Buitenlandsch Overzicht.
DIAMANT
HONIG S BOUILLONBLOKJES thans 6 voor 10 ct.
Bak- en Braadvet
NIEUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWMA
BINNENLAND
Mo. 7391
EERSTE BLAD
ZATERDAG 10 FEBRUARI 1934
62ste JAARGANG
De 25e verjaardag van
Prinses Juliana
De Batafabriek in
Nederland.
De politieke gezindheid
van ambtenaren.
Onjuiste aangifte voor
belastingen.
KONIJN's Vleeschwaren
De R.A.1. van 9-18 Febr.
Vaeantieverlof voor
arbeidscontractanten in
's Rijks dienst.
ASEesoortenü!
Crisis-inkomstenbelasting.
Liefde in de Wildernis
9
CC
Abonnement per 3 maanden bij vooruitbet.: Heldersche Courant f 1.50; voor
Koegras, Anna Paulowna, Breezand, Wieringenen Texel 1.65 finnen-
land f 2.-Nederl. Oost- en West-lndië per zeepost 1 2.10, idem per
mail en overige landen f3.20 Losse r* s. 4ct.;fr.p.p Cct. Zondagsblad
resp f 0.50 f 0.70, f 0.70,f 1.Modeblad resp. f 1.20, f 1.50, flXO, 11.70.
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag.
Redacteur: P. O. DE BOER.
Uitgave N.V. Drukkerij v/h C. DE BOER Jr.
Bureau: Koningstraat 78 Telefoon: 50 en 412
Post-Girorekenïng No. 16066.
ADVERTENTIËN:
20 ct. per regel (galjard). Ingez. meded. (kolombreedte als redaction.
tekst) dubbele prijs. Kleine advertentiën (gevraagd, te koop, te huur)
bij vooruitbetaling 10 ct. per regel, min. 40 ct.bij niet-contante be
taling 15 ct. per regel, min. 60 ct. (Adres Bureau van dit blad en met
brieven onder no.10 ct. per advertentie extra). Bewijsnummers 4 ct.
Frankrijk zoekt een uitweg uit het moeras; Doumergue belast
met de kabinetsformatie. De pogingen van Oostenrijk om
zijn zelfstandigheid te bewaren.
De
kabinetscrisis
in Frankrijk
Juist na het schrij
ven van ons vorig
overzicht bereikte ons
het bericht van het af-
niet dan ten koste van alles zyn zelfstan
digheid prijs zal geven. Italië staat in dit
opzicht aan den kant van Oostenrijk.
Zoo meldde een medewerker van de
treden van kabinet N.R.Crt. aan zijn blad uit Triëst:
Daladier, dat als De Italiaansche pers slaat tegenover
slachtoffer van de „revolutionaire ge- Duitschland een steeds scherperen toon
beurtenissen" gevallen is- Algemeen be- aan. De officieuze Giornale dTtalia komt
schouwd men den val van het kabinet als tegen de bewering op, dat het Oostenrijk
een logisch gevolg van de ernstige ge- aan levenskracht zou ontbreken. Oosten-
beurtenissen in Parijs en er is een gevoel ryk js een kleine staat, die echter een
van verlichting bij het hransche volk ge- traditie van eeuwen bezit met een volks-
knmen, omdat bij niet aftreden de toestand karakter, dat zich van de Germanen he
er niet beter op geworden zou zijn. Dat nielsbreed onderscheidt. De Italiaansche
f. oud-president van de Fransche repu- politiek is in haar daden consequent en
bliek, Doumergue, met de kabinetsforma- erkent dit individualisme en dit recht op
tie belast is, geelt algemeen groote vol-1 een ejgen staat volkomen. De gang der
doening Men acht dat hy de eenigste geschifdenis heeft Oostenryk in het
man is die orde m den chaos zal kunnen Bonaubékken een byZOndere rol toebe-
DePrinses wenscht geen huldebetooging
schreef er Donderdag-
tcheppen.
De „N. R. Crt.
avond o.m. over:
Doumergue zal dus de nieuwe Poin-
cpré moeten zijn. Of hij daarvoor de thans
vereischte kracht bezit, moet nog blijken.
Wel echter heeft hij de wereldwijsheid,
liet beleid en de menschenkennis die er
voor noodig zijn om sterke mannen uit te
zoeken voor het harde werk. Uit de
rustige waarnemingspost van het Elysée
voor een intelligent man waarschijnlijk
de beste waarnemingspost die daarvoor
in Frankrijk te vinden is heeft hij
zich een denkbeeld kunnen vormen van l
deeld,, die het binnen het kader van het
Duitsche rijk niet zou kunnen vervullen.
Het behoud van een zelfstandig
Oostenrijk ligt in het belang van het
Europeesche evenwicht. De rechten
van Duitschland mogen zich niet zoo
ver uitstrekken, dat het door geweld
en pressie storingen teweeg brengt,
die geheel Europa in moeilijkheden
zouden kunnen brengen.
de werkelijke waarde der persoonlijk-1 Ook aan Hongaarschen kant heeft Oos-
heden, die in Frankrijk deelnemen aan de tenrijk steun gezocht. De Oostenrijksche
rustelooze rondedans rondom de parle- bnodskanselier en de Hongaarsche minis-
mentaire macht. Misschien wil hij zelf ter-president Gömbös hebben deze week,
geen premier worden, misschien zal hij in tegenwoordigheid van verschillende
het slechts als zijn taak willen beschou- andere hooge autoriteiten besprekingen
wen een raadgever-van het staatshoofd te met elkaar gehad, waarvan het volgende
zijn in het kiezen van de ministers en van communiqué werd verstrekt:
een beleid; een raadgever echter met
Wordt einde volgende maand
in werking gesteld.
hSleSSfiir 'S4S-ÏÏTW WERK VOOR 300 ARBEIDERS.
25sten verjaardag van prinses Juliana ver
zoekt men ons bekend te maken, dat de
Prinses, hoezeer ook waardeerende de Men schrijft aan de „Nw. Rott. Crt.":
goede bedoelingen der organisatoren, het Reeds eenigen tijd geleden hebben wij
op prijs zou stellen indien, in verband j bericht, dat het in het voornemen van de
met de moeilijke tijdsomstandigheden, en firma Bata lag, in Nederland, bij name in
met het oog op de kosten, van deze plan- Best (N.-Br.), een eigen schoenfabriek te
klaring te teekenen, zullen de Prov. Sta
ten krachtens de door hen zelf vastge
stelde bepalingen den heer Mussert moe
ien ontslaan.
nen werd afgezien.
(N.R.Crt.)
Utrecht een verklaring ter
teekening voorgelegd.
meer vrijheid tot handelen dan de presi
dent zelf, omdat hij in het politieke kamp
kan afdalen en er met ieder spreken kan.
Deze daad van Lebrun gééft bi ijk 'dat "de
toestand te Parijs als critiek beschouwd
wordt. Men heeft dezen keer niet tot het
laatste oogenblik willen wachten-
Frankrijk schreeuwt om opfrissehing in
zijn politiek en ambtelijk leven zegt
het blad.
En het eindigt zijn beschouwinng aldus:
Daladier is weggeblazen. Hij was niet
zwaarder, anders ware het niet geschied.
Doumergue heette voor ontbinding van de
„De Oostenrijksche en de Hongaar
sche staaslieden hebben in den loop
van de gistermiddag en vanochtend
gehouden besprekingen alles kwes
ties besproken, die beide landen ge
zamenlijk aangaan en als resultaat
hiervan met de grootste voldoening
vastgesteld, dat in alle kwesties vol
komen overeenstemming tusschen
beide landen bestaat.
stichten.
Thans komt ons ter oore, dat nog aan
het einde van de volgende maand, waar
schijnlijk even vóór Paschen, de Bata
fabriek in Best gedeeltelijk in werk zal
worden gesteld.
De betreffende terreinen beslaan, naar
men ons mededeelde, een oppervlakte van
Aan de ambtenaren van de provincie jin totaal 160 H.A.; daarop zijn twee groote
hallen gebomvd, waarin de verschillende
werkzaamheden zullen worden verricht.
Verder bevinden zich op het terrein een
vijftal woningen voor employé's, terwijl
en dit laatste is nog in aanbouw er
een groot gebouw, „Het Gezellenhuis", zal
verrijzen, waarin gelegenheid geboden
wordt voor liet wonen van ongeveer 40
ongehuwde werklieden.
Er zal begonnen worden met een
300-tal werklieden, die vijf dagen van
acht uur zullen werken, 's Zaterdags
zal het bedrijf stil liggen. De capa
citeit van de fabriek is berekend op
een productie van 10.000 paar schoe
nen per week.
Het Hbld. meldt:
Naar wij vernemen hebben Ged. Sta
ten van Utrecht onder dagteekening van
6 dezer, een brief geschreven aan den
heer C. van Geelkerken, commies ter pro
vinciale griffie en algemeen secretaris
van den N.S.B. In dezen brief deelen zij
hem méde, dat zij, met het oog op art.
27 A iid 2 van het Ambtenarenreglement
hebben besloten, ambtenaren die van een;,
verboden vereeuiging lid zijn en bij dit
lidmaatschap volharden, uit den dienst dei-
provincie te ontslaan. In verband daar
mee verzoeken zij hem vóór 20 Februari
mee te deelen, of hij bij het lidmaatschap
van den N.S.B, volhardt. Mocht dit niet
het geval zijn, dan verzoeken zij hem
daarvan te doen blijken vóór genoemden
datum en een daartoe strekkende verkla
ring te onderteekenen.
In het tegenovergestelde geval schrij
ven Ged. Staten zouden wij ons genood
zaakt zien u eervol ontslag uit den pro
vincialen dienst te verleenen met ingang
van 1 Mei 1934.
De -daarop betrekking hebbende
Arbeidsovereenkomstenbesluit dezelfde
aanspraken heeft op vaeantieverlof ais
het personeel in vasten dienst met het
zelfde salaris.
Deze regeling wordt geacht in werking
te zijn getreden op 1 Januari 1934.
Personen of groepen van personen, die
volgens het bepaalde in legerorder 1932
no. 154, aanspraak konden doen gelden
op een langer verlóf dan hetwelk hun vol
gens bovenbedoelde beslissing van den
raad van ministers zou toekomen, behou
den die aanspraak.
Straffeloos herstel.
BOB zijn toch goedkooper ifftw
sloten vennootschappen en vereenigingen
en haar aandeelhouders of leden; wijzi
ging van enkele wettelijke bepalingen be
treffende directe belastingen, is reeds hij
de Tweede Kamer ingediend.
Op welke wijze ziet men van de
R.A.1. tentoonstelling het meest.
klaring, die niet alleen aan den heer Van
Geelkerken is toegezonden, maar tot alle
ambtenaren en beambten in de provincie
Besloten werd zoowel op politiek-, als Utrecht werd gericht, luidt als volgt:
Kamer. Dat geloofde men ten minste in op oeconomisch gebied de tot dusver ge- >Te ondergeteekende verklaart geen
Frankrijk, en men was er in het algemeen volgde politiek voort te zetten, welke *e zÜn> noch te zullen worden van een
verheugd om. Hij schijnt echter deze Ka- naar de meening van beide landen be- ^er vereenigingen, genoemd in den brief
mei* nog een kans te willen geven. Bij zijn vrediging en gunstige resultaten heeft van Ged. Staten van 6 Februari 1934, eer
aankomst te Parijs is hij luide toege- geschonken en welke het moge'ijk maakt, afd. no. 305/354 en belooft tevens aan
juicht. E enraan die toegejuicht wordt en dat beide landen ook verder in alle kwes- geen der bedoelde vereenigingen of aan
geen avonturier is, dat is nu het eerste, ties, die gemeenschappeijlke belangen een van haar uitgaande actie op eenigerlei
wat de toestand- eischt. Een goed begin raken, elkaar wederzijdsch steunen en wijze medewerking of steun te verleenen."
De fabriek zal echter niet direct volop
in bedrijf worden gesteld; langzamerhand
en stelselmatig zal de productie worden
opgevoerd,
Tenslotte vernemen wij, dat Nederland-
arbeiders tè werk zullen worden ge
steld, terwijl uitsluitend Nederlandsch fa
brikaat verwerkt zal worden. Ook bij de
inrichting van de fabriek is zoo veel mo
gelijk rekening gehouden met de belangen
van de Nederlandsche industrie; slechts
ver_ eenige machines, die in de eigen machine
fabriek van Bata in Zlin vervaardigd wor
den, zijn naar hier geïmporteerd.
dus.
De zelfstandig,
heid van
Oostenrijk
samenwerken. De verdere loop van za-
ken, zoowel wat de politieke-, als de
oeconomische samenwerking betreft,
komt niet alleen de belangen van beide
landen ten goede, doch ook die van den
Europeeschen vrede".
Het naar handha
ving van zijn zelfstan
digheid strevende Oos
tenrijk, zoekt naar
verschillende kanten I
steun. Tot een offi-
dèei verzoek voor inmenging van den Voor ECHTE GeSdersche Vleeschwaren
volkenbond is het nog niet gekomen.
Wel lazen we dezer dagen andere berich- v d. Plaatj Spoorstraat 53.
ten, die er op wijzen dat Oostenrijk Comestibles - Delicatessen. Telefoon 420. dezer beslissen Bij weigering om de ver
De ambtenaar, die onverhoopt niet be
reid of in staat mocht zijn een zoodanige
verklaring af te leggen, wordt uitgenoo-
digd dit eveneens vóór 20 Februari a.s.
aan Ged. Staten mee te deelen onder op
gave van de verboden vereeniging waar
van hij lid is.
Wij teekenen bij dit bericht van het
Hbi. nog aan:
De heer Mussert, die eveneens boven
staande verklaring ter teekening heeft
ontvangen, moet dus thans ook vóór 20
Nieuwe regeling.
In een dezer dagen verschijnende leger
order wordt ter kennis gebracht, dat de
raad van ministers heeft bepaald, dat het
personeel, in 's rijks dienst op burger
rechtelijke arbeidsovereenkomst werk
zaam, voor zoover dit wordt bezoldigd vol
gens de punten b en c in lid 1 van het
wollen Klee
ding, Kousen
en Sokken (ook de allerfijnste) Breien wij zeer
netjes voor U aanvoor nieuw werk zijn wij No. 1.
JAAP SNOR, Zuidstraat 19, (Let op den gelen
winkel).
Het is gebleken, dat de onlangs ook
in ons blad verschenen mededeeling aan
gaande de tot 1 Maart 1934 voor belas
tingplichtigen bestaande mogelijkheid dat
straffeloos herstel van vroegere onjuiste
aangiften voor inkomsten- en vermogens
belasting twijfel heeft doen rijzen, welke
houding de belastingadministratie zal in
nemen, indien bij een dergelijk herstel
aan het licht komt, dat in vroegere jaren
een onjuiste aangifte van het successie-
of schenkingsrecht, of van de dividend
en tantième-belasting is gedaan, of wel
indien blijkt dat een dergelijke aangifte
ten onrechte is achterwege gebleven.
Van offlcieele zijde vernemen wij thans
dat ook ten aanzien van de evengenoem-
de belastingen, indien daarvan ontdui
king aan de administratie blijkt tenge
volge van nadere aangiften van inkom
sten- en vermogensbelasting als hier
boven zijn bedoeld, de minister van Fi
nanciën eeu tegemoetkomende houding
inneemt. Het op de evenbedoelde wijze
aan het licht komen van deze ontduiking
toch zal slechts aanleiding geven tot hef
fing van de ten onrechte niet betaalde
belasting, zonder boete of verhooging, en
zonder dat eenige stx*afmaatregel zal wor
den toegepast; terwijl zelfs de heffing
van de belasting zelf achterwege zal blij
ven indien het overlijden, de schenking
of de uitdeeiing van dividend of tantième,
welke tot belastingheffing aanleiding zoü
geven, is geschied vóór 1 Mei 1931.
Ook te dezen aanzien geldt, dat, in
dien betaling ineens van de te weinig
betaalde belasting bezwaarlijk zou zijn,
in overleg met de belastingadministratie
een regeling zal kunnen worden getrof
fen tot betaling van het verschuldigde
in termijnen. (Hbl.)
Bij de Tweede Kamer is een wets
ontwerp ingediend tot heffing van een
crisisinkomstenbelasting. De hoofd
inhoud van het ontwerp is, dat een
belasting wordt geheven van de bin
nen het rijk wonende personen, wier
inkomen, vergeleken met dat over het
belastingjaar 1931'32, niet of met
minder dan tien procent is gedaald.
DE HEFFING VAN BELASTINGEN
VAN BESLOTEN VENNOOT
SCHAPPEN EN VEREENIGINGEN
ENZ.
Het Donderdag .door minister Oud in
de Eerste Kamer aangekondigde wets
ontwerp, houdende voorzieningen betref
fende de heffing van belastingen van be-
Gisteren heeft het bestuur van de Ne
derlandsche Vereeniging „De Rijwiel-
Automobiel-Industrie", kortweg RAI ge
noemd, de deuren van zijn 23ste tentoon
stelling wagenwijd open laten zetten: in
de volheid van hun pracht blinken de
automobielen en onderdeelen, de luxe wa
gens en bedrijfsauto's den belangstellen
den kijker tegen. En des avonds als de
duizenden lichten ontstoken zijn en het
heele gebouw op deze prachtige wijze
geïllumineerd zulk een sterken impres
sieven indruk maakt, vertoonen de inzen
ders hun schoonheden in een tooverach-
tig licht.
Alles is gedaan 0111 liet den bezoekers
zoo aangenaam mogelijk te maken, de
gangen tusschen de stands zijn op bijzon
dere wijze verzorgd: er zijn ruime en
goede vestiaires, de toiletten zijn juist
dit jaar volkomen gemoderniseerd, er is
een aangename gelegenheid om even te
rusten in een zeer groot en goed ge
outilleerd restaurant.
Hoe ziet men nu van deze tentoonstel
ling liet meest?
Dat is altijd een vraag, die bij de men-
schen opkomt als zij plotseling voor die
groote en indrukwekkende zaal staan.
Waar te beginnen?
Tenzij men er heen gaat met een be
paald doel, om een of ander vooraf vast
gesteld merk wagen te gaan zien, en er
dus lieen gaat alleen maar om er te kij
ken en kijkend te genieten, dan doet men
het beste als men aan de hand van den
catalogus bijv. de tentoonstelling volgens
een vast plan doorloopt.
Dadelijk vay den ingang rechts af,
langs den interessanten wand, waar zoo
vele handelaren in accessoires en ban
den en dergelijke hun aantrekkelijke ar
tikelen hebben uitgestald. En terzelfder-
tijd links de eerste rij der auto-inzen
dingen meenemend. Dan aan den achter
kant van het gebouw gekomen dadelijk
terug door den wandelgang daarnevens
En zoo vervolgens slingerend van voor
naar achter om dan ten slotte in de zij
zaal te belanden waar het gemeenlijk
rustiger is, de zaal der bedrijfswagens,
die op dezelfde wijze kan worden „ge
daan".
Denk niet, dat dit overbodig is. Een
tentoonstelling maakt moe. Zoo moe, dat
men er een tegenzin in kan krijgen en
weg wil. Dat te voorkomen, is goed. En
45 ets p. pond - 22{ ets p. half pond
Depot Den Helder
M. A. GRUNWALD
Fe u 111eto n
Naar het. Engelsch
van
Gttwell Binns
41)
Ze ontwaakte, doordat de slede stil
stond en hoorde toen, dat de mannen een
kamp opsloegen, het geknetter van een
vuur, het gegrom en geblaf van honden,
die vochten over hun voer*. Ze wist niet
hoe lang ze had geslapen, maar ze was al
geruimen tijd wakker voordat iemand
naar haar omkeek. Toen hoorde ze stap
pen kraken op de bevroren sneeuw. De
stappen hielden op bij de slede en han
den begonnen de riemen los te maken.
I Na een minuut voelde ze, dat haar bee-
nen vrij waren en toen de deken van
haar hoofd gerukt werd, keek ze rond.
Het was nog donker, maar in het licht
van liet vuur, waarhij twee mannen za
ten te rooken, zag ze hoornen boven zich
en een man, die bij de slede stond en op
haar neerzag. Zijn gezicht was in het
donker en ze kon het niet onderscheiden,
maar de stem, die haar toesprak, was
schor en diep, de toon ervan bijna ver
ontschuldigend.
„Sta 1111 maar op, juffrouw."
Toen de deken weggetrokken werd.
had Helen nog even het gevoel van angst,
maar toen de man haar aansprak, ver
dween de vrees sneller, dan ze gekomen
was. Uit het feit, dat hij haar aansprak
met „juffrouw", bleek, dat hij haar res
pecteerde, terwijl zijn manier van spre
ken boekdeelen sprak. De woorden, al
waren ze barsch gezekd, waren meer een
uitnoodiging dan een bevel. Ze vatte ze
ook als zoodanig op en ging eerst zitten,
wachtte tot een kleine aanval van duize
ligheid voorbij was en stond toen lang
zaam op. Ze wankelde even en de man
stak snel zijn hand uit 0111 haar te steu
nen.
„Wacht even," zei hij, ,de duizeligheid
zal wel overgaan."
Het ging sneller over, dan de man
dacht en toen hij wegging en het licht
van het vuur op zijn gèzicht viel, maakte
Helen van de gelegenheid gebruik om
op te nemen van achter de hand, die ze
naar het hoofd had gebracht. Ze zag, dat
het een halfbloed was met een slecht,
door pokken gschonden gezicht en
wreede oogen. Ze wist in het geheel niet
wie hij was, maar haar nieuwsgierigheid
was groot en terwijl ze haar hand liet
zakken, wachtte ze totdat hij weer zou
spreken.
„We wachten hier, korten tijd une
Iieure, deux, misschien drie. De honden
zijn moe. Maar u zult niet wegloopen. Dat
zou dwaasheid zijn. Het bosch is groot en
de wolven zijn talrijk. Kom bij het vuur
en eet."
De halfbloed liep naar het vuur, over
tuigd dat ze zou volgen hetgeen ze, na
een blik geworpen te hebben op het don
kere bosch, ook deed Wie de man ook
was, en wat hij met haar voorhad, hij
sprak tenminste verstandig. Vluchten
zonder uitrusting of voedsel, in een on
bekende streek, onder de gevaren van
het hooge Noorden, zou de grootste waan
zin geweest zijn. Ze ging zitten op een
blok, dat ter eere van haar daar neer
gezet was en gebruikte wat geroosterd
vleesch en thee zonder suiker, terwijl de
twee mannen bij het vuur, beiden' In
dianen, stevig zaten te dampen, zonder
naar haar 0111 te zien, zoolang ze at. Toen
ze klaar was, schoof ze het tinnen bord
van zich af en keek naar den halfbloed,
die ongeveer een meter van haar af zat.
„Wie ben je?" vroeg ze.
„Dat zeg ik u niet," grijnsde de man.
„Zeg me dan, wat je met me gaat doen."
„Dat zult 11 zelf in heel korten tijd wel
merken," luidde het antwoord.
„Waar breng je me dan heen?"
„O, dat zal ik 11 vertellen!" luidde het
antwoord op een toon, die deed vermoe
den, dat de spreker bly was haar ten
minste ergens mee ter wille te kunnen
zijn.
„We brengen u naar het meer van den
Kleinen Eland, tien, misschien twaalf
mijlen ver."
„Maar waarom breng je me daarheen?"
vroeg Helen.
„Non. Dat zeg ik u niet. U zult alles
wel op den juisten tijd te weten komen,"
luidde liet op beslisten toon gegeven ant
woord
Helen keek naar het onaangename slu
we gezicht en wist, dat het nutteloos zou
zyn, verder in die richting te vragen,
Ze wachtte ruim een minuut en begon
iets anders te vragen, voor haar van nog
meer belang.
„Die man, die met mjj in de hut was,
is.
„Vervloekt!" riep de halfbloed plotse
ling in woede ontstoken. „Die man is
dood. Par Dieu, en als hij het niet was,
zou ik hem levend roosteren."
„Dood!" Toen die uitroep haar ontviel,
keek het meisje den halfbloed aan met
"ogen die glinsterden van angst. Toen
kreeg ze weer hoop, bij de gedachte aan
de schoten, die ze gehoord had.
„Maar," riep ze tegen,, „hij vuurde op
jullie, toen je vluchtte. „Het kan dus niet,
dat
„Non!" viel de halfbloed in de rede.
„Die man, die bij u was, heeft maar eens
geschoten en is toen gestorven. Die scho
ten kwamen uit het bosch en ik weet niet,
wie die gelost heeft. Het was vreemd. Ik
wist niet of er één man was of meer,
daarom rende ik met u weg."
Hij wilde nog meer zeggen over dit
onderwerp, maar Helen Yardeley had
geen ooren voor die woorden- Haar hoop
was geheel vervlogen, door den uitleg,
dien de halfbloed aan de schoten gaf.
Waaruit had ze juist met zekerheid op
gemaakt, dat haar geliefde den aanval
overleafd had, dat hij nog leefde en nu.
Dood! Terwijl dat woord in haar ooren
vverklonk, werd ze overmand door een
gevoel van wanhoop, en haar gezicht ver
bergend in haar handen, liet ze haar ver
driet den vrijen loop. Snikken deden haar
schouders schokken en brandende tra
nen ontsprongen haar oogen. Haar ge
liefde was dus toch gedood, had zijn leven
gegeven voor het hare, evenals hij, toen
ze elkaar nog niet kenden, zijn leven op
het spel gezet had 0111 haar te redden.
De ongevoelige halfbloed werd geroerd
door haar diepe smart. In zijn hard bin
nenste voelde hij iets als spijt en nadat
hij haar een oogenblik gade had gesla
gen, beproefde hij haar te troosten, en
sprak met overredende stem:
„U hoeft niet te schreien, als regen in
het voorjaar, Wat is één man, waar de
mannen zijn als bladeren van het bosch.
Deze man is dood. Dat is waar, maar dat
hindert niets, de dood van een man. En
ik breng u naar een anderen man."
„Wat?" Helen keek plotseling op, toen
ze dit vroeg. De uitdrukking van ver
driet in haar oogen maakte plaats voor
een van woede. De halfbloed keek ver
wonderd.
„Ik breng u naar een anderen man, die
u lief zal hebben, op de manier zooals
blanke squaws dat willen. Hij
„Wie is die man?" vroeg ze, hem plot
seling in de rede vallend-
Maar de halfbloed werd ineens voor
zichtig.
„Non!" zei hij. „Dat zeg ik niet, want
dan is de verrassing veel aardiger."
„Aardig!" riep Helen uit, terwijl weer
woede de overhand kreeg in haar hart.
„Aardig! IkZe bedwong zich. Toen
viel haar plotseling iets in en stelde ze
hem weer een vraag.
„Die man, die je me belooft, betaalt die
je ervoor, als je 111e aan hem brengt?"
„Oui! Hij betaalt veel!"
„Waarom?"
„Dat weet ik niet. Hoe kan ik weten
wat in zijn hart omgaat? Maar ik denk,
dat hij brandt van liefde, dat...
Helen sprong plotseling op. „Ik zal je
iets zeggen," zei ze met een stem, die den
harteloozen halfbloed deed huiveren.
„Als je me naar dien man brengt, zal ik
hem dooden, omdat die andere man
gedood is."
„Het kan me niet schelen, wat u met
hem doet!" antwoordde, haar bewaker
met een ruwen lach. „Trouw niet hem of
vermoord hem, dat is mij onverschillig.
Tk krijg liet geld en ik ben op den man
niets gesteld."
„Zeg me, wie het is zijn naam, en ik
zal het dubbele betalen, van wat hij be
looft."
De halfbloed lachte sluw. „Waar is dat
geld: De belooning, die den man heeft be
looft, heb ik gezien. Die is echt. Het is
een goed loon! Non, juffrouw, een belofte,
wat heb ik daar aan! Een roode vos in de
val is meer waard, dan een zilvervos in
het woud. Die man is rijk en u wat
hebt u?"
Hij stak zijn pijp aan en wendde zich
van haar af naar het vuur.
Helen keek hem aan en zag. dat het
nutteloos zou zijn te trachten hem 0111 te
koopen; ze wendde zich dus af en begon
rusteloos op èn neer te ioopen.
Er lag een gespannen, harde uitdruk
king van smart op haar gezicht, maar
diep in haar grijze oogen brandde een
licht, dat niet veel goeds voorspelde rooi
den man, die de oorzaak was van haar
verdriet.
De tijd verliep en nog steeds ging ze op
en lieer. De halfbloed knikkebolde hij het
vuur en zijn twee makkers sliepen vast.
Onder haar bontjas voelde ze het pistool,
dat Stane haar gegeven had, toen de
aanval op de hut begon. Ze keek naar de
drie mannen en met de hand aan het
pistool, bedacht ze, hoe gemakkelijk het
zou zijn hen in den slaap te dooden. de
honden te nemen en zoo haar vlucht mo
gelijk te maken. Het waren moordenaars:
ze verdienden te sterven en ze voelde, dal
ze hen zonder berouw zou kunnen doo
den. Maar haar blik gleed langs den don
keren kring van hoornen en een oogen
blik bleef ze in de duisternis turen, liet
toen het pistool weer los en verwierp de
gedachte die in haar opgekomen was.
i (Wordt vervolgd).