Buitenlandsch Overzicht.
DIAMANT
HONIG'S JULIENNESOEP 6 borden voor 20 ets.
NIEUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA
Bak- en Braadvet
No. 7382 EERSTE BLAD
ZATERDAG 20 JANUARI 1934
62ste JAARGANG
Na de revolutie op Cuba.
De ontslagen bij de Marine
Voor ECHTE Geldersche Vleeschwaren
J. J. v d. Plaat, Spoorstraat 53.
Voorontwerp -automaten-
wet.
Gunstige regeling om
onjuiste belanstingaangifte
te verbeteren.
DfE ELLENDIGE RUGPIJN
Liefde in de Wildernis
HELE CHE COURANT
Abonnement per 3 maanden bij vooruitbet.: Heldersche Courant fl.50; voor
Koegras, Anna Paulowna, Breezand, Wieringenen Texel f 1.65;binnen-
land f 2.- Nederl. Oost- en West-Jndië per zeepost t 2.J0, idem per
mail en overige landen f 3.20 Losse nos. 4ct.;fr.p.p 6ct. Zondagsblad
resp f 0.50 f 0.70, f 0.70.M.- Modeblad resp. f 1.20, f 1.50, f 1.50, 11.70
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag.
Redacteur: P. C. DE BOER.
Uitgave N.V. Drukkerij v/h C. DE BOER Jr.
Bureau: Koningstraat 7fc - Telefoon: 50 en 412
Post-Girorekening No. 16066.
ADVERTENTIËN:
20 ct. per regel (galjard). Ingez. meded (kolombreedte als redaction.
tekst) dubbele prijs. Kleine advertentiën (gevraagd, te koop, te huur)
bij vooruitbetaling 10 ct. per regel, min. 40 ct.; bij niet-contante be
taling 15 ct. per regel, min. 60ct. (Adres Bureau van dit blad en met
brieven onder no.: 10 ct. per advertentie extra). Bewijsnummers 4 ct.
Rechtsverkrachting in Duitschlandde drie Buigaren nog niet
op vrije voeten. De vernieling van de geestelijke vrijheid
alles onder één vaandel. Duitschland en de Saarkwestie.
RechtS'
verkrachting
in Duitschland
In ons vorig num
mer hebben we een
bericht opgenomen
over het bezoek van
de moeder van Dimi-
trof op het ministerie
van buitenlandsche zaken te Berlijn, om
inlichtingen te vragen over het lot van
haar zoon. Het resultaat van dit bezoek
was verre van bevredigend, want zij
kreeg le hooren, dat haar zoon waar
schijnlijk nog langen tijd gevangen zon
blijven. De wereld heeft hier schande
over geroepen. En terecht, het is een ver
krachting van alle rechtsgevoelens. Toen
de onschuld van Dimitrof en de 2 andere
Bulgaren duidelijk aan het licht gekomen
was, voor wat betreft het feit, waarvoor
ze terecht stonden, had Duitschland het
drietal oogenblikkelijk in vrijheid moeten
stellen. Maar het Duitschland van heden
vraagt niet wat recht is, het handelt naar
eigen doeddunken en wanneer het vreest
dat Dimitrof een felle bestrijder zal wor
den van het huidige stelsel, dan laat het
hem rustig zitten in zijn cel, doch ver
geet dat dit tevens den felsten tegenstand
zal uitlokken tegen het bestaande regime.
De N. R. Crt. schreef Donderdagavond
In een overzicht:
Duitschland heeft een lichtvaardig
spel gespeeld met Dimitrof, en in
ieder opzicht verloren. Het had hem,
toen het hem oppakte, volgens het
gemeene recht, gevoelig kunnen
straffen. Wat hij zelf voor het rijks
gerechtshof verteld heeft over zijn
leven en werken te Berlijn, zou voor
een Duitscher op het oogenblik voor-
vele jaren gevangenis voldoende zijn
geweest. Berlijn heeft echter „naar
hooger" met hem gestreefd, en zich,
door hetjuislukken van dit experi
ment, gruwelijk in het ongelijk ge
steld. Het heeft zelf, door de licht
vaardige vervolging wegens een hals
misdaad, zijn werkelijke vergrijpen,
zelfs in Duitsche oogen, tot bagatellen
gemaakt. Het heeft de consequenties
daarvan te aanvaarden, wil het Dimi
trof niet in de gelegenheid stellen tot
nog veel grooter schade voor het aan
zien van Duitschland te worden.
Duitschland heeft verloren, en het
heeft geen betere keus dan dit verlies te
Jiquideeren, door Dimitrof uit het land
te zetten, d.w.z. naar Moskou te laten
vertrekken. Nergens ter wereld is hij on
schadelijker zoowel als communistisch
propagandist als voor Duitschland zelf.
Te Moskou kan hij communisme predi
ken voor communisten en voor al dan
niet vrijwillige volgelingen van commu
nisten. Zet men hem voor de radio, dan
zal zijn aantrekkingskracht voor de rest
van de menschheid snel vervlogen zijn.
De Duitsche regeering heeft slag op
slag tegen Dimitrof verloren, zegt het
blad elders, en het eenige wat haar over-1
blijft is, daar nu een streep onder te
zetten.
Ook in Engeland en andere landen
ageert men met krachtige pleidooien aan
het adres van de Duitsche regeering om
de drie vrijgesproken Bulgaren thans on-
\ervijkl vrij te laten.
als superieur voorgetrokken. Op straat
en onder het spel worden de jongens,
die nog deel uitmaken van een Katli.
Jeugdbond, als minderwaardig terzijde
geschoven. Het komt meermalen voor,
dat een jongen uit een confessioneelen
jeugdbond huilend thuiskomt met een
bedrukt minderwaardigheidsgevoel. Kin
deren kunnen hart en fanatiek zijn.
Op een brallerige manier worden de
katholieke jongens gevoelig gemaakt
voor het bloed, dat zooveel Hitler-knapen
voor den Führer, volk en vaderland ver
goten hebben. Dat bloed roept om eer
herstel en de geslagen wonden moet de
jeugd van heden helen. De jongens wor
den aangespoord de confessioneele bon
den te verlaten en zoo noodig deszelfs
leiders (misleiders heet het) in het ge
zicht te slaan.
Alles onder
één vaandel
Duitschland
en de
Saarkwestie
45 ets p. pond - 22', ets p. half pond
Depot Den Helder
M. A. GRUNWALD
Wij schreven in
ons vorig overzicht
van een studiereis,
die een redacteur van
de Nieuwe Koerier
(R.K.), door Duitschland heeft gemaakt,
om de positie van het Katholieke gemeen
schapsleven na te gaan. Uit een van de
artikelen namen we een passage over. De
interessante artikelenreeks is vervolgd en
wij vinden ook in de vervolgartikelen
eenige passages, die typeerend zijn voor
liet tegenwoordige Duitschland en waar
in opnieuw scherp wordt belicht dat er
van geesteijke vrijheid geen sprake
meer is.
Zoo schrijft hij b.v. over de nieuwe
Duitsche geloofsbeweging o.m.:
Voor de verwezenlijking der nat.-socih-
listische idee op alle gebieden des levens
zijn uiterlijke organisaties en dwangme- i
thodes niet voldoende. Dat voelen leiders
als een Baldus van Schirach ook. Daarom 1
is het streven er op gericht, de oude
christelijke levensbeschouwing te ver
nietigen en daarvoor in de plaats te stel
len „der neue deutsche Glaube".
Alseerste vraag rijst nu: waarom ge-
looven deze lieden. De meesten hunner
gelooven aan een God, een Almacht.
Maar niet aan een God, die de Vader is
van een Goddelijken Zoon Jezus Christus
en met Hem de oorsprong van den Heili
gen Geest, Zij gelooven op z'n minst aan
een Almacht, zooals per saldo ook de hei
denen aan een Godheid gelooven. Men
kan hierin zien een afstraling der open
baring, maar dat neemt niet weg dat er
nimmer een compromis gesloten kan
worden tusschen Christenen en Deutsch-
geloovigen.
Duizenden z.g. vernieuwde en „ricli-
tige Duitschers" hebben zich in een
Germaansch religieuze stemming aan
een onbekenden God overgegeven.
En over de vereeniging der Duitsche
jeugd, naar men weet zijn de nationaal- j
socialisten ijverig bezig om de Duitsche
jeugd in één naar Hitier genoemden
bond te vereenigen, heet het:
In zijn actie voor de Duitsche jeugd,
schroomt een leider als Baldur von Schi
rach niet, om alle middelen aan te wen
den. De geuniformde Hitier-jugend wordt
Duitschland heeft
geweigerd, zooals men
weet uit een bericht
in ons vorig nummer,
om deel te nemen aan
de besprekingen te
Genève over het Saargebied. Een offi
cieus Duitsch commentaar op de nota
waarin Duitschland deze weigering be
kend maakt, behelst o.a. dat de Duitsche
regeering eventueel niet zou weigeren
zitting te nemen in een commissie, die in
het Saargebied de wijze van stemming
zou vaststellen, mits ook Frankrijk in die
commissie is vertegenwoordigd. Duitsch
land zou dan niet als lid van den raad,
doch slechts als belanghebbende partij
medewerken.
De Londensche corr. van de N. R. Crt.
telfoneerde Donderdagochtend aan zijn
blad:
In een artikel over de eenige verstan
dige Saai-politiek verklaart de Daily Te-
legraph zich zonder voorbehoud tegen
het geopperde denkbeeld, dat de stem
ming over dit gebied uitgesteld zal wor
den tot 1940 of zelfs later. Hoewel het
blad inziet, dat de nazi's velen in het
Saargebied bang hebben gemaakt voor
represaillemaatregelen, zegt het, niet te
kunnen inzien, hoe de Raad van den
Volkenbond mogelijkerwijze in dit ver
zoek zou kunnen treden.
De Daily Mail schrijft, volgens
Reuter, dat de weigering van Duitsch
land een nieuwe slag is voor den
Volkenbond.
De Britsche regeering moet voor
zichtig zijn en het is te betreuren, dat
zij de herkiezing van Knox heeft
toegelaten. Engeland heeft geen
groote belangen in het Saargebied
en het zou beter zijn geweest indien
de Britsche commissaris terugge
trokken was.
De Volkenbondsraad, zou, naar Reu
ter meldde, gisteren Knox, den president
der regeeringscommissie voor het Saar
gebied hooren. Men weet, dat de Raad
zich in deze zitting niet heeft uit te spre
ken over de veiligheidsmaatregelen,
welke voor en tijdens de volksstemming
van 1935 noodig worden geacht. Zijn taak
is thans slechts van gedachten te wisse
len over de voorbereiding dier volkSr
stemming.
Nieuwe stakingen.
In het nr. van Donderdag hadden wij
het bericht dat de „kolonel" Batista zich
wederom van het gezag had meester ge
waakt. Thans komt weer tijding uit Cuba,
dat er bij de posterijen en de telegrafie
stakingen zijn uitgebroken. De eisch dei-
ontevredenen is, dat Batista zal aftreden.
De nieuwe troebelen. President
Hevia afgetreden.
In Cuba is de staat van beleg afgekon
digd. President Hevia is afgetreden en
kolonel Carlos Mendieta, de leider van de
oppositie, heeft het presidentschap aan
vaard. Mendieta wordt gesteund door
sterke politieke partijen en door leger en
vloot.
Vijftien Amerikaansche oorlogssche
pen liggen in de jCubaansche wateren ge
reed om 300 mariniers aan wal te zetten,
I zoodra dit noodig is ter bescherming van
leven en eigendommen van de Ameri
kaansche staatsburgers op Cuba.
haling der overtreding binnen twee jaren
sedert vroegere veroordeeling, kan hech
tenis van ten hoogste twaalf dagen of
geldboete van ten hoogste 50 worden
opgelegd.
De titel van de nieuwe wet zou luiden:
„Verkoopautomaten-wet".
Uitspraak Centrale Raad van Beroep.
Comestibles - Delicatessen. Telefoon 420.
Wat de automaat mag verstrekken.
De Tel. publiceert enkele bepalingen
uit een voor-ontwerp van wet betreffende
den verkoop door middel van automaten,
i Van bijzonder gewicht voor den win
kelstand zijn de artikelen 4 en 5 der ont
worpen wettelijke bepalingen. Zij luiden:
Het is verboden door middel van
een verkoop-automaat andere voor-
werpen of stoffen aan het publiek te
verkoopen dan zoodanige, als in den
-winkel, waarbij de automaat behoort,
aan het publiek in het klein plegen
verkocht te worden.
Het is verboden een verkoop-automaat
bij te vullen gedurende den tijd dat de
winkel, wearbij hij behoort, ingevolge de
bepalingen der Winkelsluitingswet of
van een krachtens die wet geldende ver
ordening voor het publiek gesloten moet
zijn.
Alle verkoopautomaten, met uitzonde
ring van die geplaatst in hotels, etc. moe
ten zoodanig zijn geplaatst, dat de bij
vulling daarvan uitsluitend op van den
openbaren weg af gemakkelijk zichtbare
wijze kan geschieden. Ook voor de auto
maten in hotels, restaurants koffiehui
zen en daarbij behoorende open riumten
moet de bijvulling gemakkelijk te zien
zyn.
Bij de strafbepaling voor overtreding
der wet spreekt het voorontwerp van een
hechtenis van ten hoogste zes dagen of
geldboete van ten hoogste 25. Bij her
De Centrale Raad van Beroep heeft
Woensdag uitspraak gedaan in de
zaak betreffende de tien ontslagen
marinemannen en hun beroepen on
gegrond verklaard. De marineman
nen zjjn door deze uitspraak, in
hoogste instantie derhalve, in het on
gelijk gesteld. Hun ontslag gaat dus
door.
Zooals men zich herinneren zal, waren
deze mannen allen wegens ongeschikt
heid ontslagen. Zij werden n.L niet meer
betrouwbaar geacht en niet meer ge
schikt voor den dienst. Daarop zijn zij
bij den Centralen Raad van Beroep in be
roep gegaan. Op 19 October van het
vorig jaar heeft de Centrale Raad een
nader onderzoek gelast, daar de Raad
niet over voldoende gegevens beschikte.
Op 27 December j.1. diende de zaak voor
den Centralen Raad van Beroep te
Utrecht, waarbij mr. L. A. Donkers te
Rotterdam voor de marinemannen als
pleiter optrad, ten einde te trachten hun
ontslagen ongedaan te maken. Thans
echter is uitspraak in hoogste instantie
gedaan. (Tel.)
vervolging tegen hen zal worden inge
steld.
De minister van financiën heeft echter
gemeend, nog voor éénmaal de gelegen
heid te moeten geven om, onder zoo wei
nig mogelijk bezwarende omstandighe
den, onjuiste aangiften te verbeteren.
Van allen, die in het verleden on- -
juiste aangiften mochten hebben ge
daan en hun fout vóór 1 Maart 1934
herstellen door van de ontduiking
mededeeling te doen aan den Inspec
teur, zal niet meer worden gevorderd,
dan de enkelvoudige belasting over
het belastingjaar of de belasting
jaren, waarvoor de aangifte onjuist
is geweest.
Daarbij zal niet verder worden terug
gegaan dan tot het belastingjaar 1931/32.
Heffing van verhooging blijft dus achter
wege, terwijl strafvervolging niet zal wor
den ingesteld. Dit zal ook het geval zijn,
indien op het tijdstip, waarop de mede
deeling van de ontduiking wordt gedaan,
de Inspecteur de onjuistheid van de aan
gifte reeds vermoedde of op 't spoor mocht
zijn gekomen en den belastingplichtige
tot het verstrekken van inlichtingen of
tot het geven van inzage van boeken en
bescheiden mocht hebben uitgenoodigd
en zelfs ook dan, indien de verbetering
een aangifte van een overledene zon be
treffen, en de onjuistheid uit een in te
dienen successiememorie aan het licht
zou komen. Men vestigt er echter
drukkelijk aandacht op, dat
Naar de N. R. Crt. van bevoegde zijde
verneemt, heeft de minister van finan
ciën aan de inspecteurs der belastingen
medegedeeld, dat alle aanschrijvingen
worden ingetrokken, waarbij hun werd
opgedragen een tegemoetkomende hou
ding aan te nemen tegenover personen,
die de belastingadministratie met de door
hen begane ontduikingen van inkom
stenbelasting en van vermogensbelasting
geheel uit eigen beweging in kennis stel
len. Dit vindt zijn grond hierin, dat bij
de uitvoering van de reeds tot stand ge
komen of in uitzicht gestelde nieuwe be
lastingen (b.v. omzetbelastng, naar het
vermogen van instellingen van de doode
hand) gegevens ter kennis van de belas
ting-administratie .zullen komen, die
dienstbaar zullen worden gemaakt aan de
controle van de aangiften, voor de be
lastingen naar het inkomen en vermogen.
Deze controle kan voor hen, die in het
verleden onjuiste aangifte van hun in
komen of vermogen hebben gedaan en
die de tot nu toe geboden gelegenheid om
hun aangiften „vrijwillig" te verbeteren,
ongebruikt lieten voorbij gaan, ernstige
gevolgen hebben. Niet alleen zal bij ont
dekking van de fraude de te weinig ge
heven belasting met viervoudige ver
hooging worden nagevorderd, maar bo
vendien loopen zij de kans, dat een straf-
Wanneer gij 's morgens bil het opstaan
gekweld wordt door pijn in uw rug, welke
onuitstaanbaar is bij bukken, bij de ge
ringste inspanning en die u steeds on
dragelijke last veroorzaakt bij uw dage-
lijksch werk, toont dit aan, dat de onzui
verheden niet voldoende uit uw bloed ge
filtreerd worden. Vooral ook als zich
daarnevens verschijnselen vertoonen, als
voortdurende hoofdpijn, duizeligheid,
wallen onder de oogen, een afgemat ge
voel, enz. De organen, wier taak het is
om het bloed te zuiveren van de erin
voorkomende afvalstoffen, werken traag
of zijn verzwakt, en verwaarloozing van
deze verschijnselen kan voeren tot zeer
r.ngewenschte verwikkelingen.
Komt uw organen te hulp bij de
eerste waarschuwende kenteekenen, dat
zij niet in orde zijn.
Foster's Rugpijn Nieren Pillen zijn een
speciaal middel voor bovengenoemde
kwalen. Zij zijn wetenschappelijk samen
gesteld en beoogen slechts één doel: het
opwekken tot gezonde werking der or
ganen, die zorg dragen dat uw bloed
voortdurend goed gefiltreerd wordt en
die de onzuiverheden eruit afvoeren. En
dat zij inderdaad volkomen voldoen aan
de eraan gestelde verwachtingen, toonen
de duizenden getuigschriften uit alle dee-
len der wereld van dankbare personen,
die hun gezondheid herkregen met be
hulp van Foster's Rugpijn Nieren Pillen.
Verkrijgbaar
bij apothe
kers en dro
gisten af 1.-
f 1.75 en f3.-
per doos. Let
vooral op den
juisten naam.
SJGPUNf
Nieren
petia-Eul,
Feu 111 eto n
Naar het Engelsch
van
Ottwell Binns
32)
„Wat is er?" vroeg ze snel.
„Er is buiten iemand," antwoordde hij.
„Ik hoorde het trillende geluid van een
gespannen boog en het gesuis van een
pijl over mijn hoofd. Iemand mikte op
me.aha, daar heb ik hem!"
Stane wees naar den wand van de hut,
waar een pijl in stak, die nog trilde. Hij
ging naar den muur, trok den pijl eruit
en bekeek hem. Hij had een ivoren punt
en moest met veel kracht afgeschoten
zijn. Het meisje keek er naar met oogen,
die geen vrees verrieden, al was ze bleek
geworden.
„Een Indiaan!" zei ze.
„Ja." antwoordde hij. „En meer dan
één, denk ik. Dat vossengeblaf was een
signaal. Zonder twijfel beduidde het dat
wij terugkeerden."
„Wat zullen we doen?" vroeg Helen
rustig.
„Doen!" antwoordde hü met een kort
lachje. „We zullen gaan eten en afwach
ten.'wat gebeuren zal. We kunnen niet
anders doen. We moeten wachten tot het
Jicht wordt en dan kunnen we misschien
Iets naders te weten komen."
Helen knikte. „Ja, ik geloof ook. dat er
niets anders op zit, en een vijand bui
ten is nog geen reden om binnen te ver
hongeren."
Kalm, alsof de vijandige Indianen een
„Dat zal noodzakelijk zijn, denk ik. Ze
waren, ging ze verder den maaltijd be
reiden, terwijl Stane een deken voor het
venster hing, dat het eenige zwakke
punt van de hut was. Dit versterkte hij
met het deksel van een koffer, waar de
eigenaar der hut een bank van had ge
maakt en toen hij klaar was, stond het
maal gereed. Toen ze zich aan de tafel
zetten, lachte het meisje plotseling.
„Ik veronderstel, dat we in staat van
beleg zijn."
„Ik weet het niet, maar het zou me
niets veronderen. Het is heel waarschijn
lijk."
„Ik voel me bepaald opgewonden," zei
ze. „Denkt u, dat we moeten vechten?"
„Dat hangt er van af. wat de plannen
van onze vrienden buiten zijn. We moe
ten in ieder geval op onze hoede zijn."
„U bedoelt, dat we de wacht moeten
houden?"
„Dat zal noodzakelijk zijn, denk ik.
kunnen probeeren de hut te bestormen,
al lijkt me dat niet waarschijnlijk. Ze is
nogal sterk gebouwd."
„Waarom zouden Indianen ons aan
vallen?"
„Ik weet het niet. Ze vinden misschien
dat we inbreuk maken op de jachtrech-
ten."
„Misschien is deze vijandigheid de re
den, dat de eigenaar van de hut niet
terugkeert."
„Mogelijk. Dit is een goed jachtterrein;
maar hij heeft misschien ondervonden,
dat de bnit het risico niet waard is."
„Ja!" antwoordde Helen, en na een
oogenblik vroeg ze: „Denkt u, dat die
Indianen aan den anderen kant van het
meer er iets mee te maken hebben?"
„Daar is veel kans op, het is zelfs
hoogst waarschijnlijk. Ik heb het niet be
grepen op dat oude opperhoofd. Er was
een sluwe uitdrukking in zijn oogen en
het is heel goed mogelijk, dat hij ons bel
den zoowel als Anderton uit den weg wil
ruimen. De geheimzinnige bezoekers en
de man vanochtend in het bosch schnij-
nen niet veel goeds te voorspellen.
„Maar gaan we dan vechten?"
„Natuurlijk, als zij gaan vechten, zullen
wij het ook doen ,al hoop ik om uwentwil
dat het niet noodig zal zijn."
„O, denk maar niet aan mij," luidde het
vroolijke antwoord. „Eigenlijk zou ik zoo
een vechtpartij wel aardig vinden."
Stane keek haar met onverholen be
wondering aan. „Ik weet, dat u niet hang
zult zijn," zei hij, „en als Anderton er
door komt, kan het niet lang duren, voor
we hulp krijgen. Ook moeten we er aan
denken, dat we ons misschien onnoodig
verontrusten. Dat," hij wees in de rich
ting van den niil. „kan ook wel alleen
maar een moedwillige gril zijn van den
een of anderen jager, die ons een schrik
wou aanjagen."
„Maar dat gelooft u niet?" vroeg He
len, terwij] ze naar zijn ernstig gezicht
keek.
„Wel...." begon hij, maar het meisje
viel hem in de rede.
„U gelooft het niet," riep ze uit. „Ik
weet zeker, dat u het niet gelooft. U
hebt al toegegeven, dat u denkt, dat de
j toestand ernstig is, net als ik, al beweer
ik niet iets van Indianen af te weten. In
een toestand als deze is de waarheid het
|best en ik weet, beiden weten we, dat er
reden tot ongerustheid bestaat. Is het
niet zoo?"
„Ja," gaf hij toe, „we kunnen niet te
voorzichtig zijn."
„Zeg me dan, wat er gedaan moet wor
den," zei ze verwijtend, „en behandel me
niet als een klein kind."
Hij dacht eenigen tijd na en antwoord
de toen: „We moeten waken, den heelen
nacht door. Niet dat ik een aanval ver
wacht. De Indianen in het noorden zijn
buitengewoon geduldig. Ze zullen een
geduld-spelletje gaan spelen en ten
slotte een onverwachten aanval wagen.
Ze zullen begrijpen, dat we nu op onze
hoede zijn en het zou me niet verwonde
ren als ze op het oogenblik geheel ver
dwenen waren."
„Gelooft u dat heusch?"
„Op mijn woord van eer."
„Dan hebben we op het oogenblik niets
te duchten."
„Neen. Dat denk ik tenminste niet en
u kunt met een gerust hart naar bed
gaan."
...laar bed!" lachte het meisje. „Denkt
u dan, dat ik naar bed kan gaan, als mijn
hart bijna barst van opwinding? Ik zal
eerst de wacht houden, misschien dat ik
daarna moe en vervelend genoeg zal zijn
om te gaan slapen."
Stane glimlachte over haar woorden en
zijn oogen glinsterden van bewondering,
maar wat zij opperde strookte geheel met
zijn eigen plannen en hij liet haar be
gaan, legde zich op zijn bed van dennen-
takken en deed na eenigen tijd of hij
sliep. Van waar hij lag, kon hij het ge
zicht van het meisje zien, terwijl ze zat,
beschenen door den gloed van het vuur.
Er lag een peinzende, nadenkende uit
drukking op, maar niet het minste teeken
van vrees en hij wist, dat haar moedig
i optreden geen schijn was. maar dat het
den frisschen moed van haar hart ver
ried.
Helen dacht aan het gezicht van Mis-
kodeed, zooals ze dat het laatst gezien
had, toen ze van het kamp naar het meer
liepen. Ze had de liefde er op gelezen
voor den man, die haar metgezel was en
in de donkere, wilde oogen had ze de ja-
loerschheid van een ongebreidelde na
tuur gezien. En terwijl ze daar zat in den
gloed van de kachel, voelde ze een vijan
dig gevoel in zich opkomen tegen dit
zeldzame kind van de wildernis, dat het
waagde den man lief te hebben, dien zii
zelve liefhad. Ze begreep, uit de gevoe
lens, die ze zelf koesterde, hoe de hou
ding van het Indiaansche meisje tegen
over haar zelf moest zijn en was ge
neigd de vijandschap, die zich zooeven
geopenbaard had, daaraan toe te schrij
ven. Ze wist zeker, dat het meisje eens
in de nabijheid der hut geweest was. Mis
schien was ze weer teruggekomen, waar
schijnlijk langs een korter pad door de
bosschen en had zij den boog gespannen
en den pijl afgeschoten, die hun angstige
voorgevoelens had opgewekt. Maar, waar
om was dan de pijl gericht op haar mak
ker en niet op haar zelf?
Dat kon ze niet begrijpen en na eenigen
tijd dwaalden haar gedachten naar het
verhaal, dat Stane aan Anderton gedaan
had, en het verhaal van den vervalschten
wissel, dat deze laatste gedaan had.
Samen gaven die twee volstrekte zeker-
jheid. Wat een man eens misdaan had, kon
hij ook ten tweeden male doen en terwij)
ze hoe langer hoe meer overtuigd werd
van Gerald Amley's schuld, was ze er
zeker van, dat hij de drijvende kracht was
geweest, die haar metgezel had laten ont
voeren van Fort Malsun. Hij had niet ver
wacht Hubert Stane te ontmoeten en toen
deze laatste hem om een onderhoud ver
zocht had, was hij angstig geworden en
had in zijn vreps zijn ontvoering bewerk
stelligd. Amley hield van haar, maar nu,
al was hij de laatste man die in de wereld
over was, zou ze nooit.
Een beweging onderbrak haar over
peinzingen en ze keerde zich half om,
toen Stane van zijn bed opstond.
„Hebt u niets gehoord?" vroeg hij.
„Niets," antwoordde ze.
„Dan zal ik u aflossen, juffrouw Yarde-
ly; gaat u nu liggen en slapen."
„Ik zal gaan liggen", zei ze met een
lachje, „maar ik ben bang, dat slapen nog
iets anders zal zijn. Mijn geest is te hard
aan het werk!"
„U kunt het in ieder geval probeeren,"
zei hij. „Ik zal u roepen, zoodra zich iets
onverwachts voor doet."
„Belooft u dat?" vroeg ze. „Ik zou
niets willen missen van wat er gebeurt,
voor geen geld van de wereld!"
„Ik beloof het," antwoordde hij met een
glimlach. „Al hoop ik van harte, dat er
geen reden zal zijn om mijn belofte te
houden."
„Ik ben er lang niet zeker van, dat ik
dat ook hoop," zei Helen lachend en trok
zich gehoorzaam terug naar haar slaap
plaats.
(Wordt vervolgd).