T JUTTERTJE ZATERDAG 10 FEBRUARI 1934 PAG. 5 La Lumanta Stefo Marine'brieven uit Indië den welgemeenden raad gat', het sclnn van Staat met vaste hand door de branding te sturen. De heer Mendels kreeg het woord. Hij erkende grit' de moeilijkheden, waarmee dit Kabinet van „burgerlijke concentratie" te kampen heeft. Voor zfjn werkkracht, collectief en indivi dueel, had de afgevaardigde respect. „Regeeren deze heeren niet voor hun genoegen, de S.D.A.P. oefent op hen evenmin voor haar pleizier critiek uit", aldus voorts mr. Mendels. De punten van verschil met de S.D. A.P., in 't bijzonder ten aanzien van de leniging van den nood, hebben haar in strijdpositie tegenover dit Kabinet ge bracht. Men zij op z'n hoede voor het woord „nationaal", zoo ging de afge vaardigde voort. Dit woord moet in houd krijgen; de socialisten willen dit „vat" vullen met socialistischee idealen. Het verwijt, dat de S.D.A.P. geen deel heeft willen uitmaken van deze Regeering, wees mr. Mendels af. Dat de Engelsehe Labour-partij „gematig der" zou zijn dan de onze kon hij even min beamen. Wat deed deze, toen Mac- Donald een nationale regeering ging vormen? Zij weigerde haar medewer king te verleen en. Dat deed.... die „gematigde" partij! Vervolgens kwam de heer Mendels heftig op tegen de houding der Regee ring tegenover de gemeenten en de ambenaren. In dit verband sprak de afgevaardigde van de „monopolistische bevoegdheid van den minister-presi dent". Ook richtte de heer Mendels zich tegen den minister van Binnen- landsche Zaken, die zich niet ontziet burgemeesters te bevélen! Alsof zii de kruiers van den minister zijn! Het re geeren per circulaire is uit den booze, hetgeen o. a. blijkt uit de bemoeienis mét de natuur- en zonnebaden. „Als er een terrein is, dat tot de gemeentehuis houding behoort, dan is het toch wel dit!" riep mr, Mendels uit. Hij vervolgde: Men loopt met schoe nen en klompen over onze Rechtsop vattingen heen. De Regeering laat toe, dat burgemeesters hun bevoegdheid misbruiken (Geldermalsen). Wat het gebeurde met de „Vara" betreft, zei de afgevaardigde, dat de strafmaatregel om de vijf minuten stilte ter gelegenheid van het onthoofden van Van der Lubbe niets anders was dan ringelooren". Voorts verzekerde hij, dat de „Vara" .nooit buiten haar boekjè is gegaan, 'hetgeen mr. Mendels nader bü de Postbegrooting zou aantoonen. Vervolgens kreeg de heer Lohman, die gezegd had niet-onsympathiek te staan tegenover de groep-Gerretson, te heoreii, dat hij zich maar eerst eens moest verstaan met prof. Gerretson, die in een door hem geschreven boekje het aantasten van onze grondwet niet erg had genoemd als Nederlandsche waarden er maar mee gemoeid zijn. Tenslotte betoogde de S.P.-afgevaar- digde, dat de democratie moet gehand haafd blijven, hetgeen een krachtig ge zag niet uitsluit. Doch een „bar gezag" behoeft dat niet te ziin. In Nederland is plaats voor vogels van zéér diverse pluimage. Tegen roofvogels uit het bui tenland zullen de sociaal-democraten zich weten te verdedigen. „Vraagt men mij"zoo besloot mr. Mendels „is er ook plaats voor de zwartste kraai, dan zeg ik: desnoods ja, maar dan ook voor.... de roodborstjes!" Het overige debat ga ik verder stil zwijgend voorbij. De premier, dr. Co- lijn, kwam heden. Donderdag, reeds aan het woord, zoodat de algemeene beschouwingen ook reeds tot een einde konden worden gebracht. Ziin rede was zeer „de moeite waard" en is voorna melijk oorzaak geweest, dat de algem. beschouwingen waarderiike resultaten hebben opgeleverd. Vooral minister Coliin's uiteenzet tingen over de Kabinetsformatie heeft nog eens duidelijk doen uitkomen, dat het Kabinet in beginsel niemand heeft, uitgesloten om mee te regeeren. Als zekere groepen daarin niet zijn opge nomen, dan hebben zii dat aan zichzelf te wijten, aldus de premier. Doch met klem verzekerde de minister-president, dat het Kabinet daarom niet vijandig tegenover die groepen staat. In deze was natuurlijk de S.D.A.P. genoemd. Dr. Colijn wees er vervolgens op, dat men liever niet probeeren moest het Kabinet een anderen naam dan „Crisis kabinet" ie - geven. Het wil zich ten slotte ook „Nationaal" laten noemen, als men dat begrip niet te eng inter preteert. Met kracht verzette de minister zich nogmaals tegen de inflatie-gedachte. Ten aanzien van de defensie verzekerde Z. Exc., dat bezuinigingen mogelijk zijn, zonder over te gaan tot nationale ontwapening. Het rapport-ldteatotMC aal nader wor- Eenig. zins uitvoerig verdedigde dr. Colijn de houding van de Regeering inzake het gemeentelijke leven, de strijd tegen de crisis-gevaren. Als zij optreedt, is dat alleen zoo zei de premier om onherstelbare onheilen ie voorkomen, Hij vees voorts op de klemmende noodzakelijkheid voor ons land nu te blijven uitvoeren. Daarin schuilt de beste werkloosheidsbestrijding! Wat dit betreft, de minister kondigde aan, dat nu spoedig de reeds vroeger aan gekondigde 60 millioen zullen worden aangevraagd voor het uitvoeren van groote werken. Het is dus gelukkig! met onze financiën zooverre in orde. De gezagskwestie bracht natuurlijk de houding der S.D.A.P. en der N.S.B. op het tapijt. Wat deze laatste betreft, Z. Exc. herhaalde de motiveering van het bekende verbod en voegde daaraan toe, dat de heer Mussert aan zijn leden- Rijksambtenaren heeft geschreven: Als ge gedwongen wordt ontslag als lid der N.S.B. te nemen, dan blijft Uw nummer voor U open. Wantthans zijt ge nog de slaaf van een corrupte bonzen- regeering!" Deze „onthulling" bracht prof. Loh man ertoe, open lijk te verklaren, dat hij nu voor het regeeringsstandpunt gewonnen was. Hetgeen niemand zal verbazen. Dr. Colijn verklaarde nog. dat de S.D.A.P. niet in de termen viel voor eenzelfde verbod. Echter: de Regeering waakt! Het slot van de rede-Colijn was een woord tot het Nederlandsche volk om de zoo vurig begeerde eenheid te bewerkstelligen: „Sluit de gelederen!" Gelijk reeds gezegd: de algemeene bespiegelingen zijn afgeloopen. A.s. Dinsdag komen de heeren Senatoren weer bijeen! Tegelijk dus met de Twee de Kamer. Parlementariër. jfgf m Uit het feit, dat niemand van de lezer zich tegenstander van Esperanto verklaarde, hoop ik te kunnen aflei den, dat Den Helder en omgeving tot de meest vooruitstrevende streken van ons land behoort. Trouw ens, die con clusie heb ik ook wel eens getrokken uit de gezellige, actueele brieven van „Wimpie". Maar dit alles neemt niet weg, dat ik het toch nog graag eens over de meeningen van de. dan toch elders nog wel bestaande tegenstanders, wilde hebben. En wel omdat, al ben je voor stander, het toch nog wel eens kan ge beuren, dat je plotseling tegenover een wetenschappelijk of desnoods alleen maar ad rem tegenstander geplaatst eigenlijk niet zeer overtuigend kunt motiveeren, waarom je voorstander bent- Dat is mijzelf ook meer dan eens gebeurd en het is een allesbehalve prettige ervaring. We beschikken nu eenmaal niet allen over zoo'n gloedvolle overtui gingskracht als waarmede de heer Pragano ons in zijn causerie voor de AVRO meer verraste. Bovendien was natuurlijk het onderwerp van bedoelde causerie n.l. „Esperanto, vivanto ling- vo" (Esperanto, een levende taal) ook wel bij uitstek geschikt om de wel sprekendste verdedigingstalenten wak ker te roepen bij een advokaat, die al eenige jaren dag in dag uit, Esperanto als zoodanig gebruikt. En we! iemand, die het heosch niet aan de kennis van andere talen ont breekt! Inderdaad is ook het meest voorko mende argument tegpn Esperanto, dat 't maar een kunsttaal is, dus dood en niet geschikt om alle gevoelsnuances mee uit te drukken. En daarmee basta. Of nu een jarenlange praktijd ab soluut het tegendeel bewijst, het geeft niets. Men blijft hardnekkig bij zijn oordeel, dat bovendien nog bijna altijd cp geen enkel onderzoek gebaseerd is. Ik durf dit te zeggen, omdat ik tot m'n schande moet bekennen, dat ik ook tot die groep behoord heb. Toen ik n.l. pas eindexamen van de H.B S. had gedaan, sprak iemand mij over Esperanto. „O, nee, dank je wel hoor. dat gekke Esperanto is immers maar ©en kunsttaal!" praatte ik anderen na. de waarheid te zeggen misechWi wel alléén, omdat ik er niets voor voel de, dadeljjk weer te gaan blokken. Dan moet je toch een argument heb ben, om je er af te maken! Dr. Edmond Privat, de bekende lector in Esperanto aan de Geneefsche Universiteit, wiens naam ik reeds eerder noemde, toont op meesterlijke wijze de ongegrondheid, ja, ik zou haast zeggen, de belachelijkheid van dit door velen m i sbruikte argument aan in zijn boekje „Esprimo de sentoj en' Esperanto". (Het uitdrukken van gevoelsen in Esperanto). Hij zegt n.l.: „Intellectueelen, die nooit zelfs niaar één zin Esperanto boorden, ver zekeren, dat het een „ziellooze ma chine" is. Omdat de fundamenteele elementen in het Esperanto ordelijk gekozen en goed samengevoegd zijn door een ge niale Europeaan, die vele talen kende, veronderstellen zij, dat het resultaat een barbaarsch, gemaakt mengelmoes is. Terwijl de fundamenteele elemen ten van hun eigen taal willekeurig ge kozen en gemengd werden door oar- baren, die zelfs niet lezen konden en uitdrukkingen herhaalden, die zij ge hoord hadden van voorouders zonder cultuur of overwonnen vijanden. Het lijkt op de houding van een edel man, wiens stamvader terzijnertijd roo- verhoofdman was. Deze edelman ziet minachtend neer op een jonge dichter, wiens vader een beseheiden groenten- koopman is. Óm de waarde te bepalen van deze beide menschen die beide nako- melingen van Adam zijn onderzoe ken wij niet. de dorpsarchieven, maar vóór alles hun tegenwoordige gedrag, kennis en nut voor de gemeenschap. Wij moeten dus het historische standpunt met rust laten en de betrok ken taal alleen beschouwen in haar tegenwoordige functie, of zij geschikt is onze gevoelens en gedachten uit te drukken en er in slaagt, ze duidelijk te maken aan andere menschen. Wij moeten dit doen, zonder ons om de herkomst te bekommeren, evenals b.v. een Aziaat Engelsch en Esperanto geleerd heeft gedurende het verblijf in de een of andere haven. Tot zoover Dr. Privat. Uit de cause rie* van Mr. Pragano kon men duidelijk hooren, in hoeverre Esperanto aan de gestelde eisclien voldoet. En zou nu, als Esperanto steeds door meer menschen als levende taal erkend en gebruikt wordt, er dan b.v. over 1000 jaar nog één mensch zijn, die zich druk maakt over de vraag of het een kunsttaal is of niet? MOLLY KEIBER. 2e Sehuyt straat 1§5, Den Haag. Dublin Opinion. Waaneer vertrekt 4e eerste boot naar Amerika? Binnen tien minuten, mijnheer. Gaat er geen vroeger? Be beb eng veel haast Beste Jan Zooals ik in een mijner vorige brie ven reeds aangekondigde is de „Karls- ruhe" op bezoek. Aan de steiger van de H. D. A. G. ligt het schip gemeerd, hetgeen voor de passagiers natuurlijk reusachtig is, want zooals je uit je eigen tijd van de „Zeven Provinciën" nog wel weet, een sloepenrègeling op de reede, brengt vooral met veel tij voor .eén vreemd oorlogsschip vele moeilijkheden, terwijl mijns inziens een telefoon aan boord, aangesloten op de vaste wal, verre weg te verkiezen is boven een seincommunieatie op de „Toeken Plak". De lui van de Duitsehe kruiser worden reuze aardig ontvan gen, ze maakten autotochten, bezoch ten de dierentuin enz., enz. Gisteren avond w-as er een bierfuif in de Ma- rinecanèine, waar menig glaasje ver orberd is, uit den aard der zaak werd er oud en nieuw gevierd in de Deut sche verein, want waar konden de luidjes zich meer thuis voelen dan bij hun eigen landslieden .Op straat we melt het natuurlijk van matrozen en adelborsten en de toko's van „Japan- neesche bullwen" hebben het goed dat kun je begrijpen. De Hollandsche Ma rine officieren geven een bal in Mod- derlust, hun Sociëteit, natuurlijk is er ook een instuif aan boord. De conser vatie geeft een rijsttafel weg. Kortom de marine toont zich als altijd zeer gastvrij. Het is alleen reuze jammeï dat het met de reparatie tijd net zoo uit kwam dat er geen kruiser of een groep jagers op de ree kon liggen, maar ge lukkig hebben we zoo overdag nogal wat vliegtuigen in de lucht, zoodat we ons w-at vertoon aangaat niet geheel onbetuigd behoeven te laten, de saluut- batterij van de dienst der conservatie gaf een 5 sec. saluut terug, terwijl de officieele bezoeken Nieuwjaarsdag werden gewisseld Het tweede evenement waar heel Soerabaia mee medeleeft is natuurlijk de prestatie van de „Pelikaan" en nu weer de vlucht van de „Postjager". Je krijgt bij het bestaan van deze snelle vluchten hgna binnen een weeK cou ranten uit de post in Holland, zoodat ik maar niet te veel zal uitwijden, maar nu de „Postjager" vanuit Indië weer wel de mail mede krijgt, trekt het natuurlijk nog meer als anders aller aandacht tot zieh. Luitenant Asjes en de andere vliegers werden in Batavia wederom hartelijk ontvangen hetgeen hun na de ondervonden teleurstelling wel goed gedaan zal hebben. Trou wens, dat heb ik altijd gezegd, men moge hier weieens somber gestemd zijn geweest toen de „Postjager" bij Rome vertraging had men heef* steeds met het grootste respect over de koene bemanning gesproken. Weet je ai dat de vliegclub hier op Soerabaia. door dat de K.N.I.L.M. moeilijkheden had nae*. een toestel op Raèi, een ba-per vliegtuigen beschikbaar heeft gesteld om de mail weg te brengen. De marine vlieger Bakker vloog het toestel over. Ik schrijf je dit om je eens een indruk te geven hoe of het met het ontwikke lingstadium staat van onze particuliere vliegclubs. Zoo, zoo, en kom jij nu binnenkort hier naar Indië toe. Of je van je sala ris kunt rondkomen? Och daar komen zooveel persoonlijke factoren bij te pas- Als het niet kon zouden zoovelen het niet doen. Een rijkmaker, zooals vroe ger, is Indië niet meer, noch voor het particulier bedrijf, noch voor de ambt6 naren, maar daarom is het toeh best. mogelijk om van je katje rond te ko men. Uit den aard der zaak heb je als je je vrouw in Holland laat minder on kosten, want een huis te hebben hier boven beteekent een belangrijke post aan transportkosten op je maandelijks budget, terwijl als je aan boord of in de „tangsi" blijft, de verzorging goed en de onkosten al heel gering zijn. Toch zou ik aan menschen zonder kinderen zeer zeker aanraden samen uit te ko men. Zoodra de school en gezondheid echter een rol gaan spelen dan kun je geloof ik beter je gezin in Holland laten. Maar hoe het ook zij van je trac- tement kun je rond komen en ik zou zelfs zeggen misschien nog met een iets ruimer levensstandaard dan in Nieuwe- diep. Raadgevingen zal ik je verder maar niet geven. Je kent de „tarma boesoek" nog van vroeger en weet dus wat je mee moet nemen en wat niet, welke hut je moet nemen voor de Roode zee en wat van de douane mee mag en wat niet. Het touristen vliegtuig de „Havik" is ook reeds op Batavia geland. Waar blijven we toch, Jan, dat we al over eew touristen vliegtuig spreken als over een touristenboot. Natuurlijk verkeert de groote Japan- sche gemeente hier in Soerabaai in groote vreugde over de geboorte van een kroonprins, hetgeen aan de vlag gende passer besar en andere winkel buurten een feestelijk aanzien geeft dat. begrijp je. Iets nieuws hebben we hier gehad dat op Oud- en Nieuwjaars avond er een nachtvoorstelling in de bios geweest is welke om 's nachts half een begon en om ongeveer drie uur eindigde. Is dit nog niet iets voor de heer van Twist om eens te probeeren, ook al houdt de marine-man over het algemeen veel van zijn kooi zoo zou hij voor zulk een nouveauteit misschien wel een nachtje over hebben, b.v Zon dagavond als de laatste trein uit het „Zuiden" aan is, dan zou hij nog me nigeen strikken denk ik. Beste Jan, ik ga me kleeden voor een instuif aan boord van de Duitsehe krui ser, eindig dus mijn wekelijksche klets praatje, bet beste verder en vraag „de Lange" eens of hij er voor voelt dat ik ris j$ weg bent de correspondentie aa*i kern rieöt.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1934 | | pagina 17