Stadsnieuws wilt 11 Uit de G emeente- huishouding. NAHETENORMESUCCES tweede blad heldersche courant van dinsdag 6 maart 1 934. LOUBANDV DAAROM ZONDAG a.s. NOG ÉÉN ENKELE OP VOERING in CASINO van 7! 3 7 3 gSOft 4i»0 fómr Licht op voor alle voertuigen. dinsdag 6 Maart 18.15 uur Voensdag 7 18.17 „Meer dan oi> hetgeen verdeelt, zal in deze dagen de nadruk moeten u orden gelegd op hetgeen vereenigt. Fe noodige hervorming zal vooral moeten worden bereikt door zelf her ziening der politieke vartijen. De gemeenten moeten zich weten te stellen onder de beperkingen, die het behoud van de groot ere gemeen schap het volksgeheel oplegt." Mem. van Antwoord aan de Eerste Kamer der S.-G. Hel is de Raad, die volgens onze Grond wet aansprakelijk is voor het bestuur van le Gemeente. Hat hierbij leiding gegeven kan worden door Burgemeester en Wet houders, ontlast den Raad niet van de ver antwoordelijkheid. Een eerste vereischte voor elk raadslid is dan ook, dat hij of zij, .en volle beseft de draagwijdte van zijn »f haar aansprakelijkheid. In onze ge meente zijn het dus de 21 raadsleden, die voor de belangen van 320(1(1 inwoners heb ben te zorgen en die dus ook over de nut tige besteding van de. thans 3.000.000 bedragende, begrootingsgelden hebben te waken, zij het dan ook onder toezicht van Provinciale- en Rijksregeering. Nu mogen we, en willen niet, ook maar een oogenblik twijfelen aan den goeden trouw van een onzer Raadsleden. Niet temin vragen we ons wel eens af, of er .Vel eens niet wat heel erg gemakkelijk )ver belangrijke uitgaven wordt beslist, waarvan later blijkt, dat men zeker niet voor de tweede maal een soortgelijke be slissing zou nemen; ja zelfs dat de eens genomen beslissing wordt betreurd. Ech ter, is het pleit eenmaal beslecht, dan kan men niet meer ongedaan maken wat is ge schied. We zeggen dit niet om iemand eenig verwijt te maken, doch in algemee- nen zin, gelijk dit iedereen wel kan over komen. Alleen wijzen we hierdoor op den grooten ernst en de hooge beteekenis van het raadslidmaatschap. Vooral in dezen tijd komt dit des te meer aan het licht. In perioden van wel vaart en overvloed is de beslissing over te nemen en gewenschte maatregelen veel gemakkelijker dan in tijden van achteruit gang en druk. De verantwoordelijkheid, voor den Raad, wordt zwaarder, al naarmate de zorgen grooter worden. Juist dan, en die tijd is er nu toch zeker wel, zal het noodig zijn, „dat ook de gemeenten zich (weten) te stellen onder de beperkingen, die het be houd van de grootere gemeenschap, het volksgeheel, haar oplegt". Ons volkomen scharende achter het streven van de tegenwoordige Rijksregee ring, meenen wij te mogen wijzen op de noodzakelijkheid ook voor onze gemeente, om de bakens te verzetten en mede te werken op de instelling van een lager levenspeil. Uit het een en ander blijkt ten volle de autonomie van den Raad. Handhaving van die autonomie is dan ook ten volle ver zekerd en loopt alleen gevaar bij het al ie zeer uit den band springen. Natuurlijk kan het noodig zijn, dat van hoogerhand wordt ingegrepen. Dat een Gemeenteraad het dan toch erg bont moet maken, leert ons het geval met den Raad van Beerta. Bovendien kan dan alleen nog maar wor den ingegrepen na het aannemen door de Staten-Generaal van een bepaald, daar voor bestemd, wetsvoorstel van de Rijks regeering. De autoriteit van den Raad is dan ook hoog aangeslagen. Aan den Raad dus de verplichting om eigen gezag en het gezag in het algemeen hoog te houden. Aan 's Raads verantwoordelijkheid doet uit den aard der zaak niets af, dat 'de lei ding .en voorlichting berust bij Burge meester en Wethouders. Tij slotte blijft altijd de beslissing aan den Raad. De practyk leert ons, dat de invloed van de voorlichting en voorbereiding der zaken door het college van B. en W. van de grootste beteekenis is. Het verband is trouwens volkomen en logisch, omdat het college van B. en W., behalve de Burge meester en Wethouders. Ten slotte blijft viseerende stem hebben, uit den Raad zelf is voortgekomen èn deel uitmaakt en mede beslist. Feitelijk is dus de verantwoordelijkheid van de wethouders het grootst. Hetgeen hiervoor ten aanzien van het raadslidmaat schap is gezegd, is ten opzichte der wet houders derhalve in dubbele mate van toe passing. Het kan niet verbazen, dat juist de keuze van wethouders van de hoogste beteekenis is en men dan ook welbewust die keuze moet verrichten. Het is alge meen bekend, dat de keuze van wethou ders in zekeren zin beperkt is, omdat de invloed der partijen en partijschappen hier de voornaamste rol vervult. Kleine groepen of enkelingen, die niet in be paald partijverband zijn opgenomen, kun nen veelal geen of slechts geringe invloed uitoefenen bij de keuze van wethouders. Men beschouwt het terecht of ten onrech te (we laten dit in het midden) als een der zegeningen van het algemeen kies recht en de evenredige vertegenwoordi ging, dat uit de meerderheidspartijen de wethouders worden aangewezen. Als na deel achten wij in elk geval, aan te mer ken, dat de keuze beperkt is en dat vaak personen, die uit hoofde van karakter eigenschappen en geschoolde ontwikke ling aangewezen behoorden te zijn, al bij voorbaat uitgesloten zijn, omdat zij niet belmoren tot de gecoaliteerde partijen. Blijft dus over, dat die meerderheids partijen uit hun midden de besten en daarvoor meest geschikten verkiezen, al thans belmoren te verkiezen. Of dit in de practiik nu wel altijd plaats heeft, zullen we nu maar onbesproken laten. Vaststaande is. dat de geheele geste dei- gemeentel iike huishouding wordt be- heerscht door de partijen, die al of niet in coalitie, de meerderheid vormen. Het zijn dus ook die partijen, die reke ning moeten houden met de eischen, zoo als thans het geval is, voorspruitende uit de benarde tijdsomstandigheden en vooral voor hen gelden de woorden; „de noodige hervorming zal vooral moeten worden be reikt door zelfherziening". Met andere woorden: de partijen zullen moeten leeren hun partij verlangens op zij te zetten en de huishouding der gemeente alleen te besturen naar de eischen van een goede koopmanschap. Inderdaad geen gemakkelijke taak! Veel eenvoudiger is het, in dagen van weelde, zich te moeten keeren tot een meer sobere inrichting. Om hiertoe te geraken, dient men zich ten volle bewust te zijn van de nood zakelijkheid van die hervorming, want zonder dat inzicht zal de aandrang, zelfs van regeeringsvege geuit, een kloppen zijn aan doovemans deur! Het kan niet anders, als te betreuren zfjn, dat alleen onder hoogeren drang, die gevoegelijk zelfs kan leiden tot dwang, de noodige versobering wordt verkregen. Hierdoor toch zal aan het prestige meer kwaad worden gedaan, dan door eigen beleidvol inzicht hervormingen tot stand te brengen. De autonomie van den Baad behoort door den Raad zelf te worden hooggehou den. Ut de vergelijkingen, die we in onze vorige beschouwing (zie H. C. van 16 Fe bruari) maakten, meenen we, blijkt vol doende de noodzakelijkheid om te ver soberen. Nu make men hieruit niet op, dat de op voering der verschillende posten, in zich sluit dat men vroeger maar „luk raak" met de gelden heeft omgesprongen. Van zelfsprekend is, dat vele der doorgevoerde uitgaven vaak heftig zijn bestreden en dat de verantwoordelijkheid daarvan blijft voor rekening van een raadsmeerderheid. Het kan niet anders als dat vele dier maatregelen dan ook het stempel dragen van bepaalde politieke stroomingen. On verschillig of men het eens is met de ge nomen beslissingen, zij dienen, belmoren althans te dienen, het algemeen belang. Teneinde niet te worden misverstaan, voegen we hieraan toe, dat diverse hoo- gere uitgaven een logisch gevolg zijn, óf van regeeringsmaatregelen, of van stads uitbreiding óf wel zuiver voortspruiten uit de benarde tijdsomstandigheden. Vele dezer uitgaven zijn dan ook met volledige instemming van alle raadsleden genomen. Als voorbeeld brengen we in herinne ring, dat ten laste der gemeente komen, de kosten van stichting en onderhoud dei- gebouwen van alle onderwijs, inbegrepen het bijzonder. Dat de uitgaven voor publieke werken door stadsuitbreidingj en verfraaiing be langrijke hoogere uitgaven hebben ge- eischt is voor ieder duidelijk waarneem baar. Voor het grootste deel voortspruitende uit den nood der tijden, zijn wel de be langrijke hoogere uitgaven voor werk- loozenvoorziening en maatschappelijk hulpbetoon. De daarvoor vereischte som men zijn dan ook onrustbarend en vragen offers, die schier de draagkracht der ge meente te boven gaan. De simpele vermel ding, dat in de (6) wintermaanden in 1918 hier gemiddeld 55 werkloozen waren, welk aantal over de wintermaanden van 1932 bedroeg 641 en over 1933 zelfs 949, toont dit voldoende aan. Dit vooropgesteld, is het verklaarbaar, dat veranderingen uiterst moeilijk zijn. De te nemen veranderingen moeten dus wel In jaren is er niet zoo'n geestige en schitterend aangekleede Revue ge weest als die van Zeiden hebben twee uit verkochte zalen zich zoo geamuseerd gedragen w orden door de harde noodzake lijkheid. De vraag rest: is het mogelijk en zoo ja, hoe is het mogelijk tot de noodige hervorming te geraken? We stellen ons voor. hierop in een vol gend artikel terug te komen. B. Aan liet Instituut Mercurius, slaagde voor het diploma Machineschrijven, de heer W. van den Braak, alhier. CONTIN GENTEERIN G. B;j de Kamer van Koophandel en Fa brieken, Oudegracht 182 te Alkmaar zijn formulieren verkrijgbaar voor het aan vragen van invoervergunningen voor de navolgendne gecontingenteerde artike len: petten en baretten (nieuw), bladzink, draadnagels enz., bedrukte, bontgeweven, gebleekte en ongebleekte katoenen manu facturen, meubelen van hout, riet enz. pluche, fluweel, trijp enz., tafel- en huis- houdgoed. AANBESTEDING. Door den architect L. Sok alhier werd Maandagmorgen in het Kegelhuis aan besteed het bouwen van een pension met bijkomende werken aan de Oostsloot- straat alhier, voor rekening van den heer Duinkei-. De volgende biljetten waren hiervoor ingekomen: Perceel A metsel-, timmer-, en ijzer werk: P. Tuin, 't Zand 4789.W. F. Labout 4960.J. W. Bakker, TexeH 5048.Joh. Steeman 5240. Perceel B glas- en schilderwerk: Joh. Steeman 475,W. Kriek 475.—; Koenen 494.—; L. Bontes J. Koster 584.Spijkerman 625.G. H. Iviut, Koegras 648.—; J. N. Langerijs 650.—. Perceel C loodgieterswerk: A. J. Fey 640.Tielemans 712.G. Buis 745.—; C. J. Westerbaan 777.H. Bak 783.—; Joh. Steeman 788.—; R. J. Zoetelief 799.—; M. Koorn 840.—; J. F. Schellinger 877.50; Willemsen J 955.H. V. van Ritburgen 1074.—. Massa: P. Tuin, 't Zand f 6060.—; Oel- jee Krap 7337.—; A. v. d. Wal 7480.Kingma Zoon, Sootdorp I' 7580.Reinders Van IJkerén 8428.—. Door den architect G. de Beurs Gz., alhier werd Maandagmorgen aanbesteed in hotel „De Toelast" het herbouwen van de perceelen Kroonstraat 3840, voor rekening van den heer J. Slikker. Inge komen waren de volgende biljetten: C, Quak 2680.—; Joh. Steeman 2886.—; J Modder A. Cuperus 3300.R. Doorn 3300.B. Reinders B. van IJkeren 3345.—; Firma A. Kingma Zoon, Slootdorp f 3370.J. van Wilgen f 3400.—; A. Bolt 3564.—; fa. Gebr. van Pelt 4000.—. NUTSSPAARBANK TE DEN HELDER. Opgave uitsluitend betreffende dt^Nuts- spaarbank te Den Helder, Polderweg 1, over de maand Februari 1934. Op spaarbankboekjes werd in de loop der maand ingelegd 263.771.92 en terug betaald '205.130.71. Derhalve meer in gelegd dan terugbetaald 58.641.21. Het aan inleggers verschuldigd kapitaal bij den aanvang van dit jaar 2.635.844.65 bedraagt thans 2.651.788.84. Het aantal in den loop van Februari nieuw uitgegeven boekjes bedraagt 109. Het aantal in omloop zijnde boekjes steeg hiermede tot 7966. Onder in Februari uitgereikte 109 nieuwe boekjes zijn inbegrepen 13 boek jes voor jonggeborenen (op deze boekjes plaatst de Spaarbank een eersten inleg van 1. De lediging van spaarbusjes in den loop van Februari leverde een bedrag op van f '2.818.85 aan kleine besparingen. Het aantal in omloop zijnde spaarbusjes bedraagt thans 1725. L.V.A.S.-FEEST AVOND. Zoo tegen het eind van het wintersei zoen maken nog vele vereenigingen van de lange donkere avonden gebruik, om haar leden een gezellig samenzijn te be reiden. Zoo ook de Leerlingen Vereeniging Ambachts School die haar leden, dona teurs en genoodigden op Zaterdag j.1. een feestavond aanbood in Musis Sacrum. De voorzitter, de heer J. Grootes Jr., riep de talrijke aanwezigen het welkom toe, waarna allereerst optrad Edieh Navred, die op verdienstelijke wijze eenige bekende cabaretliederen zong. Vervolgens kregen we te hooren een pianosolo, uitgevoerd door den heer D. de Maagd, die we reeds op een vorigen feest avond als pianist leerden kennen. Nadat we zoo een muzikale inleiding hadden ge had, werd opgevoerd een klucht in twee bedri,jven getiteld: „De nieuwe burge meester". Het stukje werd uitstekend gespeeld en oogstte dan ook een welverdiend applaus. Na de pauze, die o.a. werd benut om een flink aantal steunbonnen te verkoopen, kregen we het tweede optreden van den heer De Maagd, die op verdienstelijke wijze de bekende ouverture „Dichter und Bauer" ten gehoore bracht. Tot slot volgde nog een optreden van Edieh Navred, die met veel succes eenige Schlagers zong en zich door het langdurig applaus tot het geven van een „extra nummer" liet ver leiden. Een gezellig bal hield de aanwezigen daarna nog eenige uren bijeen en daar mee was dan weer een eind gekomen aan een zeer geslaagden L.V.A.S.-avond. TWEEDE WINTERCONCERT „STED. MUZIEKCORPS". (Dir. Joh. F. Pala). Zaterdagavond j.1. gaf bovengenoemde vereeniging voor hare donateurs en ge noodigden haar tweede en laatste winter- concert in de groote zaal van Casino. De heer Jac. Bruijn opende het concert met hét gebruikelijke woord van welkom aan Burgemeester Driessen, Wethouder De Boer, den heer Van Loo, eere-voorzit- ter van het corps, aan de afgevaardigden van de zuster- en andere vereenigingen, de genoodigden enz., en besloot dat door het corps er alles opgezet was de aanwe zigen wat moois en goeds aan te bieden. Hij deed nog een krachtige opwekking de vereeniging te steunen; onze instru menten hebben doorloopend voorziening noodig, hetzij door reparatie of wel aan schaffing van nieuwe, zeide hij. Meldt u aan als donateur, en zoo ge dit reeds zijn, bewerkt uw familie, vrienden en kennis sen; elk is welkom en het komt het corps financieel ten goede. Wij van onzen kant zullen ons niet onbetuigd laten. Dat er werkelijk iets moois en goeds zou gegeven worden, bleek weldra toen de heer Pala zich voor het orkest zette. Een 7-tal nummers werd gespeeld, die, behou dens enkele kleine vergissingen, een cor recte en hoogst muzikale weergave vore- den. Er werd beter en gelukkiger! gemusiceerd dan op het vorige concert. Een beschaafd spel, nu eens niet te „hard" de accoustische hoedanigheden van het podium maken dit gauw mogelijk en technisch zeker lofwaardig. Solistisch werd er eveneens verdienstlijk gewerkt, dit bleek wel uit de Trombone-solo, een no. wat wel geen hooge eischen stelt, maar waarin de mooie toon van' den solist te waardeeren viel; uit het „Divertissement" even lastiger, voor de 3 saxophonisten, en in de moeilijke fantasie uit Lakmé", van de hand van den te vroeg gestorven God fried Mann, waarin de voordracht en de techniek van de heeren blazers zeker te loven viel, niet in het minst van den Es- Clarinettist, die het verreweg 't moeilijkst had, maar er zich prachtig doorsloeg; de heer Ooms (Trombone) had eveneens een dankbaar aandeel in dit werk. Dit alles te meer een bewijs hoeveel te bereiken is, als werkelijk door allen met lust en ijver gestudeerd wordt; men ziet nu de vruchten. Het Stedelijk Muziekcorps vertolkte achtereenvolgens: 1. Einzug der Gladia toren, Marsch, Fucik; 2. Ouverture van de opera „La Bohémienne" (De Zigeu nerin), Balfe, le uitvoering; 3a. „Alma", Tyrolienne voor Trombone (de heer F. Bruijn); 3b. De Parade der houten sol daatjes, het bekende karakterstukje van Leon Jessel; 4. „Divertissement", voor alt-, tenor- en baritonsaxophone de heeren Kolhorn. Geervliet en de JSnge), een verzoeknummer en geschreven door den dirigent; 5. „Fantasie" uit de opera „Lakmé". (Délibes), van Godfr. Mann, een prachtige en goedgeschreven fantasie, maar met vele technische moeilijkheden, welke bijna alle overwonnen werden (Begeleiden is niet altijd gemakkelijk); 6. „Fortes Fortuna", Marsch, Ger. Dik. Een toegift, een Marsch met als Trio een bekend Javaanseh lied, besloot het muzikale gedeelte van dezen avond. Na de pauze volgde door eenige dames en heeren-tooneelisten een hoogst verma kelijke klucht: „Op gemakkelijke condi ties" of „Spreek met Jansen en 't Komt in orde". Niet kwaad gespeeld en wat niet naliet geducht op de lachspieren te werken. Daarna de bekende verloting en ten- Slotte het bal, waarmede het einde kwam van dezen ongetwijfeld in velerlei opzicht prachtig geslaagden avond. POSTZEGELTENTOONSTELLING. De Heldersche postzegelverzamelaars, deftiger genaamd philatelisten, hadden Zaterdagmiddag hun grooten dag. Zij had den namelijk georganiseerd een tentoon stelling op de bovenzaal van het Alg. Militair Tehuis in de Spoorstraat en ver schillende hunner hadden daarvoor fraaie collecties afgestaan. Jammer genoeg kun nen wij onze lezers niet aanbevelen er heen te gaan: de tentoonstelling was slechts één enkelen middag en avond ge opend. Maar wel kunnen wij er achteraf nog een en ander van vertellen. Onze Burgem. zelf een enthousiast ver zamelaar had met vele anderen, zijn col lecties voor deze tentoonstelling afgestaan. Het postzegelverzamelen is, niet meer, als vroeger, uitsluitend een sport voor jongeren. Ook vele ouderen doen er met genoegen aan mee. al is het in onzen tijd een onbe gonnen werk te trachten een postzegel album, zooals wij dat vroeger bezaten, met alle bestaande zegels vol te krijgen. De verschillende landen hebben het kunstje allang door en de post ..postzegel- verkoop aan verzamelaars" vormt een niet te versmaden jaarlijksche inkomst op de begrootingen. Waarbij natuurlijk voor de specialisten wel gezorgd wordt, dat het eene vel weer wat anders uitvalt dan het andere en dat niet alle tandingen dezelf de zijn Het is ondoenlijk alle inzendingen te vermelden: er waren waardevolle collecties Nederlandsche zegels, de eerste, die wer den uitgegeven, en die nog van de vellen werden geknipt. Hieronder is groote nuanceering, in kleur, in druk en zelfs zijn er in de verschillende uitgaven kleine foutjes, die natuurlijk zoo n zegel waarde vol maken. Dat alles was hier te zien. De heer Polling bezit een interessante collec tie poststukken, n.1. briefomslagen vóór 1852, waarvan de port voldaan werd bij ontvangst. (De postzegels waren toen nog niet uitgevonden). Ook was er een fraaie collectie luchtbrieven en -zegels, een complete collectie Curayao en Suri name. Ook Lithauen, de na den oorlog ontstane staat aan de Oostzee, heeft zich met zijn zegels niet onbetuigd gelaten; men vond er een complete of zoo goed als complete collectie van. Prachtig zijn de Russische zegels, niet de Romanoffs (het czaristische Rusland, dat was ook ver tegenwoordigd,). maar vooral het tegen woordige Sowjet-Rusland. De teekenin- gen dezer zegels zijn kunstwerkjes op zichzelf. De Duitsche koloniën (zaliger nagedachtenis!) waren er in een mooie collectie, België maakte een uitstekend figuurkortom, er was veel om te be wonderen en voor de verzamelaars, om naar te watertanden. Niet alleen op bladen vond men ze; ook vele albums waren er. Tegenwoordig is er zelfs een speciaal postzegelalbum EN 4) ,»Bon ik mijn broeders hoeder?" Deze Kaïns leuze heeft toestanden iii de we reld geschapen, waarvan ik thans een voorbeeld om mij heen zie. Maar het wordt nog triester. Aan den steiger g komen, waar brandstofolie zal worden bijgeladen, krijgen wij eerst recht een overzicht van de schepen, welke hier tol werkloosheid zijn gedoemd. Gedeelt: lijk voor anker in de rivier, ge deeltelijk drie aan drie langs den oever gemeerd, liggen zij daar. sptnber en stil voor zich uit starend, als schaamden zij zich over dit niets doen. En bov-n heit: d heuvels met hun droeven last. Aan In t oin ie van den steiger strekt zich een soort me, ras uit. Lens was dit een groot, bevaaib ar water, doch nu drooggelegd. VU de wc. k", grijze modder steken de in I-palen nog omhoog, zóorlat het lijkt, alsof daar een kerkhof ligt. ii we-.t ik, waar die mannen, vrouwen en kind' ren zijn gebleven", denk ik ..ze zijn gost rven en liggen daar begraven Allen aan boord zijn onder den indi uk van hetgeen !e omgeving geeft te aan schouwen, een beklemming bevangt ons en we zijn allen min of meer stil en ge drukt. „Het lijkt wel alsof hier een oorlog is geweest," zegt iemand achter mij, on willekeurig zachter sprekend. Zoo is het. Het lijkt inderdaad of deze verschrikke lijke geesel der menschheid over deze plaats heeft gewoed. Doch dat is nfet zoo, althans niet een oorlog in de gewone be- teekenenis van liet woord. Wel heeft men hier een strijd gestreden; wie weet hoe wanhopig deze is geweest, een strijd tegen de verarming. En in deze worste ling heeft de menscb het onderspit ge dolven. Wij hebben de woestenij den lug toe gekeerd. Het brandstofladen is ai'geloo- pen, de slangen zijn afgekoppeld, de tros sen losgegooid en nu varen we weer ver dér de rivier op; New Caslle tegemoet. Hél beeld verandert éh wordt'vroolijker, ginds aan den horizon doemt het doel van onze reis reeds op. Het landschap aan de oevers verliest langzamerhand het desolate en wordt steviger en daarmede ook de stemming aan boord. l)e menseh van tegenwoordig leeft snel, ondergaat veel indrukken in korten tijd en vergeet daardoor spoedig. Alles gaat immers zoo vlug! Het duurt dan ook niet lang of de opgewektheid van gisteren is teruggekeerd. En dat is maar goed ook, want er móet nog hard worden gewerkt: dekschrobben, poetsen, opknappen. En wie kan nu een schip opknappen in een begrafenisstelu- nung? Die moet toch zeker eerst zelf wor den opgeknapt? Zoo denkt de koene er ook over. De handen heldhaftig om de slang ifiet straalpüp geklemd, schrijdt hij strijdlus tig over dek, barrevoets. Hij spuit. Een fiksche straal water ontsnapt aan den koperen mond en vervloeit tot groote jilassen op het dek. Achter hem eenige matrozen, in regelmatig rhythme hun bezems door het water maaiend met for- schen armzwaai. „Haal op jonges, flink van kananl) naar kiri -), zet door, dei- mag geen spetje overblijven." De Koene is, zooals hij daar staat met zijn brand slang, oppermachtig; heer en meester van het dek. Voor hem moet thans iedereen wi,jken. Wie prijs stelt op het behoud van droge voeten, schoenen en broekspijpen, blijve verre van de sissende en Luiste rende fontein, waarvan li ij alleen vooraf dé richting weet. Gulpend spat het water over den planken vloer, in de hoeken mi langs de opstaande wanden. Dekspoelen is niet zoo eenvoudig als het wel lijkt: je moet precies weten waar en hoe je moet spuiten. De Koene kan liet goed; niets ontgaat zijn speurend oog. Elke onge rechtigheid, welke hij op z'n zegetocht tegenkomt, attakeert hij onmiddellijk en de bezems do.en de rest. Daar nadert hij het voorschip. Links voor hem is de deur van de kombuis, rechts staat een groote draaibank. Daar is ook. tegen boord, de stortkoker, waardoor de kok alles "doet verdwijnen, wat hij niet kan verwerken. Die omgeving vergt wel liet meest van Koene's beleid. Britsend en sniffend komt de waterstraal nader, 't Is nog niet ge noeg. Zeg, Lange, vraag es effe an de mes- sienkamer om meer druk op de pomp, ik krijg geen draadje water." Buitenlandsch Overzicht peg I Feuilleton Radio-programma „2 Van links en rechts „2 De handel tusschen Indië en lapan. Te Tokio besprekin gen over de voorstellen van de Indische regeeringII De bepalingen van de handels overeenkomst tusschen Neder land en Italië2 Lagere heffing bij varkensslach tingen. Met ingang van gis teren op 6 ct. per kg slachtge- wicht gebracht2 Een verijdelde aanslag op het leven van Mussolini tl Bij een ketelontploffing a.b. van een Chineesch s.s. zijn 38 men- schen omgekomen„2 Nederlandsche fabrieken ernstig geschaad door invoer van luci fers uit Japan en Rusland 2 Cholera-epidemie op de Philip- pijnen eischt 300 menschentevens 3 Een nieuw serum tegen tuber culose? 2 Waarschijnlijk neemt de Post- jager deel aan de vlucht Enge landAustralië7, ln 3 weken zijn 2866 menschen in Britsch-Indië aan de pest ge storven Brutale overval met roof te Am stelveen Bij een scheepsramp in de Zwar te Zee zijn 12 menschen omge komen Omtrek-nieuws Marktberichten Marineberkhten Sportnieuws I m I 8 3 Geheel verdiept in zijn minzaam on derhoud met de versebalie staat, aan de deur van de kombuis, de Diepzinnige. De versebalie, veilig aan den goeden kant van den kombuiswand, is een en al belang stelling voor wat hem wordt verteld, één oog schuin naar de Koene. „Kijk," zegt de Diepzinnige, z'n wijs vinger op het derde knoopsgat van de boezeroen zijn auditoriums leggend, „kijk, ik hen d'r altijd vlak voor geweest, de zake zoo zuinig mogelijk au te pakke. As ik in 't buiteland wat ken koope voor een kwartje, zal ik er in Holland vast geen zeve stuivers voor neerlegge, zoo is 't nou. Ben je wel dris in Nieuwkaastel geweest?" Neen, de versebalie was nog nooit in Nieuwkaastel geweest. „Nou, ik wel en ik heb der onderlaast een stel piekfijne laarzen weggehaald, spotgoed koop. En nou gaan ik d'r weer een paar koopen. Toen ik hoorde, datteme weer naar Nieuwkaastel ginge, he'k gedacht: wacht effe, vader, je ouwe bottines nog niet weggooie, je ken d'r nog wel een wej'kie mee toe. Ze zelle nou nog wel goedkooper weze, echt Engelsch leer! Hier, dit zijne ze, ik heb ze der expres voor bewaard. Ze benne wel wat lek, maar dat geeft niet, als ze maar droog blijve. „Zzsjiet", zegt de waterstraal. En lako- niek vervolgt de Diepzinnige: ,,'thoeft al niet meer, ze staan al vol." „Jammer van die mooie laarze," vindt de versebalie met een meewarigen blik op het opgespaarde schoeisel. „Ja. maar waarom waarschuw Dagelijks Witte Bioscoop" (7.30 uurjt „Extase". Een nacht in Cairo", Dagelijks „Tivoli-Theater"(7 uur): „Onder valsche vlag". Gevaren der lucht". Dinsdag 6 Maart. Concert Mij. tot bevoredring der Toon kunst. Casino, 8.15 uur. Donderdag 8 Maart. Propaganda-avond Ver. tot bestrijding der t.b.C., Musis, 8 uur. Operette „Das Drei Madlerhaus", Casino, 8.15 uur. Chr. Geref. Kerk. Steengracht, 8.15 u., spreker ds. W. Ramaker, van Harlin- gg"- voor luchtzegels. Dan de vele publicaties van mr. van Peursum over philateiie en geschiedenis, enz. enz. Zooals gezegd, de tentoonstelling, die des middags te twee uur geopend v -d door den voorzitter der Vereeniging, c cn heer Quant, is dienzelfden avond weer ge sloten. Hij dankte de leden, die hun ver zamelingen hadden beschikbaar gesteld, geheel of gedeeltelijk. Ook voor jongelui was de tentoonstelling toegankelijk. De Burgemeester, die daarna in zijn. kwaliteit van hoofd der gemeente, de ten toonstelling opende, uitte zijn waardeering voor de organiseering ervan. Een beetje op de groote trom slaan is in onzen tijd noodzakelijk, en aanzien doet gedenken, zoo zeide hij. Waarmede dus. naar wij willen hopen, de Postzegelvereeniging ..Helder" van de zijde der verzamelaars wat meerder be kendheid hee'ft verworven en wellicht ook, kan het zijn, wat leden zal krijgen. Post zegels verzamelen is een aardige en leer zame sport en door onderlinge uitwisse ling kan men de kosten tot een minimum beperken. Wij spraken een van de oudste leden der vereeniging, die een collectie heeft van meerdere tienduizenden exem plaren, welke hem tezamen niet meer dan 100 in den loop der jaren hebben ge kost. je clan ook niet effe?" informeert het slachtoffer bij den fonteinridder, „je lijkt wel belazerd om me zoo'n plas in me schoene te schuive!" „V aarschuwe?" vraagt de Koene ver baasd. „Ik heb wel drie keer „pasterop" geroepe, maar je bleef als maar staan, nou en toen heb ik gedocht: „hij lust wel een zomersch buitje." „Vooruit jonges, schiet op, geen tijd, we motte vort,'anders komme we niet klaar, ajo! goed in de hoeken! „Slappe, haal die rommel acht r die draaimole vandaan!" En zoo gaat de Koene van overwinning tot overw inning, totdat lifj alle dekken aan zich heeft on derworpen. Hij en zijn trawanten hebben, waar zij gaan, bet rijk alleen, want elkeen blijft op een eerbiedigen afstand; ook de Diepzinnige, die in een paar „vetjes" zijn onderbroken lezing over de rechte spaar zaamheid voor de versebalie voortzet. Maar deze lipeft er nu geen belangstel ling meer voor. Gedurende het waterballet is het over al onveilig geweest, behalve in het stuur huis. Daar staat de Puike weer aan 't roep maar z'n gezicht op zeven dagen slechè weer. „Daar moet ik het mijne van heli- ben,' denk ik en posteer me oan S.B. bil de telegraaf. 1 rechts. -) links. (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1934 | | pagina 5