Buitenlandsch Overzicht.
HONIG'S OSSESTAARTSOEP 6 borden voor 20 ets.
NIEUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA
BINNENLAND
Liefde in de Wildernis
DINSDAG 30 JANUARI 1934
62ste JAARGANG
KONIJN's Vleeschwaren
i zijn tóch heerlijker
Uitbreiding van de Japan
sche vloot gewenscht?
Een tien-jaren-plan
Mantsjoekwo.
in
De vlootconferentie
te Singapore.
Voor ECHTE Geldersche Vleeschwaren
J. J. v d. Plaat, Spoorstraat 53,
De verjaardag van den
Duitschen keizer.
HELD
Abonnement per 3 maanden bij vooruitbet.: Heldersche Courant 1.60; voor
Koegras, Anna Paulowna, Breezand, Wiel ingen en Texel f 1.65;binnen-
and f 2.-, NederL Oost- en West-lndië per zeepost 1 2.10, idem per
mail en overige landen f3.20 Losse s. 4ct.;fr.p.p 6ct. Zondagsblad
esp, f 0.50 f 0.70, f 0.70.f l._ Modeblad resp. f 1.20, f 1.50, f 1.50, 11.70.
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag.
Redacteur: P. C. DE BOER.
Uitgave N.V. Drukkerij v b C. DE BOER Jk.
Bureau: Koningstraat 78 - Telefoon: 50 en 412
Post-Giro re kening No. 160(56.
ADVERTENTIËN
20 ct. per regel (galjard). Ingez. meded (kolombreedte als redaction.
tekstl dubbele prqs. Kleine advertentiën (gevraagd, te koop, te huur)
bij vooruitbetaling 10 ct. per regel, min. 40 ct.; bij niet-contante be
taling 15 ct. per regel, min. 60 ct. (Adres Bureau van dit blad en met
brieven onder no.10 ct. per advertentie extra). Bewijsnummers 4 ct.
Verwacht wordt dat het Duitsch-Poolsche accoord een ver'
sterking van den Europeeschen vrede beteekent. In Frankrijk
is het kabinet Zaterdag afgetreden.
Het accoord
tusschen
Duitschland
Polen.
en
Over het Duitsch-
Poolsche verdrag, dat
Vrijdag gesloten is,
heerscht over het ge
heel genomen, groote
voldoening in Euro
pa, men verwacht er
algemeen een vestevi-
ging van den Europeeschen vrede van
en de afsluiting ervan mag dus een
groote voldoening geven. In regeerings-
kringen te Warschau wordt er vooral de
aandacht op gevestigd, dat het pact niet
afhankelijk gesteld is van het bestaan
van eenigerlei internationale instellingen,
temeer daar deze onder den invloed kun
nen staan van een wisselvallig lot.
Verder wordt gezegd, dat de thans
tot stand gebrachte pacificatie van de
betrekkingen tusschen de beide lan
den een versterking van den Euro
peeschen vrede beteekent, Niet in de
laatste plaats wordt de lange periode
van 10 jaar, waarvoor de overeen
komst is gesloten, als een belangrijk
feit, ook van oeconomische strekking
beschouwd.
De regeeringsgezinde Kurjer Poranny
schrijft, dat de overeenkomst de Duitsch-
Poolsche betrekkingen belangrijk verbe
tert en een belangrijke stap beteekent op
den weg naar pacificatie van geheel
Europa.
De Kurjet Polski, het blad van de
grootindustrie, legt den nadruk op de om
standigheden, dat de bestaande inter-
nationaale regelingen door het nieuwe
verdrag in het geheel niet in het gedrang
komen.
Ook de Engelsche pers heeft het ver
drag gunstig ontvangen.
De Times verklaart, dat dit de eerste
maal is dat beide landen een politiek
verdrag in zulk een vriendschappelijke!!
geest en blijken van goeden wil hebben
onderteekend. Ofschoon, aldus het blad,
natuurlijk niemand kan gelooven dat hier
door de kwestie van de Poolsche corridor
CARLOS MEN Dl ETA,
leider der nationalisten, thans president
van Cuba. Heeft op het onrustine eiland
de regeering op zich genomen.
„Waarom, zei hij, zou ik over dit
verdrag niet tevreden zijn. Het regelt
op zeer vreedzame wijze de Duitsch-
Poolsche betrekkingen en draagt
daardoor bij tot den terugkeer van de
internationale samenwerking.
Het vriendschapsverdrag met Polen
wordt in de geheele Berljjnsche pers met
vreugde en genoegdoening begroet. De
Volkische Beobaehter schrijft, dat liet
pact de politiek van vrede en openlijke
gedachten wisseling voortzet, die de leider
gekenmerkt heeft als zijn buitenlandsch
politiek program.
Kabinetscrisis
in Frankrijk
MUST AF A KEMAL,
Turkije's president, die zijn land volgens
een grootsch vijf jarenplan wil
indüstrialiseeren.
geregeld is, schijnt toch het vooruitzicht
grooter te zijn, op een goede verstand
houding tusschen beide landen.
De Daily Herald schrijft, dat de
onderteekening van het Duitsch-
Poolsche verzoeningsverdrag den ge-
heelen internationalen toestand ver
betert.
In Frankrijk heeft het totstandkomen
van het verdrag grooten indruk gemaakt,
Wij laten hier eenige persstemmen vol
gen.
De Berlijnsche vertegenwoordiger van
het Journal schrijft, dat de onderteeke
ning van dit verdrag in diplomatieke
kringen eenige verrassing heeft teweeg
gebracht en bij de openbare meening
eenige sensatie. Ofschoon aan beide zij
deal nog groote moeilijkheden blijven be
staan, is de politieke hemel tusschen
Duitschland en Polen toch opgeklaard.
De Matin noemt het verdrag een ge
beurtenis van groote beteekenis. Het be
wijst, dat Duitschland de bondgenoot
schappen van Polen met Frankrijk en
met Roemenië, zonder voorbehoud er
kent en dat het zich niet wil mengen in
de birineniandsch-politieke aangelegen
heden van Polen.
De Excelsior verwacht, dat het ver
drag door de Fransche openbare
meening gunstig zal worden ontvan
gen, daar hierdoor de moeilijkheden
aan de Weichsel voorloopig zijn
weggenomen, waardoor de verant
woordelijkheid van Frankrijk lichter
wordt gemaakt,
Paul Boncour, de Fransche minister van
buitenlandsche zaken heeft tegenover
journalisten zijn voldoening te kennen ge
geven over de totstandkoming van het
verdrag.
Reeds eenige dagen
hing boven de Fran
sche regeering het
ontslag als het zwaard
van Damocles. De sla
gen, die het in de laatste weken, tenge
volge van de ernstige financieele schan
dalen heeft gekregen, heeft het kabinet
niet kunnen overleven en Zaterdag is liet
in zijn geheel afgetreden. In den kabinets
raad van Zaterdagmiddag is daartoe be
sloten.
Tegen vijven Zaterdagmiddag begaven
de ministers zich naar het Elysee om den
President der Republiek het ontslag van
het kabinet aan te bieden. De President
aanvaardde het ontslag en verzocht de
ministers de loopende zaken te blijven
waarnemen.
Over den kabinetsraad, waarin het be
sluit tot aftreden werd genomen, meldt
een communiqué:
De minister-president stelde zijn col
lega's op de hoogte van de omstandighe
den, waaronder het aftreden van den mi
nister van justitie plaats had. De minister
van justitie, die in verband met de affaire-
«Cacazan, welke vijf jaar geleden is en
welke in geenerlei verband staat met de
zaak-Stawisky, beschuldigd is, heeft het
in overleg met den inin.-president zijn
plicht geacht, zijn vrijheid van handelen
volledig te hernemen om ziel) te kunnen
verdedigen en de waarheid te doen vast
stellen. De min.-president heeft dienten
gevolge het ontslag aanvaard.
In verband met den hierdoor geschapen
toestand verklaarde Chautemps, dat zijn
regeeringsleiding de laatste dagen her
haaldelijk door een groote meerderheid
van beide Kamers was goedgekeurd. Het
tand in het verre Oosten.
H1ROTA.
de Japansche minister van buitenlands! he
zaken.
openbare leven staat op het oogenblik
echter onder invloed van de verwarring,
die het financieele schandaal heeft ver
oorzaakt, dat bovendien als middel tot
politieke propaganda is gebruikt. Het af
treden van den minister van justitie
maakt de regeering de vervulling van
haar plicht in een rustige atmosfeer nog
moeilijker. Minister-president Chautemps
heeft daarom zijn collega's meegedeeld,
don President het ontslag van het heele
kabinet aan te bieden, om een nieuwe re-
geering de voortzetting van den arbejd
mogelijk te maken. De kabinetsraad heeft
dit voorstel aangenomen.
Chautemps, de afgetreden minister-pre
sident, heeft geweigerd een nieuwe op
dracht te aanvaarden, verwacht wordt, dat
Herriot door den president der republiek
zal worden aangezocht.
HET KABINET CHAUTEMPS EN DE
ZAAK-STAWISKY.
Weer relletjes te Parijs-
Er hebben Vrijdagavond op verschil
lende punten van Parijs weer relletjes
plaats gehad. Een groep betoog.os, die
van de Place de République vertrokken
was, wist ondanks den tegenstand van de
politie de Place Madéleine te bereiken on
der het uitroepen van kreten: Weg met
de dieven. Een groep van 300 man wilde
de richting van het Kamergebouw uit
trekken, maar werd op de Place de la
Concorde verspreid. Eenigen tijd later
poogde een honderdtal betoogers het de
partement van oorlog te bereiken: ook
dezen werden door de politie uiteen ge
dreven. Tegelijkertijd poogde een troep
van 600 man van het Gare du Nord naai
de Rue de Lafayette te trekken. Er ont
stond een botsing met de politie, waarbij
twee agenten werden gearresteerd. Op
verschillende andere punten verzamel
den zich nog kleinere groepen. Het
bleef den heelen avond onrustig op de
boulevards.
Graaf Osoemi, de Japansche minister
van marine, heeft Zaterdag in de Kamer
verklaard, dat Japan na afloop van het
verdrag van Washington een herziening
moeten aanvragen van de verhoudigs-
cijfers 553 zooals die thans voor de
vloten van Fingeland, Amerika en Japan
gelden, omdat 60 pet. van de vlootsterkte
der beide andere mogendheden niet lan
ger voldoende zal zijn voor de verdedi
ging van Japans vitale belangen, tenzij
voor den afloop van het verdrag de ont
wapeningsconferentie in een of anderen
vorm een tastbaar resultaat zou hebben
verkregen.
Het eerste tienjaren-plan, dat de
nieuwe staat Mantsjoekwo heeft opgesteld
bevat o.a. den aanleg van 1000 km nieuwe
spoorwegen. Dit plan wordt reeds met
groote snelheid ten uitvoer gebracht en
bij den aanleg der spoorwegen wordt
rekening gehouden zoowel met de strate
gische behoeften als de oeconomische ont
wikkeling. De spoorwegen moeten n.1.
kunnen dienen voor een snel vervoer van
troepen en materiaal en tevens, behalve
ontwikkeling brengen aan tot dusver on
bereikbare gebieden, ook den uitvoerhan
del van de Russische haven Wladiwostock
afleiden naar de havens in Mantsjoerije
en Korea.
Het net van spoorwegen zal er ook toe
bijdragen de bandieten uit te roeien. Op
vallend is, dat een groote aanleg ge
schiedt rechtstreeks Noordwaarts naar
de rivier Amoer en naar het N.W., ter
wijl voor verbinding gezorgd wordt met
de hoofdlijn, den Zuid Mantsjoerijschen
spoorweg.
De vele havens in Korea worden op het
oogenblik uitgebreid en gemoderniseerd
daar zij tot dusver slechts accomodatie
konden verleenen voor schepen niet veel
grooter dan visschersvaartuigen.
Batavia, 27 Jan. lAneta). De Straits-
bladen en de Indische pers hielden zich
de laatste dagen bezig met het onver
klaarbare uitblijven van verdere bijzon
derheden over het verloop van de reis
van den gewezen Britschen Hoogen Com
missaris voor Egypte, Lord Allenby, die
8 Januari j.1. op Java arriveerde, door
den Gouverneur-Generaal in audiëntie
werd ontvangen, daarna Bali zou bezoe
ken, doch omtrent wien daarna niets meer
werd vernomen.
Uiteraard brachten de bladen, die deze
aangelegenheid op prominente plaatsen
op de voorpagina's bespraken, de klaarblij
kelijke plotselinge reisplanverandering,
waaromtrent de meest strikte geheimhou
ding in acht was genomen, in verband
met de vlootconferentie welke momenteel
te Singapore aan boord van den Brit
schen kruiser »Kent« wordt gehouden.
Aneta is thans in staat hieromtrent de
volgende bijzonderheden te brengen,
welke, om begrijpelijke redenen, tot dus
ver niet ter publicatie konden worden
vrij gegeven
Tijdens het verblijf van Lord Allenby
op Java ontving de Indische recherche
een telegram van den politieleen inlich
tingendienst uit Washington, waarin werd
gemeld, dat op het leven van Lord Allen
by door een aantal lieden van buiten
landsche, niet Nederlandsche, nationali
teit een aanslag was beraamd. In dit tele
gram werd het signalement der verdachte
meegeseind.
De Procureur-Generaal trof onmiddel
lijk alie noodzakelijke maatregelen en liet
Lord Allenby en zijn gezelschap o.a.
voortdurend door een gewapende politie
macht «schaduwen».
Dat de uit Washington verkregen waar
schuwing niet voorbarig was, zou o.a. uit
het feit zijn gebleken, dat in het Hotel
in Buitenzorg waar het Hooge gezelschap
logeerde, een drietal buitenlanders van
de door Washington opgegeven nationa
liteit, hun intrek namen,die onmiddellijk
door de politie werden verwijderd.
Hoewel Lord Allenby er oorspronkelijk
op stond om zijn reis conform het uit
gestippelde reisplan voort te zetten, is
de hooge gast later van meening veran
derd op grond van het hinderlijke dat
gelegen is in het reizen onder voortdu
rende politiebescherming.
Daarom is hij in het geheim incognito
Per K.N.I.L.M.-vliegtuig naar Medan ge-
Comestibles
Delicatessen.
Telefoon 420.
vlogen, vanwaar hij verder is doorgereisd,
zoodat hij thans Ned.-Indië heeft verlaten.
Omtrent de momenteele reisbestem-
ming, reisgelegenheid en andere bijzon
derheden zijn geen inlichtingen verkrijg
baar.
Monarchistische oud-officieren naar
huis gestuurd.
De ex-keizer heeft Zaterdag zijn 75sten
verjaardag gevierd. Er was om het kas
teel, waarschijnlijk ook in verband
met het slechte weer, weinig belang
stelling. Hier en daar zag men vlaggen;
op het poortgebouw de zwart-wit-roode
vlag. Op het kasteel zelf de Hohenzollern-
vlag en op de orangerie de vlag van
prinses Hermine. Een hakenkruisvlag
viel nergens waar te nemen. Nu en dan
begaven zich inwoners van Doorn naar
het poortgebouw om de registers te tee
kenen.
Vrijdag en Zaterdag zijn er groote
hoeveelheden telegrammen en schrifte
lijke gelukwenschen op het kasteel be
zorgd. De meeste gelukwenschen kwa
men uit Duitschland.
Ook werden vele honderden bloemstuk
ken op het kasteel afgegeven. Velen had
den ook de bloemen achterwege gelaten
en vervangen door een gift voor het win-
terhulpwerk van prinses Hermine.
Om half tien werd begonnen met een
godsdienstoefening in de hall van het
kasteel, welke geleid werd door pastor
Schneller uit Keulen en welke door alle
familieleden en een groot deel van liet
huispersoneel werd bijgewoond. Als tekst
van de preek had pastor Schneller ge
kozen, de slotverzen van Pslam 73.
Alle aanwezige heeren waren in civiel
gekleed.
Na de godsdienstoefening kregen de
aanwezigen gelegenheid den keizer ge
luk te wenschen en hun cadeaux aan te
bieden. Vele cadeaux bestonden uit bij
dragen voor het nieuwe Pinetum van
den ex-keizer.
Zaterdagavond werd een feestdiner ge
houden. De dag zou worden besloten met
de vertooning van de Bali-film.
Wij vernemen nog, dat generaal Ma-
ckenzen Zaterdag op huize Doorn is ge
komen om de gelukwenschen van het
oude leger aan den keizer over te bren
gen. Ook rijkspresident von Hindenburg
had gelukwenschen gezonden. De Konin
gin-moeder zond bloemen.
Reuter meldt uit Berlijn:
Een aantal leden van de Nationale Of
ficieren Liga waren Zondagavond bijeen
gekomen om den verjaardag van den ex-
keizer te vieren.
Even voor middernacht werd het ge
bouw, waar de bijeenkomst plaats had,
door politie en S.A. omsingeld en toen
klokslag twaalf, volgens gewoonte, een
toast werd uitgebracht op den keizer,
Feu i11 eto n
Naar het Engelsch
van
Ottwell Binns
86)
HOOFDSTUK XVIII.
Een dood meisje.
„Aha! Zoo is het beter. Bij den hemel,
dat was door het oog van den naald.
De woorden drongen tot Stane dooi,
toen hij de oogen opende en werden ge
volgd door andere, die hij instinctief ge
hoorzaamde. „Drink nog wat- De whisky
zal je goed doen."
Hij slurpte uit den tinnen beker die
voor zijn lippen gehouden werd en hoest
te, toen het scherpe, sterke vocht-in zqn
keel brandde. Toen ging hij zitten en
keek den man, die hem zoo vriendelijk
hl®Wiea- wie ben je?" vroeg hij zwak
„Ik ben Jean Bénard. Ik kom langs het
meer hoor schieten en zie mijn hut bian-
den als een hel. Ik denk daar is iets niet
pluis en trek me terug in de bosschen.
Toen zie ik u naar buiten rennen en
hoor u schieten onder liet loopen. Ik zie
dien grooten man met u vechten, zie dat
die door een ander neergeveld i\ordt, die
ook valt en toen de man met de bijl naar
u toekomt, begin ik te schieten. Ik ben in
het bosch en de duivels zien me niet en
ik schiet ze neer, un deux, trois! Ze
liggen daar nog. De anderen werden
bang en gingen loopen zoo hard als een
eland die door wolven vervolgd wordt.
Het gaat prachtig en ik schiet, terwijl ze
vluchten en tenslotte blijf ik alleen over
Ik schop sneeuw met mijn sneeuwschoe-
nen op de brandende hut, want ik hond
van die petite cabine als van een king en
toen denk ik, ik ga eens naar u kijken- U
niet dood, dus ik schenk warme whisky
in uw mond en u keert terug van de ge
lukzalige jachtvelden. Dat is de heele ge
schiedenis."
„Maar Helen?" riep Stane uit, In de
rondte kijkend. „Waar...."
„Ik heb geen meisje gezien," antwoordde
de wildjager. „Ik wist niet, dat er.
„Dan hebben ze haar meegenomen,"
riep Stane uit, terwijl hij overeind sprong
en rond keek.
Jean Bénard keek ook rond. Behalve
de gestalten, die voorover in de sneeuw
lagen, waren ze geheel alleen. „Dat moet
wel," zei hij, „als er een meisje geweest
is."
Hij keek Stane aan, als twijfelde hij aan
zijn verstand en Stane stelde hem gerust.
„Ik ben niet gek geworden, Bénard. Er
was een blank meisje bij me in de hut,
juffrouw Yardeley. Je hebt er wel van
gehoord!"
„Juffrouw Yardeley! Is die hier?" riep
de wildjager, plotseling opgewonden.
„Ze was hier", verbeterde Stane. „Tk
denk, dat ze haar ontvoerd hebben- We
moeten haar volgen."
„Oui, oui", antwoordde Bénard. „Ik
heb van haar gehoord. De agent in Fort
Malsum heeft me gezegd, dat ik goed uit
moest kijken. Er is een belooning...."
„We moeten haar vinden", viel Stane
in de rede. „Je moet me helpen. Ik ver
dubbel de belooning. Begrepen?"
„Oui, ik begrijp u, m'sieur. Dat meisje
is u vee] waard."
„Ze is mij alles waard."
„Dan zullen we gaan zien, mêsieu. Maar
eerst voeren we de honden en laten ze
uitrusten. Dan gaan we vlugger later,
vous comprenez? Ik zal eten klaar ma
ken, dan zal uw hoofd tot rust komen en
daarna gaan we als de wind."
De wildjager liep de nog smeulende hut
in en begon zich met de toebereidselen
bezig te houden, terwijl Stane weer rond
keek- De duisternis en de gestalten, die
in de sneeuw lagen, maakten het tooneel
van den strijd onbeschrijfelijk troosteloos
en één oogenblik bleef hij onbewegelijk
staan; toen liep hij naar de plaats, waar
hii neergeveld was, als viel hem plotse
ling iets in. Daar lagen drie gestalten
wonderlijk dooreen op de sneeuw, en aan
één van deze dankte hij zijn leven. Aan
welke? Twee dooden lagen met het ge
zicht in de sneeuw, maar de derde lag op
den rug, het gezicht naar den hemel ge
keerd. Hij bukte en bekeek het gezicht.
Het was dat van een man, met wien hij
geworsteld had en die neergeveld was
met het mes, waarvan hij verwacht had,
dat hem zelf zou treffen. Hij keek naar
de beide anderen. Een bijl lag vlak bij de
hand van den één en hij twijfelde er niet
aan of dat was de man, die hem had wil
len dooden. De derde, was zijn redder.
Hq keek weer -en toen hij de kleeding
zag. kromp zijn hart van angst ineen,
want het was die eener vrouw. Hij viel
op de knieën, draaide het lichaam om en
hoog zich over het gezicht. Maar hij
deinsde terug en een luide kreet ont
snapte zijn lippen. Op dezen kreet kwam
Jean Bénard uit de hut naar liem toe
rennen.
„Wat is er, m'sieu?" vroeg hij, toen
hij Stane bereikt had, die knielde, onbe
wegelijk, als ware hij in steen veranderd.
„Het is een dood meisje," antwoordde
Stane haperend.„een meisje, dat voor
mij haar leven liet."
De wildjager boog zich over het neer
gevelde lichaam en riep toen uit:
„Miskodeed!"
„Ja. Miskodeed. Ik wist niet, dat zij het
ij-as. Zij doodde den één met haar mes en
werd neergeslagen door den ander'.'
„Dien ik niet een kogel gedood heb."
Een oogenblik bleef Jean Bénard zwij
gen, maar toen hij sprak, klonk er aan
doening in zijn stem.
„Ik ben blij, dat ik dien man gedood
heb. Als ik het niet had gedaan, zou ik
hem de heele wereld door vervolgd heb
ben tot het gedaan was" Een snik
maakte hem eenige oogenblikken het
spreken onmogelijk. „Ah, m'sieu, ik had
dat meisje lief. Ik zei tot mezelf, den
heelen weg van Good Hope af, dat ik met
haar zou trouwen en den prijs, dien ik
haar vader zou betalen, heb ik op de
slede. Ik zag haar den vorigen winter,
maar ik wist toen nog niet, hoe het met
me stond; maar toen ik weg was, riep
rnjjn hart om haar en ik nam het be
sluit. En nu is ze dood! Daar heb ik
nooit aan gedacht! Ik dacht alleen maar
aan de gelukkige jaren, die we samen
zouden hebben1"
Hij liet zich plotseling in de sneeuw
vallen en boog zich over het gezicht, ter
wijl hij snikte, zooals slechts een sterke
man kan snikken.
Hij bukte zich dieper en kuste de ijs
koude lippen, terwijl Stane moeizaam op
stond ?n een eind weg ging. Hij kon het
niet verdragen Jean Bénards verdriet te
zien- Terwijl hij naar liet bosch tuurde,
zag hij weer het gezicht van het Indiaan-
sche meisje voor zich, toen ze hem fluis
terend gevraagd had, of hij Helen niet
kon verlaten; de klank van haar stem
klonk hem weer in de ooren en hij wist.
dat hij nu wel mocht weten, dat het kind
der wildernis hem haar liefde geschonken
had, ongevraagd.
Ze had van hem gehouden en ze was
voor hem gestorven, terwijl de man, die
haar lief had, nu bij haar lijk weende.
De tragiek van dit alles schokte hem en
de ironie van Jean B(nards verdriet was
bijna ondragelijk. Een diepe verslagen
heid vulde zijn hart en hoewel hij zich
niets te verwijten had, berouwde het hem,
dat hij haar zoo heftig had afgewezen. Al
haar woorden kwamen hem weer voor
den geest. Ze moest geraden hebben, dat
hij Helen liefhad; toch had ze, in de vol
heid harer liefde haar leven gewaagd en
was ze zonder aarzelen voor hem den
dood ingegaan.
Hij begon heen en weer te loopen, in
stinctmatig trachtende warm te worden,
terwijl hij geheel verdiept was in Misko-
deeds tragedie; maar na eenigen tijd
keerden zijn gedachten tot Helen terug
en hij liep snel naar de plaats, waar Jean
Bénard in de sneeuw geknield lag. Het
gezicht van den wildjager was verbor
gen in zijn handen. Even aarzelde Stane,
toen legde hij een hand op den schouder
van den man.
„Jean Bénard," zei hij rustig, „er is
werk te doen."
Bénard richtte zich langzaam op en hij
het zwakke licht, dat door de sneeuw
weerkaatst werd, kon Stane het verdriet
van den man op zijn gezicht lezen.
„Oui, m'sieu! We moeten haar begra
ven; ma petite Miskodeed."
„Ja, dat ook- Maar er is nog ander
werk."
„Ik zou niet kunnen verdragen, te moe
ten denken, dat de wolven haar opalen."
„Ik zal je helpen, Jean. En dan moet
jij mij helpen."
„Non, m'sieu. Hulp heb ik niet noodig.
Ik zal zelf de laatste eer bewijzen aan
ma pauvre Miskodeed. Mijn handen, die
haar hadden willen streelen en vertroe
telen, zullen haar helpen; en ik, die voor
haar had willen sterven, ik zal haar be
graven. U, m'sieu, moet de gebeden zeg
gen, want ik weet niets van die dingen
af, maar.
„Roep me, als je klaar bent", viel Stane
hem in de rede en keerde zich om, want
dit was meer dan hij kon verdragen. Hij
ging naar de hut en hield zich bezig met
het maal, waar de wildjager mee be
gonnen was en na eenigen tijd riep Jean
Bénard hem.
De man had het doode meisje in een
deken gewikkeld en had de toppen van
twee, dicht bij elkaar groeiende, denne-
boompjes bijna tot op den grond neerge
bogen; een touw van de slede hield ze
daar bijeen. Aan de hoornen had hij het
doode lichaam bevestigd en hij stond er
bij met een mes in de hand.
(Wordt vervolgd).