HELDERSCHE COURANT VAN ZATERDAG 20 JANUARI 1934. 11 2rr„f,"Te- .".VT,1, 'T bs Isns Maar dan nog is het een kwestie van en o()K uiailB kejte centen. En we zouden 86 opcenten te heffen De heer Feenstra Kuiper sprak over de Kondenbelasting. Na ri.jpeli.jke overwe ging is deze door ons aldus vastgesteld. Ook een luxe hond kan wel eens in bezit zijn van de kleine luyden. Er is altijd wel k'ritiek op zulke voorstellen en ook zijn er altijd onbillijkheden in zulke heffing. Pensioenbijdragen burgemeester, etc. Het College is uitgegaan van de gedachte, dat dezelfde regeling als voor het overige personeel ook hier moet worden toegepast. Mogelijk is het, dat zij bij Ged. Staten wel bezwaren zal ontmoeten. De heer Eiilders meende, dat men in Haarlem hierover zou lachen. Beteekent dat, dat het Colege de zaak niet ernstig ion hebben behandeld, dan moet spr. dat ontkennen. Louter op billiikheidsgronden is zij aldus ontworpen. Dr. Feenstra Kuiper trekt in twijfel of werkelijk op de wedden van burgemeester etc. meer wordt gekort dan van de overi gen, zooals in het schrijven van B. en W. wordt gezegd. Dit advies is opgesteld op grond van het feit, dat de bezoldiging van het gemeentepersoneel is vastgesteld ge baseerd op pensioenverhaal. Bii burgem. etc. is dat niet het geval. Als de Raad meent, dat de billijkheid niet moet worden betracht voor deze laatste groep, moet hij een andere regeling maken. Spr. wijst er op, dat de regeling voor het gemeente- personeel oud is; die voor burgemeester c.s. is pas van 1930. Door den heer Eiilders is gevraagd of liet de bedoeling is een spaarpotje voor Het College heeft gemeend onder de huidige omstandigheden beter de Wegen belasting te kunnen verhoogen. Boven dien moeten we voor 86 opcenten nog toe stemming hebben van het Rijk, want men mag maar tot 80 gaan. We halen dus te vens ri.jkstoezieht binnen. De egenbelasting mag worden gehe ven tot billijke vergoeding voor de kosten voor straten, enz. Aldus staat het in de Wet. De verhouding nu tusschen die We genbelasting en deze kosten is van dien aard, dat niet mag worden gesproken van een onbillijke verhouding. De heer Biersteker geeft cijfers betreffende het onderhoud van straten, enz. De heer Vander Vaart: Die cijfers zijn wel aardig, maar niet af: we hebben ook nog de verlichting, de gem.-werklie- den, enz., 315.000 per jaar zijn de kosten. De heer De Boer: Er wordt zelfs ge sproken van „aanleg" van straten. Ook die kosten vallen er onder. De heer Van der Vaart meênt, dat een derde van de belasting als vergoeding niet onbillijk is te noemen. De bedoeling van B. en W. verdacht gemaakt. Er zijn óók nog dingen in discussie ge bracht, waardoor het streven van B. en W. in een verkeerd daglicht is gebracht. Reeds de inzet van bet debat demon streerde een mentaliteit, waarbij aan den 1935 te maken. Als wij de opcenten We- Roeden wil van het College wordt ge- genbelasting verhoogen, zullen wij inder- twjjfeld. daad 15.000 ter beschikking hebben. We zouden dan wellicht weer de opcenten kunnen verlagen. De heer Biersteker: Wat zou dat mooi zijn! De heer Van der Vaart: 't Zou evenwel niet getuigen van een vaste finan- cieele politiek en daarom waarschuwen wü ertegen. De heer Tiessen heeft een berekening opgezet op de basis van 1933. Een goede wind in de zeilen gehad, omdat de inspec- methode en de heer Tiessen heeft den teur dezelfde opbrengst heeft geraamd, als 1933 voor de opcenten. Maar nu zijn we 2e klasse geworden en daardoor zijn de uitkomsten verkeerd, zooals spr. nader uiteenzet. (De heer Van der Mast komt ter vergadering). Spr. wil gaarne met den heer Tiessen de cijfers nagaan. Afschrijving op de bedrijven geschiedt naar percentages van de cijfers der be grooting. Ten aanzien van de Gasfabriek zouden wij gaarne extra willen afschrij ven, maar dat kan niet. De overige af schrijvingen zouden wii niet gaarne ach terwege willen laten. Wij moeten dit systeem handhaven, we komen straks voor het feit, dat we veel minder zullen moeten afschrijven. Spr. wijst op de poging van den heer Biersteker om deze zaken buiten het debat te houden, getuige het verzoek de behandeling dezer voorstellen te verdagen. Ik zou dit kunnen bilijken, zegt spr., als het verzoek serieus ware geweest. Maar het verzoek werd gedaan in de overtui ging dat B. en W. het niet zouden accep teeren. Dat bewijst het feit, dat de heer Biersteker reeds een schriftelijke verde diging over zijn motie had opgesteld. Spr. wijst erop, om te doen zien op welke wijze uit dien hoek wordt opge treden. Geroep: Het is de beste hoek! De heer Van der Vaart: Natuur lijk, en gelukkig ook een bescheiden hoek, en dus zullen we ons er maar niet al te druk over maken. De heer Biersteker is al begonnen onze voorstellen principieel te bestrijden. Spe ciaal heeft men zich gericht tegen den wethouder van Financiën, maar de. heer De Boer heeft er reeds op gewezen, dat het heele College achter hem staat. Met breed gebaar wordt getracht aan te toonen, dat de voorstellen van B. en W. kant noch wal raken en ge tuigen van groote onbekwaamheid. De Voorzitter antwoordt, dat dit altijd zoo geweest is. Huisduinen heeft nimmer aan deze belasting meebetaald. Wat daar aan den straataanleg enz. is geschied, is in eerste instantie voor de badplaats en dus voor Den Helder zelf gedaan. De replieken. Dr. Feenstra Kuiper heeft in eer- i ste instantie de pensioenkorting voor de I ambtenaren niet besproken en wil die thans nog gaarne toelichten. Spr. vindt het argument van den heer Ran, dat n.1. deze pensioenheffing 25 bedraagt, niet overtuigend. Spr. vindt de korting redelijk. Het bedrag van 11.000 is een meeval lertje door verhooging van de opbrengst der kohieren. Spr. meent, dat dit nu ook ten goede moet komen aan de gemeente ambtenaren. Men zou het kunnen gebruiken om de Wegenbelasting minder hoog op te voe ren. Spr. becijfert een verlaagd opcenten- cijder, de Wegenbelasting behoeft dan niet zoo hoog opgevoerd te worden. Behandelen we nu de begrooting of al leen belastingvoorstellen? vraagt spr. Spr. meende, dat men de zaak in de besloten zitting had gesplitst. Indien wij dus uit sluitend over deze financieele voorstellen spreken, staat in het reglement uitdruk kelijk, dat ze in de Fin. Comm. moeten worden besproken. We zouden op deze manier ontsnappen aan een advies der Fin. Comm., hetgeen spr. onwenschelijk j den is grooter dan dat der kettinghonden m „me nmuv en de ,„xe „,n,„en „orden nu non ,»eer L* Pensioenverhaal salarissen Bok. ene. feensSSeïÏSef™ Hoe zit het met het salaris van het rijks- j De heei. v a n der Vaar t' Het zou ™7]Lf!n\tTment,,dat Ti'? Tl" erilstig als u kon aantoonen, dat d°e veilifr m'per onzekere tpden nu 4400 aanges|agenen het even beroerd heb- De heer Van derVaart - Deze sala- i'en a?S di,e 31<)0()- Men zo" ze eerst moe" Vaart. Deze saia ten mtZoeken en stuk voor stuk nagaan. Gij hoest, de slijm benauwt U meer en meer. Wacht niet, morgen kunt Ge reeds een bronchitis te pakken hebben. Neem vandaag nog Akker's Abdijsiroop, overbekend door haar eigenschappen taaie slijm op te los sen en om hoest te genezen. Ze werkt reeds na den eersten lepel en vannacht kan dan Uw slaap rustig en verkwikkend zijn zonder benauwd heden. Abdijsiroop woelt de slijm los en stopt den hoest. Uw ademhalings organen vinden hun veerkracht terug. Het werkzaamste geneesmiddel bij: Hoest-Griep-Bronchitis-Asthma Allerlei tirades worden er bij ten beste gegeven. Het lijkt oppervlakkig gezien, of Partijpolitiek en politiek van in die beweringen een grond van waarheid het College. Thans iets over de politiek van B. en W. ten aanzien van de belastingen. Dit is geen belastingpolitiek zooals de leden van het College dat persoon lijk gaarne zouden willen. Slechts één doel wordt nagestreefd: de positie dei- gemeente zuiver te houden. We stre ven dus geen bepaalde politiek na, ook geen groepspolitiek, maar wij wil len gaarne zelfstandig blijven re- geeren. zit, maar zooals het meer gaat met ver gelijkingen en gemiddelden is men er vaak naast. Uitvoerig gaat spr. er nog op in ter verdediging van het beleid van B. en W. Het offer dat de kleine luyden zullen moe ten brengen is niet zoo groot. Natuurlijk, als men met verkeerde cijfers in de krant werkt, wekt men den indruk alsof er heel wat staat te gebeuren. Spr. heeft waardeering voor cijfers, maar niet als men ze moet controleeren of ze misschien ook foutief zijn. Dit wordt nog erger als men in de krant schrijft. Spr. meent, dat men in de Held. Courant op deze wijze een zekere animositeit rissen zijn pas (in 1930) vastgesteld. De heer Feenstra Kuiper: Ze be- hooren tot de hoogste in den lande. Sala rissen van 78.000 worden slechts door weinigen in het land verdiend. Terwijl wii toch niet tot de grootste gemeenten be- hooren. De verhouding wordt niet zoo erg verstoord bij toepassing van de 8'A pensioenkorting. Artikel van B. in de Held. Courant. Ook spr. meent, dat de heer B. zich inderdaad vergist heeft. Verschillen de heeren hebben getracht de zaak recht te zetten, in 't bizonder wijst spr. op den heer Eiilders. Onaange naam doet het aan van den heer Van Loo te hooren van opzettelijke mis leiding, nonsens, demagogie, e. d. Het speet spr., dat de heer Van Loo het noodig oordeelde dezen heer B. aldus te kwlificeeren. Het doet prettig aan als men elkander op bezadigde wijze van antwoord dient. De dichter Jacq. Perk heeft in zijn sonettencyclus ge schreven: „De ware vrijheid luistert naar de wetten". De heer Biersteker: In ieder ge val betalen die 4400 menschen meer dan de 6600 overigen. Betalen ze oook niet mee in die andere verhoogingen? Bij interruptie uit den Raad en het Col lege wordt gezegd, dat dit onjuist is en slechts gedeeltelijk waar. De heer Biersteker: Het huizen- bezit is hier bij kleine luyden, die nu extra aan de Wegenbelasting betalen èn ook aan de Fondsbelasting. De heer Van der Vaart: Die zijn er, maar er zijn ook andere gevallen. De heer Biersteker geeft een ander voorbeeld. De heer Van der Vaart: U bewijst alleen, dat die onbillijkheden aan beide kanten zitten. En dat heeft men bij iedere nieuwe regeling. D heer Biersteker: Spr. heeft geen enkel woord gehoord ten nadeele van zijn argumenten. Op verzoek van den Voorzitter breekt spr. thans zijn rede af. Vergadering van Donderdagavond. f De heer Biersteker vervolgt zijn |ede. 15 Spr. is tenvolle bereid het noodige De heer D e N ij s Maar wat zegt u dan t> de belastingen te putten, maar wel van de wijze waarop de heer Bierste- r dan moet een billijke verdeeling wor- ker over het College spreekt? De heer Feenstra Kuiper: Niets. De heer Van Loo: Neen, natuurlijk niet, ze zijn het immers samen eens? Het College plaatst zich gaarne op het kweekt. Als de tijden ernstig zijn en de standpunt van minister Oud, n.1. dat we menschen worden in de voorlichting be- crisispolitiek voeren. Spr. verwijt den j drogen, werkt men excessen in de hand. heer Biersteker, zelf gespeend van elk - Bovendien ondermijnt men het gezag er politiek beginsel, dat hij aan een andere mee> groep verwijt, dat ze haar politiek niet doorvoert. Het is gemakkelijk te zeggen: blijf bij je beginsel, als men zelf zwalkt van links naar rechts, van alle wallen eet. Wij houden rekening met de mogelijkheid om de gemeente-huishouding zoo goed den gemaakt. Spr is overtuigd tot in het diepst van zijn ziel, dat het onbillijk is een belang rijk deel te doen opbrengen door 4400 Repliek van den heer Biersteker, menschen. Spr. hoopt, dat de Raad dit zal inzien; en doet alsnog een beroep op ieders gevoel voor recht. De tijds- De heer Biersteker heeft altijd De heer B. uit de Heldersche Courant en de heer Biersteker uit den Raad. De cijfers, die de heer Biersteker heeft mogelijk te besturen, en het spreekt van- gebruikt, hebben zeer veel overeenkomst zelf, dat we met deze methode wel eens met die van B. in de Held. Crt. Spr. pro groepen onbillijk treffen. Men behoeft ons niet te vertellen, dat de belastingen hier hoog zijn: ook wii willen die gaarne verlagen. Een van de redenen, dat de be grooting zoo laat is, is dat wij daarnaar streefden. Men heeft zich speciaal tegen den wethouder van Financiën gericht. Spr. heeft daartegen geen bezwaar, hii heeft natuurlijk zijn eigen meening en wil daarvoor uitkomen waar dat noodig is. Dat maakt zijn positie zui verder dan van een stadsbestuurdei, die geen vaste meening bezit. Maar spr. wijst er op, dat hii hier niet f^rvllorrp de eigen politiek, maar die van het College gevauen aan. testeert tegen die berekeningscijfers, die precies overeenstemmen met die van den heer Biersteker. Het lijkt wel alsof de heer Bierste ker het krantenartikel als basis ge nomen heeft. Alleen heeft de kranten schrijver nog niet de fout gerectifi ceerd, die de heer Biersteker heeft gemaakt. En de bewoners van de Vischstraat weten dus nog steeds niet, dat deze cijfers foutief zijn. Nu vergist ieder zich wel eens, maar het gaat altijd naar den verkeerden kant. Het aantal opcenten, dat genoemd is, is óók foutief en nog andere fouten zijn ge maakt. Spr. haalt daarvan verschillende verdedigt. Er wordt niet in de^ eerste plaats naar 's wethouders meening ge vraagd. Er wordt alleen gevraagd wat mo gelijk is. Spr. wil samenwerken om zoo goed mogelijk de democratie te dienen, maar dat kan niet door een regeerings- commissaris hier te brengen. Wii zijn gekomen met reeksen belas tingvoorstellen, waarbij de Wegenbelas ting het meest naar voren komt en ook ae meeste kritiek ondervindt. Zu heeft ai eens eerder onderwerp van bespreking uitgemaakt. Er is herinnerd aan een ex- partjjgenbot van spr., den heer Borkeit, die indertijd over de belastingheffing gesproken en de nevenbelastingen uit den booze verklaarde. Ook de heer De heeft zich in dien geest uitgelaten. Maar wij konden er niet aan ontkomen. De willendheid, waarmede de Raad de W genbelasting tegemoet treedt is gen g- Ook 't College heeft er niet veel meei op. Maar we hebben haar en nu is de j> hoe de gemeentenaren het best Releide y kunnen worden belast en tevens grooting gered. Zóó zijn wu tot deze stellen gekomen. „u;:j Nu moet men niet meenen, dat wil altijd de billijkheid voor bepaalde Rr0<W®n het oog konden houden. Wii moesten ons afvragen welke groepen niet verdei ten worden belast. tin., Hadden we de opcenten Fond^astinR nog meer moeten verhoogen. Bp inderdaad geen zekerheid, dat de éigenaren de huren niet zullen verlk ronduit zijn meening gezegd. Er wordt omstandigheden zijn voor iedereen zwaar; thans gegist naar den schrijver van eenlandbouw, visscherij, ook de vrije bedrij- krantenartikel, spr. zal er niet op ingaan, j ven, alle lijden zij onder de crisis. De juiste weg is om dan ook in de krant I Als wij de opcenten van de Fonds- er tegen in te gaan. Spr. laat dit artikel belasting verhoogen, komt 2/3 ten goede voor rekening van den schr. B. Hii spreekt aan jgtj^ Zooals de heer Eijlders reeds thans uitsluitend over het gesprokene in betoogde, slechts 1/3 komt op 1935. Ook den Raad. Spr. gaat niet meer in op de daj jaai. zaj nog wei st,aan jn bet teeken slotbeschouwing van den wethouder. Spr. der depressie en dan krijgen we ook nog zit sinds 1919 in den Raad en heeft ge- de herziening in de bijdrage der Gem.- toond de zaken van de gemeente altyd zoo fondsbelasting in dat jaar. goed mogelijk te belichten zonder iemand Art_ 280 Gemeentewet spreekt van de Wegenbelasting als een „billijke vergoe- persoonlijk te kwetsen. Als gesproken wordt over de crisispoli- jdi onderhoud enz. van wegen, hek zal spr volkomen onderschrijven de ,t IsBmaar wat men billyk noemt. de wet- noodzakelnkheid van een zoo goed moge-houder heeft pr nog a^dere objecten bij lijk beheer. Maai dat beheerdientte zijn gebaaid> Op die manier kan men er wel een democratisch beheer. Wij beseffen de ajps byjiajeil groote moeilijkheden voor het College en De £fter Van d e r v a a r t: 't Staat uitdrukkelijk in de wet! De heer Biersteker: Een bijdrage •öoeten heffen. Uitvoerig gaat spr. op het artikel B. in. Dezelfde geest die uit dit artikel spreekt, is ook in de rede van den heer Biersteker merkbaar. Spr. hoopt, dat de correcties nu, hetzij door dit raadsverslag, lietzii door B. zelf, zullen worden aangebracht. Spr. heeft aangetoond, dat de crisis maatregelen deze belastingvoorstellen noodig maken. Het College wil gaarne an ders Maar wij mogen verwachten, dat le den van den Raad, die jarenlang in den Raad zitting hebben, van onzen ernst overtuigd zijn. De heer Biersteker heeft niet te vergeten, dat hij, ondanks zijn lange en veelvuldige redevoerin gen, toch maar een enkeling is in de gemeente. Spr. protesteert er voorts tegen, dat de heer Biersteker hier den indruk maakt, alsof het College een politiek drijft van overvallen. Spr uit ernstige kritiek over het optre den zooals dat geschiedt door een der oudste leden en doet een beroep op den gemeenschapszin in den Raad om de voor stellen te aanvaarden. Huisduinen en de Wegen belasting. De Voorzitter zet nog enkele be weringen van den heer Biersteker recht. De heer Eylders vraagt naar de re denen die B. en W. hebben doen beslui ten ook thans geen Wegenbelasting in het is verheugend, dat van de zijde des heeren Van der Vaart is betoogd, dat men een crisispolitiek wil voeren. Gelukkig dat van Den Helder de vic torie komt, nu ook de soc.-dem. tot het inzicht zijn gekomen van een po litiek die rekening houdt met de tijds omstandigheden. Het is onjuist wat de heer Boogaard zeide, dat wij zouden terug willen naar den tijd van hooge belastingen. Als dat nu een argument is, dat tegen ons moet worden aangevoerd, waar blijven we dan? Het was inderdaad zoo dat toen de be lastingen hoog waren en het werd door het toenmalig College gekarakteriseerd als zouden wij topzwaar zijn met onze be lastingen. Spr. protesteert tegen de voor stelling van den heer Boogaard, het is een nietszeggende bewering. Spr. gaat niet in op de philippica van den heer Van Loo, spr. acht zich te hoog voor een debat met iemand, die spr. opzettelijke misleiding in de schoenen schuift. Ook uit dit betoog blijkt een schromelijk tekort aan ar gumenten. Het wordt dan een scheld partij. Dat was het betoog van den heer Van der Vaart niet. Spreker heeft even wel in den Raad geen onjuiste voorstel ling gegeven, alleen heeft hii de ver gissing gemaakt, die spr. aan het begin rectificeerde. Iets misleidends lag niet in spr. bedoeling. Wij willen ook medewer- jken aan de gemeentebelangen en de ver- j antwoordelijkheid dragen, maar wij moe ten dan een inzicht in den toestand heb ben, dat ons tot nog toe ontbreekt. Wii I weten óók niet wat zal worden gedaan als jwe nu 15.000 overhouden. I In dit complex van voorstellen is het de Wegenbelasting, die de meeste kritiek ont- Imoet. Er is geen enkele gedachte bij ons van 70.000.— vindt spr. al billijk als vergoeding. Zouden B. en W. niet willen overwegen binnenkamers na te gaan of niet een weg is te vinden om de begrooting sluitend te maken, vraagt spr., zonder het eene deel der bevolking onbillijk te belasten tegenover het andere? Reeds de heer Meyer wees op mo gelijke verlaging van afschrijvingen. Zou het inderdaad zoo erg zijn als we een jaar die afschrijvingen eens verminderden? Is niet over 1932 een meerdere afschrijving van f 630.000 op Gem.-werken geschied, waarvan op 1 Jan. 1933 nog f 541.000 beschik baar was? Spr. doet nogmaals een ernstig beroep op het College. Thans reeds wordt een meerdere op brengst uit de belastingen verwacht en over 1933 is ook die meevaller er nog. De Voorzitter: Die komt in minde ring van het verlies! De heer Biersteker: Ongetwijfeld, maar het is niet onlogisch die meerdere opbrengst voor 1934 in aftrek te brengen van de belastingen. De pensioenaftrek wordt noode aanvaard door ons. Maar ook dat is een gevolg van de tijdsomstandig- i heden. Het ware ons welkomer geweest I als een meer progressieve aftrek was ingevoerd. Thans komt men met een aftrek van jf 500, maar daarvan proflteeren alleen de grooten. Wij hebben er ons bij neer te leggen dat die mogelijkheid van pro gressie er niet is. Is het viel verstandig om het personeel in gemeente dienst blij te maken met een doode musch? Wij weten toch reeds goed dat binnenkort deze afir k imperatief wordt voorgeschre ven en dat er voor allen die onder de pensioenwet vallen, de aftrek zal wor den uithebreid tot 10 "/0? Dit wacht slechts op wijziging van de pensioenwet. Spr. fractie kan op dezen grond niet meedoen aan het gebaar 0:11 die f 500 af te trekken. Het is een voorstel van de organisaties zelf, zegt men, maar de Raad zal goed doen daarom er thans niet op integaan. Spr. heeft het zijne gezegd. Hij vleit zich niet iemand te hebben overtuigd. Al meermalen is het spr. gebleken dat dingen die in het waarachtig be- lanjj zijn der burgerij, vóór ze in den Raad komen al beslist zijn: de neu zen zijn al geteld. Dat is zoo jammer, ik zou zoo graag zien dat men eerst eens bet voor en tegen in den Raad overwoog. Spr. meent dat door der gelijke werkmethode, leder, tegen hun overtuiging instemmen. De heer Eijlders: Zij zijn den naam van raadslid dan onwaardig! De heer Biersteker: Wij hebben geen bepaalde richting, wij komen op voor ieders belang. De heer Van Loo heeft het uitvoerig betoog van den wethouder van financiën met genoegen gehoord. Hij heeft het keurig gedaanspr. kan er zich bij aan sluiten. Hij is in verschillende dingen met spr. meegegaan. Maar er waren nog enkele sprekers voor hem, o.a. de heer Tiessen, die volkomen gelijk heeft. De belastingen waren hoog, ook de wegen belasting vinden wij ellendig. Maar het kon niet anders. Het was de i geering zelf, die ons des tijds gelijk gaf tn bij monde van minister de Geer zeide, dat Den Helder wel aan den top stond met zijn belastingen. Daar stond de Raad dus buiten. De heer Tiessen schreef toen ellenlange artikelen in de Held. Crt. en adressen aan den Raad. De heer Tiessen: Niet ten onrechte De heer v. Loo: Neen, maar toen zat u niet in den Raad en wij wèlNimmer hebben wij evenwel waarschuwingen van de regeering gekregen over onze hooge belastingen Nu gaan we weer dien kant op, dat men wil trachten den Raad on mogelijk te maken door adressen aan de kroon te richten en op een duik bootachtige manier te ageeren. Men i heeft c- '"d gevangen. Men k„.i verschil van meening hebben. De heer Tiessen zegt de wegen- j belasting strijd met de democratie. Ja, elke nevenbelasting is dat. In den ge- heimen raad ging het gemoedelijk toe, maar spr. wist wel dat het in openbaren raad niet zoo gemoedelijk zou toe gaan.i We hebben toen gezegd we zullen ge zamenlijk trachten uit het moeras te komenieder zou zijn eigen politiek laten varen. We zaten er mee, er was een stemming in mineur. Wij hebben zelf ook onze zorgen, zoo goed als de bur-, gerij en wij voelen den moreelen druk waaronder wij leven. Eh het is zoo goed, dat er nu eens gezegd iswij hopen op 's Raads saamhoorigheid. Inplaats dat men daarvoor nu eens hulde brengt aan het College, werd erj op niet aardige manier over dat collegej gesproken, zelfs is de naam Beerta ge noemd, zooiets is willens en wetens mis leiding. Spr. is verbaasd, dat men bij een dergelijke taal als hier gehoord is, nog zoo kalm blijft. Is dat nu aankweeken van saamhoorigheid? „Helaas ontbreekt hier een regeerings- commissaris", wordt er nog bij gezegd. Zooiets irriteert, men kan daarbij niet kalm blijven. „De heer v Loo treedt agressief op," zegt men nu. Burgemeester Houwing zeide het zoo juist: „wij zijn een arbeidersraad, die getoond heeft de belangen van zijn inge zetenen naar beste weten te behartigen." j De raadsmeerderheid is dan ook altijd j eervol uit den strijd gekomen. Dinsdagavond heeft spr. de heeren Biersteker en Feenstra Kuiper aange-! vallen. Nu heeft men spr. beschuldigd op lawaaiachtige manierte keer te zijn gegaan. Zoolang als spr. in den Raad is, is hij nooit buiten de orde geweest en als ver- eenigingsman zoowel als raadslid weet hij zeer goed wat geoorloofd is of niet. Bovendien had de voorzitter hem dan wel tot de orde geroepen. Ik ben dus niet te keer gegaan op een manier zooals de heeren het voorstellen, zegt spr. Toen spr. Dinsdag in den Raad kwam, werd hem dit krantenartikel ouder de oogen geduwd. Spr. begreep er niets van, hij had het niet gelezen, het stuk was niet als ingezonden geplaatst, dus redactioneel voor verantwoordelijkheid der redactie. Toen spr. het las, begreep hij, dat het van niemand anders dan van een raadslid kon zijn. Deze B. is er niet voor uitge komen, al had de heer Feenstra Kuiper zich bijna vergist toen hij in plaats van B. Biersteker zeide. Het stuk van B. is misleidend en buiten de orde. Nu zijn de heeren Biersteker en Feenstra Kuiper boos, en vinden het antwoord van j den heer Eylders behoorlijker en de heer van der Vaart krijgt zelfs een pluimpje! Ja, de terugtocht moest op een behoorlijke manier worden gedekt. De heer Biersteker zelf is intusschen weggeloopeu. Deze heer is nu tot martelaar geworden. Intusschen is zijn vergissing nog niet in de krant gerectificeerd. Zoodra ik in de krant lees, dat de daar gegeven berekening een vergissing is geweest, zal ik mijn woorden jegens den heer B. in open baren raad terugnemen, niet eerder. Op dit oogenblik komt de heer Bier steker, die tijdens de rede de vergadering verlateu had, weer binnen, doch als hij merkt, dat de heer van Loo nog steeds aan het woord is, verdwijnt hij weer j onder hilariteit van den Raad. I De heer Van Loo (tot den heer Bier steker): Je kan nog wel een half uurtje wegblijven, want ik ben nog niet klaar! Voortgaande, zegt de heer Van Loo: Nu zegt de heer Biersteker: het lust |hem niet met zóó iemand als ik ben te debatteeren. Dit blijft natuurlijk voor zijn i rekening. Dat neemt niet weg, dat, als 'daar redenen voor zijn, ik den lieer Bier steker zal bestrijden. Ik heb hem niet beleedigdik heb alleen de persoon B. aangevallen uit de krant. Het was zuiver misleiding. Ook spr. heeft gegevens en als men nu 25 jaar deel uitmaakt van den Raad heeft men toch ook wel ervaring. En als men den heer Biersteker aanhoort en hem niet kent, zou je erin loopen en het allemaal gelcoveiL zoo mooi zegt hjj alles. Maar gelukkig heeft de heer Feenstra Kuiper zijn vriend uit den put gehaald'en gezegd: hy heeft zich vergist. Wat den Raad be treft is de aftocht dus gedekt. Blijft over de krantenschrijver B„ waaromtrent spr. zei dat het nonsens was. Dat blijft dus zoo. De heer Feenstra Kuiper wil zeker wel aantoonen in welk opzicht mijn be toog een scheldpartij was? Spr. had Dins dagavond geen gelegenheid de cijfers nader uittewerkeu, maar de heer v. d. Vaart heeft het nu gedaan en nu weet ik nog niet welke belasting de beste is. Is het de bedoeling van den heer Bier steker wel geweest de kleine luiden te helpen? Laat ons tezamen trachten de zorgen onder het oog te zien en te overwinnen, zegt de heer Biersteker. Maar dat moet dan toch niet met een dergelijken inzft van het debat. „Alleen wij zien het gemeentebelang goed," de heele raad ziet het dus ver keerd. Spr. protesteert daartegen. Ook wij hebben uren en uren lang erover ge sproken en gezocht naareen uitweg. Hoe we ook wikten en wogen, w e konden er niet uitkomen, zooals het thans gedaan wordt is het beste. Wij weten zeer goed wat het beteekent arm te zijn. Gelukkig heeft de Raad altijd aan de schrale beurzen gedacht. Als men wat bereiken wil. laat het dan op andere wijze zijn dan deze inzet, die warme hoofden en koude harten kweekt. Niet elkander beschuldigen en zeggen „ik alleen beoog de ware belangen en jelui niet." Dat is niet kameraadschappelijk. Aepiiek van den beer 8cb«e*- .elenhergcr De heer Sciioeffelenbereer brengt den heer v. Loo een enmpJimëïitje voor zijn betoog. Ik heb den indruK ge kregen, zegt spr., dat de Raad in deze homogeen is. Van de leden der diverse organisaties in den raad is niet uitslui tend naar voren gekomen het belang der organisaties. Spr. acht zich zedelijk verplicht ue be grooting pasklaar te maken, ofschoon spr. principieel tegen de 8l/s is. Als het G. O. zich ertegen verklaard had was spr. meegegaan daarmee. De soc. dem. maken nu de begroeting pasklaar met de loonen van de ambtena ren. De heer v. d. Vaart heft nu ook cri sisbelastingen tegen het principe der soc. dem. in. Als men als s. d. achter de be stuurstafel zit is men zijn principe kwijt. Men moet dan noodgedwongen om zijn eigen standje te redden burgerlijke prin cipes nakomen. Bij de alg. beschouwingen zal spr. hier nader op ingaan. Spr. verzet zich tegen de wegenbelasting, niet om dat hij een paar huizen bezit. Spr. heeft die een paar jaar geleden eigener bewe ging al verlaagd. Maar spr. heeft er al tijd tegen geprotesteerd. Als wij de 4400 eigenaars met 50 gaan belasten, wordt het op de huurders verhaald. De meesten hebben eigen bespaarde huisjes en val len ook deels onder de Fondsbelasting. Spr. zal dan ook tegen stemmen. Men had den moed moeten hebben hier een pro gressieve belasting naar het inkomen in te voeren, dat ware soc. demr»'"iotisch Dit zijn alle lapmiddelen. Pensioenbijdragen vindt spr. ook niet democratisch. Men had vooraf alle inkom sten moeten bezien en daarop dan deze belasting baseeren. Spr. doet een beroep op de raadsleden om de wegenbelasting niet aan te nemen. Het kan niet uitblij ven of het leidt tot huurpriisverhooging. De meening van den heer Van Ier Veer. De heer Van der Veer: in eerste instantie heb ik mijn gevoelens omtrent pensioenverhaal al duidelijk genoeg ken baar gemaakt. Het komt mij n.1. nu we bijna alle belastingen moeten verhoogen, niet meer als billijk voor om de loonen van het personeel zooveel mogelijk eerst in overeenstemming te brengen niet die van den belastingbetaler, en dan in de tweede plaats de belasting verhoogen. De heer Terra wilde zelfs nog verder gaan dan het eerste voorstel van B. en W. In dien de heer Terra hiervan een voorstel maakt, zal ik mij er voor verklaren, alleen de overtuiging dat het in den raad weinig bijval zal vinden, doet mij mijn eigen voorstel handhaven. N.1. Pensioen verhaal van 8ll, zonder aftrek van de eerste 500.van het salaris, daar be nevens 51/» tijdelijke korting van het salaris dat genoten wordt boven 3000. De 13.000 die hiervan verkregen wordt stel ik voor te benutten om te be steden om de wegenbelasting op het per centage te stellen van 8 in plaats van op 9. In deze ben ik het dus niet eens met den heer Feenstra Kuiper, die de geheele wegenbelasting wil laten vervallen. In de eerste plaats omdat ik het met die heeren eens ben die van oordeel zijn dat een te hooge opvoering van de gemeentefonds belasting het prestige van de gemeente aantast. In eerste instantie is door mij niet over de wegenbelasting gesproken, doch om dat mijn gevoelens in deze door de an dere sprekers nog niet naar voren zijn gebracht wensch ik dit thans nog even te doen. In de tweede plaats vind ik ge zien de Maatschappelijke verhoudingen een straatbelasting in dezen crisistijd ge- wenscht. Evengoed als ik van meening ben dat het rechtvaardig is om de loonen in over eenstemming te brengen, vind ik het niet meer als rechtvaardig, om het inkomen uit bezit eenigszins in evenwicht te bren gen. We kunnen gerust zeggen dat de huiseigenaar zoo goed als de eenige is, die zijn bezit nog niet ziet aangetast. Niet dat die menschen geen zorgen hebben,

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1934 | | pagina 11