Buiteniandsch Overzicht.
HONIG'S JULIENNESOEP 6 borden voor 20 ets.
NIEUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA
BINNENLAND
No. 7392 EERSTE BLAD
DINSDAG 13 FEBRUARI 1934
62ste JAARGANG
Voor ECHTE Geldersche Vleeschwaren
J. J. v. d. Plaat, Spoorstraat 53.
De N S.B. en het gezag.
KON! JN5s Vleeschwaren
Geruststellendeuitlatingen
over de Japansche
buitenlandsche politiek.
De politieke gezindheid
van ambtenaren
Wat de staking in het
visscherijbedrijf te
IJmuiden heeft gekost
Zeekleuterhuis van
Trein 8-28-
Liefde in de Wildernis
w
HEL
Abonnement per 3 maanden bg vooruitbet.: Heldersche Courant 1.60; voor
W,8,3.,' Aniïa faU,0Wna' Bwezand, W leringen en Texel f 1.66binnen-
e rr'" (^ost" en West-lndië per zeepost l 2.10, .dem per
iw.'J' e'^5 l;,,),len r 3.20 Losse i s. 4ct.fr.p.p ficL Zondagsblad
Jl—üiÜÜ-L.".'0' f0-';0'f1-- Modeblad ,esp. f 1.20, f1.50, f1.50, 11.70
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag.
Redacteur: I'. C. DE BOER.
Uitgave N.V. Drukkerij v/b C. DE BOER Ju.
Bureau: Koningstraat 78 - Telefoon: 50 en 412
Post-Girorekening No. 16000.
ADVERTEXTIËN:
20 cL per regel (galjard). Ingez. meded (kolombreedte als redaction.
tekst) dubbele prijs. Kleine advertentiën (gevraagd, te koop, te huur)
bij vooruitbetaling 10 ct. per regel, min. 40 ct.bij niet-contante be
taling 15 ct. per regel, min. 60 ct. (Adres Bureau van dit blad en met
brieven onder no.10 ct. per advertentie extra). Bewijsnummers 4 ct.
De ontvangst van de nieuwe Fransche regeering. - De uiu
dagende houding van Rusland; veel geschreeuw
De nieuwe
Fransche
regeering
Frankrijk heeft het
wijze hool'd geschud
- schrijft de „N. R.
en Doumergue
een raad van ouden
laten vormen om te
regeeren. Onder de leiding van deze man
nen moet liet land bekomen van de schok
ken, die het in de laatste maanden heeft
doorstaan.
Als nu iets bewezen is schrijft
het blad is het wel, dat liet kartel
in frankrijk als basis van een bewind,
een onmogelijke.constructie is.
De Fransche socialisten in hun vrees
voor verantwoordelijkheid, in liun doctri-
narisme en in hun verdeeldheid, die ten
GASTON DOUMERGUE
de nieuwe minister-president in Frankrijk.
slotte de partij heeft doen uiteenvallen,
hebben een groot gedeelte van de schuld
te dragen; niet de heele schuld echter.
Ook de socialistische radicalen hebben
hun aandeel gehad in een gemanoeuvreer,
dat van verblindheid getuigde tegenover
alle overwegingen die buiten de perken
van de partij vielen. Tweemaal hebben wij
dat nu zien gebeuren, in de Kamer van
1924 en in liet. tegenwoordig parlement.
Beide keeren heeft dit gemanoeuvreer
Frankrijk op den rand van groot ongeluk
gebracht, beide keeren heeft de machtige
linkerzijde zich, om het ergste te voorko
men, het bewind door een tegenstander
uit de handen moeten laten nemen, zonder
nog eenig moreel recht of vermogen van
verzet. In 1926 was Poincaré de redder, in
1934 moet het Doumergue ziin.
Het tweemaal gebeurde, in 1926 en in
1934, moge in ziin herhaling mede aan
bizonder ongelukkige tijdsomstandighe
den te wijten zijn, toch moet die herha
ling wat kartel heet in diep discrediet
brengen.
Wij moeten nu afwachten of Doumer
gue werkelijk liet gezag en vooral de
kracht zal bezitten om het zoo bont sa
mengestelde kabinet naar het doel te
mennen, dat hij ermede wil bereiken-
Naar Reuter uit Parijs meldtt, wordt
net ministerie Doumergue door de meeste
bladen zeer gunstig ontvangen, hoewel
men het slechts beschouwt als een over
gangskabinet in het belang van de rust
en orde in het land. De socialistische en
communistische bladen beoordeelen het
kabinet slecht en kondigen liet openlij
ken strijd aan.
Naar Reuter uit Parijs meldt, wordt
J elegraph over liet nieuwe Fransche ka
binet, dat het onjuist zou zijn het kabinet
Doumergue als een oorlogskaliinet te be
schouwen. Eerder zou men het zoowel in
binnenlandséh als in buiteniandsch poli
tiek opzicht een „safety cabinet" kunnen
noemen. De vooruitzichten voor het aan
vaarden van de Engelsche ontwapenings
voorstellen zijn echter onder deze regee
ring slechter dan ooit. Waarschijnlijk
zullen Doumergue en zijn collega's onder
de huidige omstandigheden op z'n hoogst,
instemmen met het Italiaansche plan, dat
de vaststeling der legers op de huidige
sterkte wenscht.
De Russische bol
sjewisten zijn den
laatsten tijd in feest
stemming, ter gele
genheid van het feit
van het zestiende partij-congres. Het Hbl.
wijdt er een artikel aan, waaraan wij het
volgende ontleenen:
Opmerking verdient, dat de Sowjets
den laatsten tijd een uitdagender, of moe
diger toon aanslaan nu te Tokio de
oorlogszuchtige geest klaarblijkelijk luwt
Ook Tokio is dat niet Óntgaan, waar men
verklaart: de Russische leiders maken
blijkbaar groote drukte, omdat zjj over
tuigd zijn dat Japan niet de bedoeling
heeft te vechten. Inderdaad zijn er duide
lijkje aanwijzingen, waaruit blijkt, dat
Japan niet de bedoeling heeft om tegen
de. Sowjets het -zwaard te trekken. Niet
alleen tegen de Sowjets. doch tegen geen
zijner rivalen. Het streeft er integendeel
Comestibles - Delicatessen. Telefoon 420.
Generaal HAYASHI,
de nieuwe minister van oorloy in Japan.
naar, inet alle mogendheden, waarmee
het op voet van spanning verkeert, tot
normale betrekkingen terug te keeren,
Hirota, de Japansche minister van bui-
tenlandsche zaken, heeft dezer dagen ziin
bemiddeling aangeboden om de onderhan
delingen over den verkoop van den Noord-
Mandsjoerijscheri spoorweg (den vroege
re» Chineeschen Oosterspoorweg) met
Mandsjoekwo tot een goed einde te bren
gen.
Deze onderhandelingen waren aanvan
kelijk vastgeloopen tengevolge van de
chicaneuze houding der Japanners, die
streefden naar een koop en wien de be
doeling werd toegeschreven, over dezen
spoorweg een conflict te forceeren. Hirota
was bereid er toe mede te werken, dat een
goede financieele grondslag voor den ver
koop werd gevonden en dat de Russische
spoorwegambtenaren, die waren gearres
teerd, in vrijheid zouden worden gesteld.
Hirota lieefl verder den Russen het
voorstel gedaan, in het grensgebied, waar
Japanners en Russen elkaar in Mandsjoe-
rije ontmoeten, een zone te demilitarisee-
ren, teneinde conflicten te voorkomen.
4AA RLIJKSUHE VLOOTMANOEU-
VRES IX PLAATS VAX EENS PER
DRIE JAAR IX JAPAN.
De minister van marine Osumi
heeft gisteren in de begrootingscommis-
sie van de Japansche Kamer medege
deeld, dat de marineautoriteiten het ge-
wenscht achten de groote vlootmanoeu-
vres jaarlijks te houden in plaats van
eens per drie jaar, zooals de groote leger-
manoeuvres. Voor dit doel vroeg hij een
extra post op de marine-begrooting van
5 millioen yen.
De groote manoeuvres zullen dit jaar
in den loop van den zomer in het midden
van den Stillen Oceaan worden gehouden.
125 en 126 der ambtenarenwet deze voor
schriften ook aan de ambtenarenregle
menten yan waterschappen, veenschap-
pen en veenpolders zal toevoegen. Zelfs
voor de zeer vele waterschappen met bii-
voorbeeld één of twee ambtenaren, soms
alleen een secretaris-penningmeester met
een bezoldiging van één of tweehonderd
gulden of nog minder, geldt dit nieuwe
regeeri ngsvoorsch rift.
Stavisky- en Dreyfus-zaken
hier te lande.
AMNESTIE TER GELEGENHEID VAX
DE GEBOORTE VAN I)EX
JA PA NSCHEN KROONPRINS. Het Eerste Kamerlid Polak
den minister van justitie de
zijn toch fijner
l>e amnestie die in Japan zal worden
afgekondigd naar aanleiding van de ge
boorte van het kroonprinsje, zal betrek-
li ing hebben op 25,000 uit een totaal van
50,000 gevangenen.
De opgelegde gevangenisstraf zal op
zijn minst met 1/4 worden verkort- De
doodstraf wordt in vrijheidstraf gewij
zigd.
Aan 25,000 personen worden de bur
gerrechten hergeven.
FRANZ LEHAR
de beroemde componist, zal in Hollywood
persoonlijk de verfilminq van zijn bekende
operette Het vroolijke weeuwtje" leiden.
CHIAPPE WEER DE PREFECTUUR
AANGEBODEN.
Hij bedankt.
Naar de Matin meldt, moet aan Chiapge
een herbenoeming tot prefect van Parijs
zijn aangeboden, maar heeft hij in het be
lang van den vrede het aanbod afgesla
gen. Hij zou nu tot gezant te Brussel wor
den benoemd.
De nieuwe Japansche ambassadeur te
Washington, Saito, is te New-York aange
komen aan boord van de „Berengaria". In
een onderhoud met persvertegenwoordi
gers legde Saito den nadruk op de vrede
lievendheid der politiek van de Japansche
egeering. Japan is niet voornemens oor
log te voeren. Rusland wenscht geen oor
log met ons en wij niet met Rusland.
Als Japan met Rusland een oorlog
zou gaan voeren, dan beteekent dit,
aldus Saito, een oorlog met alle an
dere landen en wij willen geen zelf
moord plegen.
De reglementen van waterschappen
moeten ook worden aangevuld met
bepalingen in zake revolutionnaire
gezindheid.
De Tel. meldt:
V Thans heeft ook de minister van
waterstaat, ir. Kalff, de tusschen-
komst van Ged. Staten der provin
cies ingeroepen, ten einde te bewerk
stelligen, dat de besturen, onder zijn
departement, resorteerende, bepalin
gen in de ambtenaarsreglementen op
nemen, gelijkluidend aan die, welke
de minister van binnenlandsche za
ken verlangt ten opzichte van de pro
vinciale ambtenaren en de gemeente
ambtenaren.
Dientengevolge zullen ook de ambtena
ren-reglementen van omstreeks driedui
zend waterschappen, veenscliappen en
veenpolders moeten worden aangevuld
met verbodsbepalingen omtrent revolution
naire gezindheid, uitsteken van andere
dan nationale vlaggen, dragen van insig
nes, ontslag bij lidmaatschap van ver
boden vereenigingen, ontslag van de
huwende vrouw en van die vrouw die gaat
Ir ven in concubinaat en genieten van
burgerlijke bezoldiging tijdens militaire
dienstvervulling, terwijl, hii niet-voldoe-
ning aan dezen eisch van de regeering,
zijzelf met toepassing van de artikelen
heeft tot
volgende
schriftelijke vragen gericht-
Heef t de minister van justitie kennis
genomen van de uitnoodiging in het
weekblad Volk en Vaderland, redacteur
de heer ir. A. A, Mussert, gericht tot
„Volksgenooten-Juristen", om te helpen
„het vaandel van het recht hoog te hou
den in de komende Nederlandsehe Sta
visky- en Dreyfus-zaken"?
Moet, naar het oordeel van den minis
ter, uit dezen oproep niet worden afge
leid, dat den heer Mussert bekend is, dat
hier te lande zwendel-praktijken worden
bedreven als in de zaak-Stavisky ziin be
kend geworden, en dat ten departemente
van defensie falsificaties worden gereed
gemaakt, bestemd om een officier wegens
landsverraad in staat van beschuldiging
te stellen, gelijk in de zaak-Dreyfus ik
geschied
Is den minister gt K-ken, dat de heer
Mussert de justitie in kennis heeft ge
steld van hetgeen hem blijkbaar aangaan
de de gepleegd wordende en de in voor
bereiding zijnde misdaad bekend is?
Zoo niet, is de minister dan bereid te
doen onderzoeken, of de genoemde redac
teur, de heer Mussert, als ambtenaar ken
nis heeft gekregen van de vorenbedoelde
feiten en dus ingevolge art. 162 van liet
wetboek van strafvordering verplicht
ware geweest de justitie daarvan in ken
nis te stellen?
Indien de heer Mussert niet als ambte
naar van deze feiten kennis heeft gekre
gen, is de minister dan bereid te doen
onderzoeken, of er voor den heer Mussert
voldoende reden is tot het uiten zijner
bewering?
Indien mocht blijken, dat deze niet aan
wezig is, is de minister dan niet van
oordeel, dat het verzinnen en publiceeren
van beschuldigingen en aankondigingen,
berekend op het verwekken van onge
rustheid, strafbaar moet worden gesteld?
ONTSLAG OP GROOTE SCHAAL BIJ
DE MIJNEN.
1900 mijnwerkers 1 Maart ont
slagen
Zaterdagmorgen heeft de contactcom
missie voor het mijnbedrijf vergaderd. In
deze vergadering hebben de mijndirecties
mededeeling gedaan omtrent een ontslag
op groote schaal, dat zij voornemens zijn
tegen 1 Maart aan te zeggen. Volgens
loopende geruchten zou dit ontslag onge
veer duizend mijnwerkers omvatten.
Zooals in bovenstaand bericht is ge
meld, is tegen 1 Maart een ontslag op
groote schaal bij de mijnen aangezegd.
Het ontslag aan 1000 mijnwerkers blijkt
echter overdreven te zijn. Wel hebben de
mijndirecties aan vertegenwoordigers der
vakbonden meegedeeld, dat de toestand
van het mijnbedrijf het noodzakelijk
maakt, dat andermaal wordt overgegaan
tot het geven van ontslag aan een groot
aantal mijnwerkers. Op de Oranje Nassau-
miinen zullen ca. 250, op de mijnen Laura
de Vereeniging 100, en op de Domaniale
mijn ongeveer 75 arbeiders tegen 1 Maart
worden ontslagen. Van de zyde der vak
bonden werd er op aangedrongen, om in
de eerste plaats buitenlandsche arbeiders
voor dit ontslag in aanmerking te. doen
komen.
aan de IJmuider Federatie.
Volgens een mededeeling van het be
stuur der IJmuider Federatie, afdeeling
van den Centralen Bond van transport
arbeiders, heeft de staking in het vissche-
riibedriif gedurende de eerste zeven maan
den verleden jaar 753.995 gekost, waar
van aan uitkeeringen te IJmuiden
595.067, te Egmond aan Zee 103.367, in
andere plaatsen 49.628 en aan onkosten
5931.
Hierbij komen dan nog de uitkeeringen
van den Chr. Bond van fabrieks- en trans
portarbeiders en van een kleine, revolu
tionnaire organisatie van zeevisscliers.
~e Petten geopend.
Zaterdagmiddag is te Petten het onder
architectuur van den heer Vorkink te
Amsterdam, gebouwde Kinderverpleeghuis
voor de Vereeniging „Trein 8.28" officieel
geopend. Het mooie witte strak-gehouden
gebouw mag een sieraad voor de streek
worden genoemd.
In dit zonnige gebouw zullen onder lei
ding van een directrice met tien verpleeg
sters regelmatig een 50 kinderen van 36
jaar verpleegd worden en reeds vandaag
worden de eerste 50 verwacht.
Zoowel met den bouw als met het inte
rieur (het binnenhuisinterieur is ver
zorgd door den Amsterdamschen archi
tect Kronenburg) is in alle opzichten re
kening gehouden, dat aan de hoofdvoor
waarde: zon en licht voldaan wordt.
De ruime slaapzalen zijn voorzien van
bedjes zonder hoofdkussens, om de rug
spieren van de kleintjes niet te verzwak
ken-
De eet- en speelzalen maken een pretti-
gen indruk evenals de waschlokaliteiten
en de keuken mag ideaal genoemd worden.
De linnenkamer ziet er tiptop uit (tij
dens de verpleging ontvangen de kinderen
het ondergoed van het huis) en in alle op
zichten is er met de moderne hygiëne re
kening gehouden.
Ook voor zieke kinderen is er een afzon
derlijke afdeeling; in de dienkamer voor
de kleintjes wordt alles uitsluitend dooi
de verpleegsters behandeld. Des nachts
zijn de kindertjes onder voortdurend toe
zicht, zoodat zü ook dan indien noodig
oogenblikkelijk hulp kunnen ontvangen.
Fe u 111 e t o n
Naar het Engelsch
van
Ottwell Binns
12)
Het was geen vrees voor de duisternis of
an<»st voor de gevaren in die bevroien
wildernis, die haar deed terugschrikken
van haar poging tot vluchten; het was de
hevige, alles beheerschende begeerte om
den man te ontmoeten, die de oorzaak
was geweest van den dood van haar ge
liefde.
Toen de halfbloed opstond en haar be
val op de -slede plaats te nemen, deed ze
dit zonder tegenwerpingen en maakte het
ziel) zoo behagelijk mogelijk. Ze werd
weer vastgebonden, hoewel ze, toen ze
weer verder gingen, minder had van een
baal goed, dan eerst en ze de deken kon
optillen, die nu over haar hoofd geworpen
was, meer als bescherming tegen de felle
koude, dan voor eenig ander doeleinde.
Maar slechts eens voordat het licht weid,
maakte ze gebruik van dit voorrecht om
rond te zien, en dat was, toen ze voor
de tweede maal halt hielden. Ze lichtte <le
deken op 0111 de oorzaak van dit opont
houd te weten te komen, en ontdekte, dat
het tuig van de honden verward was ge
raakt in een tak van een omgevallen
boom, waardoor het gebroken was en dat
het oponthoud noodzakelijk was om het
te herstellen. Ze liet de deken weer vallen
en bleef daar in donker liggen, terwijl
wilde gedachten zich mengden met haar
smart. Deze vertraging maakte haar woe
dend. Haar eenig verlangen was den man
te ontmoeten en de gerechte straf aan
hem te voltrekken; hij zou sterven, zooals
haar geliefde gestorven was en haar hand
zou de vergelding aan hem voltrekken.
De sombere dageraad van het noorden
was aangebroken, toen ze de deken weer
optilde. Ze waren nog steeds in het bosch,
omdat ze in het donker van den weg af
geraakt waren. Een nieuwe pauze was
noodig en terwijl twee der mannen een
maal gereed maakten, ging het hoofd van
haar bewakers het bosch in om, zooals ze
dacht, te ontdekken waar ze waren. Hij
kwam na een half uurtje weer terug,
zei iets tegen zijn gezellen, dat Helen niet
kon verstaan, en na rustig gegeten te heb
ben, spanden ze de honden weer in.
Na eenigen tijd begon het bosch dunner
te worden. Ze kwamen bii een bevroren
rivier, daalden den oever af en begonnen
liet gladde oppervlak te volgen, waardoor
hun vaart merkbaar versnelde. De oevers
der rivier weken aan beide zijden en na
eenigen tijd verdwenen ze, waaruit ze op
maakte, dat ze op een bevroren meer wa
ren. Ze draaiden scherp naar rechts en
eenige minuien later dwong een sneeuw
jacht haar, het gezicht te bedekken. Er
verliep eenigen tijd, voordat ze weer uit
keek. Ze reisden met verbazende snelheid.
De sneeuw vloog langs de voeten van den
man. die voorop liep. De halfbloed, die de
honden leidde, vuurde ze met de zweep en
woorden aan en van tijd tot tüd wierp hij
een bezorgden blik over den schouder.
Omdat Helen begreep, waarom hij dit
deed, keek ze ook om. Toen begon haar
hart te bonzen. Achter haar was nog een
span honden met twee mannen. Was het
mogelijk dat de halfbloed zich tenslotte
toch vergist had of dat hii haar een leu
gen verteld had?
Ze wist het niet, ze begreep het niet,
maar ze begon weer te hopen en haar
hoop werd versterkt door den blijkbaren
angst van haar ontvoerder. Hii sloeg de
honden meedoogenloos en liii keek weer
achterom. Helen keek ook om en zag, dat
de slede achter hen inliep. Was het wer
kelijk haar geliefde, die haar volgde of
waren het mannen, die getuigen waren
geweest van den aanval op de hut en de
schoten hadden gelost, die de aanvallers
op de vlucht hadden gedreven? Alles
scheen nu mogelijk en toen de angst van
den halfbloed zichtbaar toenam, groeide
haar hoop.
De sneeuw begon weer, een verblinden
de jacht, die al het uitzicht benam en de
halfbloed gaf een kort bevel, waarop de
Indiaan voorop in de richting van den
oever stuurde. De halfbloed zag om, toen
naar voren en gromde van voldoening. Het
meisje keek ook vooruit. Ze naderden een
driepuntige rots, die blijkbaar hun doel
was. Toen kwam plotseling, verbijsterend
door het onverwachte, de flikkering en de
knal van een geweer vanuit de struiken
aan den oever.
„Sacré!" riep de halfbloed uit. Het vol
gend oogenblik werden drie geweren af
geschoten, hij viel voorover in de sneeuw
tegelijk met den man aan het stuur.
De man, die den weg baande, keerde
zich van de rots af, gevolgd door de han
den, die de slede haast deden kantelen.
Weer een knal en de overblijvende man
viel neer. De honden, opgewonden of ang
stig, bleven doorloopen en Helen trachtte
ziel) los te" maken, maar een oogenblik
later bleef de slede plotseling staan, toen
twee der honden neervielen, getroffen in
de flank.
Eén oogenblik meende ze tw ee mannen
naar haar toe te zien snellen, toen ver
borg de sneeuwsluier alles weer. Flauw
onderscheidde ze de gedaante van één van
de mannen bii haar slede en het volgend
oogenblik drong een stem, die ze zich her
innerde, tot haar door, te midden van den
loeienden wind.
„God zii gedankt, Helen! Ik ben op
tüd!"
Ze keek ongeloovig op en zag Gerald
Amley, die zich over haar heen boog.
HOOFDSTUK XXL
Toen Stane besloot den storm te trot-
seeren, wist hii, dat hem een zware taak
wachtte; ze bleek nog zwaarder dan hij
vermoed had. De wind, sniidend koud,
joeg de sneeuw als een biina onverbreek
baren muur voor zich uit. Het bosch be
schutte hem eenigszins, maar uit angst,
dat hii zou verdwalen en zoo ziin doel zou
missen, waagde hii het niet er dieper in
door te dringen en werd hii gedwongen
aan den zoom te bliiven, om het meer niet
uit het oog te verliezen. Telkens werd hii
gedwongen in de luwte van doode hoornen
of achter een boom stil te staan met zijn
rug naar den storm, om adem te schep
pen. Hij kon ternauwernood een meter
voor zich uit zien en meer dan eens werd
hii gedwongen van den rechten weg af
te gaan en de boomen te verlaten om zich
te overtuigen, dat hü niet van het meer
afgedwaald was.
De felle koude versufte hem; de
sneeuwjacht bracht hem in de war en
voordal hü zijn doel bereikt had. was hii
zich nog slechts van eén ding duidelijk
bewust. Al verstiifde de wind ziin gezicht,
hü moest er recht tegen in gaan, dan kon
hii niet verkeerd gaan, want de storm
joeg over het meer en kwam regelrecht
van de rots, in wier schaduw de tragedie,
waarvan hij getuige was geweest, geschied
w-as. Terwijl hii moeizaam voortging,
maakte een algeheele uitputting zich van
hem meester. Met het hoofd voorover te
gen den storm in, wankelde hii als een
besehonkene. Meer dan eens, als hii strui
kelde over gevallen boomen, dreigde de
neiging om te gaan zitten uitrusten hem
te zullen overmeesteren, maar omdat hii
daar het gevaar van kende, dwong hii zich
daar van af te zien. Eens, toen hii stil
stond in de luwte van een reuzeden, met
den rug tegen den stam, voelde hii een
onoverwinlijke, heerlijke loomheid over
zich komen, en omdat hii begreep, dat dit
het begin van den gevreesden sneeuw-
slaap was, die menschen onder zulke om
standigheden overvalt, ging hii weer ver
der, al was hy nog niet op adem gekomen
Plotseling liep de weg, dien hii volgde,
naar beneden. Het kwam door een rivier
tje, dat in de lente naar het meer stroom
de, maar nu vast bevroren w as. In de ver
blindende sneeuwjacht had hii bet niet
gezien; hij deed een stap in de lucht, rolde
den oever af en kwam als een vormlooze
hoop in de hooge sneeuw op den bodem
terecht. Ruim een minuut lang bleef hii
liggen, buiten den wind, den mond vol
sneeuw, met het gevoel van iemand, die
uit de felle koude op een zachte canapé
in een warme kamer terecht komt. Een
gevoel van behageliikheid kwam over
hem. Eenige oogenblikken verloor hii bet
bewustzijn; tijd, omstandigheden en het
doel van ziin onderneming waren verge
ten. Visioenen, kort, maar levendig, ver
schenen hem, en ook dat van een meisje,
dat hii met den dood voor oogen gekust
had. Dat meisje ja, er was toch iets.
Ziin hersens begonnen weer te werken,
het doel van ziin tocht beheerschte ziin
haperende zintuigen en hii strompelde
overeind.
„Helen!" mompelde hii. „Helen!"
Hii keek naar den oever van de rivier
tegenover dien waarvan hii af was gerold.
'Toen bleef hii staan. Er was iets twin
tig tellen verliepen, voordat hii het zich
herinnerde. Ziin geweer! Het lag ergens
in de sneeuw, hii moest het zoeken, want
hii zou het nog noodig kunnen hebben,
jlij tastte in het rond en ontdekte het;
toen dacht hii even na en begon, in plaats
van den oever op te klimmen, stroomaf te
ioopen, beschut door de hooge oevers. Het
was minder koud daar beneden en al blies
een wolk als zand zoo scherpe deeltjes
ffneeuw hem tegen het hoofd, toch kon hij
het ergste er van ontduiken, door zich te
bukken.
Ziin versuft denkvermogen begon weer
bii te komen. Het loopen door de diepe,
zachte sneeuw, buiten het bereik van den
ren wind, gaf hem doorstraling. Ziin
hersens begonnen te werken. Hij kon nu
niet ver meer van de rots ziin en de
stroom zou hem naar het meer brengen.
Hoeveel tiid hü verloren had, wist hii niet
en hii verkeerde in doodsangst, dat hü
tenslotte toch te laat zou komen. Terwijl
hii met moeite vooruit kwam, vroeg hii
zich niet eens af, wat de aanval, dien hü
gezien had, had te beteekenen: één ding
zag hij slechts voor oogen, het visioen van
het meisje, dat liü liefdhad, en dat aan
onbekende gevaren bloot gesteld was.
(Wordt vervolgd).