Buitenlandsch Overzicht. HONSG'S VERMfCELLSSOEP 6 borden voor 15 ets. NIEUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA BINNENLAND De gemeentefinanciën over 1932. No. 7384 EERSTE BLAD DONDERDAG 25 JANUARI 1934 62ste JAARGANG Voor ECHTE Geldersche Vleeschwaren J J. v d. Plaat, Spoorstraat 53, Hitier over het toekomstige werk. De Amerikaansche vloot. De V.A RA. gestraft Duitsch-Nederlandsch transfer-verdrag. Onderhandelingen tusschen Nederland en Japan. Liefde in de Wildernis Abonnement per 3 maanden bij vooruitbet.: Heldersche Courant fl.60; voor Koegras, Anna Paulowna, Breezand, Wieringenen Texel f 1.(55binnen land f 2.-Nederl. Oost- en West-lndië per zeepost 1 2.10, .dem per mail en overige landen f3.20 Losse m s. 4ct.fr.p.p 6ct. Zondagsblad resp f 0.50 f 0.70. f O.TO.fl.- Modeblad resp. f 1.20, f 1.50, f 1X0, 11.70 Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag. Redacteur: P. C; DE BOER. Uitgave N.V Drukkerij v/b C. DE BOER Jr. Bureau: Koningstraat 78 Telefoon: 50 en 412 Post-Girorekening No. 16066. ADVERTENTIËN: 20 ct. per regel (galjard). Ingez. meded (kolombreedte als redaction. tekst) dubbele prijs. Kleine advertentiën (gevraagd, te koop, te huur) bij vooruitbetaling 10 ct. per regel, min. 40 ct.; bij niet-contante be taling 15 ct. per regel, min. 60 ct. (Adres Bureau van dit blad en met brieven onder no.10 ct. per advertentie extra). Bewijsnummers 4 ct. Een officieus Fransch commentaar op het Duitsche antwoord aan Frankrijk. Het resultaat van de conferentie der Kleine Entente - Een politiek chaotische toestand in Japan. Het ontwapeningS' vraagstuk Officieel is er nog niet veel losgekomen over het Duitsche ant woord op het Fran- sche memorandum. Reuter geeft nu een officieus commentaar uit Parijs, dat van genoeg belang is om er een en ander uit over te nemen. In antwoord op het Fransehe memoran dum inzake ontwapening, bepleit de Duitsche rijksregeering onverwijlde ge lijkstelling van legersterkten en oorlogs materiaal, terwijl zij zich bereid verklaart om ingeval van een algemeene overeen komst, de offensieve wapens, waarvan zij het recht om ze te bezitten, opeischt, in hetzelfde tempo te vernietigen als de an dere mogendheden. Deze eischen zijn niet bemoedigend voor den uitslag van de besprekingen, die Frankrijk heeft ingeleid met voorstellen, welke o.a. het aanbod inhouden, zijn luchtvloot tot de helft te verminderen. Voorts heeft Frankrijk in zijn memoran dum zorgvuldig elke uitdrukking, als „proeftijd, die de gevoeligheid van de Duitsche regeering zou kunnen wekken, vermeden. Niettemin zal de Fransehe regeering het Duitsche antwoord nauwgezet en in den geest van ruim begrip onderzoeken. Haar antwoord in Duitschland kan tegen het einde van deze maand worden tege moet gezien. Het is niet onmogelijk, dat de Fran sehe regeering zich genoodzaakt zal zien, Henderson mee te deelen, dat de methode van rechtstreeksehe besprekingen helaas niet de gehoopte uitkomsten heeft op geleverd en dat ter vergadering te Lon den op 10 Februari van het Kleine Bu reau der ontwapeningssconferentie het denkbeeld van Simon weer opduikt om een beeenkomst te Parijs te beleggen van vertegenwoordigers van Duitschland, Frankrijk, Engeland en Italië. Dit denk beeld lijkt echter in Fransehe kringen niet veel steun te vinden. In elk geval schijnt de halsstarrige houding van Duitschland de hoop op een aanzienlijke ontwapening te zul len verijdelen. Indien een algemeene ontwapenings conventie toch nog tot stand mocht ko men, zou zij zich naar men hier ge looft moeten beperken tot een over eenkomst om de bewapeningen op het huidige peil te houden (het denkbeeld van Benesj), en bepalen dat de ondertee kenaars hun vrijheid zouden terugkrijgen ingeval een hunner zich mocht gaan her wapenen. Interessant is ook wat de voorzitter van de commissie van buitenlandsche za ken uit den Franschen Senaat, senator Bérenger, in een artikel in een der Pa- rijsche financieele bladen geschreven heeft. Hij zegt o.m.: Op het oogenblik was de positie van Frankrijk zoo, dat een herbewapening van Duitschland ernstig onder de oogen moest worden gezien. De vredesbetuigin- gen van de Nazi-regeering waren slechts export-artikelen ter bewerking van de openbare meening in het buitenland maar zij werden niet aangevuld door vredes artikelen in de Duitsche bladen, noch door de vredelievende gezindheid van het Duitsche volk. Integendeel werd aller- wege in Duitschland de kreet om meer bewapening vernomen, die dan in het meerfatsoenlijke geluid van de eer des vaderlands en het beginsel van rechts gelijkheid gecamoufleerd werd, maar het streven van bet Duitsche volk ging uit naar volkomen vrijheid van herbewape ning- Onder deze omstandigheden zou Frankrijk nooit een soort controle op die herbewapening kunnen ontberen. De conferentie der Kleine Entente Van de besluiten, welke in de raad der Kleine Entente zijn genomen, worden die betreffende Rusland en het punt der eco nomische toenadering der drie staten het drukst besproken, daar zij de meeste kans op concrete resultaten geven, schrijft de corr. van de N. R. Crt. De kwestie der normaliseering van de betrekkingen met Rusland zal voor de drie staten uniform worden geregeld. Er worden ook in deze tus schen de Kleine Entente-staten en Rusland reeds onderhandelingen ge voerd. Onjuist worden echter de be richten genoemd, die van een gemecn- schappelijken diploinatieken vertegen woordiger in Moskou gewagen. In het bijzonder, van Roemeensche zijde legt men er den nadruk op, dat de jongste verklaing van Molotof, volgens welke Rusland voortaan den Volkenbond als waarborg voor den vrede ondersteunen wil, een zeer gunstigen indruk hebben uitgeoefend op de genomen besluiten. Volgens de Pravda zal de Kleine En tente naar het voorbeeld van Frankrijk vooreerst haar handelsbetrekkingen met Rusland regelen; daarbij daarbij zal ter dege rekening worden gehouden met de overstrooming der Europeesche markten door Japanscb e goederen, wat den oeeo- nomischen toestand in Europa op den duur nog zou kunnen verergeren. De tee kenen van goedkeuring, die de raad aan de besluiten der oeconomische Kleine Entente heeft gehecht, welke deze laat ste op de conferentie te Praag heeft ge nomen ligt daarin, dat de resoluties de conferentie, welke in werkelijkheid niets anders waren dan de in wénsch-vorm uit gedrukte programma-punten, thans om zoo te zeggen in een hoogere instantie komen en dat nu de drie ministerraden zich ermee zullen bezig houden. Comeslibles - Delicatessen. Telefoon 420. De strekking van zijn rede vat Hi- rota dan ook samen, door zelf te con- stateeren dat „vele en ernstige vraagstukken zich in de toekomst zul len voordoen inzake onze betrekkin gen met het buitenland". Daarop laat hjj dan de even openhartige als onheilspellende woorden volgen: „Maar dat is nu eenmaal het lot van naties in hun groei". De principieele verandering der wereldbeschouwing. Het aftreden van den „gevaarlijken" Japanschen minister van oorlog heeft de zer dagen de aan dacht gevraagd van Europa, omdat dit misschien van ver der strekkende beteekenis zal zijn, dan door velen vermoed wordt. Araki toch was een oppermachtg man in het Japan- sche rijk en een voorstander van de ex pansieve politiek van Japan. Hij mocht dus in zekeren zin, door zijn macht, een gevaar voor den wereldvrede genoemd worden. En nu is hij, om gezondheids reden van het politiek tooneel verdwe nen. „Gelukkig,", zeggen we, al hopen we ook dat hem nog een lang leven „in vrede" geschonken zal worden. In de Nw. Rott. Crt. van Dinsdagavond vinden wij een uitvoerig artikel van den politieken toestand van Janan gewijd. Wij ontleenen daaraan het volgende: De politieke toestand van Janan ver toont op het oogenblik uiterlijk eenige gelijkenis met die in Duitschland. Allerlei teekenen en allerlei berichten wijzen op het bestaan van sterke oneenigheid en zelfs van niet ongevaarlijke spanningen. Daartoe moet zeker het aftreden van Araki gerekend worden. Wat het beteekent, kan men slechts gissen. Blijken zijn eischen voor militaire doeleinden te groot voor de draag kracht van Japan? Heeft op het oogenblik de groep van nuchter reke nende menschen, die in den minister van financiën haar middelpunt heeft, weer de overhand? Ei- is op het oogenblik een krachtige strooming in Japan om het nu welletjes te vinden en niet de stichting van het keizerrijk van Mantsjoekwo als consoli datie en eindpunt genoegen te nemen. De vraag blijft echter bestaan, of de krachten, die Japan zoover gedrongen hebben, nu met dit eindpunt genoegen zullen nemen. Eerlijk gezegd gelooven wij dat niet Het komt er nu zeer op aan, De waarnemende minister van marine welke strooming op den duur de sterkste heeft in de commissie voor marine-aan zal blijken in Japan. gelegenheden voor 't Huis van Af gevaar- Een niet gunstig toeken ziet het blad digden een spoedige aanneming bepleit in dit opzicht in een rede gehouden door van het wetsontwerp Vinson, waarbij den Japanschen minister van buitenland- wordt voorzien in den bouw van 120 sche zaken, Hirota, waarin de toon tegen- nieuwe oorlogsschepen, tezamen kostende over China zeer uit de hoogte was, ten een bedrag van 616.250.000 dollar. Vinson, deele zelfs dreigend. De Chineesche re- die de voorzitter is van de commissie uit geering verkondigt goede bedoelingen, het Huis, beloofde dat het wetsontwerp zoo heet het. Maar totnogtoe zien wij daar j zco spoedig mogelijk zal worden behan- geen bewijzen van. Wat Hirota nog ver-|deld. Regeeringsaanhangers hebben er der zei over Noord China zal Nankingop gewezen, dat de voornaamste reden in de Hxtler heeft gistermiddag de S.A. lei ders toegesproken en daarbij als doel den. toekomstigen arbeid genoemd: de principieele verandering der wereldbe schouwing van den Duitschen mensch; de verankering van het gezagsbeginsel in het geheele Duitsche volk, zoomede de steeds sterker uitbreiding van de positie dor partij tot den absoiuten vertegen woordiger en garant van de nieuwe po litieke ordening in Duitschland. Hitier legde er den nadruk op, dat de kwestie van den uiterlijken staatsvorm thans van geen belang is in vergelijking met de beslissende taak van de funda- menteering van den nieuwen staat. In dit verband behandelde Hitier breedvoe rig de werkzaamheden van de S.A. lei ders, die de zaakwaarnemers en borgen zijn van het kostbare goed der natie. Bouw van 120 nieuwe oorlogsschepen. waarschijnlijk niet geruststellend ooren geklonken hebben. Vreedzaam aan de oppervlakte, met een ondergrond van dreigement, klonken eveneens Hirota's woorden over Rusland. De tot Amerika gerichte woorden wa ren vreedzaam, maarzijn in werkelijk- hid vrij stug. Vriendschap is slechts mo gelijk, als het Amerikaansche volk over tuigd raakt van de verdiensten van Janan als „bemiddelaarHet is een fraseolo gie van zeer groote duidelijkheid, dat men haar niet anders meer dan openhar tig kan noemen. waarom het Witte Huis voorstander is van vlootbeperking door het sluiten van maar verdragen hierin is gelegen, dat men aanneemt, dat na 1936, wanneer de hui dige vlootovercenkomst verstreken zal zijn. Japan zal aandringen op het heb ben van een even groote vloot als de Ver.! Staten en Engeland. Het wetsont werp heeft den onvoorwaardelijken steun van den president. De waarnemend mi- n'ster van marine betoogde nog, dat de Ver. Staten niet langer een „voorbeeld van ontwapening" aan de rest van de wereld kunnen blijven geven. A.V.R.O. en N.C.R.V. verzoeken den minister ontslagen te worden van het aanbod om op den aan de V.A.R.A. ontnomen dag uit te zenden. Een verhooging van 50 tot 70 pet. Het Volk meldt: De A.V.R.O. en de N.C.R.V. heb ben telegrafisch aan den minister van binnenlandsche zaken bericht, dat zij verzoeken ontslagen te worden van het aanbod, hun door den minister gedaan, om op Zaterdag 27 Januari a.s. den zendtijd te gebruiken, die op dien datum hij wijze van straf maatregel aan de V.A.R.A. is ont nomen. Beide vereenigingen achten ge bruikmaking, uit hoofde van spor tieve motieven ongewenscht. De K.R.O., die op Zaterdag 27 Januari a.s. reeds den geheelen dag ter beschik king heeft op de korte golf, is uiteraard niet betrokken in het overleg, dat thans tusschen den minister van binnenlandsche zaken, den Radioraad en de beide om roeporganisaties, de A.V.R.O. en de N.C. R.V. plaats vinden. Tot zoover onze speciale berichtgever, aldus Het Volk. Het blad vervolgt: Hoewel een wijzi ging van het besluit van den minister van binnenlandsche zaken, naar aanlei ding van het jongste schrijven, dat de V.A.R.A. tot den minister richtte, waarbij er uitdrukkelijk op wordt gewezen, dat geen enkele bedoeling tot demonstratieve uitingen aanwezig was, geenszins uitge sloten geacht moet worden, beschouwden wij het vraagstuk van eventueele zend- tijdverdeeling belangrijk genoeg, om bij de desbetreffende organisaties inlichtin gen in te winnen. Men meldt uit Berlijn: Van bevoegde zijde wordt medegedeeld, dat men het bij de thans ongeveer een week durende Duitsch-Nederlandsche transferbespiekingen, welke op het einde van de vorige week voor een paar dagen waren onderbroken, in principe eens is geworden. Alleen de lijst der goederen, welke voor den Zusatzexport van Duitsch land naar Nederland in aanmerking ko men, moet nog worden opgesteld. De overeenkomst, welke spoedig zal worden gesloten, zal in de verlenging van het be staande Duitsch-Nederlandsche transfer- verdrag voorzien, met dit verschil, dat da basis voor het bepalen van het transfer en de Duitsche Zusatzexporten van 50 tot 70 pet. der rentebedragen zal worden ver hoogd. (Nw. Rott. Crt.) Over Japansche invoer in Ned. Indië. Reuter meldt uit Tokio: Het ministerie van buitenlandsche zaken heeft den Japanschen gezant te 's-Gravenhage instructie gegeven om het Nederlandsche voorstel betreffende de Nederlandsch-Japansche handelsconferen tie te aanvaarden, nadat de Japansche regeering overleg met Japansche zaken lieden had gepleegd. Bii gevolg zullen tusschen Nederland en Japan onderhandelingen worden ge opend in Den Haag, waarbij de hoeveel heden van den invoer van Japansche tex- tielgoederen in Nederl.-Indië zullen wor den vastgesteld, terwijl onderhandelingen betreffende andere koopwaren in Japan zullen worden gevoerd tusschen Neder landsche en Japansche kooplieden. van De totale schuldenlast der gemeenten 1925 tot 1933, gestegen van 1770 tot 2476 millioen gulden Het totaal der begrootingen van 552 tot 712 millioen galden. Van de statistiek der gemeentefinan ciën heeft wederom een nieuwe publica tie het licht gezien, die in vergelijking met die over vroeger jaren thans ge gevens bevat betreffende de begrootin gen over 1932 en zelfs reeds enkele cij fers over 1933. De invloed van de crisis. Een keus doende uit de in de inleiding medegedeelde bijzonderheden zij ver meld, dat de inkomsten van den gewo nen dienst voor alle gemeenten, te zamen volgens de primitieve begrootingen van 1925 tot 1933 zijn gestegen van 533 mil lioen tot 711 millioen, de uitgaven van 552 millioen tot 712 millioen. Het be drag der schulden is in hetzelfde tijdvak gestegen van 1770 tot 2476 millioen. De rekening over 1930 van 903 ge meenten leverden in totaal een batig slot voor den gewonen dienst op van 30 mil lioen, terwijl de rekeningen van 173 ge meenten een nadeelig slot gaven van 2.4 millioen. Het bedrag der Rijks- en provinciale bijdragen en -voorschotten wegens nood lijdenden steeg van nog geen 8000 aan vijf gemeenten over 1925 tot ruim 1 millioen aan 22 gemeenten over 1932. De schuldenlast per hoofd van de bevolking. Dat de verhoudingsc-ijfers van de groep der grootste gemeenten als regel het hoogst zijn en kleiner worden naargelang zij betrekking hebben op de groepen van kleinere gemeenten blijkt onder meer duidelijk uit het bedrag der schulden per hoofd der bevolking op 1 Januari 1932, welk cijfer voor. de groep van gemeenten Feuilleton Naar het Engelsch van Ottwell Binns HOOFDSTUK XVII. De aanval. De vrouw, die daar stond uit te kijken, maakte geen aanstalten om te vluchten, maar wachtte Stane, tot zijn verwonde ring, op. Toen hij naderde, zag hij weer met verbazing, dat het 't meisje was, waarmee hii in Fort Malsun gesproken had. „Miskodeed", riep hii verwonderd. „Jij! Wat doe je hier?" „Ik kom om u te waarschuwen", zei ze, in haar eigen dialect. „Eens heb ik het al gedaan, maar 't was te laat. Nu ben ik op tijd." „Om mij te waarschuwen?" herhaalde hij, nog te verbaasd om meer te zeggen. „Ja", antwoordde Miskodeed. „Er zijn menschen, die u dezen nacht willen doo- den." „Vannacht? Maar waarom?" „Dat weet ik niet precies. Men heeft het mij verborgen gehouden, maar er is Iemand, die u wil dooden." „Wie?" vroeg Stane, wiens nieuwsgie righeid plotseling opgewekt was. „De zoon van de zuster van het opper hoofd George de man, die gisteren door de politie gezocht werd." „Die is dus toch in het kamp?" „Hy was er, toen de politie kwam. De geschiedenis, die het opperhoofd George vertelde van zijn vertrek naar de groote ijsvelden, was een leugen." „Maar waarom zou hij me willen doo den?" „Heb ik niet gezegd, dat ik het niet precies weet? Maar hij belooft mooie din gen, als gii vermoord wordt: geweren en water, dat brandt en de menschen laat zingen, en thee en suiker en dekens voor de vrouwen." „Maar", wierp Stane tegen, „ik heb maar één geweer en weinig brandewijn en thee. Het is niet de moeite waard, mij te donderen en het opperhoofd George weet toch, dat de wet hem rekenschap zal vra gen van zijn optreden en dat de macht der wet reikt tot aan de bevroren zee toe." „Dat weet hij" antwoordde het meisje kalm, „maar Chigmok, heeft hem vervuld met een leugenachtig verhaal, dat de wet zich'niet om u bekommert en hij gelooft het. evenals Chigmok zelf het gelooft." „Maar", begon Stane, doch zweeg, toen het meisje de hand ophief. „Opperhoofd Georpe heeft de geweren gezien en het brandende water, de bus met fhee en de baal dekens en zijn ziel hun kert er naar. Hij zou meer dan u willen dooden, om dat alles te bemachtigen." „En de., de man, die met mii is?" Er kwam een flikkering in de donkere oogen van het meisje. „Die man.zei ze, met een stem die scherp was als een mes, „zeg me, is dat uw squaw?" „Dus je weet het, Miskodeed?" zei hij, met een plotseling gevoel van schaamte. „Ik weet, dat die man de mooie vrouw is, die in Fort Malsun kwam. Zeg me, is het uw squaw?" „Neen", antwoordde hij bits. „Neen." „Wat doet ze dan in uw woning?" „Dat is een toeval. Ze dreef in de grooto rivier en ik redde haar uit het water en wilde haar terugbrengen naar For„ Mal sun. Onze kano werd in den nacht ge stolen en toen we den weg over lmd na men, brak ik mijn been en werden we opgehouden. Toen ik in staat was de reis te aanvaarden, was het winter, en we be trokken de hut om hulp af te wachten. Dat is de uitleg en zeg me nu, Miskodeed, moet de vrouw sterven?" „De vrouw met het stralende gezicht moet gered worden." „Aha! Is dat op bevel?" „Het is noodzakeliik voor de geweren, de thee en de dekens." Stane spitste de lippen en floot bii dit nieuws. Er zat meer achter, dan op het eerste gezicht scheen en hii begreep, dat niet Chigmok, de moordena-r, de samen zwering op touw gezet had, al was hij misschien het werktuig om alles ten uit voer te brengen. Hii keek het meisje pein zend aan en terwiil hii dat deed, kwam er een zachte uitdrukking in de wilde, don kere oogen, die hem strak aanzagen. „Kunt u de vrouw met het stralende ge zicht niet verlaten; dan zal ik u een weg door de bosschen wüzen. We zullen samen gaan.." „Dat is onmogelijk. Absoluut onmoge lijk, Miskodeed", riep Stane heftig. Hü wist niet, dat andere ooren, dan die waarvoor ze bestemd waren, de afwijzen- le woorden gehoord hadden. Helen Yar- del.v had hem bij de hut gemist en was ïaar buiten geloopen, om hem te zoeken. had het gegons van stemmen in de stilte gehoord en had staan luisteren. De woorden, verbonden met den naam van het meisje, bereikten haar duidelijk en troffen haar als een slag. Ze wachtte niet om meer te hooren, maar trok zich terug in de hut, haar wangen gloeiend van 'joh aam te, haar grijze oogen fonkelend van diepe verachting. Ze wist niet, waar de woorden op doelden, maar in haar haast en jaloerschheid gaf ze een geheel verkeerden uitleg aan de situatie en haar verachting trof zoowel haar zelf als Stane, als ze bedacht, hoe ze een man was gaan liefhebben, die.... De gedachte was onduldbaar. Ze kon die niet verdragen en ze probeerde uit alle macht een overbodig werk te doen, in de hoon die te verdrijven. Maar dat was onmogelijk en na eenige minuten zette ze zich voor de kachel en staarde in den vuurgloed met oogen, die schitterden van woede en verdriet, terwijl ze Stane's te rugkeer afwachtte. Intusschen was het onderhoud, dat haar zoo had doen ontvlammen, plotseling af gebroken. Want toen Stane haar plan af wees, hief Miskodeed waarschuwend een vinger omhoog. „Luister", fluisterde ze. Stane luisterde, evenals het meisje. Het geluld, dat haar dit woord had doen uit spreken, was verstomd en na eenige mgenblikken snrak ze opnieuw: „Dan züt Te bereid te sterven voor de vrouw met iet stralende gezicht?" „Duizendmaal!" antwoordde hii met in gehouden heftigheid. „Begriip me, Misko deed. Stane -sprak niet verder. Diep in het woud blafte duidelijk een vos, en een mgenblik later werd dit geluid in twee verschillende richtingen herhaald. O!" riep het Indiaansche meisje uit. „Ze komen. Ge zijt te 'aat. Ge zult ster ven voor de vrouw nu, dadelijk." Onmiddellijk daarop keerde ze zich om en liep snel tusschen de boomen door. Stane bleef niet staan om haar na te kij ken. Zonder zich een oogenblik te be denken, snelde hij op de hut toe en toen hij die betrad, hijgend van het vlugge loopen, sloeg hij de deur dicht en liet den sluitboom vallen. Daarna liep hij, zonder een woord te zeggen naar het venster en barricadeerde het evenals den vorigen nacht. Helen, die nog op haar plaats voor de kachel zat, keek hem verbaasd aan en hij gaf haar in zijn oogen voldoenden uitleg. „Gisterenavond, toen we terugkeerden, blafte er een vos in het bosch en even later schoot iemand met een pijl op me. Zoo juist blaften drie vossen in verschil lende richtingen en omdat ik, zoolang we hier zijn, nog geen vos gezien heb, lijkt het me het best alle voorzorgsmaatrege len te nemen." Tot zijn verwondering zei Helen niets, maar bleef zitten als verwachtte zij ver deren uitleg. Hij gaf dien niet. Niet be wust, dat zijn gezellin iets wist van zijn gesprek met Miskodeed, had hij besloten daar niets van te vertellen, om haar niet meer dan noodzakelijk was, te veront rusten. Hij ging zitten, stak een pijp aan en toen zijn gezellin geen neiging tot spre ken toonde, raakte hij diep in gedachten. Er was een gespannen onzekere uitdruk king op zijn gezicht en toen het meisje .hem van ter zijde aanzag, vroeg ze zich ontstemd af, welke gedachten daarvan de oorzaak waren. Zijn zwijgen over het In diaansche meisje, getuigde tegen hem, in haar oogen. Als er in zijn verhouding tot Miskodeed niets was waar hij zich ov r moest schamen, waarom zou hij dan niet openlijk spreken over zijn ontmoeting in het bosch? Jaloerschheid, het is van ouds bekend, is zoo wreed als het graf en toen de verterende vlam in haar hart oplaai de haatte zij bijna het meisje, dat daar de oorzaak van was. Maar in werkelijkheid dacht Stane weinig aan Miskodeed zelf, maar veel aan de tijding, die ze hem gebracht had. Ter wijl hij tle ooren open hield voor ieder ongewoon geluid buiten de hut, trachtte hij in den geest het geheim op te lossen, dat achter den aanval stak, dien hij zeker verwachtte. Wie had dien uitgedacht en waarom was het plan, dat hij moest sterven, ter wijl zijn gezellin gespaard moest blijven? Miskodeed had gesproken van den prijs die betaald zou worden voor den aanval: geweren en brandewijn, thee, suiker en dekens. De omkoopsom was in staat iederen stam in het noorden te verleiden en verried ook een blanke op den ach tergrond. Maar wie was de blanke, die zoo zijn werktuigen koos voor een daad, waar hij blijkbaar zelf voor terugdeinsde? Die vraag liet hem niet los en een diepe rimpel vertoonde zich tusschen zijn oogen, toen hij een antwoord trachtte te vinden. Amley? Hij overwoog die ge dach te eenigen tijd en liet haar toen weer varen. Amley was bang voor hem èn deinsde er voor terug hem te ontmoeten, maar hij zou toch niet in staat zijn zoo ver te gaan als Miskodeeds woorden deden vermoeden; ook zou hij Helen Yardely's leven niet op het spel zetten, wat bij een geweldadigen aanval op de hut onvermijdelijk was. Het was niet denkbaar! (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1934 | | pagina 1