Buiteniandsch Overzicht. HONIG'S JULIENNESOEP 6 borden voor 20 ets. NIEUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA BINNENLAND No. 7392 EERSTE BLAD DINSDAG 13 FEBRUARI 1934 62ste JAARGANG Voor ECHTE Geldersche Vleeschwaren J. J. v. d. Plaat, Spoorstraat 53. De N S.B. en het gezag. KON! JN5s Vleeschwaren Geruststellendeuitlatingen over de Japansche buitenlandsche politiek. De politieke gezindheid van ambtenaren Wat de staking in het visscherijbedrijf te IJmuiden heeft gekost Zeekleuterhuis van Trein 8-28- Liefde in de Wildernis w HEL Abonnement per 3 maanden bg vooruitbet.: Heldersche Courant 1.60; voor W,8,3.,' Aniïa faU,0Wna' Bwezand, W leringen en Texel f 1.66binnen- e rr'" (^ost" en West-lndië per zeepost l 2.10, .dem per iw.'J' e'^5 l;,,),len r 3.20 Losse i s. 4ct.fr.p.p ficL Zondagsblad Jl—üiÜÜ-L.".'0' f0-';0'f1-- Modeblad ,esp. f 1.20, f1.50, f1.50, 11.70 Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag. Redacteur: I'. C. DE BOER. Uitgave N.V. Drukkerij v/b C. DE BOER Ju. Bureau: Koningstraat 78 - Telefoon: 50 en 412 Post-Girorekening No. 16000. ADVERTEXTIËN: 20 cL per regel (galjard). Ingez. meded (kolombreedte als redaction. tekst) dubbele prijs. Kleine advertentiën (gevraagd, te koop, te huur) bij vooruitbetaling 10 ct. per regel, min. 40 ct.bij niet-contante be taling 15 ct. per regel, min. 60 ct. (Adres Bureau van dit blad en met brieven onder no.10 ct. per advertentie extra). Bewijsnummers 4 ct. De ontvangst van de nieuwe Fransche regeering. - De uiu dagende houding van Rusland; veel geschreeuw De nieuwe Fransche regeering Frankrijk heeft het wijze hool'd geschud - schrijft de „N. R. en Doumergue een raad van ouden laten vormen om te regeeren. Onder de leiding van deze man nen moet liet land bekomen van de schok ken, die het in de laatste maanden heeft doorstaan. Als nu iets bewezen is schrijft het blad is het wel, dat liet kartel in frankrijk als basis van een bewind, een onmogelijke.constructie is. De Fransche socialisten in hun vrees voor verantwoordelijkheid, in liun doctri- narisme en in hun verdeeldheid, die ten GASTON DOUMERGUE de nieuwe minister-president in Frankrijk. slotte de partij heeft doen uiteenvallen, hebben een groot gedeelte van de schuld te dragen; niet de heele schuld echter. Ook de socialistische radicalen hebben hun aandeel gehad in een gemanoeuvreer, dat van verblindheid getuigde tegenover alle overwegingen die buiten de perken van de partij vielen. Tweemaal hebben wij dat nu zien gebeuren, in de Kamer van 1924 en in liet. tegenwoordig parlement. Beide keeren heeft dit gemanoeuvreer Frankrijk op den rand van groot ongeluk gebracht, beide keeren heeft de machtige linkerzijde zich, om het ergste te voorko men, het bewind door een tegenstander uit de handen moeten laten nemen, zonder nog eenig moreel recht of vermogen van verzet. In 1926 was Poincaré de redder, in 1934 moet het Doumergue ziin. Het tweemaal gebeurde, in 1926 en in 1934, moge in ziin herhaling mede aan bizonder ongelukkige tijdsomstandighe den te wijten zijn, toch moet die herha ling wat kartel heet in diep discrediet brengen. Wij moeten nu afwachten of Doumer gue werkelijk liet gezag en vooral de kracht zal bezitten om het zoo bont sa mengestelde kabinet naar het doel te mennen, dat hij ermede wil bereiken- Naar Reuter uit Parijs meldtt, wordt net ministerie Doumergue door de meeste bladen zeer gunstig ontvangen, hoewel men het slechts beschouwt als een over gangskabinet in het belang van de rust en orde in het land. De socialistische en communistische bladen beoordeelen het kabinet slecht en kondigen liet openlij ken strijd aan. Naar Reuter uit Parijs meldt, wordt J elegraph over liet nieuwe Fransche ka binet, dat het onjuist zou zijn het kabinet Doumergue als een oorlogskaliinet te be schouwen. Eerder zou men het zoowel in binnenlandséh als in buiteniandsch poli tiek opzicht een „safety cabinet" kunnen noemen. De vooruitzichten voor het aan vaarden van de Engelsche ontwapenings voorstellen zijn echter onder deze regee ring slechter dan ooit. Waarschijnlijk zullen Doumergue en zijn collega's onder de huidige omstandigheden op z'n hoogst, instemmen met het Italiaansche plan, dat de vaststeling der legers op de huidige sterkte wenscht. De Russische bol sjewisten zijn den laatsten tijd in feest stemming, ter gele genheid van het feit van het zestiende partij-congres. Het Hbl. wijdt er een artikel aan, waaraan wij het volgende ontleenen: Opmerking verdient, dat de Sowjets den laatsten tijd een uitdagender, of moe diger toon aanslaan nu te Tokio de oorlogszuchtige geest klaarblijkelijk luwt Ook Tokio is dat niet Óntgaan, waar men verklaart: de Russische leiders maken blijkbaar groote drukte, omdat zjj over tuigd zijn dat Japan niet de bedoeling heeft te vechten. Inderdaad zijn er duide lijkje aanwijzingen, waaruit blijkt, dat Japan niet de bedoeling heeft om tegen de. Sowjets het -zwaard te trekken. Niet alleen tegen de Sowjets. doch tegen geen zijner rivalen. Het streeft er integendeel Comestibles - Delicatessen. Telefoon 420. Generaal HAYASHI, de nieuwe minister van oorloy in Japan. naar, inet alle mogendheden, waarmee het op voet van spanning verkeert, tot normale betrekkingen terug te keeren, Hirota, de Japansche minister van bui- tenlandsche zaken, heeft dezer dagen ziin bemiddeling aangeboden om de onderhan delingen over den verkoop van den Noord- Mandsjoerijscheri spoorweg (den vroege re» Chineeschen Oosterspoorweg) met Mandsjoekwo tot een goed einde te bren gen. Deze onderhandelingen waren aanvan kelijk vastgeloopen tengevolge van de chicaneuze houding der Japanners, die streefden naar een koop en wien de be doeling werd toegeschreven, over dezen spoorweg een conflict te forceeren. Hirota was bereid er toe mede te werken, dat een goede financieele grondslag voor den ver koop werd gevonden en dat de Russische spoorwegambtenaren, die waren gearres teerd, in vrijheid zouden worden gesteld. Hirota lieefl verder den Russen het voorstel gedaan, in het grensgebied, waar Japanners en Russen elkaar in Mandsjoe- rije ontmoeten, een zone te demilitarisee- ren, teneinde conflicten te voorkomen. 4AA RLIJKSUHE VLOOTMANOEU- VRES IX PLAATS VAX EENS PER DRIE JAAR IX JAPAN. De minister van marine Osumi heeft gisteren in de begrootingscommis- sie van de Japansche Kamer medege deeld, dat de marineautoriteiten het ge- wenscht achten de groote vlootmanoeu- vres jaarlijks te houden in plaats van eens per drie jaar, zooals de groote leger- manoeuvres. Voor dit doel vroeg hij een extra post op de marine-begrooting van 5 millioen yen. De groote manoeuvres zullen dit jaar in den loop van den zomer in het midden van den Stillen Oceaan worden gehouden. 125 en 126 der ambtenarenwet deze voor schriften ook aan de ambtenarenregle menten yan waterschappen, veenschap- pen en veenpolders zal toevoegen. Zelfs voor de zeer vele waterschappen met bii- voorbeeld één of twee ambtenaren, soms alleen een secretaris-penningmeester met een bezoldiging van één of tweehonderd gulden of nog minder, geldt dit nieuwe regeeri ngsvoorsch rift. Stavisky- en Dreyfus-zaken hier te lande. AMNESTIE TER GELEGENHEID VAX DE GEBOORTE VAN I)EX JA PA NSCHEN KROONPRINS. Het Eerste Kamerlid Polak den minister van justitie de zijn toch fijner l>e amnestie die in Japan zal worden afgekondigd naar aanleiding van de ge boorte van het kroonprinsje, zal betrek- li ing hebben op 25,000 uit een totaal van 50,000 gevangenen. De opgelegde gevangenisstraf zal op zijn minst met 1/4 worden verkort- De doodstraf wordt in vrijheidstraf gewij zigd. Aan 25,000 personen worden de bur gerrechten hergeven. FRANZ LEHAR de beroemde componist, zal in Hollywood persoonlijk de verfilminq van zijn bekende operette Het vroolijke weeuwtje" leiden. CHIAPPE WEER DE PREFECTUUR AANGEBODEN. Hij bedankt. Naar de Matin meldt, moet aan Chiapge een herbenoeming tot prefect van Parijs zijn aangeboden, maar heeft hij in het be lang van den vrede het aanbod afgesla gen. Hij zou nu tot gezant te Brussel wor den benoemd. De nieuwe Japansche ambassadeur te Washington, Saito, is te New-York aange komen aan boord van de „Berengaria". In een onderhoud met persvertegenwoordi gers legde Saito den nadruk op de vrede lievendheid der politiek van de Japansche egeering. Japan is niet voornemens oor log te voeren. Rusland wenscht geen oor log met ons en wij niet met Rusland. Als Japan met Rusland een oorlog zou gaan voeren, dan beteekent dit, aldus Saito, een oorlog met alle an dere landen en wij willen geen zelf moord plegen. De reglementen van waterschappen moeten ook worden aangevuld met bepalingen in zake revolutionnaire gezindheid. De Tel. meldt: V Thans heeft ook de minister van waterstaat, ir. Kalff, de tusschen- komst van Ged. Staten der provin cies ingeroepen, ten einde te bewerk stelligen, dat de besturen, onder zijn departement, resorteerende, bepalin gen in de ambtenaarsreglementen op nemen, gelijkluidend aan die, welke de minister van binnenlandsche za ken verlangt ten opzichte van de pro vinciale ambtenaren en de gemeente ambtenaren. Dientengevolge zullen ook de ambtena ren-reglementen van omstreeks driedui zend waterschappen, veenscliappen en veenpolders moeten worden aangevuld met verbodsbepalingen omtrent revolution naire gezindheid, uitsteken van andere dan nationale vlaggen, dragen van insig nes, ontslag bij lidmaatschap van ver boden vereenigingen, ontslag van de huwende vrouw en van die vrouw die gaat Ir ven in concubinaat en genieten van burgerlijke bezoldiging tijdens militaire dienstvervulling, terwijl, hii niet-voldoe- ning aan dezen eisch van de regeering, zijzelf met toepassing van de artikelen heeft tot volgende schriftelijke vragen gericht- Heef t de minister van justitie kennis genomen van de uitnoodiging in het weekblad Volk en Vaderland, redacteur de heer ir. A. A, Mussert, gericht tot „Volksgenooten-Juristen", om te helpen „het vaandel van het recht hoog te hou den in de komende Nederlandsehe Sta visky- en Dreyfus-zaken"? Moet, naar het oordeel van den minis ter, uit dezen oproep niet worden afge leid, dat den heer Mussert bekend is, dat hier te lande zwendel-praktijken worden bedreven als in de zaak-Stavisky ziin be kend geworden, en dat ten departemente van defensie falsificaties worden gereed gemaakt, bestemd om een officier wegens landsverraad in staat van beschuldiging te stellen, gelijk in de zaak-Dreyfus ik geschied Is den minister gt K-ken, dat de heer Mussert de justitie in kennis heeft ge steld van hetgeen hem blijkbaar aangaan de de gepleegd wordende en de in voor bereiding zijnde misdaad bekend is? Zoo niet, is de minister dan bereid te doen onderzoeken, of de genoemde redac teur, de heer Mussert, als ambtenaar ken nis heeft gekregen van de vorenbedoelde feiten en dus ingevolge art. 162 van liet wetboek van strafvordering verplicht ware geweest de justitie daarvan in ken nis te stellen? Indien de heer Mussert niet als ambte naar van deze feiten kennis heeft gekre gen, is de minister dan bereid te doen onderzoeken, of er voor den heer Mussert voldoende reden is tot het uiten zijner bewering? Indien mocht blijken, dat deze niet aan wezig is, is de minister dan niet van oordeel, dat het verzinnen en publiceeren van beschuldigingen en aankondigingen, berekend op het verwekken van onge rustheid, strafbaar moet worden gesteld? ONTSLAG OP GROOTE SCHAAL BIJ DE MIJNEN. 1900 mijnwerkers 1 Maart ont slagen Zaterdagmorgen heeft de contactcom missie voor het mijnbedrijf vergaderd. In deze vergadering hebben de mijndirecties mededeeling gedaan omtrent een ontslag op groote schaal, dat zij voornemens zijn tegen 1 Maart aan te zeggen. Volgens loopende geruchten zou dit ontslag onge veer duizend mijnwerkers omvatten. Zooals in bovenstaand bericht is ge meld, is tegen 1 Maart een ontslag op groote schaal bij de mijnen aangezegd. Het ontslag aan 1000 mijnwerkers blijkt echter overdreven te zijn. Wel hebben de mijndirecties aan vertegenwoordigers der vakbonden meegedeeld, dat de toestand van het mijnbedrijf het noodzakelijk maakt, dat andermaal wordt overgegaan tot het geven van ontslag aan een groot aantal mijnwerkers. Op de Oranje Nassau- miinen zullen ca. 250, op de mijnen Laura de Vereeniging 100, en op de Domaniale mijn ongeveer 75 arbeiders tegen 1 Maart worden ontslagen. Van de zyde der vak bonden werd er op aangedrongen, om in de eerste plaats buitenlandsche arbeiders voor dit ontslag in aanmerking te. doen komen. aan de IJmuider Federatie. Volgens een mededeeling van het be stuur der IJmuider Federatie, afdeeling van den Centralen Bond van transport arbeiders, heeft de staking in het vissche- riibedriif gedurende de eerste zeven maan den verleden jaar 753.995 gekost, waar van aan uitkeeringen te IJmuiden 595.067, te Egmond aan Zee 103.367, in andere plaatsen 49.628 en aan onkosten 5931. Hierbij komen dan nog de uitkeeringen van den Chr. Bond van fabrieks- en trans portarbeiders en van een kleine, revolu tionnaire organisatie van zeevisscliers. ~e Petten geopend. Zaterdagmiddag is te Petten het onder architectuur van den heer Vorkink te Amsterdam, gebouwde Kinderverpleeghuis voor de Vereeniging „Trein 8.28" officieel geopend. Het mooie witte strak-gehouden gebouw mag een sieraad voor de streek worden genoemd. In dit zonnige gebouw zullen onder lei ding van een directrice met tien verpleeg sters regelmatig een 50 kinderen van 36 jaar verpleegd worden en reeds vandaag worden de eerste 50 verwacht. Zoowel met den bouw als met het inte rieur (het binnenhuisinterieur is ver zorgd door den Amsterdamschen archi tect Kronenburg) is in alle opzichten re kening gehouden, dat aan de hoofdvoor waarde: zon en licht voldaan wordt. De ruime slaapzalen zijn voorzien van bedjes zonder hoofdkussens, om de rug spieren van de kleintjes niet te verzwak ken- De eet- en speelzalen maken een pretti- gen indruk evenals de waschlokaliteiten en de keuken mag ideaal genoemd worden. De linnenkamer ziet er tiptop uit (tij dens de verpleging ontvangen de kinderen het ondergoed van het huis) en in alle op zichten is er met de moderne hygiëne re kening gehouden. Ook voor zieke kinderen is er een afzon derlijke afdeeling; in de dienkamer voor de kleintjes wordt alles uitsluitend dooi de verpleegsters behandeld. Des nachts zijn de kindertjes onder voortdurend toe zicht, zoodat zü ook dan indien noodig oogenblikkelijk hulp kunnen ontvangen. Fe u 111 e t o n Naar het Engelsch van Ottwell Binns 12) Het was geen vrees voor de duisternis of an<»st voor de gevaren in die bevroien wildernis, die haar deed terugschrikken van haar poging tot vluchten; het was de hevige, alles beheerschende begeerte om den man te ontmoeten, die de oorzaak was geweest van den dood van haar ge liefde. Toen de halfbloed opstond en haar be val op de -slede plaats te nemen, deed ze dit zonder tegenwerpingen en maakte het ziel) zoo behagelijk mogelijk. Ze werd weer vastgebonden, hoewel ze, toen ze weer verder gingen, minder had van een baal goed, dan eerst en ze de deken kon optillen, die nu over haar hoofd geworpen was, meer als bescherming tegen de felle koude, dan voor eenig ander doeleinde. Maar slechts eens voordat het licht weid, maakte ze gebruik van dit voorrecht om rond te zien, en dat was, toen ze voor de tweede maal halt hielden. Ze lichtte <le deken op 0111 de oorzaak van dit opont houd te weten te komen, en ontdekte, dat het tuig van de honden verward was ge raakt in een tak van een omgevallen boom, waardoor het gebroken was en dat het oponthoud noodzakelijk was om het te herstellen. Ze liet de deken weer vallen en bleef daar in donker liggen, terwijl wilde gedachten zich mengden met haar smart. Deze vertraging maakte haar woe dend. Haar eenig verlangen was den man te ontmoeten en de gerechte straf aan hem te voltrekken; hij zou sterven, zooals haar geliefde gestorven was en haar hand zou de vergelding aan hem voltrekken. De sombere dageraad van het noorden was aangebroken, toen ze de deken weer optilde. Ze waren nog steeds in het bosch, omdat ze in het donker van den weg af geraakt waren. Een nieuwe pauze was noodig en terwijl twee der mannen een maal gereed maakten, ging het hoofd van haar bewakers het bosch in om, zooals ze dacht, te ontdekken waar ze waren. Hij kwam na een half uurtje weer terug, zei iets tegen zijn gezellen, dat Helen niet kon verstaan, en na rustig gegeten te heb ben, spanden ze de honden weer in. Na eenigen tijd begon het bosch dunner te worden. Ze kwamen bii een bevroren rivier, daalden den oever af en begonnen liet gladde oppervlak te volgen, waardoor hun vaart merkbaar versnelde. De oevers der rivier weken aan beide zijden en na eenigen tijd verdwenen ze, waaruit ze op maakte, dat ze op een bevroren meer wa ren. Ze draaiden scherp naar rechts en eenige minuien later dwong een sneeuw jacht haar, het gezicht te bedekken. Er verliep eenigen tijd, voordat ze weer uit keek. Ze reisden met verbazende snelheid. De sneeuw vloog langs de voeten van den man. die voorop liep. De halfbloed, die de honden leidde, vuurde ze met de zweep en woorden aan en van tijd tot tüd wierp hij een bezorgden blik over den schouder. Omdat Helen begreep, waarom hij dit deed, keek ze ook om. Toen begon haar hart te bonzen. Achter haar was nog een span honden met twee mannen. Was het mogelijk dat de halfbloed zich tenslotte toch vergist had of dat hii haar een leu gen verteld had? Ze wist het niet, ze begreep het niet, maar ze begon weer te hopen en haar hoop werd versterkt door den blijkbaren angst van haar ontvoerder. Hii sloeg de honden meedoogenloos en liii keek weer achterom. Helen keek ook om en zag, dat de slede achter hen inliep. Was het wer kelijk haar geliefde, die haar volgde of waren het mannen, die getuigen waren geweest van den aanval op de hut en de schoten hadden gelost, die de aanvallers op de vlucht hadden gedreven? Alles scheen nu mogelijk en toen de angst van den halfbloed zichtbaar toenam, groeide haar hoop. De sneeuw begon weer, een verblinden de jacht, die al het uitzicht benam en de halfbloed gaf een kort bevel, waarop de Indiaan voorop in de richting van den oever stuurde. De halfbloed zag om, toen naar voren en gromde van voldoening. Het meisje keek ook vooruit. Ze naderden een driepuntige rots, die blijkbaar hun doel was. Toen kwam plotseling, verbijsterend door het onverwachte, de flikkering en de knal van een geweer vanuit de struiken aan den oever. „Sacré!" riep de halfbloed uit. Het vol gend oogenblik werden drie geweren af geschoten, hij viel voorover in de sneeuw tegelijk met den man aan het stuur. De man, die den weg baande, keerde zich van de rots af, gevolgd door de han den, die de slede haast deden kantelen. Weer een knal en de overblijvende man viel neer. De honden, opgewonden of ang stig, bleven doorloopen en Helen trachtte ziel) los te" maken, maar een oogenblik later bleef de slede plotseling staan, toen twee der honden neervielen, getroffen in de flank. Eén oogenblik meende ze tw ee mannen naar haar toe te zien snellen, toen ver borg de sneeuwsluier alles weer. Flauw onderscheidde ze de gedaante van één van de mannen bii haar slede en het volgend oogenblik drong een stem, die ze zich her innerde, tot haar door, te midden van den loeienden wind. „God zii gedankt, Helen! Ik ben op tüd!" Ze keek ongeloovig op en zag Gerald Amley, die zich over haar heen boog. HOOFDSTUK XXL Toen Stane besloot den storm te trot- seeren, wist hii, dat hem een zware taak wachtte; ze bleek nog zwaarder dan hij vermoed had. De wind, sniidend koud, joeg de sneeuw als een biina onverbreek baren muur voor zich uit. Het bosch be schutte hem eenigszins, maar uit angst, dat hii zou verdwalen en zoo ziin doel zou missen, waagde hii het niet er dieper in door te dringen en werd hii gedwongen aan den zoom te bliiven, om het meer niet uit het oog te verliezen. Telkens werd hii gedwongen in de luwte van doode hoornen of achter een boom stil te staan met zijn rug naar den storm, om adem te schep pen. Hij kon ternauwernood een meter voor zich uit zien en meer dan eens werd hii gedwongen van den rechten weg af te gaan en de boomen te verlaten om zich te overtuigen, dat hü niet van het meer afgedwaald was. De felle koude versufte hem; de sneeuwjacht bracht hem in de war en voordal hü zijn doel bereikt had. was hii zich nog slechts van eén ding duidelijk bewust. Al verstiifde de wind ziin gezicht, hü moest er recht tegen in gaan, dan kon hii niet verkeerd gaan, want de storm joeg over het meer en kwam regelrecht van de rots, in wier schaduw de tragedie, waarvan hij getuige was geweest, geschied w-as. Terwijl hii moeizaam voortging, maakte een algeheele uitputting zich van hem meester. Met het hoofd voorover te gen den storm in, wankelde hii als een besehonkene. Meer dan eens, als hii strui kelde over gevallen boomen, dreigde de neiging om te gaan zitten uitrusten hem te zullen overmeesteren, maar omdat hii daar het gevaar van kende, dwong hii zich daar van af te zien. Eens, toen hii stil stond in de luwte van een reuzeden, met den rug tegen den stam, voelde hii een onoverwinlijke, heerlijke loomheid over zich komen, en omdat hii begreep, dat dit het begin van den gevreesden sneeuw- slaap was, die menschen onder zulke om standigheden overvalt, ging hii weer ver der, al was hy nog niet op adem gekomen Plotseling liep de weg, dien hii volgde, naar beneden. Het kwam door een rivier tje, dat in de lente naar het meer stroom de, maar nu vast bevroren w as. In de ver blindende sneeuwjacht had hii bet niet gezien; hij deed een stap in de lucht, rolde den oever af en kwam als een vormlooze hoop in de hooge sneeuw op den bodem terecht. Ruim een minuut lang bleef hii liggen, buiten den wind, den mond vol sneeuw, met het gevoel van iemand, die uit de felle koude op een zachte canapé in een warme kamer terecht komt. Een gevoel van behageliikheid kwam over hem. Eenige oogenblikken verloor hii bet bewustzijn; tijd, omstandigheden en het doel van ziin onderneming waren verge ten. Visioenen, kort, maar levendig, ver schenen hem, en ook dat van een meisje, dat hii met den dood voor oogen gekust had. Dat meisje ja, er was toch iets. Ziin hersens begonnen weer te werken, het doel van ziin tocht beheerschte ziin haperende zintuigen en hii strompelde overeind. „Helen!" mompelde hii. „Helen!" Hii keek naar den oever van de rivier tegenover dien waarvan hii af was gerold. 'Toen bleef hii staan. Er was iets twin tig tellen verliepen, voordat hii het zich herinnerde. Ziin geweer! Het lag ergens in de sneeuw, hii moest het zoeken, want hii zou het nog noodig kunnen hebben, jlij tastte in het rond en ontdekte het; toen dacht hii even na en begon, in plaats van den oever op te klimmen, stroomaf te ioopen, beschut door de hooge oevers. Het was minder koud daar beneden en al blies een wolk als zand zoo scherpe deeltjes ffneeuw hem tegen het hoofd, toch kon hij het ergste er van ontduiken, door zich te bukken. Ziin versuft denkvermogen begon weer bii te komen. Het loopen door de diepe, zachte sneeuw, buiten het bereik van den ren wind, gaf hem doorstraling. Ziin hersens begonnen te werken. Hij kon nu niet ver meer van de rots ziin en de stroom zou hem naar het meer brengen. Hoeveel tiid hü verloren had, wist hii niet en hii verkeerde in doodsangst, dat hü tenslotte toch te laat zou komen. Terwijl hii met moeite vooruit kwam, vroeg hii zich niet eens af, wat de aanval, dien hü gezien had, had te beteekenen: één ding zag hij slechts voor oogen, het visioen van het meisje, dat liü liefdhad, en dat aan onbekende gevaren bloot gesteld was. (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1934 | | pagina 1