Buitenlandsch Overzicht, HONIG'S BOUILLONBLOKJES thans 6 voor 10 ct. NIEUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA FOSTER'S MAAGPILLEN Oost-Indië. 62ste JAARGANG Voor ECHTE Geldersche Vleeschwaren J. J. v d. Plaat, Spoorstraat 53. Liefde in de Wildernis Na den opstand in Oostenrijk. De huwelijksvoorschotten in Duitschland. Estland en Letland. De financiën van de stad New York. KONIJN's Vleeschwaren De salarisherziening in den Volksraad verworpen De bliksem ingeslagen. COURANT Abonnement per.3 maanden bij vooruitbet.: Heldersche Courant 1.60; voor Koegras, Anna Paulowna, Breezand, Wieringenen Texel f 1.65; binnen- 1 c er'- Oost- en West-lndië per zeepost 1 2.10, idem per mail en o\erige landen f 3.20 losse rrs. 4ct.fr.p.p 6ct. Zondagsblad M-sp 1 0.^0 f 0.70. f 0.70. f 1Modeblad resp. f 1.20, f 1.50, f1.50, 11.70 Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag. Redacteur: P. C. DE BOER. Uitgave N.V. Drukkerij .v/h C. DE BOER Jr. Bureau: Koningstraat 78 Telefoon: 50 en 412 Post-Girorekening No. 16066. ADVERTENTIËN: 20 ct. per regel (galjard). Ingez. meded (kolombreedte als redaction. tekst) dubbele prys. Kleine advertentiën (gevraagd, te koop, te huur) bij vooruitbetaling 10 ct. per regel, min. 40 ct.; bij niet-contante be taling 15 ct. per regel, min. 60ct. (Adres Bureau van dit blad en met brieven onder no.10 ct. per advertentie extra). Bewijsnummers 4 ct. Hoe zal het gaan met de onafhankel.jkheid van Oostenrijk? overzicht van de besprekingen van den Engelschen minister n met de Fransche ministers inzake de ontwapening. Na de gebeurtenissen in Oostenrijk Het vraagstuk van de onafhankelijkheid van Oostenrijk houdt verschillende regee ringen bezig en is, na de gebeurtenissen van de laatste w eken, weer actueel geworden Straks zal het een punt van ernstige be spreking te Genève worden. Hoe zullen dan de mogendheden er op reageeren? Drie voorname regeeringen hebben hun houding reeds bepaald. Zoo werd Zater dagavond, namens het Engelsche depar tement van buitenlandsche zaken, de vol gende mededeeling bekend gemaakt: „De Oostenrijksche regeering heeft bü de regeeringen van Frankrijk, Engeland en Italië inlichtingen ingewonnen naar haar houding inzake het dossier, dat zij gereed heeft gemaakt om de inmenging aan te toonen van Duitschland in de bin- nenlandsche zaken van Oostenrijk en dat zij haar heeft meegedeeld. De besprekingen, die gevoerd zijn tusschen de drie regeeringen over dit onderwerp, hebben getoond, dat zij het eens zijn over de noodzakelijk heid, de onafhankelijkheid en onaan tastbaarheid van Oostenrijk te hand haven overeenkomstig de verdragen dienaangaande." Het standpunt van Frankrijk, Engeland en Italië is dus bekend. Maar in Genève zal het pleit dan toch eerst beslist moeten worden. De „N. R. Ut." schreef er Zater dagavond over: Een lastig geval dat nu Genève zal wor- De toestand in Oostenrijk. WILHELM M1KLAS, President van Oostenrijk. den voorgelegd, is de Oostenrijksche aan gelegenheid. Door de gebeurtenissen te Weenen is het nog slechts te acuter ge worden. Want nu heeft daar een groep de volstrekte overmacht, waarvan men Comestibles - Delicatessen. Telefoon 420. volstrekt niet zeker is, dat zü voor een accoord met de nationaal-socialisten on toegankelijk blijft. Berlijn is nu bereid dit toe te laten, met het voortbestaan van Oostenrijk als voorwaarde. Dan bestaat er voor de Heimwehren feitelijk weinig re den meer om samenwerking van de hand te wijzen. Hun leiders hebben vroeger wel al daaraan gedacht, toen er van een erkenning van de zelfstandigheid van Oostenrijk heelemaal nog geen sprake was. De belanghebbende groote mogend heden en de Kleine Entente echter zullen in die erkenning niet het minste vertrou wen hebben. Men kent daar overal de 'tac tiek van Berlijn, dat nu bereid is bij étap pen te werk te gaan. Zelfs niet eens meer alleen in de buitenlandsche aangelegenhe den; dat is door de lotgevallen der Duit- sche monarchisten duidelijk gedemon streerd. Hoe dan ook, de mogendheden willen blijkbaar met een nationaal-socia- listisch bewind te Weenen geen genoegen nemen. De gevaren daarvan zijn middellijk en onmiddellijk. Er is een onmiddellijk ge vaar, omdat nationaal-socialistisclie heer schappij te Weenen rechtstreeksche han delingen daartegen van buiten uit kan uitlokken; en een middellijk gevaar, om dat acties van verschillenden kant met elkaar in botsing zouden kunnen komen. Italië zoowel als de Kleine Entente passen in deze dagen scherp op. De dingen kun nen een loop nemen, die samenwerking tusschen deze twee mogelijk maakt; het kan ook anders ziin. Als Italië dezer da gen troepen in de buurt van de Oosten rijksche grens heeft samengetrokken, dan moet de bedoeling daarvan zijn geweest vooral niet bii anderen achteraan te ko men. Te Praag is men er zenuwachtig door geworden. Meu kan beter dat alles vermijden, door de kwestie nu maar ronduit in behande ling te nemen. Te Berlijn wekt dit onbehagelijke ge voelens. Men geeft daar reeds te kennen, dat men een behandeling van de Oosten- rijksch-Duitsche aangelegenheid te Ge nève heel hoog zal opnemen. Wij geloo- ven dat niet. Berlijn is meer dan voor zichtig in alles, wat de internationale politiek betreft. Het mag misschien ho pen door dit dreigement vooraf de behan deling te verhindeen; gaat die behande ling toch door, dan zal het zich op de een of andere manier erin schikken. Frankrijk en het ontwapen ings- vraagstuk De medewerker voor buitenlandsche poli tiek van het Parijsche Journal geeft, naar Reuter uit Parijs meldt, het volgende overzicht van de besprekingen van den Engelschen minister Eden met de Fran sche ministers, inzake het ontwapenings- vraagstuk. Eden heeft onder aanhaling van dc jongste Engelsche memoranda het stand punt van MacDonald en Simon op zeer bekwame wijze verdedigd, zonder even wel de Fransche ministers te overtuigen Daarop hebben Doumergue en Barthou de minister van buitenlandsche zaken, uit Feuil leton Naar het Engelsch van Ottwell Bmns 45) Nog steeds heen en weer geslingerd door tegenstrijdige gedachten, zette het meisje zich op de slede, terwijl Amley het haar zoo gemakkelijk mogelijk maakte en het volgend oogenblik kregen de honden hun bevel: „Moosh! Moosh!" Ze keerden het stormachtige meer den rug toe en bereikten de luwte van de groote wouden. Het pad was niet gemak kelijk, maar de sneeuw was tusschen de hoornen lang niet zoo hinderlijk als op de vlakte en al kwamen ze langzaam vooruit, ze vorderden toch gestadig. Behalve ge dwongen oponthouden om het tuig te ont warren, als het in de struiken bleef ha ken, gingen ze twee uur door zonder op houden, totdat ze een open plek in het bosch bereikten, die ze in een sneeuw storm overstaken. Aan den anderen kant van deze plek was een jong bosch en toen ze weer door boomen beschut waren, hiel den ze voor het eerst vrijwillig halt. Toen pprak Amley het meisje aan, voor den eersten keer sinds het begin van den tocht. „Gaat het, Helen?" vroeg hy „Naar omstandigheden redelijk," luid de het antwoord. „Het spijt me, dat ik het je niet beter kan geven," antwoordde Amley. „Maar we verkeeren nog steeds in gevaar en een beetje narigheid is beter dan levens gevaar." „O!" antwoordde Helen, „narigheid kan me niets schelen!" „Dat verwachtte ik van je," antwoordde Amley snel, „maar het zal niet lang du ren. Nog een uurtje en dan hoop ik, dat we in veiligheid zijn. Dan kunnen we kampeeren tot de storm voorbij is." „Voor wien ben je bang?" vroeg He len. „Voor Indianen! We waren genood zaakt drie er van neer te schieten en hun vrienden, die volgden, zouden zich verplicht kunnen voelen te beproeven hun dood te wreken." „O," zei het meisje en haar stem klonk zoo teleurgesteld, dat Amley haar aan zag. „Waarom spreek je zoo, Helen? Ik zou bijna denken, dat het je spijt, dat ik je beswaard heb voor het lot, dat je wachtte." „O, neen, dat niet!" antwoordde Helen snel. „Hoewel ik niet weet, welk lot dat was. Jy?" „Ik denk het wel," zei hü, „en ik zal het je uitleggen, als we kampeeren. Ik moet even met mijn mannen overleggen. In een paar minuten is de koffie klaar en er is spek en beschuit genoeg; al is dat niet zoo lekker als ik zou willen." „Dat hindert niets," antwoordde Helen en terwijl Amley wegliep, kwam er een peinzend' uitdrukking op het gezicht van het nieisrf^. eengezet, dat Franrijk onder de huidige omstandigheden geen herbewapening van Duitschland en geen vermindering van zijn eigen strijdkrachten kan toestaan. Tardieu heeft daarna het vraagstuk van de huidige bewapening van Duitschland aangeroerd, waarop Herriot heeft gewe zen op de onvoldoendheid van de veilig heidsmaatregelen. Hü heeft gezegd, dat men het Engelsche voorstel van een raad pleging van de onderhandelende mogend heden over de aanstaande ontwapenings conventie, niet alleen voor het geval van een schending of dreigende schending van het Briand-Kelloggverdrag,.maar ook ingeval van het niet nakomen van een deel van het verdrag als geen voldoende waarborg kan beschouwen. Maarschalk Pétain, de minister van oorlog heeft vervolgens herinnerd aan F rank rijks nieuwe minister van buitenlandsche zaken LOUIS BARTHOU. vele concessies reeds door Frankrijk ge daan in de hoop op een rechtvaardigen en duurzamen vrede. Even na drieën zijn Herriot, Tardieu en Pétain vertrokken, terwijl de andere ministers door bleven praten. De aanwe zigheid van generaal Denain, den mi nister van luchtwezen toont, dat toen ook de luchtvaart ter sprake is gekomen. Ook is nog over Oostenrijk gesproken. Naar Barthou meedeelde, üyn de be sprekingen afgeloopen en is er geen ver der onderhoud met Eden vastgesteld. „De ministers hebben hoogst openhar tig en vriendschappelijk van gedachten gewisseld over de laatste Engelsche me morie inzake de ontwapening en de kan sen voor een internationale ontwapenings conventie, die van beide kanten ge- wenscht wordt, nagegaan." Barthou heeft tot de journalisten ge zegd: „Deze besprekingen waren noodig en hebben een zeer interessant beloop gehad. Eden was zeer openhartig. Zijn verlangen naar overeenstemming is even groot als dat van Frankrijk." Verstopping en slechte spijsvertering maken U ellendig en humeuriq. Neem bijtijds de zeer zacht werkende Foster's Maagpillen, het bekende en beste laxeermiddel. Alom verkrijgbaar A f0.65 per Hacon. Was 't waar, vroeg Helen zich af, dat hij bang was voor de vervolging door wraakzuchtige Indianen? Ze herinnerde zich de slede, die hen vervolgd had, een slede met slechts twee mannen erbij en den zichtbaren angst, die deze haar hoofd bewaker had aangejaagd, en één ding stond onomstootelijk bij haar vast, name lijk dat, wat Gerald Amley ook van die vervolgers mocht denken, de Indianen, die haar geroofd hadden, niets van hen afwisten. Ze dacht aan de onthullingen van den halfbloed. Hij had bekend, dat hy de hut had aangevallen en haar had geschaakt tegen een belooning, een groote belooning, uitgeloofd door een man, die haar liefhad. Was Gerald Amley die inan? Het was bijster toevallig, dat hy juist op de plaats had gewacht, waar de halfbloed blijkbaar op af stuurde. Zijn eerste woor den hadden haar duidelijk gemaakt, dat hy haar verwacht had, maar hoe wist hy dan dat zjj in de buurt was? Was hü dan werkelijk de man, van wien de halfbloed de belooning verwachtte? Zoo ja, waarom had hü dan zonder blikken of blozen de menschen, die zijn bondgenooten waren, neergeschoten? Dadelijk viel haar een goede verklaring in .Hy had die mannen doodgeschoten om zyn verhouding tot hen en den aanval op de hut, te verbergen. Ze herinnerde zich den man, dien ze gezien had en haar meening, dat het een blanke was en dacht aan de overtuiging van haar geliefde, dat haar geen lichamelyk letsel te wachten stond, terwyl dit voor hem niet het ge val was.... en een innig wantrouwen tegenover Gerald Amley maakte zich van haar meester; een wantrouwen, dat ver sterkt werd door het verhaal van Ander- De officieele opgaven van het aantal slachtoffers. Volgens de officieele statistiek be draagt het aantal dooden van de on lusten voor geheel Oostenryk 239. Van de verschillende doodstraffen die Vrijdag door de standrechtbanken zijn uitgesproken zyn er drie voltrokken, twee te St. Poelten en een te Weenen. In alle andere gevallen heeft president Miklas gratie verleend, met verandering van de straf in langdurige gevangenis straf- Hoe er gevochten Is. Van particuliere zijde meldt men aan de Nw. Rott. Crt., dat te Weenen op de plaatsen waar heftig gevochten is, groote verwoestingen te zien zyn. Groote hui zenblokken en modern gebouwde huizen zyn ten deele onbewoonbaar geworden, het plaveisel van de straten is opgebroken en het aantal kapotte vensterruiten loopt in de duizenden. De socialisten, die nog eenige dagen den guerilla-oorlog hebben volgehouden, gingen overdag aan het werk en schoten dan 's avonds weer op de troepen, die hun groote woningcom plexen belegerden. Daarby maakten zy vaak gebruik van de riolen en andere onderaardsche gangen. Het kwam her- haaldelyk voor, dat de socialisten zich niet wilden overgeven als de politie de huizen was binnengedrongen. Er ontstond dan een laatste bloedig gevecht, waarin tenslotte de socialist moest worden dood geschoten. Zelfs in gebouwen, die op in storting stonden tengevolge van liet bom bardement, of die in brand geschoten wa ren weigerden de socialisten zich over te geven. Het kwam meermalen voor, dat de po- litietroepen willekeurig en zinneloos er op los schoten. In sommige veroverde gebouwen schoot men van de binnen plaats door de vensters heen. By de ver dediging van de huizen hebben sommige vrouwen zich als Kenau's gedragen en met gloeiende strykyzers en kokend wa ter en ten deele ook met de geweren van hun mannen de politie bestreden. De mannen die overdag werkten ver klaarden aan hun vertrouwden, dat zy de guerilla niet zouden opgeven en liever zouden sterven dan de burgerwacht aan het bewind te laten- Er zyn tal van ge vallen van groote dapperheid en van zelf opoffering die met zelfmoord gelyk stond bekend. De republikeinsche schutters verkla ren dat zy nog groote voorraden ontplof bare stoffen hebben, die verborgen zyn, en zeggen dat men de komende dagen nog wel van daden van sabotage hooren zal. 1 <10.060 MORGEN DOMEINLAND VOOR KOLONISATIE. De officieele Pruisische persdienst deelt mede, dat er van October 1933 tot heden een 100,000 tot 105,000 morgen do meingrond ter beschikking van den nieu wen boerenstand is gesteld. Tot 31 Maart geen voorschotten meer verleend. Naar het rijksministerie van financiën meedeelt, overtreffen de aanvragen voor huwelyksvoorschotten verre de verwach tingen. Men had gerekend van 1 Augus tus 1933 per maand 20.000 voorschotten te verleenen, doch het zyn er in de eerste zes maanden van de regeling 183.000 ge worden, of wel 30.500 per maand. Dan zijn er in de eerste tien dagen van Febr. nog 10.000 bijgekomen. Dientengevolge overtreffen de uitgaven van het fonds voor huwelyksbüstand de inkomsten aan zienlijk, waardoor men genoodzaakt is tot 31 Maart het verleenen van voorschotten te staken. Nauwere aaneensluiting tot een entente. De besprekingen tusschen Seljama, den Estlandschen, en Salnajs, den Letland- echen minister van buitenlandsche za ken te Riga zyn Zaterdag besloten met de onderteekening van een overeenkomsl over de organische ontwikkeling van het vriendschapsverdrag van November 1923. De overeenkomst maakt de besprekingen tusschen beide landen, die tot dusver af en toe werden gehouden tot een vaste in stelling. Voorts zal een vaste raad van beide staten gevormd worden met taak de wetgeving en, zoo noodig, de handels politiek van beide landen met elkaar in overeenstemming te brengen. Op inter nationale conferenties zullen Lethland en Estland voortaan gemeenschappelyk han delen en zoo noodig ook een gemeen schappelijke afvaardiging zenden. De overeenkomst laat de gelegenheid tot toetreding van andere Oostzeelanden open. MM zijn toch voordeeliger sshbi Een motie aangenomen om voorloopig 25 procent te korten. De Volksraad heeft het herziene bezoldingsbesluit voor burgerlijke landsdienaren met 29 tegen 24 stem men verworpen De motie-De Hoog, om in afwachting eener nadere her ziening maximaal 25 pet. korting op de salarissen toe te passen, is aange nomen met 36 tegen 17 stemmen- Een motie, ingediend door den heer Monod de Froideville, strekkend om by verhooging der procentueele korting te- gelykertyd een verbeterde kindertoeslag in te voeren, werd met 31 tegen 21 stem men verworpen. De korting eerst met 1 Jan. 1935. De Volksraad heeft nog een motie-de Hoog aangenomen met 36 tegen 17 stem men, om de korting van maximaal 25 pet. eerst met ingang van 1 Januari 1935 in te voeren. (Aneta.) DE PEST IN INDIË. Batavia. Het aantal sterfgevallen aan pest bedroeg voor geheel Ned.-Indië in het afgeloopen jaar 16.881. (Aneta De bewoners ongedeerd Zij gingen voor den schrik toeren! Politieke moeilijkheden. De strijd, door den nieuwen burgemees ter van New-York La Guardia, gevoerd, om een crediet van 24.000.000 toegestaan te krygen voor openbare werken, is door het parlement van den Staat New York zeer bemoeilykt. De Democraten in dat parlement, die één lyn trekken met Tam- many-Hall in de stad New York hebben niet belet dat het voorstel tot kredietver- leening aan New York een meerderheid kreeg, wèl dat het de benoodigde twee derden meerderheid was. De grief van het parlement van den staat New York tegen de stad New York is, dat het gemeente bestuur geen evenwicht heeft willen (of kunnen) brengen tusschen inkomsten en uitgaven. De gouverneur van den stad New York wilde toch de §tad New York ter wille zyn: maar hij kon zijn wil niet doorzet ten. Inmiddels liggen te New York be langrijke openbare werken stil en moe ten menschen die zouden kunnen werken en verdienen, worden ondersteund zonder te mogen werken. In Malang is de bliksem ingeslagen in een Europeesche woning in de van Heutszstraat. De Java-Bode vertelt ervan: Het echtpaar B, dat zyn middagdutje deed en door het onweer gewekt werd, hoorde een bliksemslag, heviger dan de overige slagen en zag plotseling door het gat in de zoldering, waardoor de Aniem- lichtleiding was aangebracht, een vuur bol van circa een halven meter middellijn de kamer binnenkomen en vlak bij het ledikant uiteen spatten. De zoon des huizes, die in de kamer daarnaast aan het werk was, zag vlak bij hem een geweldigen vuurstraal wegschie ten, terwijl een baboe, die met een electrisch strijkijzer aan het werk was, een zoodanigen schok kreeg, dat zij tegen den grond sloeg en door de andere be dienden overeind moest wordengehol pen. Nadeelige gevolgen heeft zy hier overigens niet van gehad. De familie B. was over.het gebeurde zóó overstuur, dat zy'. uit vrees, dat de bliksem andermaal zou inslaan wat te Malang wel eens is voorgekomen slechts in kimono en pyjama gekleed in den auto stapte en wat bleef rondrijden, tot het onweer voorbij was. Toen men thuis kwam, bleek eerst. ton over den vervalschten wissel en het vel papier, dat in het bezit van Stane was geweest. Maar van dit wantrouwen gaf ze geen blyk, toen Amley haar naderde, met eten en koffie. Ze nam alles op als was het de gewoonste situatie ter wereld en ze luis terde, met ongeveinsde belangstelling naar de weinige woorden, die hy sprak. „We zullen over een minuut of twintig onzen tocht voortzetten, Helen, maar zoo als ik zei, binnen een uurtje zullen we gevrijwaard ziin tegen alle vervolging. Dan,, als het kamp klaar is, moet je me het heele relaas van je avonturen ver tellen." „Ja," antwoordde ze rustig, „en dan moet jy me precies uitleggen, hoe je me gevonden hebt." „Dat is een lange geschiedenis," zei hy licht fronsend, „maar je zult alles te zyner tijd vernemen. Het heeft me maanden gekost om je terug te vinden, en ik be gon byna te wanhopen, toen een geluk kig toeval my aanwijzing gaf van je schuilplaats." „Welk toeval?" vroeg Helen snel. „Als ik die vraag beantwoord," ant woordde hy bedachtzaam, „loop ik mijn verhaal vooruit." Toen glimlachte hü- „Je moet nog een beetje geduld hebben, evenals ik en als je alles gehoord hebt, zal je my mün belooning niet onthouden hoop ik." „O," zei ze met iets schampers in haar stem. „Heb je voor een belooning ge werkt?" „Neen," antwoordde hy scherp. „Mijn werk is een werk der liefde geweest. Dat moet je weten, Helen, al is het waar dat Sir James...." Hy zweeg en toen hy geen aanstalten maakte om verder te gaan, dwong Helen hem er toe. „Je wilde wat zeggen over mijn oom. Stuurde hij je op me af?" „Hy stelde me aan het hoofd van een expeditie om jou te zoeken, omdat hij wist, dat ik je liefhad en hy gaf me te kennen, dat, als ik je gevonden had, ik bij hem mocht komen. Begrijp je me, Helen?" „Ja," antwoordde het meisje. „Dat ge loof ik wel." Toen Amley haar aanzag, begreep hij, dat hy niets zou bereiken, als hij verder aandrong en hy verontschuldigde zich dat hij orders moest geven aan de In dianen. Korten tijd later hervatten ze hun tocht en reisden gestadig door gedurende meer dan een uur. Het was byna donker, toen ze hun kamp voor den nacht opsloe gen. Een stevig maal werd bereid, waar aan Helen deel nam in een kleine tent, die opgericht was en toen ze het maal verorberd had, ging ze bii het groote vuur zitten, dat er was aangelegd. Amley ging geen meter van haar af zitten en zonder hem in de gelegenheid te stellen naar haar geschiedenis te vra gen, vroeg ze hem dadelijk de zyne. „Nu," zei ze, zoo onverschillig moge lijk, „moet je me alles vertellen. Hoe je naar me gezocht hebt, hoe je me op het spoor gekomen bent en het lot, waarvoor je me vanochtend gered hebt." Amley li§d liever eerst haar geschie denis aangehoord, maar hy maakte geen bezwaren en met een vergoelijkend lachje begon hy. „Het is niet gemakkelijk zijn eigen daden te vertellen, maar ik zal myn best doen alle grootsprekery te ver mijden." Toen beschreef hy, met zorg zyn woor den kiezend, den angst die haar uitblij ven in het kamp van haar oom veroor zaakt had en het eerste onderzoek, inge steld door hemzelf en den Indiaan Joe. Toen hy zyn eigen wanhoop beschreef bij het vinden der stukken van baar kano in het drijfhout onder aan den waterval, trilde zyn stem van ongeveinsde ontroe ring en Helen ging zoo zitten dat haar gezicht in de schaduw was, terwyl ze hem gadesloeg. Een oogenblik vergat ze liet wantrouwen, dat haar overwegingen in haar wakker geroepen hadden en luister de ze aandachtig, terwyl hy vertelde van de vondst van de broche en de hoop, die hü daaruit geput had, daar hefe een be wijs aanbracht, dat ze waarschijnlijk nog in leven was. Toen zweeg hy plotseling. „Je bent uit de rivier gered, op de een of andere manier, door dien Stane, die in Fort Malsun was, niet waar?" „Ja! Hoe wist je dat?" „Ik heb ziin beschrijving gekregen van een halfbloed, die je ontmoet had en aan geroepen, toen je stroomopwaarts naar het oude Fort Winagog ging." „Wij hebben geen halfbloed ontmoet," zei Helen snel, terwijl haar wantrouwen weer met volle kracht ontwaakte. „Heb je geen halfbloed gezien?" De verwondering op Amley's gezicht was on geveinsd. Dat zag Helen en ze begreep dat, wat er nog volgen zou, dit deel van zyn geschiedenis waar was. „Neen. we zyn niemand tegen gekomen en we hebben Fort Winagog nooit be reikt, omdat onze kano gestolen is, ter wijl we sliepen." (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1934 | | pagina 1