en dat er voor allen die onder de
pensioenwet vallen, de aftrek zal wor
den uithebreid tot 10 "/0? Dit wacht
slechts op wijziging van de pensioenwet.
Spr. fractie kan op dezen grond niet
meedoen aan het gebaar 0:11 die f 500
af te trekken. Het is een voorstel van de
organisaties zelf, zegt men, maar de Raad
zal goed doen daarom er thans niet op
integaan.
Spr. heeft het zijne gezegd. Hij vleit
zich niet iemand te hebben overtuigd.
Al meermalen is het spr. gebleken
dat dingen die in het waarachtig be-
lanjj zijn der burgerij, vóór ze in den
Raad komen al beslist zijn: de neu
zen zijn al geteld. Dat is zoo jammer,
ik zou zoo graag zien dat men eerst
eens bet voor en tegen in den Raad
overwoog. Spr. meent dat door der
gelijke werkmethode, leder, tegen hun
overtuiging instemmen.
De heer Eijlders: Zij zijn den naam
van raadslid dan onwaardig!
De heer Biersteker: Wij hebben
geen bepaalde richting, wij komen op
voor ieders belang.
De heer Van Loo heeft het uitvoerig
betoog van den wethouder van financiën
met genoegen gehoord. Hij heeft het
keurig gedaanspr. kan er zich bij aan
sluiten. Hij is in verschillende dingen
met spr. meegegaan. Maar er waren nog
enkele sprekers voor hem, o.a. de heer
Tiessen, die volkomen gelijk heeft. De
belastingen waren hoog, ook de wegen
belasting vinden wij ellendig. Maar het
kon niet anders.
Het was de i geering zelf, die ons des
tijds gelijk gaf tn bij monde van minister
de Geer zeide, dat Den Helder wel aan
den top stond met zijn belastingen. Daar
stond de Raad dus buiten. De heer Tiessen
schreef toen ellenlange artikelen in de
Held. Crt. en adressen aan den Raad.
De heer Tiessen: Niet ten onrechte
De heer v. Loo: Neen, maar toen zat
u niet in den Raad en wij wèlNimmer
hebben wij evenwel waarschuwingen van
de regeering gekregen over onze hooge
belastingen
Nu gaan we weer dien kant op,
dat men wil trachten den Raad on
mogelijk te maken door adressen aan
de kroon te richten en op een duik
bootachtige manier te ageeren. Men i
heeft c- '"d gevangen.
Men k„.i verschil van meening
hebben. De heer Tiessen zegt de wegen- j
belasting strijd met de democratie. Ja,
elke nevenbelasting is dat. In den ge-
heimen raad ging het gemoedelijk toe,
maar spr. wist wel dat het in openbaren
raad niet zoo gemoedelijk zou toe gaan.i
We hebben toen gezegd we zullen ge
zamenlijk trachten uit het moeras te
komenieder zou zijn eigen politiek laten
varen. We zaten er mee, er was een
stemming in mineur. Wij hebben zelf
ook onze zorgen, zoo goed als de bur-,
gerij en wij voelen den moreelen druk
waaronder wij leven. Eh het is zoo goed,
dat er nu eens gezegd iswij hopen op
's Raads saamhoorigheid.
Inplaats dat men daarvoor nu eens
hulde brengt aan het College, werd erj
op niet aardige manier over dat collegej
gesproken, zelfs is de naam Beerta ge
noemd, zooiets is willens en wetens mis
leiding.
Spr. is verbaasd, dat men bij een
dergelijke taal als hier gehoord is, nog
zoo kalm blijft. Is dat nu aankweeken
van saamhoorigheid?
„Helaas ontbreekt hier een regeerings-
commissaris", wordt er nog bij gezegd.
Zooiets irriteert, men kan daarbij niet
kalm blijven. „De heer v Loo treedt
agressief op," zegt men nu.
Burgemeester Houwing zeide het zoo
juist: „wij zijn een arbeidersraad, die
getoond heeft de belangen van zijn inge
zetenen naar beste weten te behartigen." j
De raadsmeerderheid is dan ook altijd j
eervol uit den strijd gekomen.
Dinsdagavond heeft spr. de heeren
Biersteker en Feenstra Kuiper aange-!
vallen. Nu heeft men spr. beschuldigd op
lawaaiachtige manierte keer te zijn gegaan.
Zoolang als spr. in den Raad is, is hij
nooit buiten de orde geweest en als ver-
eenigingsman zoowel als raadslid weet
hij zeer goed wat geoorloofd is of niet.
Bovendien had de voorzitter hem dan wel
tot de orde geroepen. Ik ben dus niet te
keer gegaan op een manier zooals de
heeren het voorstellen, zegt spr.
Toen spr. Dinsdag in den Raad kwam,
werd hem dit krantenartikel ouder de
oogen geduwd. Spr. begreep er niets van,
hij had het niet gelezen, het stuk was niet
als ingezonden geplaatst, dus redactioneel
voor verantwoordelijkheid der redactie.
Toen spr. het las, begreep hij, dat het
van niemand anders dan van een raadslid
kon zijn. Deze B. is er niet voor uitge
komen, al had de heer Feenstra Kuiper
zich bijna vergist toen hij in plaats van
B. Biersteker zeide.
Het stuk van B. is misleidend en buiten
de orde.
Nu zijn de heeren Biersteker en Feenstra
Kuiper boos, en vinden het antwoord van j
den heer Eylders behoorlijker en de heer
van der Vaart krijgt zelfs een pluimpje!
Ja, de terugtocht moest op een
behoorlijke manier worden gedekt.
De heer Biersteker zelf is intusschen
weggeloopeu. Deze heer is nu tot
martelaar geworden. Intusschen is
zijn vergissing nog niet in de krant
gerectificeerd. Zoodra ik in de krant
lees, dat de daar gegeven berekening
een vergissing is geweest, zal ik mijn
woorden jegens den heer B. in open
baren raad terugnemen, niet eerder.
Op dit oogenblik komt de heer Bier
steker, die tijdens de rede de vergadering
verlateu had, weer binnen, doch als hij
merkt, dat de heer van Loo nog steeds
aan het woord is, verdwijnt hij weer
j onder hilariteit van den Raad.
I De heer Van Loo (tot den heer Bier
steker): Je kan nog wel een half uurtje
wegblijven, want ik ben nog niet klaar!
Voortgaande, zegt de heer Van Loo:
Nu zegt de heer Biersteker: het lust
|hem niet met zóó iemand als ik ben te
debatteeren. Dit blijft natuurlijk voor zijn
i rekening. Dat neemt niet weg, dat, als
'daar redenen voor zijn, ik den lieer Bier
steker zal bestrijden. Ik heb hem niet
beleedigdik heb alleen de persoon B.
aangevallen uit de krant. Het was zuiver
misleiding.
Ook spr. heeft gegevens en als men nu
25 jaar deel uitmaakt van den Raad heeft
men toch ook wel ervaring. En als men
den heer Biersteker aanhoort en hem niet
kent, zou je erin loopen en het allemaal
gelcoveiL zoo mooi zegt hjj alles. Maar
gelukkig heeft de heer Feenstra Kuiper
zijn vriend uit den put gehaald'en gezegd:
hy heeft zich vergist. Wat den Raad be
treft is de aftocht dus gedekt. Blijft over
de krantenschrijver B„ waaromtrent
spr. zei dat het nonsens was. Dat blijft dus
zoo. De heer Feenstra Kuiper wil zeker
wel aantoonen in welk opzicht mijn be
toog een scheldpartij was? Spr. had Dins
dagavond geen gelegenheid de cijfers
nader uittewerkeu, maar de heer v. d.
Vaart heeft het nu gedaan en nu weet ik
nog niet welke belasting de beste is.
Is het de bedoeling van den heer Bier
steker wel geweest de kleine luiden te
helpen?
Laat ons tezamen trachten de zorgen
onder het oog te zien en te overwinnen,
zegt de heer Biersteker. Maar dat moet
dan toch niet met een dergelijken inzft
van het debat.
„Alleen wij zien het gemeentebelang
goed," de heele raad ziet het dus ver
keerd. Spr. protesteert daartegen. Ook
wij hebben uren en uren lang erover ge
sproken en gezocht naareen uitweg.
Hoe we ook wikten en wogen, w e konden
er niet uitkomen, zooals het thans gedaan
wordt is het beste. Wij weten zeer goed
wat het beteekent arm te zijn. Gelukkig
heeft de Raad altijd aan de schrale
beurzen gedacht.
Als men wat bereiken wil. laat het dan
op andere wijze zijn dan deze inzet, die
warme hoofden en koude harten kweekt.
Niet elkander beschuldigen en zeggen
„ik alleen beoog de ware belangen en
jelui niet."
Dat is niet kameraadschappelijk.
Aepiiek van den beer 8cb«e*-
.elenhergcr
De heer Sciioeffelenbereer
brengt den heer v. Loo een enmpJimëïitje
voor zijn betoog. Ik heb den indruK ge
kregen, zegt spr., dat de Raad in deze
homogeen is. Van de leden der diverse
organisaties in den raad is niet uitslui
tend naar voren gekomen het belang der
organisaties.
Spr. acht zich zedelijk verplicht ue be
grooting pasklaar te maken, ofschoon
spr. principieel tegen de 8l/s is. Als
het G. O. zich ertegen verklaard had was
spr. meegegaan daarmee.
De soc. dem. maken nu de begroeting
pasklaar met de loonen van de ambtena
ren. De heer v. d. Vaart heft nu ook cri
sisbelastingen tegen het principe der soc.
dem. in. Als men als s. d. achter de be
stuurstafel zit is men zijn principe kwijt.
Men moet dan noodgedwongen om zijn
eigen standje te redden burgerlijke prin
cipes nakomen. Bij de alg. beschouwingen
zal spr. hier nader op ingaan. Spr. verzet
zich tegen de wegenbelasting, niet om
dat hij een paar huizen bezit. Spr. heeft
die een paar jaar geleden eigener bewe
ging al verlaagd. Maar spr. heeft er al
tijd tegen geprotesteerd. Als wij de 4400
eigenaars met 50 gaan belasten, wordt
het op de huurders verhaald. De meesten
hebben eigen bespaarde huisjes en val
len ook deels onder de Fondsbelasting.
Spr. zal dan ook tegen stemmen. Men had
den moed moeten hebben hier een pro
gressieve belasting naar het inkomen in
te voeren, dat ware soc. demr»'"iotisch
Dit zijn alle lapmiddelen.
Pensioenbijdragen vindt spr. ook niet
democratisch. Men had vooraf alle inkom
sten moeten bezien en daarop dan deze
belasting baseeren. Spr. doet een beroep
op de raadsleden om de wegenbelasting
niet aan te nemen. Het kan niet uitblij
ven of het leidt tot huurpriisverhooging.
De meening van den heer Van
Ier Veer.
De heer Van der Veer: in eerste
instantie heb ik mijn gevoelens omtrent
pensioenverhaal al duidelijk genoeg ken
baar gemaakt. Het komt mij n.1. nu we
bijna alle belastingen moeten verhoogen,
niet meer als billijk voor om de loonen
van het personeel zooveel mogelijk eerst
in overeenstemming te brengen niet die
van den belastingbetaler, en dan in de
tweede plaats de belasting verhoogen. De
heer Terra wilde zelfs nog verder gaan
dan het eerste voorstel van B. en W. In
dien de heer Terra hiervan een voorstel
maakt, zal ik mij er voor verklaren,
alleen de overtuiging dat het in den raad
weinig bijval zal vinden, doet mij mijn
eigen voorstel handhaven. N.1. Pensioen
verhaal van 8ll, zonder aftrek van de
eerste 500.van het salaris, daar be
nevens 51/» tijdelijke korting van het
salaris dat genoten wordt boven 3000.
De 13.000 die hiervan verkregen
wordt stel ik voor te benutten om te be
steden om de wegenbelasting op het per
centage te stellen van 8 in plaats van op 9.
In deze ben ik het dus niet eens met
den heer Feenstra Kuiper, die de geheele
wegenbelasting wil laten vervallen. In de
eerste plaats omdat ik het met die heeren
eens ben die van oordeel zijn dat een te
hooge opvoering van de gemeentefonds
belasting het prestige van de gemeente
aantast.
In eerste instantie is door mij niet over
de wegenbelasting gesproken, doch om
dat mijn gevoelens in deze door de an
dere sprekers nog niet naar voren zijn
gebracht wensch ik dit thans nog even
te doen. In de tweede plaats vind ik ge
zien de Maatschappelijke verhoudingen
een straatbelasting in dezen crisistijd ge-
wenscht.
Evengoed als ik van meening ben dat
het rechtvaardig is om de loonen in over
eenstemming te brengen, vind ik het niet
meer als rechtvaardig, om het inkomen
uit bezit eenigszins in evenwicht te bren
gen. We kunnen gerust zeggen dat de
huiseigenaar zoo goed als de eenige is,
die zijn bezit nog niet ziet aangetast. Niet
dat die menschen geen zorgen hebben,