Buitenlandsch Overzicht.
HONSG'S VERMfCELLSSOEP 6 borden voor 15
ets.
NIEUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA
BINNENLAND
De gemeentefinanciën
over 1932.
No. 7384 EERSTE BLAD
DONDERDAG 25 JANUARI 1934
62ste JAARGANG
Voor ECHTE Geldersche Vleeschwaren
J J. v d. Plaat, Spoorstraat 53,
Hitier over
het toekomstige werk.
De Amerikaansche vloot.
De V.A RA. gestraft
Duitsch-Nederlandsch
transfer-verdrag.
Onderhandelingen
tusschen Nederland en
Japan.
Liefde in de Wildernis
Abonnement per 3 maanden bij vooruitbet.: Heldersche Courant fl.60; voor
Koegras, Anna Paulowna, Breezand, Wieringenen Texel f 1.(55binnen
land f 2.-Nederl. Oost- en West-lndië per zeepost 1 2.10, .dem per
mail en overige landen f3.20 Losse m s. 4ct.fr.p.p 6ct. Zondagsblad
resp f 0.50 f 0.70. f O.TO.fl.- Modeblad resp. f 1.20, f 1.50, f 1X0, 11.70
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag.
Redacteur: P. C; DE BOER.
Uitgave N.V Drukkerij v/b C. DE BOER Jr.
Bureau: Koningstraat 78 Telefoon: 50 en 412
Post-Girorekening No. 16066.
ADVERTENTIËN:
20 ct. per regel (galjard). Ingez. meded (kolombreedte als redaction.
tekst) dubbele prijs. Kleine advertentiën (gevraagd, te koop, te huur)
bij vooruitbetaling 10 ct. per regel, min. 40 ct.; bij niet-contante be
taling 15 ct. per regel, min. 60 ct. (Adres Bureau van dit blad en met
brieven onder no.10 ct. per advertentie extra). Bewijsnummers 4 ct.
Een officieus Fransch commentaar op het Duitsche antwoord
aan Frankrijk. Het resultaat van de conferentie der Kleine
Entente - Een politiek chaotische toestand in Japan.
Het
ontwapeningS'
vraagstuk
Officieel is er nog
niet veel losgekomen
over het Duitsche ant
woord op het Fran-
sche memorandum.
Reuter geeft nu een
officieus commentaar uit Parijs, dat van
genoeg belang is om er een en ander
uit over te nemen.
In antwoord op het Fransehe memoran
dum inzake ontwapening, bepleit de
Duitsche rijksregeering onverwijlde ge
lijkstelling van legersterkten en oorlogs
materiaal, terwijl zij zich bereid verklaart
om ingeval van een algemeene overeen
komst, de offensieve wapens, waarvan zij
het recht om ze te bezitten, opeischt, in
hetzelfde tempo te vernietigen als de an
dere mogendheden.
Deze eischen zijn niet bemoedigend
voor den uitslag van de besprekingen, die
Frankrijk heeft ingeleid met voorstellen,
welke o.a. het aanbod inhouden, zijn
luchtvloot tot de helft te verminderen.
Voorts heeft Frankrijk in zijn memoran
dum zorgvuldig elke uitdrukking, als
„proeftijd, die de gevoeligheid van de
Duitsche regeering zou kunnen wekken,
vermeden.
Niettemin zal de Fransehe regeering
het Duitsche antwoord nauwgezet en in
den geest van ruim begrip onderzoeken.
Haar antwoord in Duitschland kan tegen
het einde van deze maand worden tege
moet gezien.
Het is niet onmogelijk, dat de Fran
sehe regeering zich genoodzaakt zal zien,
Henderson mee te deelen, dat de methode
van rechtstreeksehe besprekingen helaas
niet de gehoopte uitkomsten heeft op
geleverd en dat ter vergadering te Lon
den op 10 Februari van het Kleine Bu
reau der ontwapeningssconferentie het
denkbeeld van Simon weer opduikt om
een beeenkomst te Parijs te beleggen van
vertegenwoordigers van Duitschland,
Frankrijk, Engeland en Italië. Dit denk
beeld lijkt echter in Fransehe kringen
niet veel steun te vinden.
In elk geval schijnt de halsstarrige
houding van Duitschland de hoop op
een aanzienlijke ontwapening te zul
len verijdelen.
Indien een algemeene ontwapenings
conventie toch nog tot stand mocht ko
men, zou zij zich naar men hier ge
looft moeten beperken tot een over
eenkomst om de bewapeningen op het
huidige peil te houden (het denkbeeld
van Benesj), en bepalen dat de ondertee
kenaars hun vrijheid zouden terugkrijgen
ingeval een hunner zich mocht gaan her
wapenen.
Interessant is ook wat de voorzitter
van de commissie van buitenlandsche za
ken uit den Franschen Senaat, senator
Bérenger, in een artikel in een der Pa-
rijsche financieele bladen geschreven
heeft. Hij zegt o.m.:
Op het oogenblik was de positie van
Frankrijk zoo, dat een herbewapening
van Duitschland ernstig onder de oogen
moest worden gezien. De vredesbetuigin-
gen van de Nazi-regeering waren slechts
export-artikelen ter bewerking van de
openbare meening in het buitenland maar
zij werden niet aangevuld door vredes
artikelen in de Duitsche bladen, noch
door de vredelievende gezindheid van het
Duitsche volk. Integendeel werd aller-
wege in Duitschland de kreet om meer
bewapening vernomen, die dan in het
meerfatsoenlijke geluid van de eer des
vaderlands en het beginsel van rechts
gelijkheid gecamoufleerd werd, maar het
streven van bet Duitsche volk ging uit
naar volkomen vrijheid van herbewape
ning- Onder deze omstandigheden zou
Frankrijk nooit een soort controle op die
herbewapening kunnen ontberen.
De conferentie
der Kleine
Entente
Van de besluiten,
welke in de raad der
Kleine Entente zijn
genomen, worden die
betreffende Rusland
en het punt der eco
nomische toenadering der drie staten het
drukst besproken, daar zij de meeste
kans op concrete resultaten geven,
schrijft de corr. van de N. R. Crt.
De kwestie der normaliseering van
de betrekkingen met Rusland zal
voor de drie staten uniform worden
geregeld. Er worden ook in deze tus
schen de Kleine Entente-staten en
Rusland reeds onderhandelingen ge
voerd. Onjuist worden echter de be
richten genoemd, die van een gemecn-
schappelijken diploinatieken vertegen
woordiger in Moskou gewagen. In het
bijzonder, van Roemeensche zijde legt
men er den nadruk op, dat de jongste
verklaing van Molotof, volgens welke
Rusland voortaan den Volkenbond als
waarborg voor den vrede ondersteunen
wil, een zeer gunstigen indruk hebben
uitgeoefend op de genomen besluiten.
Volgens de Pravda zal de Kleine En
tente naar het voorbeeld van Frankrijk
vooreerst haar handelsbetrekkingen met
Rusland regelen; daarbij daarbij zal ter
dege rekening worden gehouden met de
overstrooming der Europeesche markten
door Japanscb e goederen, wat den oeeo-
nomischen toestand in Europa op den
duur nog zou kunnen verergeren. De tee
kenen van goedkeuring, die de raad aan
de besluiten der oeconomische Kleine
Entente heeft gehecht, welke deze laat
ste op de conferentie te Praag heeft ge
nomen ligt daarin, dat de resoluties de
conferentie, welke in werkelijkheid niets
anders waren dan de in wénsch-vorm uit
gedrukte programma-punten, thans om
zoo te zeggen in een hoogere instantie
komen en dat nu de drie ministerraden
zich ermee zullen bezig houden.
Comeslibles - Delicatessen. Telefoon 420.
De strekking van zijn rede vat Hi-
rota dan ook samen, door zelf te con-
stateeren dat „vele en ernstige
vraagstukken zich in de toekomst zul
len voordoen inzake onze betrekkin
gen met het buitenland". Daarop
laat hjj dan de even openhartige als
onheilspellende woorden volgen:
„Maar dat is nu eenmaal het lot van
naties in hun groei".
De principieele verandering der
wereldbeschouwing.
Het aftreden van
den „gevaarlijken"
Japanschen minister
van oorlog heeft de
zer dagen de aan
dacht gevraagd van
Europa, omdat dit misschien van ver
der strekkende beteekenis zal zijn, dan
door velen vermoed wordt. Araki toch
was een oppermachtg man in het Japan-
sche rijk en een voorstander van de ex
pansieve politiek van Japan. Hij mocht
dus in zekeren zin, door zijn macht, een
gevaar voor den wereldvrede genoemd
worden. En nu is hij, om gezondheids
reden van het politiek tooneel verdwe
nen. „Gelukkig,", zeggen we, al hopen
we ook dat hem nog een lang leven „in
vrede" geschonken zal worden.
In de Nw. Rott. Crt. van Dinsdagavond
vinden wij een uitvoerig artikel van den
politieken toestand van Janan gewijd. Wij
ontleenen daaraan het volgende:
De politieke toestand van Janan ver
toont op het oogenblik uiterlijk eenige
gelijkenis met die in Duitschland. Allerlei
teekenen en allerlei berichten wijzen op
het bestaan van sterke oneenigheid en
zelfs van niet ongevaarlijke spanningen.
Daartoe moet zeker het aftreden
van Araki gerekend worden. Wat het
beteekent, kan men slechts gissen.
Blijken zijn eischen voor militaire
doeleinden te groot voor de draag
kracht van Japan? Heeft op het
oogenblik de groep van nuchter reke
nende menschen, die in den minister
van financiën haar middelpunt heeft,
weer de overhand?
Ei- is op het oogenblik een krachtige
strooming in Japan om het nu welletjes
te vinden en niet de stichting van het
keizerrijk van Mantsjoekwo als consoli
datie en eindpunt genoegen te nemen.
De vraag blijft echter bestaan, of de
krachten, die Japan zoover gedrongen
hebben, nu met dit eindpunt genoegen
zullen nemen. Eerlijk gezegd gelooven
wij dat niet Het komt er nu zeer op aan, De waarnemende minister van marine
welke strooming op den duur de sterkste heeft in de commissie voor marine-aan
zal blijken in Japan. gelegenheden voor 't Huis van Af gevaar-
Een niet gunstig toeken ziet het blad digden een spoedige aanneming bepleit
in dit opzicht in een rede gehouden door van het wetsontwerp Vinson, waarbij
den Japanschen minister van buitenland- wordt voorzien in den bouw van 120
sche zaken, Hirota, waarin de toon tegen- nieuwe oorlogsschepen, tezamen kostende
over China zeer uit de hoogte was, ten een bedrag van 616.250.000 dollar. Vinson,
deele zelfs dreigend. De Chineesche re- die de voorzitter is van de commissie uit
geering verkondigt goede bedoelingen, het Huis, beloofde dat het wetsontwerp
zoo heet het. Maar totnogtoe zien wij daar j zco spoedig mogelijk zal worden behan-
geen bewijzen van. Wat Hirota nog ver-|deld. Regeeringsaanhangers hebben er
der zei over Noord China zal Nankingop gewezen, dat de voornaamste reden
in de
Hxtler heeft gistermiddag de S.A. lei
ders toegesproken en daarbij als doel
den. toekomstigen arbeid genoemd: de
principieele verandering der wereldbe
schouwing van den Duitschen mensch;
de verankering van het gezagsbeginsel
in het geheele Duitsche volk, zoomede de
steeds sterker uitbreiding van de positie
dor partij tot den absoiuten vertegen
woordiger en garant van de nieuwe po
litieke ordening in Duitschland.
Hitier legde er den nadruk op, dat de
kwestie van den uiterlijken staatsvorm
thans van geen belang is in vergelijking
met de beslissende taak van de funda-
menteering van den nieuwen staat. In
dit verband behandelde Hitier breedvoe
rig de werkzaamheden van de S.A. lei
ders, die de zaakwaarnemers en borgen
zijn van het kostbare goed der natie.
Bouw van 120 nieuwe oorlogsschepen.
waarschijnlijk niet geruststellend
ooren geklonken hebben.
Vreedzaam aan de oppervlakte,
met een ondergrond van dreigement,
klonken eveneens Hirota's woorden over
Rusland.
De tot Amerika gerichte woorden wa
ren vreedzaam, maarzijn in werkelijk-
hid vrij stug. Vriendschap is slechts mo
gelijk, als het Amerikaansche volk over
tuigd raakt van de verdiensten van Janan
als „bemiddelaarHet is een fraseolo
gie van zeer groote duidelijkheid, dat
men haar niet anders meer dan openhar
tig kan noemen.
waarom het Witte Huis voorstander is
van vlootbeperking door het sluiten van
maar verdragen hierin is gelegen, dat men
aanneemt, dat na 1936, wanneer de hui
dige vlootovercenkomst verstreken zal
zijn. Japan zal aandringen op het heb
ben van een even groote vloot als de
Ver.! Staten en Engeland. Het wetsont
werp heeft den onvoorwaardelijken steun
van den president. De waarnemend mi-
n'ster van marine betoogde nog, dat de
Ver. Staten niet langer een „voorbeeld
van ontwapening" aan de rest van de
wereld kunnen blijven geven.
A.V.R.O. en N.C.R.V. verzoeken
den minister ontslagen te worden
van het aanbod om op den
aan de V.A.R.A. ontnomen
dag uit te zenden.
Een verhooging van 50 tot 70 pet.
Het Volk meldt:
De A.V.R.O. en de N.C.R.V. heb
ben telegrafisch aan den minister van
binnenlandsche zaken bericht, dat zij
verzoeken ontslagen te worden van
het aanbod, hun door den minister
gedaan, om op Zaterdag 27 Januari
a.s. den zendtijd te gebruiken, die
op dien datum hij wijze van straf
maatregel aan de V.A.R.A. is ont
nomen.
Beide vereenigingen achten ge
bruikmaking, uit hoofde van spor
tieve motieven ongewenscht.
De K.R.O., die op Zaterdag 27 Januari
a.s. reeds den geheelen dag ter beschik
king heeft op de korte golf, is uiteraard
niet betrokken in het overleg, dat thans
tusschen den minister van binnenlandsche
zaken, den Radioraad en de beide om
roeporganisaties, de A.V.R.O. en de N.C.
R.V. plaats vinden.
Tot zoover onze speciale berichtgever,
aldus Het Volk.
Het blad vervolgt: Hoewel een wijzi
ging van het besluit van den minister
van binnenlandsche zaken, naar aanlei
ding van het jongste schrijven, dat de
V.A.R.A. tot den minister richtte, waarbij
er uitdrukkelijk op wordt gewezen, dat
geen enkele bedoeling tot demonstratieve
uitingen aanwezig was, geenszins uitge
sloten geacht moet worden, beschouwden
wij het vraagstuk van eventueele zend-
tijdverdeeling belangrijk genoeg, om bij
de desbetreffende organisaties inlichtin
gen in te winnen.
Men meldt uit Berlijn:
Van bevoegde zijde wordt medegedeeld,
dat men het bij de thans ongeveer een
week durende Duitsch-Nederlandsche
transferbespiekingen, welke op het einde
van de vorige week voor een paar dagen
waren onderbroken, in principe eens is
geworden. Alleen de lijst der goederen,
welke voor den Zusatzexport van Duitsch
land naar Nederland in aanmerking ko
men, moet nog worden opgesteld. De
overeenkomst, welke spoedig zal worden
gesloten, zal in de verlenging van het be
staande Duitsch-Nederlandsche transfer-
verdrag voorzien, met dit verschil, dat da
basis voor het bepalen van het transfer
en de Duitsche Zusatzexporten van 50 tot
70 pet. der rentebedragen zal worden ver
hoogd. (Nw. Rott. Crt.)
Over Japansche invoer in Ned. Indië.
Reuter meldt uit Tokio:
Het ministerie van buitenlandsche
zaken heeft den Japanschen gezant te
's-Gravenhage instructie gegeven om het
Nederlandsche voorstel betreffende de
Nederlandsch-Japansche handelsconferen
tie te aanvaarden, nadat de Japansche
regeering overleg met Japansche zaken
lieden had gepleegd.
Bii gevolg zullen tusschen Nederland
en Japan onderhandelingen worden ge
opend in Den Haag, waarbij de hoeveel
heden van den invoer van Japansche tex-
tielgoederen in Nederl.-Indië zullen wor
den vastgesteld, terwijl onderhandelingen
betreffende andere koopwaren in Japan
zullen worden gevoerd tusschen Neder
landsche en Japansche kooplieden.
van
De totale schuldenlast der gemeenten
1925 tot 1933, gestegen
van 1770 tot 2476
millioen gulden
Het totaal der begrootingen van
552 tot 712 millioen galden.
Van de statistiek der gemeentefinan
ciën heeft wederom een nieuwe publica
tie het licht gezien, die in vergelijking
met die over vroeger jaren thans ge
gevens bevat betreffende de begrootin
gen over 1932 en zelfs reeds enkele cij
fers over 1933.
De invloed van de crisis.
Een keus doende uit de in de inleiding
medegedeelde bijzonderheden zij ver
meld, dat de inkomsten van den gewo
nen dienst voor alle gemeenten, te zamen
volgens de primitieve begrootingen van
1925 tot 1933 zijn gestegen van 533 mil
lioen tot 711 millioen, de uitgaven van
552 millioen tot 712 millioen. Het be
drag der schulden is in hetzelfde tijdvak
gestegen van 1770 tot 2476 millioen.
De rekening over 1930 van 903 ge
meenten leverden in totaal een batig slot
voor den gewonen dienst op van 30 mil
lioen, terwijl de rekeningen van 173 ge
meenten een nadeelig slot gaven van
2.4 millioen.
Het bedrag der Rijks- en provinciale
bijdragen en -voorschotten wegens nood
lijdenden steeg van nog geen 8000 aan
vijf gemeenten over 1925 tot ruim 1
millioen aan 22 gemeenten over 1932.
De schuldenlast per hoofd van
de bevolking.
Dat de verhoudingsc-ijfers van de groep
der grootste gemeenten als regel het
hoogst zijn en kleiner worden naargelang
zij betrekking hebben op de groepen van
kleinere gemeenten blijkt onder meer
duidelijk uit het bedrag der schulden per
hoofd der bevolking op 1 Januari 1932,
welk cijfer voor. de groep van gemeenten
Feuilleton
Naar het Engelsch
van
Ottwell Binns
HOOFDSTUK XVII.
De aanval.
De vrouw, die daar stond uit te kijken,
maakte geen aanstalten om te vluchten,
maar wachtte Stane, tot zijn verwonde
ring, op. Toen hij naderde, zag hij weer
met verbazing, dat het 't meisje was,
waarmee hii in Fort Malsun gesproken
had.
„Miskodeed", riep hii verwonderd. „Jij!
Wat doe je hier?"
„Ik kom om u te waarschuwen", zei ze,
in haar eigen dialect. „Eens heb ik het al
gedaan, maar 't was te laat. Nu ben ik
op tijd."
„Om mij te waarschuwen?" herhaalde
hij, nog te verbaasd om meer te zeggen.
„Ja", antwoordde Miskodeed. „Er zijn
menschen, die u dezen nacht willen doo-
den."
„Vannacht? Maar waarom?"
„Dat weet ik niet precies. Men heeft
het mij verborgen gehouden, maar er is
Iemand, die u wil dooden."
„Wie?" vroeg Stane, wiens nieuwsgie
righeid plotseling opgewekt was.
„De zoon van de zuster van het opper
hoofd George de man, die gisteren door
de politie gezocht werd."
„Die is dus toch in het kamp?"
„Hy was er, toen de politie kwam. De
geschiedenis, die het opperhoofd George
vertelde van zijn vertrek naar de groote
ijsvelden, was een leugen."
„Maar waarom zou hij me willen doo
den?"
„Heb ik niet gezegd, dat ik het niet
precies weet? Maar hij belooft mooie din
gen, als gii vermoord wordt: geweren en
water, dat brandt en de menschen laat
zingen, en thee en suiker en dekens voor
de vrouwen."
„Maar", wierp Stane tegen, „ik heb
maar één geweer en weinig brandewijn en
thee. Het is niet de moeite waard, mij te
donderen en het opperhoofd George weet
toch, dat de wet hem rekenschap zal vra
gen van zijn optreden en dat de macht der
wet reikt tot aan de bevroren zee toe."
„Dat weet hij" antwoordde het meisje
kalm, „maar Chigmok, heeft hem vervuld
met een leugenachtig verhaal, dat de wet
zich'niet om u bekommert en hij gelooft
het. evenals Chigmok zelf het gelooft."
„Maar", begon Stane, doch zweeg, toen
het meisje de hand ophief.
„Opperhoofd Georpe heeft de geweren
gezien en het brandende water, de bus met
fhee en de baal dekens en zijn ziel hun
kert er naar. Hij zou meer dan u willen
dooden, om dat alles te bemachtigen."
„En de., de man, die met mii is?"
Er kwam een flikkering in de donkere
oogen van het meisje. „Die man.zei
ze, met een stem die scherp was als een
mes, „zeg me, is dat uw squaw?"
„Dus je weet het, Miskodeed?" zei hij,
met een plotseling gevoel van schaamte.
„Ik weet, dat die man de mooie vrouw
is, die in Fort Malsun kwam. Zeg me, is
het uw squaw?"
„Neen", antwoordde hij bits. „Neen."
„Wat doet ze dan in uw woning?"
„Dat is een toeval. Ze dreef in de grooto
rivier en ik redde haar uit het water en
wilde haar terugbrengen naar For„ Mal
sun. Onze kano werd in den nacht ge
stolen en toen we den weg over lmd na
men, brak ik mijn been en werden we
opgehouden. Toen ik in staat was de reis
te aanvaarden, was het winter, en we be
trokken de hut om hulp af te wachten.
Dat is de uitleg en zeg me nu, Miskodeed,
moet de vrouw sterven?"
„De vrouw met het stralende gezicht
moet gered worden."
„Aha! Is dat op bevel?"
„Het is noodzakeliik voor de geweren,
de thee en de dekens."
Stane spitste de lippen en floot bii dit
nieuws. Er zat meer achter, dan op het
eerste gezicht scheen en hii begreep, dat
niet Chigmok, de moordena-r, de samen
zwering op touw gezet had, al was hij
misschien het werktuig om alles ten uit
voer te brengen. Hii keek het meisje pein
zend aan en terwiil hii dat deed, kwam er
een zachte uitdrukking in de wilde, don
kere oogen, die hem strak aanzagen.
„Kunt u de vrouw met het stralende ge
zicht niet verlaten; dan zal ik u een weg
door de bosschen wüzen. We zullen samen
gaan.."
„Dat is onmogelijk. Absoluut onmoge
lijk, Miskodeed", riep Stane heftig.
Hü wist niet, dat andere ooren, dan die
waarvoor ze bestemd waren, de afwijzen-
le woorden gehoord hadden. Helen Yar-
del.v had hem bij de hut gemist en was
ïaar buiten geloopen, om hem te zoeken.
had het gegons van stemmen in de
stilte gehoord en had staan luisteren. De
woorden, verbonden met den naam van
het meisje, bereikten haar duidelijk en
troffen haar als een slag. Ze wachtte niet
om meer te hooren, maar trok zich terug
in de hut, haar wangen gloeiend van
'joh aam te, haar grijze oogen fonkelend
van diepe verachting. Ze wist niet, waar
de woorden op doelden, maar in haar
haast en jaloerschheid gaf ze een geheel
verkeerden uitleg aan de situatie en haar
verachting trof zoowel haar zelf als Stane,
als ze bedacht, hoe ze een man was gaan
liefhebben, die....
De gedachte was onduldbaar. Ze kon
die niet verdragen en ze probeerde uit
alle macht een overbodig werk te doen,
in de hoon die te verdrijven. Maar dat was
onmogelijk en na eenige minuten zette
ze zich voor de kachel en staarde in den
vuurgloed met oogen, die schitterden van
woede en verdriet, terwijl ze Stane's te
rugkeer afwachtte.
Intusschen was het onderhoud, dat haar
zoo had doen ontvlammen, plotseling af
gebroken. Want toen Stane haar plan af
wees, hief Miskodeed waarschuwend een
vinger omhoog.
„Luister", fluisterde ze.
Stane luisterde, evenals het meisje. Het
geluld, dat haar dit woord had doen uit
spreken, was verstomd en na eenige
mgenblikken snrak ze opnieuw: „Dan züt
Te bereid te sterven voor de vrouw met
iet stralende gezicht?"
„Duizendmaal!" antwoordde hii met in
gehouden heftigheid. „Begriip me, Misko
deed.
Stane -sprak niet verder. Diep in het
woud blafte duidelijk een vos, en een
mgenblik later werd dit geluid in twee
verschillende richtingen herhaald.
O!" riep het Indiaansche meisje uit.
„Ze komen. Ge zijt te 'aat. Ge zult ster
ven voor de vrouw nu, dadelijk."
Onmiddellijk daarop keerde ze zich om
en liep snel tusschen de boomen door.
Stane bleef niet staan om haar na te kij
ken. Zonder zich een oogenblik te be
denken, snelde hij op de hut toe en toen
hij die betrad, hijgend van het vlugge
loopen, sloeg hij de deur dicht en liet den
sluitboom vallen. Daarna liep hij, zonder
een woord te zeggen naar het venster
en barricadeerde het evenals den vorigen
nacht. Helen, die nog op haar plaats voor
de kachel zat, keek hem verbaasd aan en
hij gaf haar in zijn oogen voldoenden
uitleg.
„Gisterenavond, toen we terugkeerden,
blafte er een vos in het bosch en even
later schoot iemand met een pijl op me.
Zoo juist blaften drie vossen in verschil
lende richtingen en omdat ik, zoolang we
hier zijn, nog geen vos gezien heb, lijkt
het me het best alle voorzorgsmaatrege
len te nemen."
Tot zijn verwondering zei Helen niets,
maar bleef zitten als verwachtte zij ver
deren uitleg. Hij gaf dien niet. Niet be
wust, dat zijn gezellin iets wist van zijn
gesprek met Miskodeed, had hij besloten
daar niets van te vertellen, om haar niet
meer dan noodzakelijk was, te veront
rusten.
Hij ging zitten, stak een pijp aan en
toen zijn gezellin geen neiging tot spre
ken toonde, raakte hij diep in gedachten.
Er was een gespannen onzekere uitdruk
king op zijn gezicht en toen het meisje
.hem van ter zijde aanzag, vroeg ze zich
ontstemd af, welke gedachten daarvan de
oorzaak waren. Zijn zwijgen over het In
diaansche meisje, getuigde tegen hem, in
haar oogen. Als er in zijn verhouding tot
Miskodeed niets was waar hij zich ov r
moest schamen, waarom zou hij dan niet
openlijk spreken over zijn ontmoeting in
het bosch? Jaloerschheid, het is van ouds
bekend, is zoo wreed als het graf en toen
de verterende vlam in haar hart oplaai
de haatte zij bijna het meisje, dat daar
de oorzaak van was.
Maar in werkelijkheid dacht Stane
weinig aan Miskodeed zelf, maar veel aan
de tijding, die ze hem gebracht had. Ter
wijl hij tle ooren open hield voor ieder
ongewoon geluid buiten de hut, trachtte
hij in den geest het geheim op te lossen,
dat achter den aanval stak, dien hij
zeker verwachtte.
Wie had dien uitgedacht en waarom
was het plan, dat hij moest sterven, ter
wijl zijn gezellin gespaard moest blijven?
Miskodeed had gesproken van den prijs
die betaald zou worden voor den aanval:
geweren en brandewijn, thee, suiker en
dekens. De omkoopsom was in staat
iederen stam in het noorden te verleiden
en verried ook een blanke op den ach
tergrond. Maar wie was de blanke, die
zoo zijn werktuigen koos voor een daad,
waar hij blijkbaar zelf voor terugdeinsde?
Die vraag liet hem niet los en een diepe
rimpel vertoonde zich tusschen zijn
oogen, toen hij een antwoord trachtte te
vinden. Amley? Hij overwoog die ge dach
te eenigen tijd en liet haar toen weer
varen. Amley was bang voor hem èn
deinsde er voor terug hem te ontmoeten,
maar hij zou toch niet in staat zijn zoo
ver te gaan als Miskodeeds woorden
deden vermoeden; ook zou hij Helen
Yardely's leven niet op het spel zetten,
wat bij een geweldadigen aanval op de
hut onvermijdelijk was. Het was niet
denkbaar!
(Wordt vervolgd).