De bezuinigingsplannen van de commissie idenburg. HELDERSCHE COURANT VAN DINSDAG 27 FEBRUARI 1934. Uitvoerige bizonderheden van de maatregelen voor de Kon. Marine. viste srJïï?"*- Onderhoud stuken Llken. of =oo betonschceüngen te voorzien enhet wes lelijk sluishoofd te maken in ovcre"^ ming met het nog uit te voeren werk aan het oostelijk sluishoofd. hetwelk door Waterstaat geschiedt. Onderhoud sluizen en sluiswachters hekken 300. cf v. j. Onderhoud enz. van wegen, ue ver schalende posten onder deze para9raa zijn tezamen gevoegd en geraamd op 6000. Waar over het af9^*V' d voor deze werken ongeveer 6000}*Ste is en de voorraden basalt en grint ove het afgeloopen jaar voldoende miren o in de behoefte te voorzien doch w elk voorraad dit jaar weer aanvulling be^eh mag naar de meening van het bestuur rle-e oost niet lager worden geraamd (vorig jaar geraamd 8000). Totaal \an hoofdstuk III 10800. conform v. De posten Lasten en Recognities Aflo-singen. alsmede andere gewone uit gaven zijn uitgetrokken naar de bedragen VOO, ocderhoudswejv ken" f 6821.72. zijnde het batig saldo dienst 1932. is overeenkomstig het beslui van Hoofdingelanden van 17 Maart 193 op de begrooting gebracht als reserve vexir wegonderhoud. H.eraan wordt toegevoegd uit den dienst 1933 het bedrag bij beslui van Hoofdingelanden genomen 17 Maart 1933 ad 1000.—. In totaal is voor dit fonds in 1933 gevormd 7821.72. Voor dienst 1934 wordt onder volgnummer lö hieruit overgebracht 182172 Hoofdstuk VII is dus te splitsen in 1821.72 voor onderhoudswerk 1934 en 6000.- reser ve voor onderhoudswerk. Voor nieuwe werken is een reservepos. op de begrooting gebracht van 1.— Naar aanleiding hiervan merkt de heer LamanTripop, het in het algemeen niet wenschelijk te achten voor een polder bestuur om reserves te kweeken. Indertijd is evenwel door den Polder grond aange kocht met de bedoeling deze te zijner tijd te bebouwen met een eigen huis. Spr. zou het toejuichen als wij een eigen Polderhuis kregen en op dien grond zal spr. zich dan ook niet tegen dezen post verzetten. Spr. drukt den wensch uit. dat hij spoedig moge vermeerderen en dat hij het nog beleven mag als we in eigen Polderhuis kunnen vergaderen. In den tegenwoordigen tijd zijn de afstanden en de afgelegenheid geen bezwaar meer. Ook deze post wordt bij accl. aange nomen. Ontvangsten. Batig saldo 1932 (zie boven) 6821.72. boven) 6821.72. Polderlasten 15605.54 (vorig jaar 19506.93). Deze zijn voor dit jaar met 1.verminderd en alzoo geraamd op 4.per ha. Getracht zal worden de lasten op dit peil te handhaven. Inkomsten van bezittingen. De verpachtingen moeten nog plaats vinden. Voorloopig zijn de bedragen ge raamd op die van verleden jaar (totaal f 376.In verband met in deposito ge geven gelden bij de Coöp. Boerenleenbank Is de rente hiervan geraamd op 400. (vorig jaar 30. Opgenomen uit het reservefonds voor onderhoudswerk 1821.72. Zie de toelich ting hierboven. Totaal der begrootingsposten 25068.73. De schulden van het Waterschap be droegen op 1 Januari 1934: Wegens in koopsommen voor pensioen moet nog ge durende 4 jaar jaarlijks betaald worden f 362.35. De bezittingen bedragen: 2 sluis wachterswoningen en 69.24.03ha wegen, water en bouwterrein, alsmede een Reser vefonds voor onderhoudswerk 7821.72. De begrooting wordt met algemeene stemmen goedgekeurd. Machtiging aan het Dag. Bestuur. Betaaldagen. De vergadering verleent machtiging aan het Dagelijksch Bestuur om ten aanzien van onderhoudswerken beneden een be drag van 250.zonder machtiging van de vergadering besluiten te nemen. Betaaldagen voor de polderlasten zijn: Zaterdag 5 Mei le termijn: Zaterdag 6 Oct. 2e termijn. Rondvraag. De heer Hoogschagen klaagt over het nog steeds hooge zoutgehalte van het polderwater. De Voorzitter antwoordt, dat het afgeloopen jaar weir.ig spuiïngen zijn verricht. Langzamerhand wordt het water in het IJselmeer zoeter. Geregeld worden hiervan monsters opgezonden naar Am sterdam. De heer Jimmink bespreekt het leg- Ïen van een duiker, een zaak, die door het lag. Bestuur ter hand zal worden ge nomen. De heer Laman Trip vraagt naar de mogelijkheid om bijdragen te krijgen uit het Wegenfonds voor polderwegen, welke geschikt zijn voor het doorgaand verkeer. Hiervoor bestaat de mogelijk heid. De Voorzitter merkt op, dat de Strooweg enz. via Callantsoog naar het N.-H. Kanaal voorkomt op het aanvul lend wegenplan en dat de bemoeiingen van het bestuur succes hadden. Daarna wordt de vergadering gesloten. (Zie verder stadsnieuws op Pag. 7.) VERGELIJKING DER PERSONEELS TERK3 EN. B. Conclusiën der commissie betreffende de vervanging van beroepspersoneel door dienstplichtigen. Bij den dekdienst (scbippersvak) kan een ruim gebruik van zeemilitie tot en met den rang van kwartiermeester (korporaal) gemaakt worden. Wellicht kunnen op den duur ook eenige bootslieden (sergeanten) gevormd worden, mits zij niet te jong in leeftijd zijn. Kanonniers zullen in den regel en konstabels steeds beroepspersoneel moeten zijn. Wel wordt mogelijk geacht dienstplichtige matrozen na selectie op te leiden tot kanonnier voor licht geschut (onderzeebooten, mijnenleggers, e.d.). Slechts een vol ledige uitwerking der bemanningslijsten kan uitwijzen, of zulks aanbeveling verdient, omdat er toch steeds een zekere basis van beroepsmatrozen moet blijven bestaan om daaruit de noodige kern van beroepsonderofficieren te verkrijgen. Hoe groot deze basis moet zijn, kan eerst worden vastgesteld, wanneer de totale personeelsterkte bekend is. Deze sterkte volgt uit de bemanningslijsten. Torpedomakers zijn bijzondere vaklieden met 3-jarige opleiding na het verlaten van een ambachtsschool. De vervanging door dienstplichtigen wordt alléén mogelijk geacht voorzoover het betreft handlangers, werkzaam op de torpedoateliers aan den wal, terwijl het bovendien aanbeveling verdient, een proef te nemen met torpedomakers, uitsluitend bestemd voor de behandeling van het mijnenmaterieel. Deze torpedomakers krijgen een opleiding van een half jaar in de mijnenmagazijnen en kunnen daarna on dergeschikt op een mijnenlegger dienen. Het is gewenscht. deze dienstplichtigen uitslui tend in categorie B in te deelen. In de kwaliteit van telegrafist kan een ruim gebruik gemaakt worden van dienst plichtigen met het rijkscertificaat van radiotelegrafist le klasse, na een applicatiecursus bij de radio-opeliding voor de Marine. Ook bij het machinekamerpersoneel zal een ruim gebruik van daarvoor geschikte dienstplichtigen kunnen worden gemaakt tot en met den rang van korporaal-machinist. Wellicht zal het op den duur mogelijk blijken, hieruit ook eenige sergeanten te vormen, mits niet te jong in leeftijd zijnde. Geschutmakers en electromonteurs kunnen uit hoofde van hun langdurigen opleidings- tijd en hun groote vakkennis in den regel slechts beroepspersoneel zijn. Jongelieden met einddiploma M.T.S. (elctro-technische opleiding) kunnen echter na 6 maanden militie- monteur worden en eenige daarvoor geschikte plaatsen op de vloot innemen. Timmerlieden kunnen geheel uit de zeemilitie worden betrokken. Dit is ook grootendeels het geval met hofmeesters, koks. schrijvers, kleermakers, schoenmakers, barbiers, bedienden en botteliers. Ziekenverplegers zijn schaars. Deze kwaliteit zal in hoofdzaak moeten blijven bestaan uit beroepspersoneel. Mariniers worden geheel vervangen door beroeps- en militiematrozen. Vliegtuigmakers zijn moeilijk door dienstplichtigen te vervangen. Wel kunnen laatstgenoemden opgeleid worden tot handanger in de werkplaatsen. Tamboers, tot nu toe behoorend tot het Korps Mariniers, zullen uit de zeemilitie moeten worden opgeleid. D- pijpers vervallen. BIJLAGE No. 3. (Ad Hoofdstuk II). Grondslagen voor plan 1. De Staatsmarine bestaat uit: L De zeegaande vloot, bestaande uit 2 kruisers „Java" en „Sumatra"; 1 kruiser (onbemande reserve) (derde kruiser); 8 jagers type „De Ruyter"; 17 onderzeebooten „K 7" t/m „K 18" „O 12 t/m „O 16". waarvan in Nederland: 1 kruiser 2 jagers 5 onderzeebooten type O en in lndiè: 1 kruiser 1 kruiser (onbemande reserve) 6 jagers 12 onderzeebooten type K Hiervan in de vaart: 1 kruiser, 2 jagers, 4 onderzeebooten, als voortgezette opleiding beroepspersoneel en zeemilitie, zie onder IVa. Hiervan in de vaart: 1 kruiser, 4 jagers, 6 onderzeebooten. II. Organen voor de locale defensie, bestaande uit: a. in Nederland: 2 mijnenleggers type „v. Meerlant" 2 id. type „Medusa" 6 kanonneerboot-mijnenleggers type „Balder" 2 stoomloodsvaartuigen 4 mijnenvegers „Nautilus" tevens kruisers politietoezicht Noordzeevisscherij. „Vulcanus" Zie ook onder 5a. De noodige hulpvaartuigen voor den onderzoekings- en bewakingsdienst bij mobilisatie. Flottieljevaartuig „Johan Maurits Instructieschip. Zie onder IVa). b. in Indië: Mijnendienst, waarvan in de vaart: 2 mijnenleggers, 2 mijnenvegers, Nautilus, Vulcanus. van Nassau" (in vredestijd Artillerie waarvan in de vaart: 1 flottieljevaartuig 2 mijnenleggers 2 mijnenvegers 2 torpedomotorbooten. 2 flottieljevaartuigen „Flores" „Soemba" 4 mijnenleggers „Prins van Oranje" „Gouden Leeuw" „Krakatau" „Rigel" 4 mijnenvegers 4 torpedomotorbooten c. in Curagao: 1 bewapend politievaartuig in de vaart III. Maritieme luchtmacht. waarvan in Nederland: zeevliegtuigbedrijf De Mok en in Indië: zeevliegtuigbedrijf Morokrembangan te Soerabaja hulpsteunpunt (vliegkamp) te Tg. Priok (uit dienst). IV. Maritieme inrichtingen aan den wal en opleidingen. a. In Nederland: Kon. Instituut voor de Marine (eerste opleiding officier) „Schorpioen" met Torpedoatelier (torpedodienst en opleiding torpedomakers) „Van Speyk" (opleiding M.K. personeel) Marinekazerne met „Noordbrabant" (opleiding beroepsmatrozen, eerste mili taire vorming zeemilitie, kaderschool) Kazerne Onderzeedienst en duikbedrijf (tevens opleiding personeel onder zeedienst en duikers). 1 kruiser, 2 jagers, 4 onderzeebooten (voortgezette opleiding, zie onder I). „Johan Maurits van Nassau" (.^>t,;I^UCti^p' °Plelf »9 ^oniers. met logementschip „Buffel" konstabels, offiocremvuurleiders. afstand- Wachtschip Willemsoord (algemeene dienst, personeelsdepot, gymnastiek- en schermschool, opleiding kwartiermeesters, diverse kleinere opleidingen). Marinemonteurschool te Willemsoord (opleiding monteurs). Radiodienst te Willemsoord (opleiding radiotelegrafisten en seiners). Kustwacht (bij radiodienst), opleiding kustwachters. Hospitaal Willemsoord cursus opleiding ziekenverplegers. Vliegkamp De Mok (zeevliegtuigbedrijf, tevens eerste opleiding luchtvaart- personeel; voortgezette opleiding). Departement Commandement Willemsoord met zeekrijgsraad Hoogere Marinekrijgsschool Rijkswerf Willemsoord b. In Indië: Marinekazerne Oedjong (algemeene dienst, pcrsoneclsdepót. eerste opleiding Indische zeemilitie, conservatie mijnenvegers en torpedomotorbooten, radio dienst. marinckampement Malang) (Marinekazerne Goebcng is in vredes tijd niet meer noodig). Kazerne Onderzeedienst (personeel onderzeedienst en torpedoatelier) Kazerne conservatie (alle schepen in conservatie) Vliegkamp Morokrembangan (zeevliegtuigbedrijf Soerabaja) Vliegkamp Tg. Priok (hulpsteunpunt) Commandement der Zeemacht te Soerabaja Marine-etablissement met P.W. op Madoera ..Zuiderkruis (eerste vorming en opleiding voor Inlandsch beroepspersoneel). Schepen voor bijzondere diensten, a. in Nederland: 2 opnemingsvaartuigen „Eilerts de Haan" *Hydrograaf" Duikerschip „Triton" Bergingsvaartuig voor onderzecbooten Torpedotransportsc' 'p „Mercuur" Politietoezicht Noordzeevisscherij „Nautilus f tevens mijnenlegger, zie onder 11a. ,4 Vulcanus" S b. in Indië: 2 opnemingsvaartuigen Torpedowerkschip „Serdang Grondslagen voor plan D. De Staatsmarine bestaat uit: I. De zeegaande vloot, bestaande uit: 2 kruisers 1 kruiser (onbemande reserve) 8 jagers 12 onderzeebooten type K. Alles in Indië gestationneerd, waarvan in de vaart als eskader: 1 kruiser 4 jagers 4 onderzeebooten; en voor opleiding (voortgezette opleiding beroepspersoneel en zeemilitie na eerste militaire vorming in Nederland, zie onder IVb): 1 kruiser 2 jagers 4 onderzeebooten. II. Organen voor de locale defensie, bestaande uit: a. In Nederland: 2 mijnenleggers type „v. Meerlant" 2 id. type „Medusa" 6 kanonneerboot-mijnenleggers type „Balder" 2 stoomloodsvaartuigen tevens kruisers politietoezicht Noordzeevisscherij. Zie ook onder Va. 1 pantserboot (in vredestijd opgelegd) De noodige hulpvaartuigen voor den onderzoekings- en (alleen bij mobilisatie). b. In Indië: 2 flottieljevaartuigen „Flores" „Soemba" 1 flottieljevaartuig „Johan Maurits van Nassau" (in vredestijd Artillerie- Instructieschip, bij mobilisatie reserve). 4 mijnenleggers „Prins van Oranje" „Gouden Leeuw" „Krakatau" „Rigel" 1 mijnenvegers 4 torpedomotorbooten waarvan in de vaart: 1 flottieljevaartuig 2 mijnenleggers Europeesch beroepspersoneel Ncd. dpi. 2'/j jr. Nederland. Indië. Curafao. Nederland. Indië. Raming 1933 Plan 1 Plan 11 i 4518 1 742 444 2 003 1 490 2 45" 179 21 20 1 09 709 Ned. dpi. (14 mnd.) Inl beroeps personeel. Ind. dp) (14 mnd) West-Ind. beroeps personeel Curafao. Nederland. Curafao. Raming 1933 i Plan I Plan II i 629 723 277 43 43 2 450 I 075 1 437 150 217 390 S 13 Oorlogsbemanning. Bestaand Plan I Plan II Bestaand Plan I Plan II Bestaand Plan 1 Plan II Europ. ber. 218 169 168 58 51'A 51'A Kruiser. Ncd. dpi 2',', jr. 227 152 „Nautilus" „Vulcanus" Mijnendienst, waarvan in de vaart: 2 mijnenleggers, 2 mijnenvegers, Nautilus, Vulcanus. bewakingsdienst 16 16'A 16'/« Jager. 45 187e K boot. VU 4 Inl. ber. 174 108 108 54 387, 327, 9 4 4 Ind dpi. 113 1 76 25 337, 6 77, 8 Totaal 505 505 505 137 1357, 1357, 31 327, 327, 7 +318 verlofgangers N B. De totale vredessterkte in plan 1 bedraagt 6495 en in plan II 6072 man (gere kend buiten de tijden i»n overlappen der opkomst van een nieuwe lichting). Een juiste vergelijking van de 2 plannen geven deze getallen natuurlijk niet. aangezien in plan 1 5 onderzeebooten meer zijn opgenomen en de militiesterkten door de voor Nederland en Indië verschillende vermenigvuldigingsfactoren geen juiste maatstaven geven d. aangenomen wordt, dat Soerabaja, Balikpapan en Tarakan reeds volledig ingerichte en beschermde vliegtuigsteunpunten zijn; de personeelsorganisatie ware zoodanig op te zetten, dat in Nederland uit sluitend de eerste opleiding der vliegers op landvliegtuigen geschiedt. BIJLAGE No. 15. (Ad Hoofdstuk 11). Bij Hr. Ms. Vliegkamp „De Kooij", Julianadorp, den 6den December 1933. Aan den Voorzitter van de Commissie t'oor d« Reorganisatie van de Weermacht. 2 mijnenvegers 2 torpedomotorbooten c. In Curafao: 1 gewapend politievaartuig in de vaart. III. Maritieme luchtmacht. Zeevliegtuigbedrijf te Morokrembangan en te Tg. Priok. Alle zeevliegtuigen gestationneerd in Indië. IV. Maritieme inrichtingen aan den wal en opleidingen. a. In Nederland: Kon. Instituut voor de Marine (eerste opleiding officier). Marinekazerne (eerste opleiding beroepsmatrozen, eerste militaire vorming zeemilitie, algemeene dienst). Hospitaal in eenvoudigsten vorm met opleiding ziekenverplegers voor Nederland. Departement van Defensie, Afdeeling Marine. Commandant Marine te Willemsoord met Zeekrijgsraad. Hoogere Marinekrijgsschool. Arsenaal Willemsoord. b. In Indië: Marinekazerne Oedjoeng (algemeene dienst, personeelsdepót, opleiding monteurs, opleiding beroeps- en dienstplichtig machinekamerpersoneel, radiodienst, opleiding telegrafisten en seiners, Marinekampement Malang). Marinekazerne Goebeng (eerste opleiding Indische zeemilitie, kaderschool, gymnastiek- en schermschool). Kazerne Onderzeedienst (opleiding personeel Onderzeedienst, opleiding duikers, opleiding torpedomakers). Kazerne conservatie (alle schepen in conservatie). 1 kruiser -/■ 2 iaoers onder 1. 4 onderzeebooten J voorgezette opleiding beroepspersoneel en zeemilitie. „Johan Maurits van Nassau" (Art.-Instructieschip, opleiding kanonniers, konstabels, officieren-vuurleiders, afstandwaarnemers). Commandement der Zeemacht te Soerabaja. Marine-etablissement met P.W. op Madoera. „Zuiderkruis" (eerste vorming en opleiding voor Inlandsch beroepspersoneel) V. Schepen voor bijzondere diensten. a. In Nederland: 2 opnemingsvaartuigen „Eilerts de Haan" „Hydrograaf" Politietoezicht Noordzeevisscherij „Nautilus „Vulcanus" ,eveDS mijnenlegger, zie onder 11a. b. In Indië: 2 opnemingsvaartuigen „Tydeman" „Willebrord Snellius" Duikerschip „Triton" Torpedowerkschip „Serdang". BIJLAGE No. 14. (Ad Hoofdstuk II). FORMULEERING VAN HET VRAAGSTUK BETREFFENDE DE ORGANISATIE VAN LUCHTSTRIJDKRACHTEN IN COMBINATIE MET EEN DUIKBOOTVLOOT VOOR INDIË. Welke organisatie aan luchtstrijdkrachten ten behoeve van de neutraliteitshand- having ter zee in Nederlandsch Indië zou kunnen worden verkregen totaal jaarlijksch bedrag van 10 millioen boven het bedrag van rond 2.i dat op de Indische begrooting 1933 voor den Marineluchtvaartdi voor een 6 millioen, ienst aldaar is uit- V. getrokken? Bij de beantwoording van deze vraag ware rekening te houden met de vol gende factoren: a. bovenwatermaterieel voor de neutraliteitshandhaving zal niet of slechts in zeer bescheiden omvang beschikbaar zijn; b. de luchtstrijdkrachten moeten voorzien in: 1. verkenningen boven zee; 2. repressief optreden door middel van bommen, c.q. torpedo's tegen neutraliteitsschendingen c. de luchtstrijdkrachten moeten steunen op drie a vier steunpunten in het Ooste lijk deel van den Archipel: ten aanzien van de bescherming dier steunpunten behoeft alleen gerekend te worden op luchtdoelgeschut (aangenomen wordt n.l„ dat de keuze van die punten zoodanig zal kunnen it! fr "rnn ««l*»I«!s Ter voldoening aan de opdracht vervat in den brief van den Secretaris Uwer Commissie van 17 November 1933 No. 24 geheim hebben wij de eer Uwe Excellentie hierbij aan te bieden een schema van een globale kostenberekening voor een lucht macht voor Nederlandsch Indië. waarbij de Zeemacht tot de thans aanwezige sterkte aan onderzeebooten wordt verminderd en verder bovenwatermaterieel niet of slechts in zeer bescheiden omvang beschikbaar zal zijn. Indien geen bovenwater-materieel in de raming zou worden betrokken, kan het totaal bedrag der jaarlijksche uitgaven ad f 15.7 millioen, verminderd worden met f 0.800.000 0.240.000 1.04 millioen. doordat dan de beide daarvoor onmis baar geachte moederschepen kunnen worden geschrapt. Het resteerend bedrag if dan 14.66 millioen. In de berekening zijn de kosten voor de Luchtvaartafdeeling van het leger ver werkt. Op de begrooting van 1933 voor dat dienstvak komt een post voor van 2 03 millioen. Voegt men deze post bij het bedrag van f 2.6 millioen, hetwelk voor den M.L.D. op de begrooting was uitgetrokken en vermindert men het bovengenoemde bedrag van f 14.66 millioen met 4.63 millioen, dan houdt men rond het totaal jaarlijks beschikbar gestelde van 10 millioen over. In dit bedrag komen echter de pensioenen niet voor, daar deze ook in de Indische begrooting afzonderlijk worden opgebracht. Deze pensioenen zullen naar raming 2 3 millioen bedragen. Over de waarde in krijgskundig opzicht van de hier berekende luchtmacht behoeven wij ons niet uit te spreken. Trouwens onze meening dat de maritieme weermacht van een harmonische samenstelling (bovenwater-, onderwater- en luchtstrijdkrachten) moet zijn om voldoende preventieve werking te sorteeren, is Uwe Excellentie bekend. Of bij een samenstelling van de weermacht als door Uwe Excellentie beoogd de huidige organisatie van Leger en Marine, elk deel met zijn eigen luchtwapen, moet worden gehandhaafd of dat, bij het verleggen van het zwaartepunt der defensie naar het luchtwapen. moet worden overgegaan tot instellen van een Staatsluchtmacht is een vraag, waarop wel is waar van ons geen antwoord is gevraagd, doch ten aanzien waarvan wij U toch wel onze mcening kenbaar mogen maken, n.i„ dat voor een aldus samengestelde weermacht niet aan instelling van een Staatsluchtmacht valt te ontkomen. Met het oog op de mogelijkheid en op de wenschelijkheid om de luchtstrijdkrachten van het Oostelijk deel van den Archipel snel naar het Westelijk deel te kunnen dirj- geeren, werd zooveel mogelijk gebruik gemaakt van zeevliegtuigen. De Kapitein der Zee. (w.g.) H. FERWERDA. De Luitenant-Kolonel van den Gcneralcn Staf, (w.g.) P. W. BEST. UITTREKSEL. SCHEMA VOOR EEN GLOBALE RAMING VAN KOSTEN VOOR EEN LUCHTVLOOT VOOR NEDERLANDSCH INDIË. (Ingevolge opdracht van den Voorzitter van de commissie voor de reorganisatie van de Weermacht: brieven van 2 November 1933, No. 19. Geheim, en 17 November 1933, No. 24, Geheim). ^'s 9rondslag voor een globale kostenraming werd genomen de begrooting voor den M.L.D. in Nederlandsch Indië voor het jaar 1933. De sterkte van het materieel op het Marinevliegkamp te Soerabaja bedraagt: 42 D-vliegtuigen; 12 T-vliegtuigen en 12 V-vliegtuigen. Dornier Wal langafstand verkenner, tevens bommenwerper. T Fokker T. IV (drijvervliegtuig) bommenwerper. V C-VII W (Fokker) oefenvliegtuig. Het bedrijf is ingericht om met bovenstaand materieel te leveren 10.000 vlieg uren s jaars. N B. Dit aantal van 10.000 vlieguren is door de bezuiniging (verminderen aantal haald^rS waarnemers' st°pze(ten reserve-officieren waarnemers opleiding) niet ge- De bcgrooting voor 1933 luidt aldus: Hoofdstuk I: Uitgaven in Nederland; Personeelsuitgaven f J.031.000 Materieeluitgaven ^2 509 Hoofdstuk II: Uitgaven in Indië; Buirnprnp'811'1^3^6/! 0.258.500 (Ini. militairen). Burgerpersoneel (in vasten dienst) 0.150.000 Uienstplichtigen en Militie i nnn Materieeluitgaven 1.034.500 Tezamen 2.517.500 Aftrekken voor het vliegkamp Tandj. Priok Exploitatieuitgaven rei 100.000 (w.o. 204.000 loonen voor toekangs en koelies)' luuacieuitgaven voor het vliegkamp Morok- ra bang an rond 2.400.000 In deze 2.4 millioen zijn niet begrepen gelden voor aanschaffing van nieuw mate* rieel; deze komen op de begrooting van 1933 niet voor. Evenmin zijn hieronder begrepen de kosten van onderhoud gebouwen en terreinen enz. Door den Commandant van het vliegkamp „de Kooijwerd aan dc sub-commissie* HELFRICH een schema verstrekt voor een gewijzigde personeelsorganisatie van den M.L.D., waarbij meer van militieplichtigen en minder van Inlandsche militairen is gebruik gemaakt, terwijl de organisatie van het Europeesche technische personeel versoberd is en minder topzwaar gemaakt. Volgens mededeeling van bedoelde sub* commissie wordt alleen door deze personeelsreorganisatie een niet onaanzienlijke be* zuiniging verkregen op de personeelsuitgaven. Verder is in de personeelsuitgaven van de begrooting voor 1933 gerekend met bezuiniging van 10%, terwijl nadien een verdere korting is toegepast n.1. van 17% totaal op het Inlandsche militaire personeel en op het burgerpersoneel in vasten .dienst en van 14 \0 totaal op het Europeesche militaire oersonppl zoodanig zai kunnen ziin "Vt«# a"

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1934 | | pagina 6