Buitenlandsch Overzicht,
HONIG'S BOUILLONBLOKJES thans 6 voor 10 ct.
NIEUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA
FOSTER'S MAAGPILLEN
Oost-Indië.
62ste JAARGANG
Voor ECHTE Geldersche Vleeschwaren
J. J. v d. Plaat, Spoorstraat 53.
Liefde in de Wildernis
Na den opstand
in Oostenrijk.
De huwelijksvoorschotten
in Duitschland.
Estland en Letland.
De financiën van de stad
New York.
KONIJN's Vleeschwaren
De salarisherziening in
den Volksraad verworpen
De bliksem ingeslagen.
COURANT
Abonnement per.3 maanden bij vooruitbet.: Heldersche Courant 1.60; voor
Koegras, Anna Paulowna, Breezand, Wieringenen Texel f 1.65; binnen-
1 c er'- Oost- en West-lndië per zeepost 1 2.10, idem per
mail en o\erige landen f 3.20 losse rrs. 4ct.fr.p.p 6ct. Zondagsblad
M-sp 1 0.^0 f 0.70. f 0.70. f 1Modeblad resp. f 1.20, f 1.50, f1.50, 11.70
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag.
Redacteur: P. C. DE BOER.
Uitgave N.V. Drukkerij .v/h C. DE BOER Jr.
Bureau: Koningstraat 78 Telefoon: 50 en 412
Post-Girorekening No. 16066.
ADVERTENTIËN:
20 ct. per regel (galjard). Ingez. meded (kolombreedte als redaction.
tekst) dubbele prys. Kleine advertentiën (gevraagd, te koop, te huur)
bij vooruitbetaling 10 ct. per regel, min. 40 ct.; bij niet-contante be
taling 15 ct. per regel, min. 60ct. (Adres Bureau van dit blad en met
brieven onder no.10 ct. per advertentie extra). Bewijsnummers 4 ct.
Hoe zal het gaan met de onafhankel.jkheid van Oostenrijk?
overzicht van de besprekingen van den Engelschen minister
n met de Fransche ministers inzake de ontwapening.
Na de
gebeurtenissen
in Oostenrijk
Het vraagstuk van
de onafhankelijkheid
van Oostenrijk houdt
verschillende regee
ringen bezig en is, na
de gebeurtenissen van
de laatste w eken, weer actueel geworden
Straks zal het een punt van ernstige be
spreking te Genève worden. Hoe zullen
dan de mogendheden er op reageeren?
Drie voorname regeeringen hebben hun
houding reeds bepaald. Zoo werd Zater
dagavond, namens het Engelsche depar
tement van buitenlandsche zaken, de vol
gende mededeeling bekend gemaakt:
„De Oostenrijksche regeering heeft bü
de regeeringen van Frankrijk, Engeland
en Italië inlichtingen ingewonnen naar
haar houding inzake het dossier, dat zij
gereed heeft gemaakt om de inmenging
aan te toonen van Duitschland in de bin-
nenlandsche zaken van Oostenrijk en dat
zij haar heeft meegedeeld.
De besprekingen, die gevoerd zijn
tusschen de drie regeeringen over dit
onderwerp, hebben getoond, dat zij
het eens zijn over de noodzakelijk
heid, de onafhankelijkheid en onaan
tastbaarheid van Oostenrijk te hand
haven overeenkomstig de verdragen
dienaangaande."
Het standpunt van Frankrijk, Engeland
en Italië is dus bekend. Maar in Genève
zal het pleit dan toch eerst beslist moeten
worden. De „N. R. Ut." schreef er Zater
dagavond over:
Een lastig geval dat nu Genève zal wor-
De toestand in Oostenrijk.
WILHELM M1KLAS,
President van Oostenrijk.
den voorgelegd, is de Oostenrijksche aan
gelegenheid. Door de gebeurtenissen te
Weenen is het nog slechts te acuter ge
worden. Want nu heeft daar een groep
de volstrekte overmacht, waarvan men
Comestibles - Delicatessen. Telefoon 420.
volstrekt niet zeker is, dat zü voor een
accoord met de nationaal-socialisten on
toegankelijk blijft. Berlijn is nu bereid dit
toe te laten, met het voortbestaan van
Oostenrijk als voorwaarde. Dan bestaat er
voor de Heimwehren feitelijk weinig re
den meer om samenwerking van de hand
te wijzen. Hun leiders hebben vroeger
wel al daaraan gedacht, toen er van een
erkenning van de zelfstandigheid van
Oostenrijk heelemaal nog geen sprake
was. De belanghebbende groote mogend
heden en de Kleine Entente echter zullen
in die erkenning niet het minste vertrou
wen hebben. Men kent daar overal de 'tac
tiek van Berlijn, dat nu bereid is bij étap
pen te werk te gaan. Zelfs niet eens meer
alleen in de buitenlandsche aangelegenhe
den; dat is door de lotgevallen der Duit-
sche monarchisten duidelijk gedemon
streerd. Hoe dan ook, de mogendheden
willen blijkbaar met een nationaal-socia-
listisch bewind te Weenen geen genoegen
nemen.
De gevaren daarvan zijn middellijk en
onmiddellijk. Er is een onmiddellijk ge
vaar, omdat nationaal-socialistisclie heer
schappij te Weenen rechtstreeksche han
delingen daartegen van buiten uit kan
uitlokken; en een middellijk gevaar, om
dat acties van verschillenden kant met
elkaar in botsing zouden kunnen komen.
Italië zoowel als de Kleine Entente passen
in deze dagen scherp op. De dingen kun
nen een loop nemen, die samenwerking
tusschen deze twee mogelijk maakt; het
kan ook anders ziin. Als Italië dezer da
gen troepen in de buurt van de Oosten
rijksche grens heeft samengetrokken, dan
moet de bedoeling daarvan zijn geweest
vooral niet bii anderen achteraan te ko
men. Te Praag is men er zenuwachtig
door geworden.
Meu kan beter dat alles vermijden, door
de kwestie nu maar ronduit in behande
ling te nemen.
Te Berlijn wekt dit onbehagelijke ge
voelens. Men geeft daar reeds te kennen,
dat men een behandeling van de Oosten-
rijksch-Duitsche aangelegenheid te Ge
nève heel hoog zal opnemen. Wij geloo-
ven dat niet. Berlijn is meer dan voor
zichtig in alles, wat de internationale
politiek betreft. Het mag misschien ho
pen door dit dreigement vooraf de behan
deling te verhindeen; gaat die behande
ling toch door, dan zal het zich op de een
of andere manier erin schikken.
Frankrijk en het
ontwapen ings-
vraagstuk
De medewerker voor
buitenlandsche poli
tiek van het Parijsche
Journal geeft, naar
Reuter uit Parijs
meldt, het volgende
overzicht van de besprekingen van den
Engelschen minister Eden met de Fran
sche ministers, inzake het ontwapenings-
vraagstuk.
Eden heeft onder aanhaling van dc
jongste Engelsche memoranda het stand
punt van MacDonald en Simon op zeer
bekwame wijze verdedigd, zonder even
wel de Fransche ministers te overtuigen
Daarop hebben Doumergue en Barthou
de minister van buitenlandsche zaken, uit
Feuil leton
Naar het Engelsch
van
Ottwell Bmns
45)
Nog steeds heen en weer geslingerd
door tegenstrijdige gedachten, zette het
meisje zich op de slede, terwijl Amley het
haar zoo gemakkelijk mogelijk maakte en
het volgend oogenblik kregen de honden
hun bevel:
„Moosh! Moosh!"
Ze keerden het stormachtige meer den
rug toe en bereikten de luwte van de
groote wouden. Het pad was niet gemak
kelijk, maar de sneeuw was tusschen de
hoornen lang niet zoo hinderlijk als op de
vlakte en al kwamen ze langzaam vooruit,
ze vorderden toch gestadig. Behalve ge
dwongen oponthouden om het tuig te ont
warren, als het in de struiken bleef ha
ken, gingen ze twee uur door zonder op
houden, totdat ze een open plek in het
bosch bereikten, die ze in een sneeuw
storm overstaken. Aan den anderen kant
van deze plek was een jong bosch en toen
ze weer door boomen beschut waren, hiel
den ze voor het eerst vrijwillig halt. Toen
pprak Amley het meisje aan, voor den
eersten keer sinds het begin van den
tocht.
„Gaat het, Helen?" vroeg hy
„Naar omstandigheden redelijk," luid
de het antwoord.
„Het spijt me, dat ik het je niet beter
kan geven," antwoordde Amley. „Maar
we verkeeren nog steeds in gevaar en een
beetje narigheid is beter dan levens
gevaar."
„O!" antwoordde Helen, „narigheid kan
me niets schelen!"
„Dat verwachtte ik van je," antwoordde
Amley snel, „maar het zal niet lang du
ren. Nog een uurtje en dan hoop ik, dat
we in veiligheid zijn. Dan kunnen we
kampeeren tot de storm voorbij is."
„Voor wien ben je bang?" vroeg He
len.
„Voor Indianen! We waren genood
zaakt drie er van neer te schieten en
hun vrienden, die volgden, zouden zich
verplicht kunnen voelen te beproeven
hun dood te wreken."
„O," zei het meisje en haar stem klonk
zoo teleurgesteld, dat Amley haar aan
zag.
„Waarom spreek je zoo, Helen? Ik zou
bijna denken, dat het je spijt, dat ik je
beswaard heb voor het lot, dat je
wachtte."
„O, neen, dat niet!" antwoordde Helen
snel. „Hoewel ik niet weet, welk lot dat
was. Jy?"
„Ik denk het wel," zei hü, „en ik zal
het je uitleggen, als we kampeeren. Ik
moet even met mijn mannen overleggen.
In een paar minuten is de koffie klaar
en er is spek en beschuit genoeg; al is
dat niet zoo lekker als ik zou willen."
„Dat hindert niets," antwoordde Helen
en terwijl Amley wegliep, kwam er een
peinzend' uitdrukking op het gezicht van
het nieisrf^.
eengezet, dat Franrijk onder de huidige
omstandigheden geen herbewapening van
Duitschland en geen vermindering van
zijn eigen strijdkrachten kan toestaan.
Tardieu heeft daarna het vraagstuk van
de huidige bewapening van Duitschland
aangeroerd, waarop Herriot heeft gewe
zen op de onvoldoendheid van de veilig
heidsmaatregelen. Hü heeft gezegd, dat
men het Engelsche voorstel van een raad
pleging van de onderhandelende mogend
heden over de aanstaande ontwapenings
conventie, niet alleen voor het geval van
een schending of dreigende schending
van het Briand-Kelloggverdrag,.maar ook
ingeval van het niet nakomen van een
deel van het verdrag als geen voldoende
waarborg kan beschouwen.
Maarschalk Pétain, de minister van
oorlog heeft vervolgens herinnerd aan
F rank rijks nieuwe minister van
buitenlandsche zaken
LOUIS BARTHOU.
vele concessies reeds door Frankrijk ge
daan in de hoop op een rechtvaardigen
en duurzamen vrede.
Even na drieën zijn Herriot, Tardieu
en Pétain vertrokken, terwijl de andere
ministers door bleven praten. De aanwe
zigheid van generaal Denain, den mi
nister van luchtwezen toont, dat toen ook
de luchtvaart ter sprake is gekomen. Ook
is nog over Oostenrijk gesproken.
Naar Barthou meedeelde, üyn de be
sprekingen afgeloopen en is er geen ver
der onderhoud met Eden vastgesteld.
„De ministers hebben hoogst openhar
tig en vriendschappelijk van gedachten
gewisseld over de laatste Engelsche me
morie inzake de ontwapening en de kan
sen voor een internationale ontwapenings
conventie, die van beide kanten ge-
wenscht wordt, nagegaan."
Barthou heeft tot de journalisten ge
zegd: „Deze besprekingen waren noodig
en hebben een zeer interessant beloop
gehad. Eden was zeer openhartig. Zijn
verlangen naar overeenstemming is even
groot als dat van Frankrijk."
Verstopping en slechte
spijsvertering maken U
ellendig en humeuriq.
Neem bijtijds de zeer
zacht werkende Foster's
Maagpillen, het bekende
en beste laxeermiddel.
Alom verkrijgbaar A f0.65 per Hacon.
Was 't waar, vroeg Helen zich af, dat
hij bang was voor de vervolging door
wraakzuchtige Indianen? Ze herinnerde
zich de slede, die hen vervolgd had, een
slede met slechts twee mannen erbij en
den zichtbaren angst, die deze haar hoofd
bewaker had aangejaagd, en één ding
stond onomstootelijk bij haar vast, name
lijk dat, wat Gerald Amley ook van die
vervolgers mocht denken, de Indianen,
die haar geroofd hadden, niets van hen
afwisten. Ze dacht aan de onthullingen
van den halfbloed. Hij had bekend, dat
hy de hut had aangevallen en haar had
geschaakt tegen een belooning, een groote
belooning, uitgeloofd door een man, die
haar liefhad. Was Gerald Amley die inan?
Het was bijster toevallig, dat hy juist op
de plaats had gewacht, waar de halfbloed
blijkbaar op af stuurde. Zijn eerste woor
den hadden haar duidelijk gemaakt, dat
hy haar verwacht had, maar hoe wist hy
dan dat zjj in de buurt was? Was hü dan
werkelijk de man, van wien de halfbloed
de belooning verwachtte? Zoo ja, waarom
had hü dan zonder blikken of blozen de
menschen, die zijn bondgenooten waren,
neergeschoten?
Dadelijk viel haar een goede verklaring
in .Hy had die mannen doodgeschoten
om zyn verhouding tot hen en den aanval
op de hut, te verbergen. Ze herinnerde
zich den man, dien ze gezien had en haar
meening, dat het een blanke was en dacht
aan de overtuiging van haar geliefde, dat
haar geen lichamelyk letsel te wachten
stond, terwyl dit voor hem niet het ge
val was.... en een innig wantrouwen
tegenover Gerald Amley maakte zich van
haar meester; een wantrouwen, dat ver
sterkt werd door het verhaal van Ander-
De officieele opgaven van het
aantal slachtoffers.
Volgens de officieele statistiek be
draagt het aantal dooden van de on
lusten voor geheel Oostenryk 239.
Van de verschillende doodstraffen die
Vrijdag door de standrechtbanken zijn
uitgesproken zyn er drie voltrokken,
twee te St. Poelten en een te Weenen. In
alle andere gevallen heeft president
Miklas gratie verleend, met verandering
van de straf in langdurige gevangenis
straf-
Hoe er gevochten Is.
Van particuliere zijde meldt men aan
de Nw. Rott. Crt., dat te Weenen op de
plaatsen waar heftig gevochten is, groote
verwoestingen te zien zyn. Groote hui
zenblokken en modern gebouwde huizen
zyn ten deele onbewoonbaar geworden, het
plaveisel van de straten is opgebroken en
het aantal kapotte vensterruiten loopt
in de duizenden. De socialisten, die nog
eenige dagen den guerilla-oorlog hebben
volgehouden, gingen overdag aan het
werk en schoten dan 's avonds weer op
de troepen, die hun groote woningcom
plexen belegerden. Daarby maakten zy
vaak gebruik van de riolen en andere
onderaardsche gangen. Het kwam her-
haaldelyk voor, dat de socialisten zich
niet wilden overgeven als de politie de
huizen was binnengedrongen. Er ontstond
dan een laatste bloedig gevecht, waarin
tenslotte de socialist moest worden dood
geschoten. Zelfs in gebouwen, die op in
storting stonden tengevolge van liet bom
bardement, of die in brand geschoten wa
ren weigerden de socialisten zich over te
geven.
Het kwam meermalen voor, dat de po-
litietroepen willekeurig en zinneloos er
op los schoten. In sommige veroverde
gebouwen schoot men van de binnen
plaats door de vensters heen. By de ver
dediging van de huizen hebben sommige
vrouwen zich als Kenau's gedragen en
met gloeiende strykyzers en kokend wa
ter en ten deele ook met de geweren van
hun mannen de politie bestreden.
De mannen die overdag werkten ver
klaarden aan hun vertrouwden, dat zy
de guerilla niet zouden opgeven en liever
zouden sterven dan de burgerwacht aan
het bewind te laten- Er zyn tal van ge
vallen van groote dapperheid en van zelf
opoffering die met zelfmoord gelyk stond
bekend.
De republikeinsche schutters verkla
ren dat zy nog groote voorraden ontplof
bare stoffen hebben, die verborgen zyn,
en zeggen dat men de komende dagen
nog wel van daden van sabotage hooren
zal.
1 <10.060 MORGEN DOMEINLAND
VOOR KOLONISATIE.
De officieele Pruisische persdienst
deelt mede, dat er van October 1933 tot
heden een 100,000 tot 105,000 morgen do
meingrond ter beschikking van den nieu
wen boerenstand is gesteld.
Tot 31 Maart geen voorschotten
meer verleend.
Naar het rijksministerie van financiën
meedeelt, overtreffen de aanvragen voor
huwelyksvoorschotten verre de verwach
tingen. Men had gerekend van 1 Augus
tus 1933 per maand 20.000 voorschotten
te verleenen, doch het zyn er in de eerste
zes maanden van de regeling 183.000 ge
worden, of wel 30.500 per maand. Dan
zijn er in de eerste tien dagen van Febr.
nog 10.000 bijgekomen. Dientengevolge
overtreffen de uitgaven van het fonds
voor huwelyksbüstand de inkomsten aan
zienlijk, waardoor men genoodzaakt is tot
31 Maart het verleenen van voorschotten
te staken.
Nauwere aaneensluiting tot een entente.
De besprekingen tusschen Seljama, den
Estlandschen, en Salnajs, den Letland-
echen minister van buitenlandsche za
ken te Riga zyn Zaterdag besloten met
de onderteekening van een overeenkomsl
over de organische ontwikkeling van het
vriendschapsverdrag van November 1923.
De overeenkomst maakt de besprekingen
tusschen beide landen, die tot dusver af
en toe werden gehouden tot een vaste in
stelling. Voorts zal een vaste raad van
beide staten gevormd worden met taak
de wetgeving en, zoo noodig, de handels
politiek van beide landen met elkaar in
overeenstemming te brengen. Op inter
nationale conferenties zullen Lethland en
Estland voortaan gemeenschappelyk han
delen en zoo noodig ook een gemeen
schappelijke afvaardiging zenden.
De overeenkomst laat de gelegenheid
tot toetreding van andere Oostzeelanden
open.
MM zijn toch voordeeliger sshbi
Een motie aangenomen om voorloopig
25 procent te korten.
De Volksraad heeft het herziene
bezoldingsbesluit voor burgerlijke
landsdienaren met 29 tegen 24 stem
men verworpen De motie-De Hoog,
om in afwachting eener nadere her
ziening maximaal 25 pet. korting op
de salarissen toe te passen, is aange
nomen met 36 tegen 17 stemmen-
Een motie, ingediend door den heer
Monod de Froideville, strekkend om by
verhooging der procentueele korting te-
gelykertyd een verbeterde kindertoeslag
in te voeren, werd met 31 tegen 21 stem
men verworpen.
De korting eerst met 1 Jan. 1935.
De Volksraad heeft nog een motie-de
Hoog aangenomen met 36 tegen 17 stem
men, om de korting van maximaal 25
pet. eerst met ingang van 1 Januari 1935
in te voeren. (Aneta.)
DE PEST IN INDIË.
Batavia. Het aantal sterfgevallen aan
pest bedroeg voor geheel Ned.-Indië in
het afgeloopen jaar 16.881.
(Aneta
De bewoners ongedeerd
Zij gingen voor den schrik toeren!
Politieke moeilijkheden.
De strijd, door den nieuwen burgemees
ter van New-York La Guardia, gevoerd,
om een crediet van 24.000.000 toegestaan
te krygen voor openbare werken, is door
het parlement van den Staat New York
zeer bemoeilykt. De Democraten in dat
parlement, die één lyn trekken met Tam-
many-Hall in de stad New York hebben
niet belet dat het voorstel tot kredietver-
leening aan New York een meerderheid
kreeg, wèl dat het de benoodigde twee
derden meerderheid was. De grief van het
parlement van den staat New York tegen
de stad New York is, dat het gemeente
bestuur geen evenwicht heeft willen (of
kunnen) brengen tusschen inkomsten en
uitgaven.
De gouverneur van den stad New York
wilde toch de §tad New York ter wille
zyn: maar hij kon zijn wil niet doorzet
ten. Inmiddels liggen te New York be
langrijke openbare werken stil en moe
ten menschen die zouden kunnen werken
en verdienen, worden ondersteund zonder
te mogen werken.
In Malang is de bliksem ingeslagen in
een Europeesche woning in de van
Heutszstraat. De Java-Bode vertelt ervan:
Het echtpaar B, dat zyn middagdutje
deed en door het onweer gewekt werd,
hoorde een bliksemslag, heviger dan de
overige slagen en zag plotseling door het
gat in de zoldering, waardoor de Aniem-
lichtleiding was aangebracht, een vuur
bol van circa een halven meter middellijn
de kamer binnenkomen en vlak bij het
ledikant uiteen spatten.
De zoon des huizes, die in de kamer
daarnaast aan het werk was, zag vlak bij
hem een geweldigen vuurstraal wegschie
ten, terwijl een baboe, die met een
electrisch strijkijzer aan het werk was,
een zoodanigen schok kreeg, dat zij tegen
den grond sloeg en door de andere be
dienden overeind moest wordengehol
pen. Nadeelige gevolgen heeft zy hier
overigens niet van gehad.
De familie B. was over.het gebeurde
zóó overstuur, dat zy'. uit vrees, dat de
bliksem andermaal zou inslaan wat
te Malang wel eens is voorgekomen
slechts in kimono en pyjama gekleed in
den auto stapte en wat bleef rondrijden,
tot het onweer voorbij was.
Toen men thuis kwam, bleek eerst.
ton over den vervalschten wissel en het
vel papier, dat in het bezit van Stane was
geweest.
Maar van dit wantrouwen gaf ze geen
blyk, toen Amley haar naderde, met eten
en koffie. Ze nam alles op als was het de
gewoonste situatie ter wereld en ze luis
terde, met ongeveinsde belangstelling
naar de weinige woorden, die hy sprak.
„We zullen over een minuut of twintig
onzen tocht voortzetten, Helen, maar zoo
als ik zei, binnen een uurtje zullen we
gevrijwaard ziin tegen alle vervolging.
Dan,, als het kamp klaar is, moet je me
het heele relaas van je avonturen ver
tellen."
„Ja," antwoordde ze rustig, „en dan
moet jy me precies uitleggen, hoe je me
gevonden hebt."
„Dat is een lange geschiedenis," zei hy
licht fronsend, „maar je zult alles te zyner
tijd vernemen. Het heeft me maanden
gekost om je terug te vinden, en ik be
gon byna te wanhopen, toen een geluk
kig toeval my aanwijzing gaf van je
schuilplaats."
„Welk toeval?" vroeg Helen snel.
„Als ik die vraag beantwoord," ant
woordde hy bedachtzaam, „loop ik mijn
verhaal vooruit." Toen glimlachte hü-
„Je moet nog een beetje geduld hebben,
evenals ik en als je alles gehoord hebt,
zal je my mün belooning niet onthouden
hoop ik."
„O," zei ze met iets schampers in haar
stem. „Heb je voor een belooning ge
werkt?"
„Neen," antwoordde hy scherp. „Mijn
werk is een werk der liefde geweest. Dat
moet je weten, Helen, al is het waar dat
Sir James...."
Hy zweeg en toen hy geen aanstalten
maakte om verder te gaan, dwong Helen
hem er toe. „Je wilde wat zeggen over
mijn oom. Stuurde hij je op me af?"
„Hy stelde me aan het hoofd van een
expeditie om jou te zoeken, omdat hij
wist, dat ik je liefhad en hy gaf me te
kennen, dat, als ik je gevonden had, ik
bij hem mocht komen. Begrijp je me,
Helen?"
„Ja," antwoordde het meisje. „Dat ge
loof ik wel."
Toen Amley haar aanzag, begreep hij,
dat hy niets zou bereiken, als hij verder
aandrong en hy verontschuldigde zich
dat hij orders moest geven aan de In
dianen. Korten tijd later hervatten ze hun
tocht en reisden gestadig door gedurende
meer dan een uur. Het was byna donker,
toen ze hun kamp voor den nacht opsloe
gen. Een stevig maal werd bereid, waar
aan Helen deel nam in een kleine tent,
die opgericht was en toen ze het maal
verorberd had, ging ze bii het groote vuur
zitten, dat er was aangelegd.
Amley ging geen meter van haar af
zitten en zonder hem in de gelegenheid
te stellen naar haar geschiedenis te vra
gen, vroeg ze hem dadelijk de zyne.
„Nu," zei ze, zoo onverschillig moge
lijk, „moet je me alles vertellen. Hoe je
naar me gezocht hebt, hoe je me op het
spoor gekomen bent en het lot, waarvoor
je me vanochtend gered hebt."
Amley li§d liever eerst haar geschie
denis aangehoord, maar hy maakte geen
bezwaren en met een vergoelijkend lachje
begon hy. „Het is niet gemakkelijk zijn
eigen daden te vertellen, maar ik zal myn
best doen alle grootsprekery te ver
mijden."
Toen beschreef hy, met zorg zyn woor
den kiezend, den angst die haar uitblij
ven in het kamp van haar oom veroor
zaakt had en het eerste onderzoek, inge
steld door hemzelf en den Indiaan Joe.
Toen hy zyn eigen wanhoop beschreef bij
het vinden der stukken van baar kano in
het drijfhout onder aan den waterval,
trilde zyn stem van ongeveinsde ontroe
ring en Helen ging zoo zitten dat haar
gezicht in de schaduw was, terwyl ze hem
gadesloeg. Een oogenblik vergat ze liet
wantrouwen, dat haar overwegingen in
haar wakker geroepen hadden en luister
de ze aandachtig, terwyl hy vertelde van
de vondst van de broche en de hoop, die
hü daaruit geput had, daar hefe een be
wijs aanbracht, dat ze waarschijnlijk nog
in leven was. Toen zweeg hy plotseling.
„Je bent uit de rivier gered, op de een
of andere manier, door dien Stane, die
in Fort Malsun was, niet waar?"
„Ja! Hoe wist je dat?"
„Ik heb ziin beschrijving gekregen van
een halfbloed, die je ontmoet had en aan
geroepen, toen je stroomopwaarts naar
het oude Fort Winagog ging."
„Wij hebben geen halfbloed ontmoet,"
zei Helen snel, terwijl haar wantrouwen
weer met volle kracht ontwaakte.
„Heb je geen halfbloed gezien?" De
verwondering op Amley's gezicht was on
geveinsd. Dat zag Helen en ze begreep
dat, wat er nog volgen zou, dit deel van
zyn geschiedenis waar was.
„Neen. we zyn niemand tegen gekomen
en we hebben Fort Winagog nooit be
reikt, omdat onze kano gestolen is, ter
wijl we sliepen."
(Wordt vervolgd).